Examenvragen
CH3: obligaties
Obligatie effecten die de uitgever verplichten tot het
betalen van specifieke betalingen aan de
obligatiehouder.
Fair value =/= face value Dit is de waarde die beleggers op de markt
bereid zijn te betalen voor de obligatie.
Coupon Periodieke rente-uitkering aan de houder
Vaste rentevoet op basis van face value
YTM Het totaalrendement dat je als belegger krijgt
als je een obligatie koopt en aanhoudt tot de
vervaldatum. rekening houdend met de fair
value, rendement en face value
Face value De nominale waarde, Terugbetalingswaarde.
het bedrag dat de emittent (bijv. de overheid)
aan het einde van de looptijd aan de
obligatiehouder terugbetaalt.
Wat is een obligatie
Een obligatie is een langetermijnlening uitgegeven door een overheid of bedrijf.
Wat is de waarde van een obligatie?
Het is gelijk aan de contante waarde van alle toekomstige cashflows, (couponbetalingen +
terugbetaling van de nominale waarde),
Verschil tussen face value en faire value
De face value is wat je krijgt in nominale termen op het einde van de obligatietermijn bv 1000 euro.
de faire value is wat de markt bereid is te betalen voor uw obligatie dat je bezit. dat kan 900 EUR zijn
maar ook 1100 euro. die kan dus hoger liggen.
Leg YTM uit
De YTM is het totaalrendement dat je krijgt door in rekening te brengen: verschil van de face value
en de faire value en de couponrente.
De aandelenkoers stijgt, dit kan eigenlijk maar twee redenen hebben (CF/risico)
Teller = Cashflows. Er is nieuwe info over de toekomstige cashflows, op basis van deze nieuwe
informatie herzien we de toekomstige CF. Beeld van de toekomst aanpassen in positieve zin, daarom
stijgt prijs van aandeel.
Noemer=risico. Herziening van de noemer (het risico). Bedrijf wordt minder risicovol, toekomst is
stabieler. Bv. stel bedrijf bepaald vonnis boven het hoofd hangt, uiteindelijk vrijgesproken, bepaalde
onzekerheid die wegvalt. Prijs kan daardoor stijgen omdat het risico vermindert. Of omgekeerd grote
boete boven het hoofd, hierdoor extra Risico en de prijs daalt hierdoor.
,Market bubbel (bv. bitcoin):
prijzen stijgen irrationeel, opnieuw te verklaren door deze formule.
Twee redenen:
Teller = CF. De toekomstige cashflows worden zeer positief ingeschat. Er is sprake van speculatie:
men gelooft dat "de koers alleen maar kan blijven stijgen". Mensen kopen niet op basis van waarde,
maar op basis van verwachtingen dat anderen nog zullen kopen. gevolg is dat de teller irrationeel
hoog is.
Noemer= Risico. Het risico wordt te laag ingeschat. De markt onderschat het risico: men denkt dat er
bijna geen kans is op verlies
Een bubbel is dus niet onverklaarbaar, maar wel irrationeel volgens de waarderingsformule. Het is
het gevolg van onrealistische verwachtingen over winst en risico.
Wat bij het halfjaarlijkse uitbetalen van een obligatie
Het jaarlijkse rendement en de couponrente delen door twee! En dit dan maal twee keer het aantal
jaren doen.
LEG uit
De koers van langlopende obligaties is
gevoeliger voor veranderingen in de
rente dan de koers van kortlopende
obligaties. Rentewijzigingen hebben
een grotere invloed op de koersen van
langlopende obligaties dan op die van
kortlopende obligaties. Omdat ze veel
meer toekomstige betalingen hebben
die worden verdisconteerd
Leg het verband uit tussen obligatieprijzen en rentevoeten
Als de marktrente stijgt, worden nieuwe obligaties aantrekkelijker omdat ze een hogere couponrente
aanbieden.→ Bestaande obligaties met lagere coupons worden minder interessant end is zal de prijs
dalen als gevolg.
