DEEL 1: TRADITIONELE
EN
OPLOSSINGSGERICHTE
INTERVISIE
, H1: EERST EN VOORAL
1. EUH… INTERVISIE?
Doel= mensen laten reflecteren
Op basis van conclusies ga je jouw handelen aanpassen
Deelnemers van intervisiebijeenkomst krijgen zicht op:
o Eigen sterktes en kwaliteiten
o Andere invalshoeken
o Feit dat ze er niet alleen voor staan
o Zicht op een andere werkcontext, op hoe anderen successen boeken en omgaan met problemen
Intervisie= bijeenkomst waarbij mensen in een veilig klimaat reflecteren over werk gerelateerde situaties
via de uitwisseling van ervaringen, cases of video-opnames. Focus ligt op de ontwikkeling van de
deelnemers.
Veilig klimaat: rekening houden met ieders handleiding, door structuur te bieden en het gesprek te leiden
Gelijken proberen samen tot oplossingen en inzichten te komen in een leerproces dat zelfsturend en
reflectief is
Intervisie kan zowel vertrekken vanuit een succesverhaal als vanuit een probleemsituatie
Resources= krachtbronnen, sterktes of andere dingen die mensen gedaan hebben om het succes te
realiseren of om gewoon in de situatie te blijven staan
1.1 DE CASUSINBRENGER
Iemand die casus ter bespreking aanreikt
Meestal gaat casus over probleemsituatie, toch mogelijk om succesverhaal te bespreken
Soms mag je volledige groep beschouwen als casusinbrenger
1.2 DE INTERVISOR
Bewaker van tijd, structuur en resultaat
Zijn aanwezigheid kenmerkt zich door afwezigheid: interventies zoveel mogelijk beperken
Procesbegeleider en neemt de positie aan van ‘not knowing’
o Niet weten wat het is om in ander zijn positie te staan
o Geen expert van de inhoud en dus niet alle antwoorden weet
Intervisor is nodig anders wordt het een vrijblijvende uitwisseling
Intervisor is sterk in het samenvatten en formuleren van besluiten
Bewaakt de sfeer in groep en biedt ondersteuning waar nodig is
Maakt intervisor deel uit van team, loop je mogelijk tegen een van volgende problemen:
o Rolverwarring: intervisor wil actief deelnemen en tegelijk het proces bewaken
o Inhoudelijk expert: team verwacht dat hij proces komt begeleiden en dat hij rol van expert op
zich neemt
1.3 DE GROEP
Goede samenstelling: mensen zijn bereid om met elkaar in zee te gaan, verwachtingen zijn op elkaar
afgestemd en weinig hiërarchische verschillen
, 2. TRAIDITIONELE VERSUS OPLOSSINGSGERICHTE INTERVISIE?
2.1 HET PROBLEEM: ANDERS BEKEKEN
In traditionele intervisie duikt men sterk in de analyse van de casus die wordt aangereikt
Opzoek naar oorzaken van het probleem, formuleren van bepaalde hypothese en probeert van daaruit tot
een oplossing te komen
Oplossingsgericht denken: andere manier van kijken naar problemen
o Minder sterk de zoektocht naar de oorzaak van de problemen in de casus
o Weinig of geen discussie ontstaan tijdens intervisie
Een ‘waarheid’ kan je eerder beschouwen als een hypothetische, voorlopige waarheid die iemand deelt en
waarmee hij een dialoog opent in plaats van een discussie
Neeleman: procedure van probleeminventarisatie
o Fase 1: appreciating: wat gaat goed, wat is er al geprobeerd, wat hielp?
o Fase 2: envisioning: doelformulering en voorbeelden van hoe het kan worden
o Fase 3: dialoging: vragen naar momenten waarop het probleem zich niet voordoet (uitzondering)
o Fase 4: innovating: wat is er nodig om een stap vooruit te komen op de schaal?
o Fase 5: evaluatie: feedback geven en afspraken maken voor de volgende keer
2.2 OPLOSSINGSGERICHT DENKEN: EEN STEVIGE TRAINING
‘Dialogic Orientation Quadrant’ van Moon: hulpmiddel om je te trainen in het oplossingsgerichte
gedachtengoed
Horizontale as:
o Tijdlijn van het verhaal
o Verleden, nu, toekomst
o Vooral nu en toekomst zijn interessant
Verticale as:
o Verhaal van mensen kan in spectrum gebracht worden
o Nuttige helpende dingen: wat mensen willen zien doorgaan,
toenemen en groeien: interacties, momenten, ervaringen,
gedachten, beslissingen, houdingen, gevoelens en hoop
o Minder nuttige dingen: waar mensen minder van willen
Kwadrant 1: positieve of gewenste toekomst (meest nuttig): hoop, dromen
Kwadrant 2: nuttig verleden: uitzonderingen, successen
Kwadrant 3: belastend verleden: pijnlijke herinneringen, trauma
Kwadrant 4: gevreesde toekomst: angsten
EN
OPLOSSINGSGERICHTE
INTERVISIE
, H1: EERST EN VOORAL
1. EUH… INTERVISIE?
Doel= mensen laten reflecteren
Op basis van conclusies ga je jouw handelen aanpassen
Deelnemers van intervisiebijeenkomst krijgen zicht op:
o Eigen sterktes en kwaliteiten
o Andere invalshoeken
o Feit dat ze er niet alleen voor staan
o Zicht op een andere werkcontext, op hoe anderen successen boeken en omgaan met problemen
Intervisie= bijeenkomst waarbij mensen in een veilig klimaat reflecteren over werk gerelateerde situaties
via de uitwisseling van ervaringen, cases of video-opnames. Focus ligt op de ontwikkeling van de
deelnemers.
Veilig klimaat: rekening houden met ieders handleiding, door structuur te bieden en het gesprek te leiden
Gelijken proberen samen tot oplossingen en inzichten te komen in een leerproces dat zelfsturend en
reflectief is
Intervisie kan zowel vertrekken vanuit een succesverhaal als vanuit een probleemsituatie
Resources= krachtbronnen, sterktes of andere dingen die mensen gedaan hebben om het succes te
realiseren of om gewoon in de situatie te blijven staan
1.1 DE CASUSINBRENGER
Iemand die casus ter bespreking aanreikt
Meestal gaat casus over probleemsituatie, toch mogelijk om succesverhaal te bespreken
Soms mag je volledige groep beschouwen als casusinbrenger
1.2 DE INTERVISOR
Bewaker van tijd, structuur en resultaat
Zijn aanwezigheid kenmerkt zich door afwezigheid: interventies zoveel mogelijk beperken
Procesbegeleider en neemt de positie aan van ‘not knowing’
o Niet weten wat het is om in ander zijn positie te staan
o Geen expert van de inhoud en dus niet alle antwoorden weet
Intervisor is nodig anders wordt het een vrijblijvende uitwisseling
Intervisor is sterk in het samenvatten en formuleren van besluiten
Bewaakt de sfeer in groep en biedt ondersteuning waar nodig is
Maakt intervisor deel uit van team, loop je mogelijk tegen een van volgende problemen:
o Rolverwarring: intervisor wil actief deelnemen en tegelijk het proces bewaken
o Inhoudelijk expert: team verwacht dat hij proces komt begeleiden en dat hij rol van expert op
zich neemt
1.3 DE GROEP
Goede samenstelling: mensen zijn bereid om met elkaar in zee te gaan, verwachtingen zijn op elkaar
afgestemd en weinig hiërarchische verschillen
, 2. TRAIDITIONELE VERSUS OPLOSSINGSGERICHTE INTERVISIE?
2.1 HET PROBLEEM: ANDERS BEKEKEN
In traditionele intervisie duikt men sterk in de analyse van de casus die wordt aangereikt
Opzoek naar oorzaken van het probleem, formuleren van bepaalde hypothese en probeert van daaruit tot
een oplossing te komen
Oplossingsgericht denken: andere manier van kijken naar problemen
o Minder sterk de zoektocht naar de oorzaak van de problemen in de casus
o Weinig of geen discussie ontstaan tijdens intervisie
Een ‘waarheid’ kan je eerder beschouwen als een hypothetische, voorlopige waarheid die iemand deelt en
waarmee hij een dialoog opent in plaats van een discussie
Neeleman: procedure van probleeminventarisatie
o Fase 1: appreciating: wat gaat goed, wat is er al geprobeerd, wat hielp?
o Fase 2: envisioning: doelformulering en voorbeelden van hoe het kan worden
o Fase 3: dialoging: vragen naar momenten waarop het probleem zich niet voordoet (uitzondering)
o Fase 4: innovating: wat is er nodig om een stap vooruit te komen op de schaal?
o Fase 5: evaluatie: feedback geven en afspraken maken voor de volgende keer
2.2 OPLOSSINGSGERICHT DENKEN: EEN STEVIGE TRAINING
‘Dialogic Orientation Quadrant’ van Moon: hulpmiddel om je te trainen in het oplossingsgerichte
gedachtengoed
Horizontale as:
o Tijdlijn van het verhaal
o Verleden, nu, toekomst
o Vooral nu en toekomst zijn interessant
Verticale as:
o Verhaal van mensen kan in spectrum gebracht worden
o Nuttige helpende dingen: wat mensen willen zien doorgaan,
toenemen en groeien: interacties, momenten, ervaringen,
gedachten, beslissingen, houdingen, gevoelens en hoop
o Minder nuttige dingen: waar mensen minder van willen
Kwadrant 1: positieve of gewenste toekomst (meest nuttig): hoop, dromen
Kwadrant 2: nuttig verleden: uitzonderingen, successen
Kwadrant 3: belastend verleden: pijnlijke herinneringen, trauma
Kwadrant 4: gevreesde toekomst: angsten