Recap week 1 - Minicollege 3: Procesdeelnemers
Procesdeelnemers
De verdachte (art. 27 Sv)
• Rechten
• Zwijgrecht (art. 29 lid 2) -> HR Plastic boodschappentasje
• Recht op rechtsbijstand (art. 27c lid 2, 27ca jo. 28)
• Consultatiebijstand en verhoorsbijstand (art. 28b - 28e) -> EHRM Salduz
• Recht op kennisneming van processtukken (art. 30)
Slachtoffer
• Benadeelde partij (art. 51f)
• Spreekrecht (art. 51e Sv)
• Getuige (art. 294 Sv gijzeling)
Rechter
Opsporingsambtenaar (art. 141-142 Sv)
Openbaar Ministerie (art. 167 lid 1, 242 lid 1 Sv)
Verplichte procesdeelnemers aan de terechtzitting? = rechter, OvJ, griffier, noch de verdachte
noch de raadsman is een verplichte deelnemer (tenzij rechter de verdachte toch verplicht om
aanwezig te zijn)
Recap week 1 - Minicollege 4: Procesfasen
Procesfasen
• Opsoringsonderzoek (onder leiding van de OvJ, door opsporingsambtenaren)
• Vervolging
• Berechting (OTTZ -> 348 & 350 Sv)
• Beraadslaging en uitspraak
• Tenuitvoerlegging
Recap week 1 - Minicollege 5: Mensenrechten en het strafrecht
Artikel 8 EVRM
• Recht op privacy
• Inbreuk op basis van:
• Wet in “in accordance with the law”
• Doel “legitimate aim”
• Noodzakelijk “neccessary in a democratic society”
• ‘Meer dan een beperkte inbreuk’
• Art. 141 Sv en 2 Politiewet versus bijvoorbeeld art. 126g Sv (specifieke wettelijke grondslag)
Week 1 - Minicollege 1: Inleiding Formeel strafrecht
,Doel van het strafprocesrecht
• Het verzekeren van een juiste toepassing van het abstracte materiële recht
• Dat doel is tweedelig:
• Het bewerkstelligen dat de schuldigen (degenen die daadwerkelijk de strafwet hebben
overtreden) worden gestraft
• Het voorkomen van de bestraffing van onschuldigen
Bijkomende doelen
• Voorzien in een regeling waarin een adequate justitiële reactie kan worden gegeven op
strafbaar gedrag
• Eerbiediging van de rechten en vrijheden van de verdachte en andere betrokkenen
• Procedurele rechtvaardigheid
• Demonstratiefunctie
• Generale preventie en speciale preventie
• Voorkomen eigenrichting
• Strafproces en waarheidsvinding
• Strafproces en rechtsbescherming
Bronnen
- 107 Grondwet (maar ook: artt. 10 t/m 18, 92, 93, 113, 116, 118, 119, 121, 122 en 140)
- 1 Sv -> “wet” is wet in formele zin (dus ook in OW, WWM)
- Bijzondere wetten
- AMvB en ministeriële beschikkingen
- Beleidsregels
- Internationaal recht (Raad van Europa en Europese Unie)
- Rechtersrecht (359a Sv “kan” = rechter kan vormverzuim constateren zonder rechtsgevolg)
- Ongeschreven recht (proportionaliteit en subsidiariteit)
Klassieke uitgangspunten
- Rechterlijke onafhankelijkheid en onpartijdigheid (271 lid 2 Sv -> wraking)
- Beroepsrechters
- Vervolgingsmonopolie OM
- Opportuniteitsbeginsel (OvJ kan beslissen dat een strafbaar feit niet vervolgd wordt op grond
van het algemeen belang -> art. 167 en 242 Sv)
- Strafvorderlijke legaliteit (primaat bij de wetgever)
- Geen procedure zonder aanleiding (verdenking, art 27, of aanwijzing = moeilijk verifieerbaar
gerucht (terroristisch midrijf)
