THE FOUR STRANDS. By Nation.
HET ONDERZOEK
Het gaat over 4 belangrijke manieren waarop je een taal leert: vier
pijlers/strands.
Goede taalcursus moet deze in evenwicht brengen.
Wat zijn de vier pijlers?
1. Betekenisgerichte input (meaning-focused input): leren door
luisteren en lezen. Je probeert vooral betekenis te begrijpen en
plezier te hebben. Belangrijk: meeste van wat je hoort/leest, moet al
gekend zijn!
2. Betekenisgerichte output (meaning-focused output): leren door
spreken en schrijven. Je probeert een boodschap over te brengen.
Belangrijk: meeste waarover je spreekt/schrijft, moet al gekend zijn!
3. Taalgericht leren (language-focused learning): opzettelijk leren van
taalonderdelen bv. uitspraak, spelling, woordenschat, grammatica.
4. Vloeiendheid ontwikkelen (fluency development):oefenen met
luisteren, lezen, spreken en schrijven. Doel: sneller en makkelijker de
reeds gekende taal kunnen gebruiken. Focus: begrijpen/overbrengen
boodschap, maar sneller dan normaal.
Waarom zijn deze vier pijlers belangrijk? Je hebt alle 4 nodig om een taal
goed te leren …
1. Hierdoor leer je onbewust vele van de taal, als je de boodschap
begrijpt
2. Hierdoor merk je wat je nog niet weet; je wordt gedwongen om taal
actief te gebruiken, wat het leren versterkt
3. Hierdoor kun je specifieke onderdelen van de taal beter begrijpen en
onthouden
4. Hierdoor leer je om reeds gekende taal snel & zonder veel nadenken
te gebruiken
HOE DE PIJLERS IN PRAKTIJK BRENGEN
Belangrijk: gelijk deel van de tijd aan elke pijler besteden in taalcursus!
Drie van de vier richten zich op betekenis (input, output,
vloeiendheid) en één op vorm (taalgericht leren). Hoewel taalgericht
leren op zichzelf efficiënter kan zijn om specifieke taalonderdelen te
leren, hebben de andere drie meer voordelen.
Leraar kan controleren of er goede balans is door bij te houden
welke activiteiten de leerlingen doen en hoeveel tijd elke activiteit
kost. Belangrijk dat in de loop van de tijd aan alle vier de pijlers
ongeveer evenveel aandacht wordt besteed.
HET ONDERZOEK
Het gaat over 4 belangrijke manieren waarop je een taal leert: vier
pijlers/strands.
Goede taalcursus moet deze in evenwicht brengen.
Wat zijn de vier pijlers?
1. Betekenisgerichte input (meaning-focused input): leren door
luisteren en lezen. Je probeert vooral betekenis te begrijpen en
plezier te hebben. Belangrijk: meeste van wat je hoort/leest, moet al
gekend zijn!
2. Betekenisgerichte output (meaning-focused output): leren door
spreken en schrijven. Je probeert een boodschap over te brengen.
Belangrijk: meeste waarover je spreekt/schrijft, moet al gekend zijn!
3. Taalgericht leren (language-focused learning): opzettelijk leren van
taalonderdelen bv. uitspraak, spelling, woordenschat, grammatica.
4. Vloeiendheid ontwikkelen (fluency development):oefenen met
luisteren, lezen, spreken en schrijven. Doel: sneller en makkelijker de
reeds gekende taal kunnen gebruiken. Focus: begrijpen/overbrengen
boodschap, maar sneller dan normaal.
Waarom zijn deze vier pijlers belangrijk? Je hebt alle 4 nodig om een taal
goed te leren …
1. Hierdoor leer je onbewust vele van de taal, als je de boodschap
begrijpt
2. Hierdoor merk je wat je nog niet weet; je wordt gedwongen om taal
actief te gebruiken, wat het leren versterkt
3. Hierdoor kun je specifieke onderdelen van de taal beter begrijpen en
onthouden
4. Hierdoor leer je om reeds gekende taal snel & zonder veel nadenken
te gebruiken
HOE DE PIJLERS IN PRAKTIJK BRENGEN
Belangrijk: gelijk deel van de tijd aan elke pijler besteden in taalcursus!
Drie van de vier richten zich op betekenis (input, output,
vloeiendheid) en één op vorm (taalgericht leren). Hoewel taalgericht
leren op zichzelf efficiënter kan zijn om specifieke taalonderdelen te
leren, hebben de andere drie meer voordelen.
Leraar kan controleren of er goede balans is door bij te houden
welke activiteiten de leerlingen doen en hoeveel tijd elke activiteit
kost. Belangrijk dat in de loop van de tijd aan alle vier de pijlers
ongeveer evenveel aandacht wordt besteed.