H1: De psychologie van arbeid en gezondheid: Verleden, heden en toekomst (studietaak 1.1)
A&G-psychologie: Relatief jong vakgebied (1990) dat een samensmelting is van de klinische
psychologie, de gezondheidspsychologie en de A&O-psychologie, waarbij
Nederland voorop loopt in de ontwikkeling. Van origine hield het zich bezig
met disfunctioneren van mensen in arbeidsorganisaties, maar vandaag wordt
er o.a. gekeken naar het verbeteren van het functioneren van werknemers.
Definitie A&G: Psychologische discipline die zich bezighoudt met het bestuderen én
bevorderen van welzijn en gezondheid op het werk vanuit de gedachte van
een optimale afstemming tussen persoon en organisatie (in brede zin).
De term welzijn heeft een dubbele betekenis in de definitie van A&G-psychologie:
Individueel welbevinden
Objectiveerbare arbeidskenmerken die individueel welbevinden bevorderen
Als de kwaliteit van de arbeid goed is, zullen werknemers zich gezond voelen.
o Feedback
o Afwisseling
o Sociale contacten
De term gezondheid in de definitie van A&G-psychologie heeft betrekking op:
Geestelijke gezondheid (Warr, 2007)
o Affectief welbevinden (je prettig voelen op het werk)
o Competentie (in staat zijn je werk goed te doen)
o Autonomie (eigen keuzen in je werk kunnen maken)
o Aspiraties (iets in je werk willen bereiken)
Lichamelijke gezondheid
Gezondheidsgedrag
o Gebruik van alcohol tijdens het werk
o Agressie, pesten en seksuele intimidatie
o Ziekteverzuim en arbeidsongeschiktheid
Werk: Heeft in de definitie van A&G-psychologie betrekking op arbeid in de
psychologische zin, oftewel gestructureerde, doelgerichte activiteit met een
zeker verplichtend karakter waarbij al dan niet met anderen waarde wordt
gecreëerd (dit hoeft niet per se betaalde arbeid te zijn).
De A&G-psychologie bestrijkt het gehele terrein van interventies:
Signalering
Gezondheidsbevordering
Primaire preventie (voorkómen) → werkgebied arbofunctionarissen
Secundaire preventie (beperking schade) → werkgebied arbofunctionarissen
Tertiaire preventie/behandeling (afname problemen) → werkgebied GZ-psycholoog
Re-integratie
,Een overzicht van de domeinen van A&G-psychologie die in het boek worden besproken:
Beschrijvende en verklarende theorieën over welzijn en gezondheid op het werk
Assessment van individuele en organisatiefactoren van invloed op welzijn en gezondheid
Preventieve en curatieve interventies op individueel een organisatieniveau
Onderzoeksmethoden die in de A&G-psychologie worden gebruikt
Diverse onderwerpen, zoals diversiteit op het werk en duurzame inzetbaarheid
Ontwikkelingen die maakten dat het vakgebied van A&G-psychologie steeds belangrijker werd:
1. Veranderingen in en rondom arbeid
o Intensivering van de arbeid
Nadat het werktempo tussen 1977 en 1997 jaarlijks 1,5% steeg, behoort Nederland
na stabilisatie hiervan inmiddels tot de middenmoot in de EU qua werkintensiteit.
o Verandering van de arbeidsinhoud
Door verschuiving van fysieke belasting naar mentale en emotionele belasting, zijn
ook de arbeidsgebonden gezondsheidsrisico’s verschoven naar psychische klachten.
o Organisatieveranderingen
Roepen vragen, onzekerheid en spanning op en zorgen zo voor psychische belasting.
o Moderne bedrijfsvoering
Resultaat gericht management (RGM) legt veel verantwoordelijkheid bij werknemers
en de invloed van leidinggevenden neemt af, dit kan een zware mentale druk geven.
o Aantasting van het psychologische contract
Er wordt steeds meer van werknemers verwacht terwijl organisaties minder bieden,
dit zorgt voor teleurstelling en kan leiden tot psychische klachten, zoals burn-out.
