Publiek recht
Hoofstuk 1: basis beginselen
Recht?
- een geheel van door de overheid uitgevaardigde, afdwingbare regels (‘rechtsregels’),
- die het menselijk handelen in de samenleving
- ordenen
Kenmerken
Wat?
Geheel van algemeen geldende regels Van toepassing op iedereen in de bedoelde situatie
Wie?
Opgelegd door de overheid Recht is dynamisch: gewijzigde samenleving vraagt gewijzigde
rechtsregels Overtreding/niet-naleving heeft (juridische) gevolgen: rechtsregels zijn
‘afdwingbaar’ via een wettelijk systeem van sancties
Waarom?
Doel = maatschappij ordenen (<> chaos!) M.a.w. duidelijk stellen wie wat (niet) mag doen •
Onderscheid met andere ‘regels’ in onze samenleving
Gedragsregels, sociale omgangsregels, beleefdheidsregels, religieuze regels, … => niet
juridisch afdwingbaar (tenzij ze ook (tegelijk) een rechtsregel zijn
Opgenomen uit de les
recht is overal aanwezig ( naar school tot 18, stoppen aan een rood licht)
strafrecht: elke Belg moet de wet kennen?: neen onmogelijk als gewone burger, weten wat je
rechten zijn. ( als huurder weten dat je huur moet betalen, verboden op openbare
dronkenschap, overlast)
je hebt altijd de plicht om mensen in nood te helpen, altijd binnen je eigen capaciteiten: doe
je dit niet dan kan je worden terecht gesteld worden ( vluchtmisdrijf, maar ook schuldig
verzuim: niet hulp aanbieden )
wettelijke herroepingsrecht (consumrecht): recht hebben op pakjes te kunnen terug sturen
recht gedeeld in vier
1
,Publiek recht
Nationaal privaatrecht = regels over private situaties/relaties tussen burgers onderling,
binnen de grenzen van de Belgische staat
Bv.
• burgerlijk recht (verbintenissenrecht, goederenrecht, familierecht)
• economisch recht (ondernemingsrecht, vennootschapsrecht)
• arbeidsrecht
Nationaal publiekrecht = regels over de interne organisatie en werking van de nationale
overheid + over relaties tussen burgers en de nationale overheid
Bv.
• strafrecht
• staatsrecht
• grondwettelijk recht
• fiscaal recht
Internationaal privaatrecht = regels over private situaties/relaties tussen burgers onderling,
met buitenlandse (grensoverschrijdende) elementen
internationaal publiekrecht = regels over relaties tussen staten onderling (bv. internationale
verdragen); relaties tussen staten en internationale organisaties (bv. EU, VN)
leerstuk 1: basisbeginselen van het Belgische
staatsrecht
wat is een staat
= rechtssubject, met specifieke kenmerken: (eerste 4 zijn genoeg, laatste is een politieke
voorwaarde om als staat te functioneren)
• Afgebakend grondgebied: duidelijk grenzen
• Permanente bevolking: burgers die permanent blijft
• Effectieve overheid: brengen structuur binnen de staat, hebben gezag, macht over
grondgebied en de bevolking die er aanwezig is
• Onafhankelijkheid: moet relaties kunnen aangaan met andere regio’s
• Internationale erkenning: je bent mogelijk om met andere landen afspraken te maken en
samenwerkingen aangaan
2
,Publiek recht
Rechtssubject: je hebt rechten en plichten, onderworpen aan bepaalde rechts regels
Ontstaansgeschiedenis van België (CHRONOLOGISCH KENNEN)
1. 1815: Val van Napoleon - Congres van Wenen
– Plan voor Europese vrede: creatie van het Verenigd Koninkrijk der Nederlanden als
bufferstaat in het centrum van Europa om de Franse macht onder controle te houden
Vermijden dat Franse heerschappij zou terugkeren
– Zuidelijke Nederlanden (= huidige Belgische grondgebied) dat voordien deel uitmaakte van
Frankrijk wordt toegevoegd aan de Noordelijke Nederlanden
2. 1815-1830: Verenigd Koninkrijk der Nederlanden
– Staatshoofd = Willem I
– Zuidelijke provincies snel ontevreden:
• Autoritaire koning: geen inbreng van het volk, weinig democratie, alleenheerschappij
• Politieke ondervertegenwoordiging:
• Beknotting persvrijheid: artikel 25 de vrijheid van drukpers: gevolg van de beperking van
Willem 1
• Overheidsinmenging in onderwijs: vrije onderwijs en katholieke onderwijs
• Taalconflict: NL was de enigste officiële taal, rijken waren boos (frans) dus belangrijke
posities werden daardoor niet meer uitgevoerd
• Socio-culturele tegenstellingen: artikle 105 koning heeft geen andere wet, beperking
koninklijke macht, koning heeft politiek bijzonder weinig macht, moeten mede ondertekend
worden door een minister
3. 1830-1831: Oprichting van België
– 'Monsterverbond’: boeren en werkers gaan zich samen gaan verzetten in Willem 1, er komt
een strijd tussen België ne Nederland waardoor er een scheur komt in het koninkrijk der
Nederland waardoor België een eigen staat wordt.
