Deel Kay: Allemaal meerkeuze + deel helder recht (13,5)
Deel Noushka: Allemaal open vragen + deel helder recht (rond de 7 vragen)
Juiste antwoorden per 0.25 dus aan punten zien hoeveel je moet invullen (6,5 punten)
1.5 op helder recht
5 op gesloten vragen
Liggen in lijn van de casussen, geen bedragen kennen
Oefeningen goed kunnen
Zaken die je niet begrijpt kijken in boek
2. Sociaal werk & recht
Wat is recht?
Recht is een geheel van regels, opgesteld en opgelegd door de samenleving, waardoor de belangen
van de enkelingen die in de gemeenschap leven geordend worden, door middel van sociale dwang.
Wat kan het recht betekenen voor de sociaal werker?
Als sociaal werker navigeren door wet- en regelgeving
Startpunt van de hulpverlening: noden en behoeften van mensen en proberen daarop een antwoord
te formuleren.
1. Informeren
2. Adviseren
3. Doorverwijzen (conact opnemen, eventueel meegaan naar diensten)
4. Ondersteuning bij gerechtelijke procedures
Verdiepen om client op weg te helpen, anders doorverwijzen.
3. Rechtsterminologie en indeling
Wat is recht?
a) Een geheel van regels
b) opgesteld en opgelegd door de samenleving
c) waardoor de belangen van de enkelingen die in de gemeenschap leven geordend worden
d) door middel van sociale dwang (afdwingbaar)
Geheel van regels
1
, 1) Geschreven= wetten, decreten
Ongeschreven= gewoonte recht, waarde en normen
2) Nationaal= van toepassing op België, Vlaanderen
Internationaal= regels Europese unie
3) Rechtsregel = Een door het recht bindend opgelegde gedragsregel die voorschrijft hoe een
persoon zich moet gedragen (hanfhaving, subjectieve rechten, gericht op structuren)
Erga omnes= “Tegenover eenieder die onder de toepassing van de regel valt”
Enkel als het voor jou van toepassing is, arbeidsrecht enkel van toepassing als je arbeider
bent
Verbindend karakter, Niet alle regels gelijk
Dwingend= mag niet van afgeweken worden (Vb. niemand doden)
Aanvullen= mag een beetje van afgeweken worden
- Abstract en algemeen geformuleerd -> Voor zoveel mogelijk situaties van toepassing
Opgesteld en opgelegd door de samenleving
• Samenleving verandert voortdurend (cf. digitalisering)
Gevolg: recht is evolutief = regels veranderen en zijn wijzigbaar
Vb. regels opstellen die rechten consument online beschermen.
Er ontstaan nieuwe zaken -> waar regels rond opgesteld moeten worden (Vb. kinderen online
lokken)
Weerspiegeling van wat leeft in de maatschappij
• Onderworpen aan relativiteit in tijd én ruimte
Wat in België geldt, geldt niet altijd in Nederland
• Hangt samen met het idee van staatsoevereiniteit
Staatssoevereiniteit = staat die het recht heeft om regels te maken en daar gezag van te
dwingen. (deel soevereiniteit afstaan vb. Europese unie
• Aanpassingen van het recht als taak van wetgevende organen via wettelijke procedures
(cf. parlement)
– Maar… in België is er sprake van multi-level governance of rechtsorde
Vb. regels opstellen die rechten consument online beschermen.
Er ontstaan nieuwe zaken -> waar regels rond opgesteld moeten worden (Vb.
