INLEIDING
1. Begripsverduidelijking
Religie: geloven in het transcendente (het overstijgbare)
→ monotheïsme
→ polytheïsme
Zingeving: welke zin geef je aan het leven? Je drijfveer en motivatie om dingen te doen
Samen met anderen betekenis, inhoud, doel of richting aan het leven geven.
Motiveert om te leven.
Levensbeschouwing: je bepaalde kijk/blik naar het leven, alledaagse dingen
Logisch samenhangende visie op het leven (wat betekent het leven, van welke waarde)
‘Wat is de rol van liefde in mijn leven? Waarom leef ik?’
Basisvertrouwen > levenservaringen > levensvragen > levensvisie > IEDEREEN
2. Levensbeschouwing
Kenmerken van levensbeschouwelijke vragen
➢ Vragen die ons leven uiteindelijk zin geeft
➢ Het antwoord is altijd persoonlijk en subjectief
➢ Waarom-vragen
➢ Geen wetenschappelijke hoe-vragen
Geloven = vertrouwen als het gaat om de vraag wat het leven uiteindelijk zin geeft
Wanneer je in iets gelooft engageer je je daarvoor
Geloven hoeft niet in het transcendente zijn
Geloven als vertrouwen is een werkwoord en een persoonlijke keuze
Levensbeschouwelijke overtuigingen = het geheel van antwoord op levensbeschouwelijke vragen
1. ONZE ROL ALS MENS IN DEZE WERELD EN IN HET ONDERWIJS VAN VANDAAG
1.1. Onze huidige wereld
1.1.1. Globale uitdagingen
De moderniteit heeft aan het westen veel geboden
(BV. waarden van vrijheid, gelijkheid, democratie, waardigheid van elke mens, rechtsorde)
Ook de technologische vooruitgang ⇒ beter en comfortabeler leven
Anderzijds heeft het zijn grenzen bereikt ⇒ vele uitdagingen in de huidige
wereld
(BV. klimaatopwarming, verlies van biodiversiteit, vluchtelingen, oorlogen, psychisch lijden,
ongelijkheid en onrechtvaardigheid, extremisme, …)
Levensbeschouwing ligt aan het hart van de ecologische crisis
⇒ de manier waarop mensen omgaan met bezit, geluk, economie, natuur
is een groot deel van het probleem, de dominante ideologie van de markt
overheerst alles
De instrumentalisering van de mens en natuur is problematisch ⇒ gaat
gepaard met een beschadigen van de natuur en het herleiden naar een
gebruiksvoorwerp
Hickel:
De oorzaak ligt in het economisch systeem (het kapitalisme) waarbij alles om
groei draait ⇒ economische catastrofe
, VOOR kapitalisme: productie/consumptie was afgestemd op de
gebruikswaarde - de mens maakte en kocht enkel wat hij nodig had.
NA kapitalisme: zoveel mogelijk kapitaal vergaren waardoor iemand zijn
macht groeide en er een kloof ontstond tussen de kapitalisten en het volk in
dienst van hen
Het staatsapparaat was (19de eeuw) uitgerust om via
oorlogvoering te koloniseren en gebieden te verwerven ⇒ planeet
onderworpen aan kapitaalaccumulatie
Kapitalisme brengt nieuwe levensbeschouwelijke visie met zich mee: nieuw
verhaal over de mens en de natuur nodig ⇒ dehumaniseert en reduceert de
mens tot consument EN de natuur als gebruiksproduct en bron van exploitatie
Het groei-isme maakt het onmogelijk om even te stoppen en na te
denken wat we willen bereiken in de maatschappij ⇒ streven naar
groei vervangt het nadenken
DUS HICKEL ⇒ We moeten naar een hogere vorm van bewustzijn
om uit de trance die de groei ons oplegt te doorbreken
Er is een transitie nodig naar een levensondersteunende samenleving die onze
behoeften kan bevredigen zonder toekomstige generaties in gevaar te brengen:
- Sociale rechtvaardigheid voor iedereen
- Respect en ruimte voor alle levensvormen
- Samenleving die opereert binnen de draagkracht van haar systeem
1.1.2. Lokale uitdagingen
De kapitalistische economie heeft een uitwerking gehad op het lokale niveau: bracht
een diepgaande globalisering met zich mee
⇒ een grote impact van de globale veranderingen op het lokale leven
ontstaan
(In de loop der eeuwen: zware arbeid, onderbetaalde loondienst, nieuwe behoeften,
massaconsumptie, afvalbergen, eenzaamheid, depressie, …)
Doorheen de geschiedenis van kolonisatie is de wered veel diverser geworden
= een ‘superdiverse’ wereld (Hoe? Veel volkeren werden hier gehaald voor de werken in
