100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached 4.2 TrustPilot
logo-home
Summary

Uitgebreide samenvatting Bewustzijnsfilosofie

Rating
-
Sold
-
Pages
38
Uploaded on
07-04-2025
Written in
2024/2025

Dit is een uitgebreide samenvatting van alle colleges met bij iedere stroming extra voorbeelden toegevoegd

Institution
Course











Whoops! We can’t load your doc right now. Try again or contact support.

Written for

Institution
Study
Course

Document information

Uploaded on
April 7, 2025
Number of pages
38
Written in
2024/2025
Type
Summary

Subjects

Content preview

Samenvatting bewustzijnsfilosofie 2024-2025

Intro + Substantiedualisme

Filosofie en het lichaam-geest probleem: Een uitgebreide verkenning
Filosofie speelt een cruciale rol in de psychologie door psychologen te helpen nadenken
over fundamentele concepten en vraagstukken. In de psychologie gaat het vaak om
concrete onderzoeksresultaten en empirisch bewijs, terwijl filosofie juist vraagt naar de
betekenis en geldigheid van de concepten die we gebruiken. Deze benadering helpt
psychologen om dieper te reflecteren op hun eigen aannames en om hun theoretische
modellen kritisch te evalueren.
Een van de belangrijkste vraagstukken binnen de filosofie van de psychologie is het
lichaam-geest probleem. Dit probleem draait om de vraag hoe de geest – met al zijn
bewuste ervaringen, gedachten en emoties – zich verhoudt tot het fysieke lichaam.

Filosofie als kritische reflectie binnen de psychologie
Filosofie helpt psychologen om ethische vraagstukken te onderzoeken, zoals: Wat is
juist handelen? In de praktijk betekent dit nadenken over de morele implicaties van
behandelingen en interventies. Bijvoorbeeld, als een psycholoog een patiënt een
experimentele therapie wil aanbieden, rijst de vraag: is het ethisch verantwoord om deze
behandeling te gebruiken zonder volledige wetenschappelijke validatie?
Daarnaast biedt filosofie inzicht in wetenschapsfilosofie, oftewel: Wat is
wetenschappelijk verantwoord? In de psychologie kunnen sommige methoden en
theorieën discutabel zijn. Bijvoorbeeld, in de vroege geschiedenis van de psychologie
waren pseudowetenschappelijke theorieën, zoals frenologie (de studie van schedelvormen
om persoonlijkheid te bepalen), populair. Filosofie helpt bij het onderscheiden van wat
echt wetenschappelijk is en wat niet.
Ten slotte speelt filosofie een rol bij de conceptuele analyse van centrale begrippen in de
psychologie. Een van de kernvragen hierbij is: Hoe past de geest in de fysieke wereld?
Dit vraagstuk, beter bekend als het lichaam-geest probleem, staat centraal in de
bewustzijnsfilosofie.

Het lichaam-geest probleem: Drie kernvragen
Het lichaam-geest probleem gaat over de relatie tussen mentale toestanden en fysieke
processen. Het roept de vraag op hoe gedachten, gevoelens en ervaringen kunnen
ontstaan uit fysiek hersenweefsel. De complexiteit van dit probleem komt voort uit het
verschil tussen het materiële en het immateriële. Om het probleem beter te begrijpen, zijn
er drie kernvragen geformuleerd:

1. Hoe passen bewuste ervaringen in de fysieke wereld?
Bewuste ervaringen, ook wel qualia genoemd, verwijzen naar de subjectieve,
persoonlijke aspecten van waarneming en gevoel. Denk bijvoorbeeld aan het proeven van
een zoete aardbei, het voelen van pijn bij een splinter of het zien van de kleur rood. Deze

,ervaringen hebben een kwalitatief karakter dat moeilijk in puur fysieke termen te
verklaren is.
Een klassiek voorbeeld is het gedachte-experiment van Thomas Nagel: What is it like to
be a bat? Nagel stelt dat we nooit echt kunnen begrijpen hoe het voelt om een vleermuis
te zijn, omdat de ervaring van echolocatie radicaal verschilt van onze menselijke
zintuigen. Zelfs als we precies weten hoe het brein van een vleermuis functioneert,
blijven de innerlijke ervaringen ontoegankelijk.