kinderen online lokken)
Maatschappij ordenen
• Gelijklopende en tegenstrijdige belangen: bron van conflict
• Kernelementen succesvolle werking recht
– 1) Rechtszekerheid
“Iedereen wordt geacht de wet te kennen”
2
, Duidelijk en consistent (moeten begrijpelijk zijn)
Vastheid (zo weinig mogelijk aanpassen)
Voorspelbaarheid (de gevolgen van overtredingen kennen)
– 2) Rechtvaardigheid
Belangrijk voor aanvaardbaarheid en naleving recht (moeten ons er in
kunnen vinden)
Maar… “dura lex, sed lex” (De wet is hard maar het blijft de wet)
Geen unieke invulling van wat “rechtvaardig” is
Afdwingbaarheid van het recht
• Effectiviteit van het recht verzekeren: naleving van regels afdwingen
– Algemeen van toepassing, in tegenstelling tot bv. geloof (vrijwillig)
• Overtreding of miskenning van regels wordt gesanctioneerd
– Strafsanctie, administratieve sanctie,…
• Verbod van eigenrichting (geen rechter in eigen zaak)
– Geweldsmonopolie van de staat
-> Geen recht om iets terug te mogen doen
Vb. Iemand vermoord een familielid, jij mag de dader niet opzoeken en vermoorden
(sluit het recht van de sterkste uit)
• Praktijk: gelijk hebben ≠ gelijk krijgen
- Complexiteit juridische procedures
- Wat met maatschappelijk kwetsbare groepen? (cf. acces to justice – zie latere lessen)
- Belangrijke verantwoordelijkheid voor de sociaal werker!
Objectief en subjectief recht
° Objectief recht (gebaseerd op feiten)
- Geheel aan regels die op een bepaald moment in een samenleving van toepassing zijn
- Bronnen: wetgeving, rechtspraak, rechtsleer,…
° Subjectief recht (recht om iets te doen of vragen)
- Een aanspraak die je als persoon kan maken (juridisch bekrachtigde bevoegdheid)
- Een recht dat iemand heeft om iets te doen (of te geven, eisen,…) of iets niet te doen
- Subjectieve rechten ontstaan vanuit het objectief recht.
Vb. Werknemer wordt ziek dus kan niet werken -> Heeft recht op een ziekte-uitkering
Subjectief recht ontstaat wanneer er zich iets voordoet.
-> Je moet kijken naar het objectiefrecht om te kijken waar je recht op hebt
(Niet letterlijk kunnen uitleggen, gevraagd in casus moet weten waar het over gaat)
3
, Rechtssubject en rechtsobject
Rechtssubject
Persoon of groep van personen die subjectieve rechten en plichten heeft
- Natuurlijke personen: mensen van vlees en bloed (jij, cliënten,…)
- Rechtspersonen: fictief juridisch persoon met rechten en plichten (VZW, BV,…)
Rechtsobject
Zaak of “iets” waarop rechtsregels betrekking hebben
Vb. Huur van een huis: huurder is rechtssubject en huis is rechtsobject
Genotsbekwaam en handelingsbekwaam
Genotsbekwaamheid (rechtsbekwaamheid)
-Wie geschikt is om drager te zijn van rechten, om rechten te genieten
- Elk rechtssubject is genotsbekwaam (iedereen!)
Handelingsbekwaamheid
-Geschiktheid om zelf –via het stellen van handelingen- rechten uit te oefenen
- De meeste rechtssubjecten zijn handelingsbekwaam
Regel: elke persoon is handelingsbekwaam, maar er zijn uitzonderingen:
bijvoorbeeld minderjarigen of personen onder bewind
Rechtsfeiten en rechtshandelingen
Rechtsfeiten
- Elk feit dat rechtsgevolgen doet ontstaan
Vb. Geboorte, overlijden, onrechtmatige daad (bv. iemand slag in gezicht geven),…
Rechtshandelingen
- Elke handeling die bewust wordt verricht om rechtsgevolgen te verkrijgen
- Bewust = wetens en willens
Vb. Contract sluiten, erkenning kind, schenking, huwelijk, bewind aanvragen,…
Aanvullend en dwingend recht
Verbindend karakter is niet voor alle rechtsregels hetzelfde
°Rechtsregels met een dwingend karakter – dwingend recht
-Rechtsregels die moeten worden nageleefd, partijen kunnen er niet van afwijken
-Onderscheid dwingend recht, openbare orde en goede zeden
Rechtsregels met een aanvullend karakter – aanvullend recht
-Rechtsregels die slechts van toepassing zijn als partijen zelf niets anders zijn overeengekomen
-Mogen we wel van afwijken
4
Deel Noushka: Allemaal open vragen + deel helder recht (rond de 7 vragen)
Juiste antwoorden per 0.25 dus aan punten zien hoeveel je moet invullen (6,5 punten)
1.5 op helder recht
5 op gesloten vragen
Liggen in lijn van de casussen, geen bedragen kennen
Oefeningen goed kunnen
Zaken die je niet begrijpt kijken in boek
2. Sociaal werk & recht
Wat is recht?