onze economie, die mensen zijn dan hier gebleven ⇒ leidde tot angst en racisme)
Superdiversiteit drukt twee dimensies uit:
Kwalitatief: Er is een sterke diversiteit binnen de diversiteit ⇒ veel grotere
waaier aan landen van herkomst, verschillende talen, leeftijden, …
Kwantitatief: Er is een sterkte toename van de migranten, van nieuwkomers tot
derde generatie migranten
❕Deze twee dimensies zorgen voor een grotere complexiteit en vragen een
andere manier van kijken: complexiteit herkennen, wij-zij denken bestaat niet meer
Multidimensioneel perspectief: een nieuwe manier van kijken, voorbij de
dominante nationale en etnsche blik, voorbij de wij-zij-tegenstellingen. Het erkent de
andersheid en de meervoudige identiteiten, waardeert de ambivalentie in plaats van
vast te klampen aan verouderde en afbrokkelende identiteiten
⇒ vermijd dat angst en tegenmodernisering de mensen doet terugplooien
naar de verkrampte identiteiten die tot fundamentalisme leiden: van eigen
volk tot fundamentalisten eerst
, De superdiverse wereld is ook een wereld die meer transnationaal wordt ⇒
mensen leven hier maar ook ergens anders door middel van sociale
media, mensen combineren zo verschillende leefwerelden en culturen
Beck: De superdiversiteit is een tweede moderniteit
1.2. Een levensbeschouwelijk perspectief op menswording in de huidige wereld
1.2.1. De hedendaagse dominante visie op mens-zijn
Komt vanuit de Renaissance en de Verlichting:
De rede van de mens tot uitgangspunt van de ware kennis ⇒ het is niet
langer God die de ziel van de mens beroert en zijn geest beweegt
Enerzijds bevrijdend: niet meer geleefd worden of denken wat anderen denken,
maar vanuit jezelf denken
⇒ het denken over mensen als individuen is in de economische
wetenschap geradicaliseerd: mensen werden wezens die rationele keuzes
maken, naar eigenbelang streven en het maximale geluk proberen te
realiseren
❕Werkelijkheid opgedeeld in twee radicaal verschillende manieren van
bestaan:
- De denkende substantie: spiritueel en herkenbaar in zelfbewustzijn, in het
vermogen om logisch te redeneren
- De materiële substantie: volgen de wetten van de natuur ⇒
menselijk handelen werd losgekoppeld van de natuurprocessen ⇒
kwalitatieve scheiding tussen vrije en zelfbewuste wezens en hun
redelijke vermogens (subject) en de materiële werkelijkheid (object
- werkelijkheid zonder eigen innerlijke bezieling)
Het moderne denken: geestelijk-lichamelijk, rationeel-emotioneel, cultuur-natuur
waarbij de eerste term meer gewaardeerd wordt dan de tweede
Aan die twee vormen van bestaan werd een verschillende waarde toegekend:
de materie staat in dienst van de mens - de mens heeft waarde in zichzelf
⇒ instrumentalisering: de werkelijkheid staat in dienst voor een menselijk doel
Gevolgen van een geïndividualiseerde, rationele wereld:
a) Het verlies aan betekenis en het vervagen van morele horizonten. Iedereen
denkt voor zichzelf waardoor het ontbreekt aan gedeelde betekenissen en
bronnen voor moreel handelen, zoals traditionele leefomgevingen wel
hadden.
b) De dominantie van de instrumentele rede die ervoor kan zorgen dat mensen
tot instrumenten worden en belangrijke waarden uit het oog verliezen zoals
verbondenheid en betrokkenheid
❕De mens als sociaal en moreel wezen komt in het gedrang
Neoliberalisme = individualistische sociale filosofie die zich vooral focust op het
zelf zijn en vertrekt vanuit de veronderstelling dat we allemaal onafhankelijk,
autonome actoren zijn die elkaar ontmoeten in de markteconomie waar we ons lot
vinden een een maatschappij creëren
⇒ het hoofddoel is het bereiken van eigen geluk - opnemen van
eigen
verantwoordelijkheid en het bereiken van eigen belangen - psychologische
staat van zijn en daarmee ook het eigen uiteindelijke geluk
1. Begripsverduidelijking
Religie: geloven in het transcendente (het overstijgbare)
→ monotheïsme
→ polytheïsme
Zingeving: welke zin geef je aan het leven? Je drijfveer en motivatie om dingen te doen
Samen met anderen betekenis, inhoud, doel of richting aan het leven geven.
