Algemene didactiek 2 2019-2020
ALGEMENE DIDACTIEK 2
INLEIDING
Het LINC-model (= didactisch model)
= schema waarin de essentiële aspecten van het didactisch proces uitgetekend staan.
à Zorgt ervoor dat de complexiteit van het didactisch handelen overzichtelijker + hanteerbaarder wordt.
De 4 krachtlijnen van goed onderwijs:
GOED ONDERWIJS…
• Staat midden in de wereld + afgestemd op de huidige MPY ontwikkelingen.
= de samenleving is de context
• Streeft ernaar dat lerenden hun leren in eigen handen nemen.
= zelfsturing is het doel
• Erkent lerenden in hun diversiteit en neemt deze diversiteit als uitgangspunt voor het didactisch
ontwerpen van een leeromgeving.
= diversiteit is de norm
• Maak je samen.
= samen leren is de weg
-1-
,Algemene didactiek 2 2019-2020
DEEL 1: ALGEMENE DOELEN: WAT WIL JE BEREIKEN MET JE LEERLINGEN?
De lesdoelen worden rechtstreeks afgeleid vd algemene doelen, die gelinkt zijn aan kenmerken van de huidige +
toekomstige MPY
1. DRIE TAKEN VAN ONDERWIJS
Gert Biesta = omschrijft 3 taken van onderwijs t.o.v. de leerlingen en de MPY
à Goed onderwijs verdeelt zich evenwichtig over de 3 taken. = belangrijk
1. SUBJECTIVATIE OF PERSOONSVORMING:
Ondersteuning van het kind in zijn persoonlijke ontwikkeling tot een autonoom, verantwoordelijk en
kritisch individu.
Het kind/jongere ontwikkelt zijn eigen identiteit + vinden van een plaats voor zichzelf t.o.v. de MPY – de
school.
2. SOCIALISATIE OF BURGERSCHAP:
Voorbereiding lln op “samen leven”, het lid worden van de SLV + het aanpassen aan de verwachtingen
van de MPY door hen o.a. kennis te laten maken met tradities/praktijken (bv. cultureel, professioneel,
sociaal-politiek).
3. KWALIFICATIE OF ECONOMISCH:
Het onderwijzen van kennis + vaardigheden die je als volwassene nodig hebt.
à HET BELANG TAKEN = VERSCHILLEND NAARGELANG ONDERWIJSNIVEAU.
Onderwijs is
• Volgend
= gericht op functioneren in de huidige MPY
Tov MPY ontwikkelingen
• Sturend
= gericht op verandering
BESLUIT:
De kenmerken van de huidige + toekomstige MPY geven deels aan welke kennis, vaardigheden + attitudes ‘de
moeite waard zijn’ om geleerd te worden, opdat jongeren zich maximaal kunnen voorbereiden op een
emancipatorische deelname aan het MPY leven.
-2-
, Algemene didactiek 2 2019-2020
2. DE MAATSCHAPPIJ BEÏNVLOEDT HET ONDERWIJS (EN OMGEKEERD?)
De aard van het werk in de 21E E verschuift van productie en industrie naar dienstverlening.
Bv. telemarkteteers en helpdeskmedewerkers = snel vervangbaar door robots.
Voogt & Roblin (2010) benoemden dit als de evolutie van een industriële naar een informatie- of kennisMPY
• INFORMATIEMAATSCHAPPIJ
= de ‘explosie’ aan informatie(systemen) die door ICT beschikbaar is.
• KENNISMAATSCHAPPIJ (= KENNISECONOMIE)
= ‘Kennis’ de grondstof is van de huidige economie.
Zorgt voor verschuiving van het soort banen waavoor vraag is op de arbeidsmarkt.
Toenemende behoefte aan kenniswerkers/menswerkers
Afnemende behoefte aan routinematige functies (bv. productiewerk,…)
! Geldt niet voor taken waarvoor het nodig is om complexe patronen te vertonen !
ð Er leeft een besef dat jongeren moeten opgeleid worden voor banen die nog niet bestaan.
De Bruyckere&Smiths (2015) geven aan dat we ‘levensheellang’zullen moeten leren omdat:
• We leven steeds langer + zullen dus ook langer moeten werken.
• We krijgen steeds sneller extra, nieuwe inzichten.
• Sommige jobs zullen verdwijnen en nieuwe jobs zullen ontstaan.
UITDAGING DIE HET ONDERWIJS ONDER DRUK ZET:
Het hoge aantal vroegtijdige schoolverlaters, gebrek aan leergierigheid en motivatie en leerachterstand.
à Deze geven aan dat onderwijs vaak niet meer aansluit bij de verwachtingen en noden van een deel van de
huidige generatie lerenden.
“Hoe kunnen we leerlingen voorbereiden op succesvol participeren in een wereld waarvan we niet weten hoe die
er straks uit zal zien?”
Vanuit internationeel perspectief zijn er veel intitiatieven gaande om in kaart te brengen welke competenties
(kennis, vaardigheden en attitudes) van belang worde geacht om goed in de kennisSLV te kunnen functioneren?
DE 21ST CENTURY SKILLS (lifelong learning competenties – key skills)
Bestaan uit 5 categoriëen:
1. Informatie analyseren en gebruiken
2. Complexe problemen aanpakken
3. Patronen en mentale modellen creëren
4. Jezelf kennen en beheersen
5. Begrijpen van en interactie met anderen
Discussiepunt? Zijn kennis of vaardigheden het belangrijkst? Maar de nadruk moet op beiden liggen.