Recht is een geheel van regels, opgesteld en opgelegd door de samenleving, waardoor de belangen
van de enkelingen die in de gemeenschap leven geordend worden, door middel van sociale dwang.
Wat kan het recht betekenen voor de sociaal werker?
Als sociaal werker navigeren door wet- en regelgeving
Startpunt van de hulpverlening: noden en behoeften van mensen en proberen daarop een antwoord
te formuleren.
1. Informeren
2. Adviseren
3. Doorverwijzen (conact opnemen, eventueel meegaan naar diensten)
4. Ondersteuning bij gerechtelijke procedures
Verdiepen om client op weg te helpen, anders doorverwijzen.
3. Rechtsterminologie en indeling
Wat is recht?
a) Een geheel van regels
b) opgesteld en opgelegd door de samenleving
c) waardoor de belangen van de enkelingen die in de gemeenschap leven geordend worden
d) door middel van sociale dwang (afdwingbaar)
Geheel van regels
1
, 1) Geschreven= wetten, decreten
Ongeschreven= gewoonte recht, waarde en normen
2) Nationaal= van toepassing op België, Vlaanderen
Internationaal= regels Europese unie
3) Rechtsregel = Een door het recht bindend opgelegde gedragsregel die voorschrijft hoe een
persoon zich moet gedragen (hanfhaving, subjectieve rechten, gericht op structuren)
Erga omnes= “Tegenover eenieder die onder de toepassing van de regel valt”
Enkel als het voor jou van toepassing is, arbeidsrecht enkel van toepassing als je arbeider
bent
Verbindend karakter, Niet alle regels gelijk
Dwingend= mag niet van afgeweken worden (Vb. niemand doden)
Aanvullen= mag een beetje van afgeweken worden
- Abstract en algemeen geformuleerd -> Voor zoveel mogelijk situaties van toepassing
Opgesteld en opgelegd door de samenleving
• Samenleving verandert voortdurend (cf. digitalisering)
Gevolg: recht is evolutief = regels veranderen en zijn wijzigbaar
Vb. regels opstellen die rechten consument online beschermen.
Er ontstaan nieuwe zaken -> waar regels rond opgesteld moeten worden (Vb. kinderen online
lokken)
Weerspiegeling van wat leeft in de maatschappij
• Onderworpen aan relativiteit in tijd én ruimte
Wat in België geldt, geldt niet altijd in Nederland
• Hangt samen met het idee van staatsoevereiniteit
Staatssoevereiniteit = staat die het recht heeft om regels te maken en daar gezag van te
dwingen. (deel soevereiniteit afstaan vb. Europese unie
• Aanpassingen van het recht als taak van wetgevende organen via wettelijke procedures
(cf. parlement)
– Maar… in België is er sprake van multi-level governance of rechtsorde
Vb. regels opstellen die rechten consument online beschermen.
Er ontstaan nieuwe zaken -> waar regels rond opgesteld moeten worden (Vb.