Motiveert om te leven.
Levensbeschouwing: je bepaalde kijk/blik naar het leven, alledaagse dingen
Logisch samenhangende visie op het leven (wat betekent het leven, van welke waarde)
‘Wat is de rol van liefde in mijn leven? Waarom leef ik?’
Basisvertrouwen > levenservaringen > levensvragen > levensvisie > IEDEREEN
2. Levensbeschouwing
Kenmerken van levensbeschouwelijke vragen
➢ Vragen die ons leven uiteindelijk zin geeft
➢ Het antwoord is altijd persoonlijk en subjectief
➢ Waarom-vragen
➢ Geen wetenschappelijke hoe-vragen
Geloven = vertrouwen als het gaat om de vraag wat het leven uiteindelijk zin geeft
Wanneer je in iets gelooft engageer je je daarvoor
Geloven hoeft niet in het transcendente zijn
Geloven als vertrouwen is een werkwoord en een persoonlijke keuze
Levensbeschouwelijke overtuigingen = het geheel van antwoord op levensbeschouwelijke vragen
1. ONZE ROL ALS MENS IN DEZE WERELD EN IN HET ONDERWIJS VAN VANDAAG
1.1. Onze huidige wereld
1.1.1. Globale uitdagingen
De moderniteit heeft aan het westen veel geboden
(BV. waarden van vrijheid, gelijkheid, democratie, waardigheid van elke mens, rechtsorde)
Ook de technologische vooruitgang ⇒ beter en comfortabeler leven
Anderzijds heeft het zijn grenzen bereikt ⇒ vele uitdagingen in de huidige
wereld
(BV. klimaatopwarming, verlies van biodiversiteit, vluchtelingen, oorlogen, psychisch lijden,
ongelijkheid en onrechtvaardigheid, extremisme, …)
Levensbeschouwing ligt aan het hart van de ecologische crisis
⇒ de manier waarop mensen omgaan met bezit, geluk, economie, natuur
is een groot deel van het probleem, de dominante ideologie van de markt
overheerst alles
De instrumentalisering van de mens en natuur is problematisch ⇒ gaat
gepaard met een beschadigen van de natuur en het herleiden naar een
gebruiksvoorwerp
Hickel:
De oorzaak ligt in het economisch systeem (het kapitalisme) waarbij alles om
groei draait ⇒ economische catastrofe
, VOOR kapitalisme: productie/consumptie was afgestemd op de
gebruikswaarde - de mens maakte en kocht enkel wat hij nodig had.
NA kapitalisme: zoveel mogelijk kapitaal vergaren waardoor iemand zijn
macht groeide en er een kloof ontstond tussen de kapitalisten en het volk in
dienst van hen
Het staatsapparaat was (19de eeuw) uitgerust om via
oorlogvoering te koloniseren en gebieden te verwerven ⇒ planeet
onderworpen aan kapitaalaccumulatie
Kapitalisme brengt nieuwe levensbeschouwelijke visie met zich mee: nieuw
verhaal over de mens en de natuur nodig ⇒ dehumaniseert en reduceert de
mens tot consument EN de natuur als gebruiksproduct en bron van exploitatie
Het groei-isme maakt het onmogelijk om even te stoppen en na te
denken wat we willen bereiken in de maatschappij ⇒ streven naar
groei vervangt het nadenken
DUS HICKEL ⇒ We moeten naar een hogere vorm van bewustzijn
om uit de trance die de groei ons oplegt te doorbreken
Er is een transitie nodig naar een levensondersteunende samenleving die onze
behoeften kan bevredigen zonder toekomstige generaties in gevaar te brengen:
- Sociale rechtvaardigheid voor iedereen
- Respect en ruimte voor alle levensvormen
- Samenleving die opereert binnen de draagkracht van haar systeem
1.1.2. Lokale uitdagingen
De kapitalistische economie heeft een uitwerking gehad op het lokale niveau: bracht
een diepgaande globalisering met zich mee
⇒ een grote impact van de globale veranderingen op het lokale leven
ontstaan
(In de loop der eeuwen: zware arbeid, onderbetaalde loondienst, nieuwe behoeften,
massaconsumptie, afvalbergen, eenzaamheid, depressie, …)
Doorheen de geschiedenis van kolonisatie is de wered veel diverser geworden
= een ‘superdiverse’ wereld (Hoe? Veel volkeren werden hier gehaald voor de werken in