2. Hoe passen cognitieve toestanden in de fysieke wereld?
Cognitieve toestanden omvatten mentale processen zoals denken, geloven, hopen en
wensen. Deze toestanden hebben vaak intentionaliteit: ze zijn gericht op iets.
Bijvoorbeeld:
 Jan gelooft dat het morgen gaat regenen.
 Maria hoopt dat ze haar examen haalt.
Het probleem is dat deze toestanden conceptueel verschillen van de fysieke processen in
de hersenen. Een gedachte zoals "ik wil koffie" lijkt niet direct te vertalen naar een
patroon van neurale activiteit. Hoe kunnen zulke intentionele, doelgerichte toestanden
puur fysiek verklaard worden?

3. Hoe passen emoties in de fysieke wereld?
Emoties combineren zowel een subjectieve ervaring als intentionaliteit. Bijvoorbeeld:
 Boosheid op een slecht rijdende automobilist voelt intens en is gericht op die
persoon.
 Verdriet over een verloren vriend voelt zwaar en is verbonden aan specifieke
herinneringen.
Een bekend voorbeeld is de James-Lange theorie, die stelt dat emoties voortkomen uit
lichamelijke reacties: "Ik ben verdrietig omdat ik huil." Filosofen en psychologen vragen
zich echter af of deze theorie de innerlijke beleving van emoties echt goed verklaart.

Substantiedualisme: Twee soorten substanties
Een invloedrijke filosofische benadering van het lichaam-geest probleem is het
substantiedualisme, ontwikkeld door René Descartes. Deze theorie stelt dat de mens
bestaat uit twee fundamenteel verschillende substanties:
 De geest (res cogitans): Een immateriële, denkende substantie die niet
onderhevig is aan fysieke wetten.
 Het lichaam (res extensa): Een materiële, uitgebreide substantie die ruimte
inneemt en fysiek waarneembaar is.

Het radicale twijfel Experiment
Descartes paste een methode van radicale twijfel toe om tot onbetwijfelbare kennis te
komen. Hij vroeg zich af of iets absoluut zeker kon zijn. Drie bekende twijfelgronden
zijn:
 Illusies en dromen: Onze zintuigen kunnen ons misleiden, zoals bij optische
illusies of levendige dromen.
 Kwaadaardig genie: Zelfs wiskundige zekerheden zouden door een almachtige
entiteit gemanipuleerd kunnen worden.

,  Cogito ergo sum: Ondanks alle twijfel realiseerde Descartes zich dat twijfelen
zelf denken is. Omdat hij dacht, bestond hij: "Ik denk, dus ik ben."


Het interactieprobleem: Een onoplosbaar mysterie?
Een van de grootste uitdagingen voor substantiedualisme is het interactieprobleem: hoe
kan een immateriële geest invloed uitoefenen op een fysiek lichaam? Dit vraagstuk werd
scherp geformuleerd door prinses Elisabeth van Bohemen, die vroeg hoe een denkende
substantie lichamelijke beweging kan veroorzaken.
Descartes stelde voor dat de pijnappelklier de verbinding vormt, maar deze verklaring
bleef vaag en ontoereikend. Latere filosofen bedachten alternatieven zoals
occasionalisme (God grijpt steeds in) en parallellisme (lichaam en geest lopen
synchroon zonder directe interactie), maar deze ideeën stuiten op zowel logische als
ethische bezwaren.

Kritiek op substantiedualisme
De kritiek op substantiedualisme komt voort uit twee hoofdpunten:
1. Interactieprobleem: De theorie verklaart niet overtuigend hoe een immateriële
substantie een fysieke substantie kan beïnvloeden. Dit roept vragen op over
causaliteit en fysische geslotenheid.
2. Conceptuele incoherentie: De dualistische gedachte dat we zowel een lichaam
als een geest zijn die onafhankelijk bestaan, lijkt paradoxaal. Hoe kunnen we
tegelijkertijd twee substanties zijn die toch als één entiteit functioneren?

Conclusie: Een blijvend filosofisch vraagstuk
Hoewel substantiedualisme een invloedrijke theorie blijft, worden de problemen met
interactie en coherentie steeds duidelijker naarmate filosofen en psychologen verder
nadenken over de aard van bewustzijn. De cursus bewustzijnsfilosofie moedigt studenten
aan om niet alleen bestaande theorieën te begrijpen, maar ook kritisch na te denken over
nieuwe perspectieven die mogelijk een beter geïntegreerde verklaring bieden voor de
relatie tussen lichaam en geest. Zo blijft de zoektocht naar een bevredigende theorie over
de menselijke geest een dynamisch en uitdagend filosofisch avontuur.