Als de marktrente daalt, zijn nieuwe obligaties minder interessant. → Jouw bestaande obligatie met
hogere couponrente is dan meer waard.
Leg het verband uit tussen Couponrente, YTM en prijs
Bewegen in tegenovergestelde richting. Een obligatie geeft vaste betalingen (coupon en
terugbetaling van nominale waarde), maar de rente op de markt (YTM) verandert voortdurend. de
coupon rente is hier de rente van de nieuw uitgegeven obligatie.
1.YTM = Couponrente
De obligatie is perfect in balans met de markt.
De prijs van de obligatie is dan gelijk aan de nominale waarde
2. YTM > Couponrente
De markt verwacht meer rendement dan de obligatie bidet. De obligatie is minder aantrekkelijk, dus
beleggers zijn alleen bereid te kopen als ze een lagere prijs betalen. = prijs daalt
3. YTM < Couponrente
, De markt verwacht minder rendement dan wat de obligatie biedt. Jouw obligatie is interessanter dan
nieuwe obligaties → beleggers willen er meer voor betalen.= prijs stijgt
Waarom zijn er partijen die een negatieve YTM willen kopen
Als je die obligatie koopt dan verwacht je een negatief rendement. Diegene die de obligatie uitgeeft
bv. de overheid, die gaat als het ware door geld te lenen geld verdienen. Beleggers kiezen er soms
voor om in obligaties te stappen als er een negatief rendement, negatieve expected return, is voor
verschillende redenen:
1.Verplichtingen voor institutionele beleggers
Een deel van hun portefeuille moet uit obligaties bestaan, ook al zijn ze negatief. Institutionele
spelers zoals: Verzekeringsmaatschappijen (beleggingsverplichting), pensioenfondsen
(uitkeringsverplichting), banken (liquiditeitsvereisten, onderpand bij leningstransacties op
valutamarkten) zijn verplicht om een deel overheidsobligaties aan te houden.
2. Currency speculation: Beleggers kunnen toch een positief rendement behalen via de wisselkoers,
zelfs als het obligatierendement negatief is. Je koopt een Duitse obligatie met negatieve YTM, maar
je verwacht dat de euro in waarde stijgt tegenover je eigen munt. Wisselkoerswinst compenseert je
negatieve rendement.
3. Veilige haven: In onzekere tijden willen beleggers veiligheid boven rendement.
4. Speculatie op prijsstijging: Sommige beleggers kopen een obligatie niet om aan te houden tot de
vervaldag, maar om door te verkopen aan een hogere prijs. Als de rente (YTM) nog verder daalt
(negatiever wordt), dan stijgt de prijs van de obligatie. Je koopt een obligatie met YTM = –0,25%,
maar verwacht dat de rente daalt naar –0,5%.➝ De prijs zal stijgen → je verkoopt met winst.
Verband tussen obligatie, prijs, rente, YTM
If interest rates rise, bond prices fall
If the bond YTM is greater than the coupon, the price of the bond is less than the face value
If the price of a bond exceeds the face value, the YTM is less than the coupon
High-coupon bonds sell at a higher price than low-coupon bonds.
CH4: aandelen
Boekwaarde nettowaarde van de onderneming volgens de balans.
De waarde zoals genoteerd in de boekhouding, het
eigen vermogen gedeeld door het aantal aandelen.
Marktwaarde de echte waarde, prijs die de markt bereid is te betalen
voor een aandeel, de beurskoers. De beurskoers
vermenigvuldigd met het aantal aandelen.
Dividend periodieke uitkering in contanten van de onderneming
aan de aandeelhouders (geen verplichting, vaak alleen
als er winst is >< couponbetalingen)
Het verschil tussen de primaire en secundaire markt
De primaire markt is de plaats waar aandelen voor de eerste keer worden uitgegeven door een
onderneming. Het doel van deze markt is het aantrekken van nieuw kapitaal. Hier verkoopt een
bedrijf zelf aandelen aan beleggers, vaak met hulp van een investmentbank die helpt bij het zoeken
CH3: obligaties
Obligatie effecten die de uitgever verplichten tot het
betalen van specifieke betalingen aan de
obligatiehouder.
