Energie en inspanning
1 Eetlust en verzadiging
De skeletspieren zijn het belangrijkste orgaan voor het metabolisme opslag van koolhydraten +
verwerking van ander voedsel. We eten om energie te krijgen want dat is voor iedere cel nodig
ATP. We kunnen niet zonder proteïnen, maar deze staan niet mee in voor de energievoorziening.
Controle over voedselinname is een complex proces
2 tegengestelde toestanden:
o Eetlust (honger)
o Verzadiging
Hypothalamus bevat 2 controlecentra
o Voedingscenter
o Verzadigingscenter
Glucostatische theorie vs. lipostatische theorie
Neurale input:
o Van de hypothalamus (=link tussen CZS en hormonaal stelsel), cerebrale cortex en
het limbische systeem
o Adipokines, neuropeptide Y (NPY), gherlin (= hormoon in de maag)
o Sensorische input
er zijn hormonen betrokken bij de voedselinname.
2 Energie balans
Energie input = energie output
Total body energy = opgeslagen energie + energie inname + energie output
Energie output = arbeid + warmte (meer dan de helft van onze energie gaat naar
warmteproductie)
3 categorieën van arbeid door onze cellen:
o Transport arbeid
o Mechanische arbeid
o Chemische arbeid = synthese en opslag
Korte termijn opslag (ATP)
Lange termijn opslag (glycogeen, vet)
o Het meeste hiervan werkt onbewust
Bewuste stijging van energie output, bv. door meer lichaamsbeweging
Bewuste daling van intake, bv. door minder te eten
Energie is de capaciteit van een systeem om warmte, licht of beweging te produceren. De SI-eenheid
is joule, uitgedrukt als de mogelijkheid om arbeid te verrichten, of ruimer: de mogelijkheid om een
verandering te bewerkstelligen.
Vermogen is gedefinieerd als energie per tijdseenheid gedefinieerd in watt, dwz joule/seconde.
4184 joule = 1 calorie.
1
, De totale hoeveelheid energie in een gesloten systeem (geen materiaal of straling kan binnen of
buiten) blijft altijd gelijk = wet van behoud van energie energieGEBRUIK.
De totale energie van een systeem is de optelsom van alle microscopische en macroscopische
energieën: thermische, mechanische, kinetische, potentiële, elektrische, magnetische, chemische en
nucleaire energie.
Energie heeft vele vormen en het kan op minstens zoveel manieren worden opgeslagen,
overgedragen en geconverteerd. Opslag bv. in voedsel. Energie kan worden overgedragen en
omgezet van de ene vorm in de andere, wat bijvoorbeeld chemische reacties of mechanisch werk
met zich meebrengt.
Total energy expenditure (TEE = wat je op 1 dag allemaal gebruikt) kan men opsplitsen in:
Behoud of resting energy expenditure (REE)
Energy expenditure voor het verwerken van opgenomen voedsel diet-induced energy
expenditure (DEE) (10%)
Activity-induced energy expenditure (AEE) (5-10%)
BMR = basal metabolic rate (=80-85%) de echte rustenergiegebruik, want echt nog geen energie
gebruikt voor test.
In voeding:
Koolhydraten: 4 kcal/g
Vet: 9 kcal/g
2
1 Eetlust en verzadiging
De skeletspieren zijn het belangrijkste orgaan voor het metabolisme opslag van koolhydraten +
verwerking van ander voedsel. We eten om energie te krijgen want dat is voor iedere cel nodig
ATP. We kunnen niet zonder proteïnen, maar deze staan niet mee in voor de energievoorziening.
Controle over voedselinname is een complex proces
2 tegengestelde toestanden:
o Eetlust (honger)
o Verzadiging
Hypothalamus bevat 2 controlecentra
o Voedingscenter
o Verzadigingscenter
Glucostatische theorie vs. lipostatische theorie
Neurale input:
o Van de hypothalamus (=link tussen CZS en hormonaal stelsel), cerebrale cortex en
het limbische systeem
o Adipokines, neuropeptide Y (NPY), gherlin (= hormoon in de maag)
o Sensorische input
er zijn hormonen betrokken bij de voedselinname.
2 Energie balans
Energie input = energie output
Total body energy = opgeslagen energie + energie inname + energie output
Energie output = arbeid + warmte (meer dan de helft van onze energie gaat naar
warmteproductie)
3 categorieën van arbeid door onze cellen:
o Transport arbeid
o Mechanische arbeid
o Chemische arbeid = synthese en opslag
Korte termijn opslag (ATP)
Lange termijn opslag (glycogeen, vet)
o Het meeste hiervan werkt onbewust
Bewuste stijging van energie output, bv. door meer lichaamsbeweging
Bewuste daling van intake, bv. door minder te eten
Energie is de capaciteit van een systeem om warmte, licht of beweging te produceren. De SI-eenheid
is joule, uitgedrukt als de mogelijkheid om arbeid te verrichten, of ruimer: de mogelijkheid om een
verandering te bewerkstelligen.
Vermogen is gedefinieerd als energie per tijdseenheid gedefinieerd in watt, dwz joule/seconde.
4184 joule = 1 calorie.
1
, De totale hoeveelheid energie in een gesloten systeem (geen materiaal of straling kan binnen of
buiten) blijft altijd gelijk = wet van behoud van energie energieGEBRUIK.
De totale energie van een systeem is de optelsom van alle microscopische en macroscopische
energieën: thermische, mechanische, kinetische, potentiële, elektrische, magnetische, chemische en
nucleaire energie.
Energie heeft vele vormen en het kan op minstens zoveel manieren worden opgeslagen,
overgedragen en geconverteerd. Opslag bv. in voedsel. Energie kan worden overgedragen en
omgezet van de ene vorm in de andere, wat bijvoorbeeld chemische reacties of mechanisch werk
met zich meebrengt.
Total energy expenditure (TEE = wat je op 1 dag allemaal gebruikt) kan men opsplitsen in:
Behoud of resting energy expenditure (REE)
Energy expenditure voor het verwerken van opgenomen voedsel diet-induced energy
expenditure (DEE) (10%)
Activity-induced energy expenditure (AEE) (5-10%)
BMR = basal metabolic rate (=80-85%) de echte rustenergiegebruik, want echt nog geen energie
gebruikt voor test.
In voeding:
Koolhydraten: 4 kcal/g
Vet: 9 kcal/g
2