2. Sociaal-culturele veranderingen
o Toegenomen arbeidsparticipatie
De arbeidsparticipatie van o.a. vrouwen, oudere werknemers en niet-westerse
allochtonen is gestegen, met voor iedere groep eigen specifieke problemen.
o Opkomst van de dienstensector (zorg, onderwijs, banken, verzekeringen etc.)
Kenmerkend voor de sector is het contact met klanten, cliënten, patiënten, leerlingen
of burgers, de daaruit voortkomende emotionele belasting kan leiden tot verzuim.
o Verruiming van het ziektebegrip (protoprofessionalisering)
Steeds meer alledaagse ervaringen, gevoelens en gedragingen worden aangeduid
met professioneel jargon, terwijl daar vroeger geen benamingen voor waren.
Stress, overspannenheid en burn-out
Hoogbegaafdheid
Postnatale depressie
o Toegenomen verwachtingen van werk
De kans op desillusie is recht evenredig met de hoogte van de verwachtingen.
o Individualisering
Het wegvallen van veel traditionele sociale verbanden zorgt ervoor dat mensen
minder sociale steun ervaren, ook ten aanzien moeilijke gebeurtenissen op het werk.
o Uitholling van de professionele autoriteit
Hulpverleners, gezagsdragers en leidinggevenden hebben tegenwoordig meer en/of
betere sociale vaardigheden nodig, gebrek hieraan kan psychische problemen geven.
, 3. Ontwikkelingen in Nederland
o Invoering van de Arbowetgeving (1983)
Iedere werkgever is verplicht om te zorgen voor gezondheid en veiligheid op het werk
en dient zich daartoe te laten bijstaan door vier gecertificeerde arbodeskundigen.
A&O-deskundige (aantal onbekend)
Sociale wetenschapper (post-hbo of postacademisch) gespecialiseerd in
psychische werkbelasting en organisatorische vraagstukken daaromtrent.
Arbeidshygiënist (circa 500 in Nederland)
Ingenieur (post-hbo of postacademisch) gespecialiseerd in het meten en
beoordelen van chemische, biologische en fysische arbeidsomstandigheden.
Bedrijfsarts (1765 in Nederland)
Sociaal geneeskundige (medisch specialist) gespecialiseerd in lichamelijke en
geestelijke gezondheid i.r.t. werk (preventief, begeleidend, soms curatief).
Veiligheidsdeskundige (circa 3000 in Nederland)
Ingenieur (post-hbo of postacademisch) gespecialiseerd in brandpreventie en
veiligheidsvoorschriften voor gevaarlijke machines en toxische stoffen.
o Psychische arbeidsongeschiktheid
De grote omvang van psychische arbeidsongeschiktheid (meer dan 40% in 2018)
heeft de aandacht in Nederland gericht op psychosociale arbeidsrisico’s.
o Gezamenlijke verantwoordelijkheid van werkgevers, werknemers en overheid
Werkgevers en werknemers stellen op brancheniveau arbeidscatalogi op voor veilig
en gezond werken en de overheid houdt zich enkel nog bezig met wetgeving.
o Hoge kosten
Geschat op enkele miljard € door psychisch ziekteverzuim en arbeidsongeschiktheid.
o Lange traditie
Nederland kent een lange traditie op het vlak van overspannenheid (eind 19 e eeuw).
Enkele thema’s rondom werk die belangrijker zijn geworden na de covidpandemie:
Het virtueel, op afstand, samenwerken met collega’s
Hoe je werknemers op afstand gemotiveerd, creatief en betrokken houdt bij werk en collega’s
Werk-privé/privé-werk interacties, grenzen bewaken en combineren werk en gezin
Leiderschapschapsstijl aanpassen aan werken op afstand en personaliseren
Eenzaamheidsproblematiek
Stress als gevolg van covid door berichtgeving, thuissituatie, verlies van dierbaren etc.
