Samenvatting paragraaf 2.2
Soorten belasting
De belangrijkste belastingontvangsten van de Nederlandse overheid
zijn:
Btw = belasting die de overheid indirect heft op de verkoop
van producten of diensten.
Accijns = belasting die de overheid heft om het gebruik van
bepaalde producten te ontmoedigen, zoals alcohol en
sigaretten
Vennootschapsbelasting = belasting over de winst van een
bedrijf (vennoot) met meer dan twee personen
Inkomstenbelasting
Inkomstenbelasting is de belangrijkste belastingontvangst van de
overheid.
Het Nederlandse stelsel hiervoor bestaat uit drie boxen:
1. Box 1 je betaalt belasting op inkomen uit werk of eigen
woning
2. Box 2 je betaalt belasting op inkomen als je 5% of meer van
de aandelen in een vennootschap hebt (relatief weinig
mensen)
3. Box 3 je betaalt belasting op inkomen uit vermogen
(spaargeld, beleggingen, 2de huis etc.) bijvoorbeeld rente op je
spaarrekening
Belastingtarieven
Er zijn drie verschillende belastingtarieven
Proportioneel tarief
- alle inkomens betalen procentueel evenveel belasting
- het gem. belastingtarief is dus altijd gelijk
Progressief tarief
- hogere inkomens betalen in verhouding meer belasting dan
lagere inkomens
- het gem. belastingtarief stijgt als het inkomen stijgt
Degressief tarief
- hogere inkomens betalen relatief minder belasting dan lagere
inkomens
- het gem. belastingtarief daalt als het inkomen stijgt
Soorten belasting
De belangrijkste belastingontvangsten van de Nederlandse overheid
zijn:
Btw = belasting die de overheid indirect heft op de verkoop
van producten of diensten.
Accijns = belasting die de overheid heft om het gebruik van
bepaalde producten te ontmoedigen, zoals alcohol en
sigaretten
Vennootschapsbelasting = belasting over de winst van een
bedrijf (vennoot) met meer dan twee personen
Inkomstenbelasting
Inkomstenbelasting is de belangrijkste belastingontvangst van de
overheid.
Het Nederlandse stelsel hiervoor bestaat uit drie boxen:
1. Box 1 je betaalt belasting op inkomen uit werk of eigen
woning
2. Box 2 je betaalt belasting op inkomen als je 5% of meer van
de aandelen in een vennootschap hebt (relatief weinig
mensen)
3. Box 3 je betaalt belasting op inkomen uit vermogen
(spaargeld, beleggingen, 2de huis etc.) bijvoorbeeld rente op je
spaarrekening
Belastingtarieven
Er zijn drie verschillende belastingtarieven
Proportioneel tarief
- alle inkomens betalen procentueel evenveel belasting
- het gem. belastingtarief is dus altijd gelijk
Progressief tarief
- hogere inkomens betalen in verhouding meer belasting dan
lagere inkomens
- het gem. belastingtarief stijgt als het inkomen stijgt
Degressief tarief
- hogere inkomens betalen relatief minder belasting dan lagere
inkomens
- het gem. belastingtarief daalt als het inkomen stijgt