Hoofdstuk 6 Veranderingen in het welvaarts vraagstuk
Welvaarts vraagstuk → vraagstuk hoe een samenleving haar bestaansvoorwaarden veiligstelt,
hoe de productiefactoren verdeeld zijn en de reproductie geregeld is.
6.2 Analyse: samenwerking en conflict
Samenwerking → het proces waarin individuen, groepen en/of staten relaties vormen om hun
handelen op elkaar af te stemmen voor een gemeenschappelijk doel.
- Er is sprake van een gezamenlijk doel. Mensen maken dan afspraken om zo’n doel te
bereiken.
- Positieve gevolg kan zijn is dat de sociale cohesie kan versterkt worden.
- Redenen voor samenwerking:
- ‘samen staan we sterker’ → ‘macht van het getal’
- profiteren van sterke punten van een ander
- Actoren moeten zorgen voor compromisbereidheid, vertrouwen en wederzijdse
acceptatie. Zowel op micro-, meso- als macroniveau.
Conflict → een situatie waarin individuen, groepen en/of staten elkaar tegenwerken om de eigen
doelen te bereiken.
- Als actoren hun eigen doel willen behalen ten koste van anderen is er sprake van
conflict. Mensen werken elkaar tegen om hun eigen doel te bereiken.
- Conflict kan zichtbaar zijn → manifest;
- Of meer verborgen → latent.
Verschil samenwerking en conflict
Samenwerking Conflict
Gemeenschappelijk doel Eigen doel
Handelen op elkaar afstemmen Elkaar tegenwerken
Mensen werken soms samen om een ideaal te realiseren waar iedereen baat bij heeft en niet
alleen de mensen die samenwerken → gaat over algemeen belang of collectief goed.
- Bv. schoon drinkwater, onderwijs, volksgezondheid, etc.
Mensen merken mee door belasting te betalen en dragen zo bij aan collectieve goederen.
Iedereen kan evenveel profiteren van zo’n collectief goed, het maakt dus niet uit of iemand veel
of weinig belasting betaalt. Collectieve goederen hebben als belangrijkste kenmerk dat ze non-
exclusief zijn: van een collectief goed kan niemand worden uitgesloten.
Tegenover collectieve goederen staan private goederen → goederen waar mensen voor moeten
betalen. Mensen die niet betalen voor deze goederen krijgen die ook niet.
- Eten en drinken, smartphone, vakantie, etc.
Van een privaat goed kan je wel worden uitgesloten, als je er zelf voor kiest (of niet voor kiest).
Deze goederen zijn exclusief.
Collectieve actie → als mensen samenwerken om een collectief goed te realiseren.
, Het dilemma van de collectieve actie → de keus waar mensen voor staan om wel of niet mee te
werken. Het is een dilemma voor actoren omdat zij voor de keus staan om wel of niet mee te
doen aan de samenwerking. Zowel wel als niet meedoen heeft voordelen. Op zich is het voor
elke actor natuurlijk veel aantrekkelijker om niets op te offeren voor de samenwerking, maar
wel profiteren van het collectieve goed dat gerealiseerd wordt. Alleen als iedereen zo denkt gaat
het ten koste van het collectieve goed en komt het mogelijk niet tot stand.
Free riders → de actoren die wel profiteren van het collectieve goed maar er niet aan bijdragen.
6.3 Theorie: paradigma’s over conflict
Paradigma → bestaat uit een groep aan elkaar verwante theorieën. Ze zijn verwant omdat ze
vergelijkbare verklaringen hebben voor maatschappelijke verschijnselen.
De 4 paradigma’s onderscheiden we in 2 dimensies:
- Actor versus structuur → speelt het maatschappelijk gebeuren zich meer of op het niveau
van interacties en relaties tussen actoren of juist meer op macroniveau?
- Consensus versus conflict → is het sociale gebeuren gericht op evenwicht, stabiliteit en
continuïteit of is de samenleving een arena waarin groepen en individuen strijden om de
beschikbare middelen?
Functionalisme-paradigma → een samenleving wordt bekeken als een levend wezen. Elk deel
heeft zijn eigen functie en in totaal is het een levend wezen. Mensen en taken hebben hun eigen
functie en dragen op hun eigen manier bij aan het gehele maatschappelijke systeem.
- structuren + consensus
Conflict-paradigma → een samenleving is een soort arena waarin actoren juist met elkaar
strijden om schaarse goederen. Een samenleving zonder conflict is juist afwijkend, conflicten
horen bij de samenleving.
- structuren + conflict
Sociaalconstructivisme-paradigma (interactionisme-paradigma) → wordt onderzoek gedaan
naar de betekenis die actoren geven aan handelingen van henzelf en van anderen. Gedrag van
mensen wordt bepaald door hoe zij de werkelijkheid zien, wat ze denken dat waar is. De sociale
Welvaarts vraagstuk → vraagstuk hoe een samenleving haar bestaansvoorwaarden veiligstelt,
hoe de productiefactoren verdeeld zijn en de reproductie geregeld is.
