Hoofdstuk 8: Afbouw: constructie en materialen
Inhoud
Inhoud ..................................................................................................................... 1
Hoofdstuk 8.1: Binnenwanden ............................................................................... 2
8.1.1: Begrippen ................................................................................................ 2
8.1.2: Drager en afwerking .................................................................................. 3
8.1.3: Aandachtspunten van stabiliteit ................................................................ 3
8.1.4: Aandachtspunten van brand ..................................................................... 4
8.1.5: Aandachtspunten van akoestiek ................................................................ 5
8.1.6: Aandachtspunten van condensatie ........................................................... 6
8.1.7: Aandachtspunten van voorzetwanden ....................................................... 7
Hoofdstuk 8.2: Vloerafwerking ............................................................................... 8
8.2.1: Vloersysteem (3 componenten) ................................................................. 8
8.2.2: Dekvloeren – Soorten................................................................................ 8
8.2.1: Dekvloeren - Materialen .......................................................................... 10
8.2.1: Dekvloeren – Dikte ................................................................................. 11
8.2.1: Dekvloeren - Aandachtspunten ............................................................... 12
8.2.1: Dekvloeren - Details ............................................................................... 16
8.2.2: Vloerafwerking – Materialen .................................................................... 17
Hoofdstuk 8.3: Deuren en Ramen .......................................................................... 20
8.3.1: Buitenschrijnwerk .................................................................................. 20
Invulling: Glass................................................................................................ 20
Kader.............................................................................................................. 20
Beslag ............................................................................................................ 21
Positie in de gevel ............................................................................................ 21
Dorpels........................................................................................................... 22
Aandachtspunten ............................................................................................ 22
Weergave op plan ............................................................................................ 28
8.3.2: Binnenschrijnwerk ................................................................................. 28
Deurblad ........................................................................................................ 28
Kader.............................................................................................................. 29
, Breedte........................................................................................................... 30
Hang- en sluitwerk ........................................................................................... 30
Aandachtspunten ............................................................................................ 30
Hoofdstuk 8.4: Gevelafwerking ............................................................................. 32
8.4.1: Gevelsystemen ...................................................................................... 32
8.4.2: Geventileerde gevels .............................................................................. 34
8.4.3: ETICS .................................................................................................... 38
............................................................................................................................. 43
............................................................................................................................. 45
Hoofdstuk 8.5: Trappen ......................................................................................... 45
8.5.1: Begrippen .............................................................................................. 45
8.5.2: Structuur ............................................................................................... 46
Hoofdstuk 8.6: Plafond ........................................................................................ 46
8.6.1: Plafondafwerking: Pleister ...................................................................... 46
8.6.2: Verlaagd Plafond .................................................................................... 47
8.6.3: Plaatsing ............................................................................................... 47
Hoofdstuk 8.7: Materialen ..................................................................................... 48
Hoofdstuk 8.1: Binnenwanden
8.1.1: Begrippen
• Gelaagdheid gebouw: Verschillende onderdelen hebben verschillende levensduur.
, o Meer aandacht geven aan onderdelen die langer (moeten) meegaan
o Toekomstgericht ontwerpen = aanpasbaar ontwerpen
• Cumulatieve kost: Cumulatieve kosten verwijzen naar de totale kosten die zijn
opgelopen voor een bepaald project. Het omvat alle kosten die zijn gemaakt vanaf het
begin van het project tot een bepaald punt in de tijd. Hoe sneller je delen moet
vervangen, hoe meer de totale kost (van een gebouw) oploopt.
• Dragende wanden: Dit zijn de wanden die de structuur van het gebouw dragen. Ze zijn
doorgaans dikker dan niet-dragende wanden.
• Niet-dragende wanden: Dit zijn de wanden die geen deel uitmaken van de structuur van
het gebouw. Ze zijn doorgaans dunner dan dragende wanden.
• Buitenwanden: Dit zijn de wanden die het gebouw scheiden van de buitenomgeving. Ze
zijn doorgaans geïsoleerd om warmteverlies te voorkomen.
• Binnenwanden: Dit zijn de wanden die de verschillende ruimtes in het gebouw
scheiden. Ze zijn geen deel van de structuur van het gebouw en mogen geen krachten
overbrengen.
• Voorzetwanden: Die staan voor een ander wand en zijn nooit dragend.
8.1.2: Drager en afwerking
Drager: Het is de structuur in de wand.
• Die draagt enkel zichzelf en de afwerking en wat aan de wand
hangt.