, College 2 Idealisme + Behaviorisme

Idealisme en Behaviorisme: Een filosofische verkenning
Het lichaam-geest probleem vormt een centraal vraagstuk binnen de filosofie van de
geest. De kern van dit probleem ligt in de vraag: Hoe past de geest in de fysische
wereld? Een van de oudste en meest intuïtieve antwoorden op deze vraag is het
substantiedualisme. Dit dualisme stelt dat lichaam en geest onafhankelijk van elkaar
kunnen bestaan als aparte substanties. Denk hierbij aan de opvatting van René Descartes,
die stelde dat de geest een niet-fysische substantie is, terwijl het lichaam fysiek en
mechanisch is.
Hoewel dit idee lange tijd invloedrijk was, stuitte het op kritiek vanwege zijn conceptuele
incoherentie en onwetenschappelijke aard. Een veelgehoord probleem is bijvoorbeeld de
vraag hoe een niet-fysieke geest invloed kan uitoefenen op een fysiek lichaam. Dit heeft
geleid tot de ontwikkeling van alternatieve theorieën, waaronder het idealisme en het
behaviorisme, die beide op hun eigen manier proberen dit probleem aan te pakken.

Idealisme: De geest als enige werkelijkheid
Het idealisme is een filosofische positie die probeert het lichaam-geest probleem te
verhelderen door te stellen dat er slechts één substantie bestaat: de geestelijke substantie.
Deze opvatting komt voort uit het monisme, het idee dat er slechts één fundamentele
werkelijkheid is. In dit geval is dat de geest, en dus is alles wat we ervaren in wezen
geestelijk van aard. Dit is een antwoord op het interactieprobleem van het
substantiedualisme, waarbij de vraag rijst hoe een niet-fysieke geest kan interageren met
een fysiek lichaam. Door te stellen dat er geen fysieke substantie bestaat, maar slechts
geest, vermijdt het idealisme dit probleem volledig.

Het denken van George Berkeley
De Ierse filosoof George Berkeley is een van de meest prominente vertegenwoordigers
van het idealisme. Hij stelde dat fysieke objecten niet onafhankelijk van onze
waarneming kunnen bestaan. Zijn beroemde uitspraak "Esse est percipi" (zijn is
waargenomen worden) vat deze positie kernachtig samen. Volgens Berkeley is er geen
fysieke werkelijkheid los van onze waarneming. Een concreet voorbeeld hiervan is de
vraag: Als een boom omvalt in een bos en er is niemand in de buurt om het te horen,
maakt het dan geluid? Volgens Berkeley is het antwoord nee, omdat het geluid alleen
bestaat als het wordt waargenomen.

Empirisme en eigenschappen
Dit idee baseert hij op het empirisme, de filosofische stroming die stelt dat alle kennis
voortkomt uit waarneming en ervaring. Een voorbeeld hiervan is hoe wij kleuren
waarnemen. Stel je voor dat twee mensen naar dezelfde rode appel kijken. De ene
persoon ziet de appel als felrood, terwijl de andere het als donkerrood waarneemt.
Volgens Berkeley betekent dit dat kleur een secundaire eigenschap is: het hangt af van
de waarnemer en de omstandigheden.
Berkeley maakt een onderscheid tussen primaire en secundaire eigenschappen.
Primaire eigenschappen, zoals vorm en grootte, zouden onafhankelijk van de waarnemer
$9.10
Get access to the full document:

100% satisfaction guarantee
Immediately available after payment
Both online and in PDF
No strings attached

Get to know the seller
Seller avatar
kthmolendijk

Also available in package deal

Get to know the seller

Seller avatar
kthmolendijk Tilburg University
Follow You need to be logged in order to follow users or courses
Sold
9
Member since
3 year
Number of followers
0
Documents
6
Last sold
5 months ago

0.0

0 reviews

5
0
4
0
3
0
2
0
1
0

Recently viewed by you

Why students choose Stuvia

Created by fellow students, verified by reviews

Quality you can trust: written by students who passed their tests and reviewed by others who've used these notes.

Didn't get what you expected? Choose another document

No worries! You can instantly pick a different document that better fits what you're looking for.

Pay as you like, start learning right away

No subscription, no commitments. Pay the way you're used to via credit card and download your PDF document instantly.

Student with book image

“Bought, downloaded, and aced it. It really can be that simple.”

Alisha Student

Frequently asked questions