kinderen online lokken)
Maatschappij ordenen
• Gelijklopende en tegenstrijdige belangen: bron van conflict
• Kernelementen succesvolle werking recht
– 1) Rechtszekerheid
“Iedereen wordt geacht de wet te kennen”
2
, Duidelijk en consistent (moeten begrijpelijk zijn)
Vastheid (zo weinig mogelijk aanpassen)
Voorspelbaarheid (de gevolgen van overtredingen kennen)
– 2) Rechtvaardigheid
Belangrijk voor aanvaardbaarheid en naleving recht (moeten ons er in
kunnen vinden)
Maar… “dura lex, sed lex” (De wet is hard maar het blijft de wet)
Geen unieke invulling van wat “rechtvaardig” is
Afdwingbaarheid van het recht
• Effectiviteit van het recht verzekeren: naleving van regels afdwingen
– Algemeen van toepassing, in tegenstelling tot bv. geloof (vrijwillig)
• Overtreding of miskenning van regels wordt gesanctioneerd
– Strafsanctie, administratieve sanctie,…
• Verbod van eigenrichting (geen rechter in eigen zaak)
– Geweldsmonopolie van de staat
-> Geen recht om iets terug te mogen doen
Vb. Iemand vermoord een familielid, jij mag de dader niet opzoeken en vermoorden
(sluit het recht van de sterkste uit)
• Praktijk: gelijk hebben ≠ gelijk krijgen
- Complexiteit juridische procedures
- Wat met maatschappelijk kwetsbare groepen? (cf. acces to justice – zie latere lessen)
- Belangrijke verantwoordelijkheid voor de sociaal werker!
Objectief en subjectief recht
° Objectief recht (gebaseerd op feiten)
- Geheel aan regels die op een bepaald moment in een samenleving van toepassing zijn
- Bronnen: wetgeving, rechtspraak, rechtsleer,…
° Subjectief recht (recht om iets te doen of vragen)
- Een aanspraak die je als persoon kan maken (juridisch bekrachtigde bevoegdheid)
- Een recht dat iemand heeft om iets te doen (of te geven, eisen,…) of iets niet te doen
- Subjectieve rechten ontstaan vanuit het objectief recht.
Vb. Werknemer wordt ziek dus kan niet werken -> Heeft recht op een ziekte-uitkering
Subjectief recht ontstaat wanneer er zich iets voordoet.
-> Je moet kijken naar het objectiefrecht om te kijken waar je recht op hebt
(Niet letterlijk kunnen uitleggen, gevraagd in casus moet weten waar het over gaat)
3
, Rechtssubject en rechtsobject
Rechtssubject
Persoon of groep van personen die subjectieve rechten en plichten heeft
- Natuurlijke personen: mensen van vlees en bloed (jij, cliënten,…)
- Rechtspersonen: fictief juridisch persoon met rechten en plichten (VZW, BV,…)
Rechtsobject
Zaak of “iets” waarop rechtsregels betrekking hebben
Vb. Huur van een huis: huurder is rechtssubject en huis is rechtsobject
Genotsbekwaam en handelingsbekwaam
Genotsbekwaamheid (rechtsbekwaamheid)
-Wie geschikt is om drager te zijn van rechten, om rechten te genieten
- Elk rechtssubject is genotsbekwaam (iedereen!)
Handelingsbekwaamheid
-Geschiktheid om zelf –via het stellen van handelingen- rechten uit te oefenen
- De meeste rechtssubjecten zijn handelingsbekwaam
Regel: elke persoon is handelingsbekwaam, maar er zijn uitzonderingen:
bijvoorbeeld minderjarigen of personen onder bewind
Rechtsfeiten en rechtshandelingen
Rechtsfeiten
- Elk feit dat rechtsgevolgen doet ontstaan
Vb. Geboorte, overlijden, onrechtmatige daad (bv. iemand slag in gezicht geven),…
Rechtshandelingen
- Elke handeling die bewust wordt verricht om rechtsgevolgen te verkrijgen
- Bewust = wetens en willens
Vb. Contract sluiten, erkenning kind, schenking, huwelijk, bewind aanvragen,…
Aanvullend en dwingend recht
Verbindend karakter is niet voor alle rechtsregels hetzelfde
°Rechtsregels met een dwingend karakter – dwingend recht
-Rechtsregels die moeten worden nageleefd, partijen kunnen er niet van afwijken
-Onderscheid dwingend recht, openbare orde en goede zeden
Rechtsregels met een aanvullend karakter – aanvullend recht
-Rechtsregels die slechts van toepassing zijn als partijen zelf niets anders zijn overeengekomen
-Mogen we wel van afwijken
4