• Het kan nat of droog zijn
• Het bestaat uit metselwerk, houten latwerk of metalstuds
Afwerking: Het is zichtbaar aan de buitenzijde
• Het kan nat of droog zijn
• Het bestaat uit pleister of beplating
8.1.3: Aandachtspunten van stabiliteit
Binnenwanden kunnen worden onderverdeeld in twee types:
1. Zware binnenwanden:
• Stabiliteit: De onderliggende structuur moet het
gewicht van de wand kunnen dragen.
• Draagvermogen: De wand draagt zichzelf, de
afwerking en eventuele toestellen of meubelen die
aan de wand worden opgehangen.
2. Lichte binnenwanden:
• Stabiliteit: De wand is zelfdragend en draagt geen extra gewicht.
• Spatie: Er is een spatie van 10-20 mm nodig tussen de wand en de bovengelegen
vloerstructuur. Dit zorgt ervoor dat de vloer na doorbuigen niet op de wand steunt.
, • Draagvermogen: De wand draagt de afwerking.
Lasten daling: gewicht wand berekenen
Hoe zwaar is te zwaar?
• afhankelijk van type structuur
Toevoegen lijnlast in stabiliteitsberekening:
• Massiefbouw:
o Lijnlast > 300 kg/m of 3,00 kN/m: De lijnlast moet apart worden toegevoegd in de
stabiliteitsberekening.
o Lijnlast < 300 kg/m of 3,00 kN/m: De lijnlast hoeft niet apart te worden
toegevoegd in de stabiliteitsberekening.
• Houtskeletbouw / andere lichte (re) structuren:
o Lijnlast: De lijnlast moet bijna altijd worden toegevoegd in de
stabiliteitsberekening.
8.1.4: Aandachtspunten van brand
Begrippen:
Brandweerstand: De tijd die de wand kan weerstaan aan de inwerking van een brand.
Brandreactie van binnen wanden:
• De wand mag niet bijdragen aan het ontstaan en ontwikkeling van vuur en rook (s)
• Het moet onder de klasse A1, A2, B, C, D, E, F (Europees)
Brandreactie op platen:
brandreactie wand mag niet bijdragen aan ontstaan & ontwikkeling vuur & rook klasse
A0, A1, A2, A3, A4 (Belgisch)
Inhoud
Inhoud ..................................................................................................................... 1
Hoofdstuk 8.1: Binnenwanden ............................................................................... 2
8.1.1: Begrippen ................................................................................................ 2
8.1.2: Drager en afwerking .................................................................................. 3
8.1.3: Aandachtspunten van stabiliteit ................................................................ 3
8.1.4: Aandachtspunten van brand ..................................................................... 4
8.1.5: Aandachtspunten van akoestiek ................................................................ 5
8.1.6: Aandachtspunten van condensatie ........................................................... 6
8.1.7: Aandachtspunten van voorzetwanden ....................................................... 7
Hoofdstuk 8.2: Vloerafwerking ............................................................................... 8
8.2.1: Vloersysteem (3 componenten) ................................................................. 8
8.2.2: Dekvloeren – Soorten................................................................................ 8
8.2.1: Dekvloeren - Materialen .......................................................................... 10
8.2.1: Dekvloeren – Dikte ................................................................................. 11
8.2.1: Dekvloeren - Aandachtspunten ............................................................... 12
8.2.1: Dekvloeren - Details ............................................................................... 16
8.2.2: Vloerafwerking – Materialen .................................................................... 17
Hoofdstuk 8.3: Deuren en Ramen .......................................................................... 20
8.3.1: Buitenschrijnwerk .................................................................................. 20
Invulling: Glass................................................................................................ 20
Kader.............................................................................................................. 20
Beslag ............................................................................................................ 21
Positie in de gevel ............................................................................................ 21
Dorpels........................................................................................................... 22
Aandachtspunten ............................................................................................ 22
Weergave op plan ............................................................................................ 28
8.3.2: Binnenschrijnwerk ................................................................................. 28
Deurblad ........................................................................................................ 28
Kader.............................................................................................................. 29
, Breedte........................................................................................................... 30
Hang- en sluitwerk ........................................................................................... 30
Aandachtspunten ............................................................................................ 30
Hoofdstuk 8.4: Gevelafwerking ............................................................................. 32
8.4.1: Gevelsystemen ...................................................................................... 32
8.4.2: Geventileerde gevels .............................................................................. 34
8.4.3: ETICS .................................................................................................... 38
............................................................................................................................. 43
............................................................................................................................. 45
Hoofdstuk 8.5: Trappen ......................................................................................... 45
8.5.1: Begrippen .............................................................................................. 45
8.5.2: Structuur ............................................................................................... 46
Hoofdstuk 8.6: Plafond ........................................................................................ 46
8.6.1: Plafondafwerking: Pleister ...................................................................... 46
8.6.2: Verlaagd Plafond .................................................................................... 47
8.6.3: Plaatsing ............................................................................................... 47
Hoofdstuk 8.7: Materialen ..................................................................................... 48
Hoofdstuk 8.1: Binnenwanden
8.1.1: Begrippen
• Gelaagdheid gebouw: Verschillende onderdelen hebben verschillende levensduur.