– Opstand in Brussel na opera ‘De Stomme van Portici’ (25 augustus 1830)
3
, Publiek recht
– Verzet tegen NL leger
– Oprichting ‘Voorlopig Bewind’ (~ regering): eerste regering, krijgt macht
– Uitroepen Belgische onafhankelijkheid: 4 oktober 1830
– Verkiezing Nationaal Congres (~ parlement): laat bevolking deelnemen, lijdt tot nationaal
congres,
– Afkondiging Belgische Grondwet: 7 februari 1831: was zeer vooruitstrevend, vrijheid van
drukpers, vrijheid van onderwijs
– Eedaflegging Leopold I: 21 juli 1831: men kiest voor een monarchie, nationale feestdag
Kijk- en leestips
Bekijk: https://youtu.be/aFI3-Ig1SPI
Lees op Chamilo:
- Tekst over de stichters van België
De Belgische grondwet
Definitie
– Basis van de Belgische rechtsorde
– Basisovereenkomst tussen overheid en burger
– Meest fundamentele rechtsregel - ‘hoogste wet’ van het land
• maar: internationaal recht met 'directe werking’; zie hiërarchie rechtsnormen
inhoudelijk
– Organisatie & werking staatsorganen = hoofdlijnen staatsstructuur (vnl. Titel I, Ibis, III en
VIII)
– Te respecteren grondrechten = grenzen aan de uitoefening van de staatsmacht (vnl. Titel II)
Twee functies
– Juridisch: rechtsregels, die verder worden uitgewerkt in allerlei wetten en
uitvoeringsbesluiten
– Symbolisch: bv. art. 193 Gw. “Eendracht maakt macht”
Grondwet 1831
– Op verschillende vlakken breuk met verleden: bv. macht Koning
– Vooruitstrevende catalogus van grondrechten
4
Hoofstuk 1: basis beginselen
Recht?
- een geheel van door de overheid uitgevaardigde, afdwingbare regels (‘rechtsregels’),
- die het menselijk handelen in de samenleving
- ordenen
Kenmerken
Wat?
Geheel van algemeen geldende regels Van toepassing op iedereen in de bedoelde situatie
Wie?
Opgelegd door de overheid Recht is dynamisch: gewijzigde samenleving vraagt gewijzigde
rechtsregels Overtreding/niet-naleving heeft (juridische) gevolgen: rechtsregels zijn
‘afdwingbaar’ via een wettelijk systeem van sancties
Waarom?
Doel = maatschappij ordenen (<> chaos!) M.a.w. duidelijk stellen wie wat (niet) mag doen •
Onderscheid met andere ‘regels’ in onze samenleving
Gedragsregels, sociale omgangsregels, beleefdheidsregels, religieuze regels, … => niet
juridisch afdwingbaar (tenzij ze ook (tegelijk) een rechtsregel zijn
Opgenomen uit de les
recht is overal aanwezig ( naar school tot 18, stoppen aan een rood licht)
strafrecht: elke Belg moet de wet kennen?: neen onmogelijk als gewone burger, weten wat je
rechten zijn. ( als huurder weten dat je huur moet betalen, verboden op openbare
dronkenschap, overlast)
je hebt altijd de plicht om mensen in nood te helpen, altijd binnen je eigen capaciteiten: doe
je dit niet dan kan je worden terecht gesteld worden ( vluchtmisdrijf, maar ook schuldig
verzuim: niet hulp aanbieden )
wettelijke herroepingsrecht (consumrecht): recht hebben op pakjes te kunnen terug sturen
recht gedeeld in vier
1
,Publiek recht
Nationaal privaatrecht = regels over private situaties/relaties tussen burgers onderling,
binnen de grenzen van de Belgische staat
Bv.
• burgerlijk recht (verbintenissenrecht, goederenrecht, familierecht)
• economisch recht (ondernemingsrecht, vennootschapsrecht)
• arbeidsrecht
Nationaal publiekrecht = regels over de interne organisatie en werking van de nationale
overheid + over relaties tussen burgers en de nationale overheid
Bv.