Fair value =/= face value Dit is de waarde die beleggers op de markt
bereid zijn te betalen voor de obligatie.
Coupon Periodieke rente-uitkering aan de houder
Vaste rentevoet op basis van face value
YTM Het totaalrendement dat je als belegger krijgt
als je een obligatie koopt en aanhoudt tot de
vervaldatum. rekening houdend met de fair
value, rendement en face value
Face value De nominale waarde, Terugbetalingswaarde.
het bedrag dat de emittent (bijv. de overheid)
aan het einde van de looptijd aan de
obligatiehouder terugbetaalt.
Wat is een obligatie
Een obligatie is een langetermijnlening uitgegeven door een overheid of bedrijf.
Wat is de waarde van een obligatie?
Het is gelijk aan de contante waarde van alle toekomstige cashflows, (couponbetalingen +
terugbetaling van de nominale waarde),
Verschil tussen face value en faire value
De face value is wat je krijgt in nominale termen op het einde van de obligatietermijn bv 1000 euro.
de faire value is wat de markt bereid is te betalen voor uw obligatie dat je bezit. dat kan 900 EUR zijn
maar ook 1100 euro. die kan dus hoger liggen.
Leg YTM uit
De YTM is het totaalrendement dat je krijgt door in rekening te brengen: verschil van de face value
en de faire value en de couponrente.
De aandelenkoers stijgt, dit kan eigenlijk maar twee redenen hebben (CF/risico)
Teller = Cashflows. Er is nieuwe info over de toekomstige cashflows, op basis van deze nieuwe
informatie herzien we de toekomstige CF. Beeld van de toekomst aanpassen in positieve zin, daarom
stijgt prijs van aandeel.
Noemer=risico. Herziening van de noemer (het risico). Bedrijf wordt minder risicovol, toekomst is
stabieler. Bv. stel bedrijf bepaald vonnis boven het hoofd hangt, uiteindelijk vrijgesproken, bepaalde
onzekerheid die wegvalt. Prijs kan daardoor stijgen omdat het risico vermindert. Of omgekeerd grote
boete boven het hoofd, hierdoor extra Risico en de prijs daalt hierdoor.
,Market bubbel (bv. bitcoin):
prijzen stijgen irrationeel, opnieuw te verklaren door deze formule.
Twee redenen:
Teller = CF. De toekomstige cashflows worden zeer positief ingeschat. Er is sprake van speculatie:
men gelooft dat "de koers alleen maar kan blijven stijgen". Mensen kopen niet op basis van waarde,
maar op basis van verwachtingen dat anderen nog zullen kopen. gevolg is dat de teller irrationeel
hoog is.
Noemer= Risico. Het risico wordt te laag ingeschat. De markt onderschat het risico: men denkt dat er
bijna geen kans is op verlies
Een bubbel is dus niet onverklaarbaar, maar wel irrationeel volgens de waarderingsformule. Het is
het gevolg van onrealistische verwachtingen over winst en risico.
Wat bij het halfjaarlijkse uitbetalen van een obligatie
Het jaarlijkse rendement en de couponrente delen door twee! En dit dan maal twee keer het aantal
jaren doen.
LEG uit
De koers van langlopende obligaties is
gevoeliger voor veranderingen in de
rente dan de koers van kortlopende
obligaties. Rentewijzigingen hebben
een grotere invloed op de koersen van
langlopende obligaties dan op die van
kortlopende obligaties. Omdat ze veel
meer toekomstige betalingen hebben
die worden verdisconteerd
Leg het verband uit tussen obligatieprijzen en rentevoeten
Als de marktrente stijgt, worden nieuwe obligaties aantrekkelijker omdat ze een hogere couponrente
aanbieden.→ Bestaande obligaties met lagere coupons worden minder interessant end is zal de prijs
dalen als gevolg.