onze economie, die mensen zijn dan hier gebleven ⇒ leidde tot angst en racisme)
Superdiversiteit drukt twee dimensies uit:
Kwalitatief: Er is een sterke diversiteit binnen de diversiteit ⇒ veel grotere
waaier aan landen van herkomst, verschillende talen, leeftijden, …
Kwantitatief: Er is een sterkte toename van de migranten, van nieuwkomers tot
derde generatie migranten
❕Deze twee dimensies zorgen voor een grotere complexiteit en vragen een
andere manier van kijken: complexiteit herkennen, wij-zij denken bestaat niet meer
Multidimensioneel perspectief: een nieuwe manier van kijken, voorbij de
dominante nationale en etnsche blik, voorbij de wij-zij-tegenstellingen. Het erkent de
andersheid en de meervoudige identiteiten, waardeert de ambivalentie in plaats van
vast te klampen aan verouderde en afbrokkelende identiteiten
⇒ vermijd dat angst en tegenmodernisering de mensen doet terugplooien
naar de verkrampte identiteiten die tot fundamentalisme leiden: van eigen
volk tot fundamentalisten eerst
, De superdiverse wereld is ook een wereld die meer transnationaal wordt ⇒
mensen leven hier maar ook ergens anders door middel van sociale
media, mensen combineren zo verschillende leefwerelden en culturen
Beck: De superdiversiteit is een tweede moderniteit
1.2. Een levensbeschouwelijk perspectief op menswording in de huidige wereld
1.2.1. De hedendaagse dominante visie op mens-zijn
Komt vanuit de Renaissance en de Verlichting:
De rede van de mens tot uitgangspunt van de ware kennis ⇒ het is niet
langer God die de ziel van de mens beroert en zijn geest beweegt
Enerzijds bevrijdend: niet meer geleefd worden of denken wat anderen denken,
maar vanuit jezelf denken
⇒ het denken over mensen als individuen is in de economische
wetenschap geradicaliseerd: mensen werden wezens die rationele keuzes
maken, naar eigenbelang streven en het maximale geluk proberen te
realiseren
❕Werkelijkheid opgedeeld in twee radicaal verschillende manieren van
bestaan:
- De denkende substantie: spiritueel en herkenbaar in zelfbewustzijn, in het
vermogen om logisch te redeneren
- De materiële substantie: volgen de wetten van de natuur ⇒
menselijk handelen werd losgekoppeld van de natuurprocessen ⇒
kwalitatieve scheiding tussen vrije en zelfbewuste wezens en hun
redelijke vermogens (subject) en de materiële werkelijkheid (object
- werkelijkheid zonder eigen innerlijke bezieling)
Het moderne denken: geestelijk-lichamelijk, rationeel-emotioneel, cultuur-natuur
waarbij de eerste term meer gewaardeerd wordt dan de tweede
Aan die twee vormen van bestaan werd een verschillende waarde toegekend:
de materie staat in dienst van de mens - de mens heeft waarde in zichzelf
⇒ instrumentalisering: de werkelijkheid staat in dienst voor een menselijk doel
Gevolgen van een geïndividualiseerde, rationele wereld:
a) Het verlies aan betekenis en het vervagen van morele horizonten. Iedereen
denkt voor zichzelf waardoor het ontbreekt aan gedeelde betekenissen en
bronnen voor moreel handelen, zoals traditionele leefomgevingen wel
hadden.
b) De dominantie van de instrumentele rede die ervoor kan zorgen dat mensen
tot instrumenten worden en belangrijke waarden uit het oog verliezen zoals
verbondenheid en betrokkenheid
❕De mens als sociaal en moreel wezen komt in het gedrang
Neoliberalisme = individualistische sociale filosofie die zich vooral focust op het
zelf zijn en vertrekt vanuit de veronderstelling dat we allemaal onafhankelijk,
autonome actoren zijn die elkaar ontmoeten in de markteconomie waar we ons lot
vinden een een maatschappij creëren
⇒ het hoofddoel is het bereiken van eigen geluk - opnemen van
eigen
verantwoordelijkheid en het bereiken van eigen belangen - psychologische
staat van zijn en daarmee ook het eigen uiteindelijke geluk