• strafrecht
• staatsrecht
• grondwettelijk recht
• fiscaal recht
Internationaal privaatrecht = regels over private situaties/relaties tussen burgers onderling,
met buitenlandse (grensoverschrijdende) elementen
internationaal publiekrecht = regels over relaties tussen staten onderling (bv. internationale
verdragen); relaties tussen staten en internationale organisaties (bv. EU, VN)
leerstuk 1: basisbeginselen van het Belgische
staatsrecht
wat is een staat
= rechtssubject, met specifieke kenmerken: (eerste 4 zijn genoeg, laatste is een politieke
voorwaarde om als staat te functioneren)
• Afgebakend grondgebied: duidelijk grenzen
• Permanente bevolking: burgers die permanent blijft
• Effectieve overheid: brengen structuur binnen de staat, hebben gezag, macht over
grondgebied en de bevolking die er aanwezig is
• Onafhankelijkheid: moet relaties kunnen aangaan met andere regio’s
• Internationale erkenning: je bent mogelijk om met andere landen afspraken te maken en
samenwerkingen aangaan
2
,Publiek recht
Rechtssubject: je hebt rechten en plichten, onderworpen aan bepaalde rechts regels
Ontstaansgeschiedenis van België (CHRONOLOGISCH KENNEN)
1. 1815: Val van Napoleon - Congres van Wenen
– Plan voor Europese vrede: creatie van het Verenigd Koninkrijk der Nederlanden als
bufferstaat in het centrum van Europa om de Franse macht onder controle te houden
Vermijden dat Franse heerschappij zou terugkeren
– Zuidelijke Nederlanden (= huidige Belgische grondgebied) dat voordien deel uitmaakte van
Frankrijk wordt toegevoegd aan de Noordelijke Nederlanden
2. 1815-1830: Verenigd Koninkrijk der Nederlanden
– Staatshoofd = Willem I
– Zuidelijke provincies snel ontevreden:
• Autoritaire koning: geen inbreng van het volk, weinig democratie, alleenheerschappij
• Politieke ondervertegenwoordiging:
• Beknotting persvrijheid: artikel 25 de vrijheid van drukpers: gevolg van de beperking van
Willem 1
• Overheidsinmenging in onderwijs: vrije onderwijs en katholieke onderwijs
• Taalconflict: NL was de enigste officiële taal, rijken waren boos (frans) dus belangrijke
posities werden daardoor niet meer uitgevoerd
• Socio-culturele tegenstellingen: artikle 105 koning heeft geen andere wet, beperking
koninklijke macht, koning heeft politiek bijzonder weinig macht, moeten mede ondertekend
worden door een minister
3. 1830-1831: Oprichting van België
– 'Monsterverbond’: boeren en werkers gaan zich samen gaan verzetten in Willem 1, er komt
een strijd tussen België ne Nederland waardoor er een scheur komt in het koninkrijk der
Nederland waardoor België een eigen staat wordt.
– Opstand in Brussel na opera ‘De Stomme van Portici’ (25 augustus 1830)
3
, Publiek recht
– Verzet tegen NL leger
– Oprichting ‘Voorlopig Bewind’ (~ regering): eerste regering, krijgt macht
– Uitroepen Belgische onafhankelijkheid: 4 oktober 1830
– Verkiezing Nationaal Congres (~ parlement): laat bevolking deelnemen, lijdt tot nationaal
congres,
– Afkondiging Belgische Grondwet: 7 februari 1831: was zeer vooruitstrevend, vrijheid van
drukpers, vrijheid van onderwijs
– Eedaflegging Leopold I: 21 juli 1831: men kiest voor een monarchie, nationale feestdag
Kijk- en leestips
Bekijk: https://youtu.be/aFI3-Ig1SPI
Lees op Chamilo:
- Tekst over de stichters van België
De Belgische grondwet
Definitie
– Basis van de Belgische rechtsorde
– Basisovereenkomst tussen overheid en burger
– Meest fundamentele rechtsregel - ‘hoogste wet’ van het land
• maar: internationaal recht met 'directe werking’; zie hiërarchie rechtsnormen
inhoudelijk
– Organisatie & werking staatsorganen = hoofdlijnen staatsstructuur (vnl. Titel I, Ibis, III en
VIII)
– Te respecteren grondrechten = grenzen aan de uitoefening van de staatsmacht (vnl. Titel II)
Twee functies
– Juridisch: rechtsregels, die verder worden uitgewerkt in allerlei wetten en
uitvoeringsbesluiten
– Symbolisch: bv. art. 193 Gw. “Eendracht maakt macht”
Grondwet 1831
– Op verschillende vlakken breuk met verleden: bv. macht Koning
– Vooruitstrevende catalogus van grondrechten
4