- Vermoeden van onschuld
- Hoor en wederhoor
- Recht op rechtsbijstand
- Recht op vertaling en vertolking
- Zwijgrecht (29 Sv) -> kan ook tegen de verdachte worden gebruikt (zie bijvoorbeeld
medeplegen)
- Interne openbaarheid
- Externe openbaarheid (democratische controle)
- Motivering
- Onmiddellijkheidsbeginsel (338 en 350 Sv -> onderzoek ter terechtzitting)
Modernisering WvSv
Redenen om te moderniseren:
1. Onderdelen van het wetboek houden onvoldoende rekening met nieuwe technieken of
veroorzaken onnodige en vermijdbare lasten
2. Het huidige wetboek stamt uit 1926
3. Talloze incidentele wijzigingen waardoor systematiek en vindbaarheid verloren zijn gegaan
4. Ontwikkelingen in de jurisprudentie zijn niet in de wet geïmplementeerd
5. Wetenschappelijke literatuur dringt aan op modernisering
, Doelstellingen modernisering
- Te voorzien in een wetboek waarin zo veel mogelijk bevorderd wordt dat een adequate
justitiële reactie kan worden gegeven op strafbaar gedrag, en dat onjuiste justitiële
beslissingen zo veel mogelijk worden voorkomen
- Een duidelijke regeling van de bevoegdheden en procespositie van de verschillende
deelnemers aan de strafrechtspleging
- Facilitering van een digitaal strafproces;
- Vereenvoudiging van het voorbereidend onderzoek en de regeling van de
opsporingsbevoegdheden
- Stroomlijning van procedures in het vooronderzoek, de berechting en de tenuitvoerlegging,
waarbij gekeken wordt naar reductie van administratieve lasten
- Verkorting van doorlooptijden waarbij de verantwoordelijkheid van de procesdeelnemers
voor een voortvarende procesgang wettelijk wordt afgerond vóór de inhoudelijke
behandeling ter zitting
- Een effectieve en persoonsgerichte tenuitvoerlegging van strafrechtelijke beslissingen
- Te voorzien in een wetboek dat systematisch van opzet is, het toepasselijke recht
weerspiegelt, een logische indeling kent en inzichtelijk is voor de burger
Uitgangspunten
- Hoofddoel blijft ongewijzigd
- Opsporingsambtenaren blijven onder het gezag van het OM opsporen
- Opportuniteitsbeginsel
- Beroepsrechters
- Geen fundamentele herziening maar een stroomlijning en herstructurering
Week 1 - Minicollege 2: Mensenrechten en het strafrecht
Mensenrechten en het strafrecht
• EVRM: art. 34 EVRM individueel klachtrecht
• Art. 93-94 Grondwet
• Res interpretata-werking (aanpassen wetgeving bij veorordeling van ander land gebaseerd op
dezelfde wetgeving)
• Rechten absoluut of relatief?:
• Artikel 2 bevat een uitzondering in lid 2 -> relatief recht
• Artikel 3 -> absoluut recht
• Artikel 5 -> relatief recht
• Artikel 6 -> absoluut recht, maar zo breed dat op bepaalde onderdelen van het recht een
inbreuk kan worden gemaakt
• Artikel 8 bevat een uitzondering in lid 2 -> relatief recht
Algemene opmerkingen bij art. 6 EVRM
• Uitwerking van de “rule of law” (gebaseerd op vastgelegd recht)
• Bescherming tegen een willekeurig optredende overheid
• Er mag pas worden gestraft als de lidstaat de verdachte in staat heeft gesteld de hem in art.