6.2 Analyse: samenwerking en conflict
Samenwerking → het proces waarin individuen, groepen en/of staten relaties vormen om hun
handelen op elkaar af te stemmen voor een gemeenschappelijk doel.
- Er is sprake van een gezamenlijk doel. Mensen maken dan afspraken om zo’n doel te
bereiken.
- Positieve gevolg kan zijn is dat de sociale cohesie kan versterkt worden.
- Redenen voor samenwerking:
- ‘samen staan we sterker’ → ‘macht van het getal’
- profiteren van sterke punten van een ander
- Actoren moeten zorgen voor compromisbereidheid, vertrouwen en wederzijdse
acceptatie. Zowel op micro-, meso- als macroniveau.
Conflict → een situatie waarin individuen, groepen en/of staten elkaar tegenwerken om de eigen
doelen te bereiken.
- Als actoren hun eigen doel willen behalen ten koste van anderen is er sprake van
conflict. Mensen werken elkaar tegen om hun eigen doel te bereiken.
- Conflict kan zichtbaar zijn → manifest;
- Of meer verborgen → latent.
Verschil samenwerking en conflict
Samenwerking Conflict
Gemeenschappelijk doel Eigen doel
Handelen op elkaar afstemmen Elkaar tegenwerken
Mensen werken soms samen om een ideaal te realiseren waar iedereen baat bij heeft en niet
alleen de mensen die samenwerken → gaat over algemeen belang of collectief goed.
- Bv. schoon drinkwater, onderwijs, volksgezondheid, etc.
Mensen merken mee door belasting te betalen en dragen zo bij aan collectieve goederen.
Iedereen kan evenveel profiteren van zo’n collectief goed, het maakt dus niet uit of iemand veel
of weinig belasting betaalt. Collectieve goederen hebben als belangrijkste kenmerk dat ze non-
exclusief zijn: van een collectief goed kan niemand worden uitgesloten.
Tegenover collectieve goederen staan private goederen → goederen waar mensen voor moeten
betalen. Mensen die niet betalen voor deze goederen krijgen die ook niet.
- Eten en drinken, smartphone, vakantie, etc.
Van een privaat goed kan je wel worden uitgesloten, als je er zelf voor kiest (of niet voor kiest).
Deze goederen zijn exclusief.
Collectieve actie → als mensen samenwerken om een collectief goed te realiseren.
, Het dilemma van de collectieve actie → de keus waar mensen voor staan om wel of niet mee te
werken. Het is een dilemma voor actoren omdat zij voor de keus staan om wel of niet mee te
doen aan de samenwerking. Zowel wel als niet meedoen heeft voordelen. Op zich is het voor
elke actor natuurlijk veel aantrekkelijker om niets op te offeren voor de samenwerking, maar
wel profiteren van het collectieve goed dat gerealiseerd wordt. Alleen als iedereen zo denkt gaat
het ten koste van het collectieve goed en komt het mogelijk niet tot stand.
Free riders → de actoren die wel profiteren van het collectieve goed maar er niet aan bijdragen.
6.3 Theorie: paradigma’s over conflict
Paradigma → bestaat uit een groep aan elkaar verwante theorieën. Ze zijn verwant omdat ze
vergelijkbare verklaringen hebben voor maatschappelijke verschijnselen.
De 4 paradigma’s onderscheiden we in 2 dimensies:
- Actor versus structuur → speelt het maatschappelijk gebeuren zich meer of op het niveau
van interacties en relaties tussen actoren of juist meer op macroniveau?
- Consensus versus conflict → is het sociale gebeuren gericht op evenwicht, stabiliteit en
continuïteit of is de samenleving een arena waarin groepen en individuen strijden om de
beschikbare middelen?
Functionalisme-paradigma → een samenleving wordt bekeken als een levend wezen. Elk deel
heeft zijn eigen functie en in totaal is het een levend wezen. Mensen en taken hebben hun eigen
functie en dragen op hun eigen manier bij aan het gehele maatschappelijke systeem.
- structuren + consensus
Conflict-paradigma → een samenleving is een soort arena waarin actoren juist met elkaar
strijden om schaarse goederen. Een samenleving zonder conflict is juist afwijkend, conflicten
horen bij de samenleving.
- structuren + conflict
Sociaalconstructivisme-paradigma (interactionisme-paradigma) → wordt onderzoek gedaan
naar de betekenis die actoren geven aan handelingen van henzelf en van anderen. Gedrag van
mensen wordt bepaald door hoe zij de werkelijkheid zien, wat ze denken dat waar is. De sociale