-3-
ALGEMENE DIDACTIEK 2
INLEIDING
Het LINC-model (= didactisch model)
= schema waarin de essentiële aspecten van het didactisch proces uitgetekend staan.
à Zorgt ervoor dat de complexiteit van het didactisch handelen overzichtelijker + hanteerbaarder wordt.
De 4 krachtlijnen van goed onderwijs:
GOED ONDERWIJS…
• Staat midden in de wereld + afgestemd op de huidige MPY ontwikkelingen.
= de samenleving is de context
• Streeft ernaar dat lerenden hun leren in eigen handen nemen.
= zelfsturing is het doel
• Erkent lerenden in hun diversiteit en neemt deze diversiteit als uitgangspunt voor het didactisch
ontwerpen van een leeromgeving.
= diversiteit is de norm
• Maak je samen.
= samen leren is de weg
-1-
,Algemene didactiek 2 2019-2020
DEEL 1: ALGEMENE DOELEN: WAT WIL JE BEREIKEN MET JE LEERLINGEN?
De lesdoelen worden rechtstreeks afgeleid vd algemene doelen, die gelinkt zijn aan kenmerken van de huidige +
toekomstige MPY
1. DRIE TAKEN VAN ONDERWIJS
Gert Biesta = omschrijft 3 taken van onderwijs t.o.v. de leerlingen en de MPY
à Goed onderwijs verdeelt zich evenwichtig over de 3 taken. = belangrijk
1. SUBJECTIVATIE OF PERSOONSVORMING:
Ondersteuning van het kind in zijn persoonlijke ontwikkeling tot een autonoom, verantwoordelijk en
kritisch individu.
Het kind/jongere ontwikkelt zijn eigen identiteit + vinden van een plaats voor zichzelf t.o.v. de MPY – de
school.
2. SOCIALISATIE OF BURGERSCHAP:
Voorbereiding lln op “samen leven”, het lid worden van de SLV + het aanpassen aan de verwachtingen
van de MPY door hen o.a. kennis te laten maken met tradities/praktijken (bv. cultureel, professioneel,
sociaal-politiek).
3. KWALIFICATIE OF ECONOMISCH:
Het onderwijzen van kennis + vaardigheden die je als volwassene nodig hebt.
à HET BELANG TAKEN = VERSCHILLEND NAARGELANG ONDERWIJSNIVEAU.
Onderwijs is
• Volgend
= gericht op functioneren in de huidige MPY
Tov MPY ontwikkelingen
• Sturend
= gericht op verandering
BESLUIT:
De kenmerken van de huidige + toekomstige MPY geven deels aan welke kennis, vaardigheden + attitudes ‘de
moeite waard zijn’ om geleerd te worden, opdat jongeren zich maximaal kunnen voorbereiden op een
emancipatorische deelname aan het MPY leven.
-2-
, Algemene didactiek 2 2019-2020
2. DE MAATSCHAPPIJ BEÏNVLOEDT HET ONDERWIJS (EN OMGEKEERD?)
De aard van het werk in de 21E E verschuift van productie en industrie naar dienstverlening.
Bv. telemarkteteers en helpdeskmedewerkers = snel vervangbaar door robots.
Voogt & Roblin (2010) benoemden dit als de evolutie van een industriële naar een informatie- of kennisMPY
• INFORMATIEMAATSCHAPPIJ
= de ‘explosie’ aan informatie(systemen) die door ICT beschikbaar is.
• KENNISMAATSCHAPPIJ (= KENNISECONOMIE)
= ‘Kennis’ de grondstof is van de huidige economie.
Zorgt voor verschuiving van het soort banen waavoor vraag is op de arbeidsmarkt.
Toenemende behoefte aan kenniswerkers/menswerkers
Afnemende behoefte aan routinematige functies (bv. productiewerk,…)
! Geldt niet voor taken waarvoor het nodig is om complexe patronen te vertonen !
ð Er leeft een besef dat jongeren moeten opgeleid worden voor banen die nog niet bestaan.
De Bruyckere&Smiths (2015) geven aan dat we ‘levensheellang’zullen moeten leren omdat:
• We leven steeds langer + zullen dus ook langer moeten werken.
• We krijgen steeds sneller extra, nieuwe inzichten.
• Sommige jobs zullen verdwijnen en nieuwe jobs zullen ontstaan.
UITDAGING DIE HET ONDERWIJS ONDER DRUK ZET:
Het hoge aantal vroegtijdige schoolverlaters, gebrek aan leergierigheid en motivatie en leerachterstand.
à Deze geven aan dat onderwijs vaak niet meer aansluit bij de verwachtingen en noden van een deel van de
huidige generatie lerenden.
“Hoe kunnen we leerlingen voorbereiden op succesvol participeren in een wereld waarvan we niet weten hoe die
er straks uit zal zien?”
Vanuit internationeel perspectief zijn er veel intitiatieven gaande om in kaart te brengen welke competenties
(kennis, vaardigheden en attitudes) van belang worde geacht om goed in de kennisSLV te kunnen functioneren?
DE 21ST CENTURY SKILLS (lifelong learning competenties – key skills)
Bestaan uit 5 categoriëen:
1. Informatie analyseren en gebruiken
2. Complexe problemen aanpakken
3. Patronen en mentale modellen creëren
4. Jezelf kennen en beheersen
5. Begrijpen van en interactie met anderen
Discussiepunt? Zijn kennis of vaardigheden het belangrijkst? Maar de nadruk moet op beiden liggen.
-3-