6 gegeven rechten uit te oefenen
• Heeft betrekking op de gehele strafrechtspleging dus ook op het voorbereidende onderzoek
dat van invloed is op (de eerlijkheid van) het eindonderzoek
• Niet limitatief
• EHRM beoordeeld de “procedure as a whole”
Artikel 6 EVRM
• Recht op een eerlijk proces bij een ‘criminal charge’, voorafgaand aan de zitting? (Alles dat
zich in de voorfase heeft afgespeeld en van invloed kan zijn op de beslissing van de rechter,
valt ook onder 6 EVRM)
• Behandeling binnen een redelijke termijn = absoluut, we weten alleen niet wat redelijk is
Procesdeelnemers
De verdachte (art. 27 Sv)
• Rechten
• Zwijgrecht (art. 29 lid 2) -> HR Plastic boodschappentasje
• Recht op rechtsbijstand (art. 27c lid 2, 27ca jo. 28)
• Consultatiebijstand en verhoorsbijstand (art. 28b - 28e) -> EHRM Salduz
• Recht op kennisneming van processtukken (art. 30)
Slachtoffer
• Benadeelde partij (art. 51f)
• Spreekrecht (art. 51e Sv)
• Getuige (art. 294 Sv gijzeling)
Rechter
Opsporingsambtenaar (art. 141-142 Sv)
Openbaar Ministerie (art. 167 lid 1, 242 lid 1 Sv)
Verplichte procesdeelnemers aan de terechtzitting? = rechter, OvJ, griffier, noch de verdachte
noch de raadsman is een verplichte deelnemer (tenzij rechter de verdachte toch verplicht om
aanwezig te zijn)
Recap week 1 - Minicollege 4: Procesfasen
Procesfasen
• Opsoringsonderzoek (onder leiding van de OvJ, door opsporingsambtenaren)
• Vervolging
• Berechting (OTTZ -> 348 & 350 Sv)
• Beraadslaging en uitspraak
• Tenuitvoerlegging
Recap week 1 - Minicollege 5: Mensenrechten en het strafrecht
Artikel 8 EVRM
• Recht op privacy
• Inbreuk op basis van:
• Wet in “in accordance with the law”
• Doel “legitimate aim”
• Noodzakelijk “neccessary in a democratic society”
• ‘Meer dan een beperkte inbreuk’
• Art. 141 Sv en 2 Politiewet versus bijvoorbeeld art. 126g Sv (specifieke wettelijke grondslag)
Week 1 - Minicollege 1: Inleiding Formeel strafrecht
,Doel van het strafprocesrecht
• Het verzekeren van een juiste toepassing van het abstracte materiële recht
• Dat doel is tweedelig:
• Het bewerkstelligen dat de schuldigen (degenen die daadwerkelijk de strafwet hebben
overtreden) worden gestraft
• Het voorkomen van de bestraffing van onschuldigen
Bijkomende doelen
• Voorzien in een regeling waarin een adequate justitiële reactie kan worden gegeven op
strafbaar gedrag
• Eerbiediging van de rechten en vrijheden van de verdachte en andere betrokkenen
• Procedurele rechtvaardigheid
• Demonstratiefunctie
• Generale preventie en speciale preventie
• Voorkomen eigenrichting
• Strafproces en waarheidsvinding
• Strafproces en rechtsbescherming
Bronnen
- 107 Grondwet (maar ook: artt. 10 t/m 18, 92, 93, 113, 116, 118, 119, 121, 122 en 140)
- 1 Sv -> “wet” is wet in formele zin (dus ook in OW, WWM)
- Bijzondere wetten
- AMvB en ministeriële beschikkingen
- Beleidsregels
- Internationaal recht (Raad van Europa en Europese Unie)
- Rechtersrecht (359a Sv “kan” = rechter kan vormverzuim constateren zonder rechtsgevolg)
- Ongeschreven recht (proportionaliteit en subsidiariteit)
Klassieke uitgangspunten
- Rechterlijke onafhankelijkheid en onpartijdigheid (271 lid 2 Sv -> wraking)
- Beroepsrechters
- Vervolgingsmonopolie OM
- Opportuniteitsbeginsel (OvJ kan beslissen dat een strafbaar feit niet vervolgd wordt op grond
van het algemeen belang -> art. 167 en 242 Sv)
- Strafvorderlijke legaliteit (primaat bij de wetgever)
- Geen procedure zonder aanleiding (verdenking, art 27, of aanwijzing = moeilijk verifieerbaar
gerucht (terroristisch midrijf)
- Vermoeden van onschuld