Als de marktrente daalt, zijn nieuwe obligaties minder interessant. → Jouw bestaande obligatie met
hogere couponrente is dan meer waard.
Leg het verband uit tussen Couponrente, YTM en prijs
Bewegen in tegenovergestelde richting. Een obligatie geeft vaste betalingen (coupon en
terugbetaling van nominale waarde), maar de rente op de markt (YTM) verandert voortdurend. de
coupon rente is hier de rente van de nieuw uitgegeven obligatie.
1.YTM = Couponrente
De obligatie is perfect in balans met de markt.
De prijs van de obligatie is dan gelijk aan de nominale waarde
2. YTM > Couponrente
De markt verwacht meer rendement dan de obligatie bidet. De obligatie is minder aantrekkelijk, dus
beleggers zijn alleen bereid te kopen als ze een lagere prijs betalen. = prijs daalt
3. YTM < Couponrente
, De markt verwacht minder rendement dan wat de obligatie biedt. Jouw obligatie is interessanter dan
nieuwe obligaties → beleggers willen er meer voor betalen.= prijs stijgt
Waarom zijn er partijen die een negatieve YTM willen kopen
Als je die obligatie koopt dan verwacht je een negatief rendement. Diegene die de obligatie uitgeeft
bv. de overheid, die gaat als het ware door geld te lenen geld verdienen. Beleggers kiezen er soms
voor om in obligaties te stappen als er een negatief rendement, negatieve expected return, is voor
verschillende redenen:
1.Verplichtingen voor institutionele beleggers
Een deel van hun portefeuille moet uit obligaties bestaan, ook al zijn ze negatief. Institutionele
spelers zoals: Verzekeringsmaatschappijen (beleggingsverplichting), pensioenfondsen
(uitkeringsverplichting), banken (liquiditeitsvereisten, onderpand bij leningstransacties op
valutamarkten) zijn verplicht om een deel overheidsobligaties aan te houden.
2. Currency speculation: Beleggers kunnen toch een positief rendement behalen via de wisselkoers,
zelfs als het obligatierendement negatief is. Je koopt een Duitse obligatie met negatieve YTM, maar
je verwacht dat de euro in waarde stijgt tegenover je eigen munt. Wisselkoerswinst compenseert je
negatieve rendement.
3. Veilige haven: In onzekere tijden willen beleggers veiligheid boven rendement.
4. Speculatie op prijsstijging: Sommige beleggers kopen een obligatie niet om aan te houden tot de
vervaldag, maar om door te verkopen aan een hogere prijs. Als de rente (YTM) nog verder daalt
(negatiever wordt), dan stijgt de prijs van de obligatie. Je koopt een obligatie met YTM = –0,25%,
maar verwacht dat de rente daalt naar –0,5%.➝ De prijs zal stijgen → je verkoopt met winst.
Verband tussen obligatie, prijs, rente, YTM
If interest rates rise, bond prices fall
If the bond YTM is greater than the coupon, the price of the bond is less than the face value
If the price of a bond exceeds the face value, the YTM is less than the coupon
High-coupon bonds sell at a higher price than low-coupon bonds.
CH4: aandelen
Boekwaarde nettowaarde van de onderneming volgens de balans.
De waarde zoals genoteerd in de boekhouding, het
eigen vermogen gedeeld door het aantal aandelen.
Marktwaarde de echte waarde, prijs die de markt bereid is te betalen
voor een aandeel, de beurskoers. De beurskoers
vermenigvuldigd met het aantal aandelen.
Dividend periodieke uitkering in contanten van de onderneming
aan de aandeelhouders (geen verplichting, vaak alleen
als er winst is >< couponbetalingen)
Het verschil tussen de primaire en secundaire markt
De primaire markt is de plaats waar aandelen voor de eerste keer worden uitgegeven door een
onderneming. Het doel van deze markt is het aantrekken van nieuw kapitaal. Hier verkoopt een
bedrijf zelf aandelen aan beleggers, vaak met hulp van een investmentbank die helpt bij het zoeken