2. Renaissance (14e-16e eeuw)
Kenmerken:
-herontdekking van de Klassieke Oudheid
-ontstaan van het Humanisme
-kerk bedreigt, want mensen gaan meer zelfstandig denken
-wetenschappelijke ontdekkingen (boekdrukkunst)
-het Frans als verplichte bestuurlijke taal
-koningen ontwikkelen hofleven met literatuur, architectuur en schilderkunst
Humanisme
-De mens die het beste moet zien te maken van het leven op aarde.
→Breuk met het middeleeuws denken (leven als voorbereiding hiernamaals)
Renaissanceschrijvers houden van de gedachte ´carpe diem´. Ook nemen ze een meer
individualistische en kritische levenshouding aan. Zelf op onderzoek uit.
Homo Universalis
Kunstenaars nemen hun eigen ervaringen als uitgangspunt. Ideale renaissancemens is
een Homo Universalis die zich op alle tereinen ontplooit → Leonardo da Vinci.
1450: uitvinding boekdrukkunst
Wetenschappers gaan de natuur systematisch bestuderen en doen revolutionaire
ontdekkingen in tegenspraak met de leer van de kerk.
Copernicus: de aarde draait om de zon
Galileo Galilei: met telescoop het sterrenstelsel bestuderen
Luther en Calvijn: bijbelvertalen
Hervormers worden door hun kritiek de kerk uitgezet → Reformatie, ontstaan
protestantisme.
1539: Frans ingesteld als verplichte bestuurlijke taal
,1547: ontstaan dichtersgroep La Pléiade (zevengesternte)
→Franse taal en literatuur op een hoger plan brengen. Nadruk op aardse leven en de
liefde tussen man en vrouw. Carpe diem als motto.
Belangrijkste leden:
- Pierre de Ronsard
- Joachim du Bellay
Ronsard
Schrijft vooral liefdesgedichten in sonnetvorm.
- 14 regels
- elke zin 12 lettergrepen met pauze na 6 lettergrepen
Du Bellay
Hij verbleef in Rome en schreef daar een sonnetten bundel ´Les Regrets´. In deze
bundel staat de liefde voor zijn vaderland centraal.
, 3. Classicisme
Kenmerken:
- 17e eeuw
- Louis XIV, zonnekoning. → heeft de absolute macht
- klassieke oudheid inspiratiebron
- literaire werken voldoen aan strenge vormregels.
- literatuur bedoeld om van te leren.
- achteraf ´Le Grand Siècle´ door schrijvers: Molière, Racine en La Fontaine
- armoede, want Louis XIV betaald oorlogen met buurlanden + paleis\
De klassieke oudheid is de belangrijkste inspiratiebron van de klassieke oudheid.
In het Classicisme wordt het ingebed in de cultuur van die tijd. Bijv Aesopus en
Aristoteles.
→mensen moeten ervan leren en opgevoed worden. ¨plaire et instruire¨ (lering en
vermaak)
In het theater wordt vaak gebruikgemaakt van katharsis (loutering) →toeschouwer
geschokt door wat hij ziet, ervan leert en als een beter mens naar huis.
Le Roi Soleil
Verbonden met Louis XIV. Wordt in 1661 koning en trekt veel macht naar zich toe
door bijvoorbeeld het parlement af te schaffen. In zijn paleis zijn veel classicistische
kenmerken te zien.
De kunst was een staatskunst, belangrijke auteurs waren in dienst van Louis XIV.
La population
Volk leeft in grote armoede. Ze moeten veel belastingen betalen voor de koning en het
protestantisme is verboden. → ongelukkig
Ook goede maatregelen:
- tot 14 jaar naar school, maar toch met bedoelingen. (katholiek lesgegeven, etc)
La Langue
Het Frans bestaat in de 17e eeuw nog niet echt.
→ In 1673 komt (door Louis XIV) de Académie Française met strenge regels voor
spelling en in 1694 met een woordenboek.