- Hoor en wederhoor
- Recht op rechtsbijstand
- Recht op vertaling en vertolking
- Zwijgrecht (29 Sv) -> kan ook tegen de verdachte worden gebruikt (zie bijvoorbeeld
medeplegen)
- Interne openbaarheid
- Externe openbaarheid (democratische controle)
- Motivering
- Onmiddellijkheidsbeginsel (338 en 350 Sv -> onderzoek ter terechtzitting)
Modernisering WvSv
Redenen om te moderniseren:
1. Onderdelen van het wetboek houden onvoldoende rekening met nieuwe technieken of
veroorzaken onnodige en vermijdbare lasten
2. Het huidige wetboek stamt uit 1926
3. Talloze incidentele wijzigingen waardoor systematiek en vindbaarheid verloren zijn gegaan
4. Ontwikkelingen in de jurisprudentie zijn niet in de wet geïmplementeerd
5. Wetenschappelijke literatuur dringt aan op modernisering
, Doelstellingen modernisering
- Te voorzien in een wetboek waarin zo veel mogelijk bevorderd wordt dat een adequate
justitiële reactie kan worden gegeven op strafbaar gedrag, en dat onjuiste justitiële
beslissingen zo veel mogelijk worden voorkomen
- Een duidelijke regeling van de bevoegdheden en procespositie van de verschillende
deelnemers aan de strafrechtspleging
- Facilitering van een digitaal strafproces;
- Vereenvoudiging van het voorbereidend onderzoek en de regeling van de
opsporingsbevoegdheden
- Stroomlijning van procedures in het vooronderzoek, de berechting en de tenuitvoerlegging,
waarbij gekeken wordt naar reductie van administratieve lasten
- Verkorting van doorlooptijden waarbij de verantwoordelijkheid van de procesdeelnemers
voor een voortvarende procesgang wettelijk wordt afgerond vóór de inhoudelijke
behandeling ter zitting
- Een effectieve en persoonsgerichte tenuitvoerlegging van strafrechtelijke beslissingen
- Te voorzien in een wetboek dat systematisch van opzet is, het toepasselijke recht
weerspiegelt, een logische indeling kent en inzichtelijk is voor de burger
Uitgangspunten
- Hoofddoel blijft ongewijzigd
- Opsporingsambtenaren blijven onder het gezag van het OM opsporen
- Opportuniteitsbeginsel
- Beroepsrechters
- Geen fundamentele herziening maar een stroomlijning en herstructurering
Week 1 - Minicollege 2: Mensenrechten en het strafrecht
Mensenrechten en het strafrecht
• EVRM: art. 34 EVRM individueel klachtrecht
• Art. 93-94 Grondwet
• Res interpretata-werking (aanpassen wetgeving bij veorordeling van ander land gebaseerd op
dezelfde wetgeving)
• Rechten absoluut of relatief?:
• Artikel 2 bevat een uitzondering in lid 2 -> relatief recht
• Artikel 3 -> absoluut recht
• Artikel 5 -> relatief recht
• Artikel 6 -> absoluut recht, maar zo breed dat op bepaalde onderdelen van het recht een
inbreuk kan worden gemaakt
• Artikel 8 bevat een uitzondering in lid 2 -> relatief recht
Algemene opmerkingen bij art. 6 EVRM
• Uitwerking van de “rule of law” (gebaseerd op vastgelegd recht)
• Bescherming tegen een willekeurig optredende overheid
• Er mag pas worden gestraft als de lidstaat de verdachte in staat heeft gesteld de hem in art.
6 gegeven rechten uit te oefenen
• Heeft betrekking op de gehele strafrechtspleging dus ook op het voorbereidende onderzoek
dat van invloed is op (de eerlijkheid van) het eindonderzoek
• Niet limitatief
• EHRM beoordeeld de “procedure as a whole”
Artikel 6 EVRM
• Recht op een eerlijk proces bij een ‘criminal charge’, voorafgaand aan de zitting? (Alles dat
zich in de voorfase heeft afgespeeld en van invloed kan zijn op de beslissing van de rechter,
valt ook onder 6 EVRM)
• Behandeling binnen een redelijke termijn = absoluut, we weten alleen niet wat redelijk is