, o Meer aandacht geven aan onderdelen die langer (moeten) meegaan
o Toekomstgericht ontwerpen = aanpasbaar ontwerpen
• Cumulatieve kost: Cumulatieve kosten verwijzen naar de totale kosten die zijn
opgelopen voor een bepaald project. Het omvat alle kosten die zijn gemaakt vanaf het
begin van het project tot een bepaald punt in de tijd. Hoe sneller je delen moet
vervangen, hoe meer de totale kost (van een gebouw) oploopt.
• Dragende wanden: Dit zijn de wanden die de structuur van het gebouw dragen. Ze zijn
doorgaans dikker dan niet-dragende wanden.
• Niet-dragende wanden: Dit zijn de wanden die geen deel uitmaken van de structuur van
het gebouw. Ze zijn doorgaans dunner dan dragende wanden.
• Buitenwanden: Dit zijn de wanden die het gebouw scheiden van de buitenomgeving. Ze
zijn doorgaans geïsoleerd om warmteverlies te voorkomen.
• Binnenwanden: Dit zijn de wanden die de verschillende ruimtes in het gebouw
scheiden. Ze zijn geen deel van de structuur van het gebouw en mogen geen krachten
overbrengen.
• Voorzetwanden: Die staan voor een ander wand en zijn nooit dragend.
8.1.2: Drager en afwerking
Drager: Het is de structuur in de wand.
• Die draagt enkel zichzelf en de afwerking en wat aan de wand
hangt.
• Het kan nat of droog zijn
• Het bestaat uit metselwerk, houten latwerk of metalstuds
Afwerking: Het is zichtbaar aan de buitenzijde
• Het kan nat of droog zijn
• Het bestaat uit pleister of beplating
8.1.3: Aandachtspunten van stabiliteit
Binnenwanden kunnen worden onderverdeeld in twee types:
1. Zware binnenwanden:
• Stabiliteit: De onderliggende structuur moet het
gewicht van de wand kunnen dragen.
• Draagvermogen: De wand draagt zichzelf, de
afwerking en eventuele toestellen of meubelen die
aan de wand worden opgehangen.
2. Lichte binnenwanden:
• Stabiliteit: De wand is zelfdragend en draagt geen extra gewicht.
• Spatie: Er is een spatie van 10-20 mm nodig tussen de wand en de bovengelegen
vloerstructuur. Dit zorgt ervoor dat de vloer na doorbuigen niet op de wand steunt.
, • Draagvermogen: De wand draagt de afwerking.
Lasten daling: gewicht wand berekenen
Hoe zwaar is te zwaar?
• afhankelijk van type structuur
Toevoegen lijnlast in stabiliteitsberekening:
• Massiefbouw:
o Lijnlast > 300 kg/m of 3,00 kN/m: De lijnlast moet apart worden toegevoegd in de
stabiliteitsberekening.
o Lijnlast < 300 kg/m of 3,00 kN/m: De lijnlast hoeft niet apart te worden
toegevoegd in de stabiliteitsberekening.
• Houtskeletbouw / andere lichte (re) structuren:
o Lijnlast: De lijnlast moet bijna altijd worden toegevoegd in de
stabiliteitsberekening.
8.1.4: Aandachtspunten van brand
Begrippen:
Brandweerstand: De tijd die de wand kan weerstaan aan de inwerking van een brand.
Brandreactie van binnen wanden:
• De wand mag niet bijdragen aan het ontstaan en ontwikkeling van vuur en rook (s)
• Het moet onder de klasse A1, A2, B, C, D, E, F (Europees)
Brandreactie op platen:
brandreactie wand mag niet bijdragen aan ontstaan & ontwikkeling vuur & rook klasse
A0, A1, A2, A3, A4 (Belgisch)