Hoe je de hulpbronnen van werknemers kunt vergroten
Baanonzekerheid
Hoe je de ongelijkheid tegengaat of extra maatregelen neemt voor de hardst-getroffenen
De A&G-psycholoog vervult vandaag de dag verschillende taken, vaak in combinatie met elkaar:
Assessment op individueel-, team- en organisatieniveau
Individuele begeleiding en behandeling door o.a. coaching, counseling en psychotherapie
Training in individuele vaardigheden of groepsprocessen
Advisering van het hogere management, middenmanagement en de ondernemingsraad
Onderzoek dat steeds een praktisch doel dient (niet alleen het verwerven van kennis)
, Ontwikkelingen in het praktijk- en onderzoeksveld die hebben geleid tot de A&G-psychologie van nu:
Praktijkveld
o Eerste Wereldoorlog
Vermoeidheid van industriearbeiders in munitiefabrieken
Het Engelse parlement installeerde de Industrial Fatigue Research Board, die
het aantal fatale ongevallen door vermoeidheid moest terugdringen.
‘Shellshock’
Psychologische uitputting als gevolg van extreme oorlogsomstandigheden.
o Tweede Wereldoorlog
Gevechtsneurose of gevechtsmoeheid (zelfde als ‘shellshock’)
Psychologische uitputting als gevolg van extreme oorlogsomstandigheden.
o Tavistock Clinic in Londen
Hanteerde vanaf de jaren ’50 vorige eeuw een psychoanalytische benadering om
werkgerelateerde psychische problematiek te bestrijden (studies Britse kolenmijnen).
Sociotechnische benadering
Stressreacties zijn product van het sociale systeem (werk) van de werknemer.
Onderzoeksveld
o Onderzoek van Emil Kraepelin & Angelo Mosso eind 19e eeuw
Laboratoriumstudie naar de aantasting van prestatiecapaciteit door vermoeidheid.
o Stressexperimenten door Walter Cannon omstreeks 1920
Blootstelling van mensen en dieren in een laboratorium aan belastende
omstandigheden om vervolgens hun fysiologische reacties te observeren.
‘Homeotase’, een dynamisch aanpassingsmechanisme
Bewaart intern fysiologisch evenwicht onder wisselende omstandigheden.
o Stressexperimenten door Hans Selye omstreeks 1940
Kwam er via vergelijkbare experimenten achter dat langdurige blootstelling aan stress
op den duur (via GAS) kan leiden tot volledige uitputting van het organisme.
General adaptation syndrome (GAS)
Bestaat uit verschillende functionele fysiologische veranderingen, zoals
verhoging van hartslag en bloeddruk en kan tot volledige uitputting leiden.
Introduceerde de term stress
Slaat op de negatieve reactie (GAS) door blootstelling aan een stressor.
o De eerste studies naar psychologische stress door Richard Lazarus begin jaren ‘50
Concludeerde dat er bij stressreacties van mensen in organisaties ook rekening
gehouden moet worden met relevante sociaalpsychologische processen.
Grondlegger van de invloedrijke stress- en copingtheorie
o Psychologisch-stressonderzoek door Robert Kahn en collega’s midden jaren ‘60
Meenden dat werkstress vooral samenhangt met de wijze waarop sociale rollen in
arbeidsorganisaties zijn gestructureerd (American Institute for Social Research).
o Charless de Wolff introduceerde het Michigan Model in Nederland begin jaren ‘70
Dit diende als basis voor het eerste Nederlandse onderzoek naar werkstress, waarbij
gebruik werd gemaakt van de vertaalde Vragenlijst Organisatie Stress (VOS).
o Vanaf de jaren ’90 kreeg het onderzoek een impuls door beschikbare subsidies
‘Psychische Vermoeidheid in de Arbeidssituatie’ (1998-2004)