TECHNOLOGISCH DESIGN
ORTHESEN
2023-2024
Zoë Verdoodt
, 1. Plantaire voetorthesen : inlegzolen
1.1 inleiding
Plantaire voetorthesen: orthesen die via de onderzijde van de voet (plantaire zijde) inwerken met als
doel het gangpatroon te bevorderen en mogelijke voetziekten te verlichten.
vb. inlegzolen en voetbedden
Samen met schoen één geheel
Vormen altijd een verbinding tussen de plantaire zijde van de voet en de binnenzool van de schoen
=> elke aangepaste plantaire voetorthese moet afgestemd worden op de gedragen schoen
Gebruik inlegzolen :
• Standsafwijkingen van de voet:
- Pes cavus (holvoet) of pes planus (platvoet)
- Pes planovalgus (knikvoet)
- Pes transversoplanus (spreidvoet)
- Pes equinus (spitsvoet)
- Pes equinovarus adductus (klompvoet)
• Standsafwijkingen van het lichaam:
- Knieën
- Heupen
- Wervelkolom
- Spierdysbalans
• Deformiteiten als gevolg van een pathologie:
- Diabetes
- Artrose
- Reumatoïde artritis
Inlegzool heeft verschillende beoogde doelen : onderscheid gemaakt o.b.v. werkingsprincipes
→ ondersteunend, beschermend, corrigerend, stimulerend of specifiek gericht op een bepaalde
doelgroep ( diabetici )
Eerst zoolconcept opstellen : theoretische omschrijving van het ontwerp met daarin alle
aanpassingen
1.2 Doelen van een inlegzool
Plantaire voetorthesen zijn een individueel vervaardigd medisch hulpmiddel die een functioneel
geheel vormen met de schoenen.
Voorgeschreven na vaststelling van een klinisch beeld ( gelinkt aan de voeten )
Gebruikt ter preventie van voetafwijkingen, revalidatie van een trauma, operatie of afwijkende
lichaamshouding
Gespecialiseerd arts ( geen huisarts ): patiënt onderzoeken ( functieonderzoek ) + voorschrift
opstellen → recht op terugbetaling
Verstrekker : testen bewegelijkheid gewrichten + spiertesten
Doel afhankelijk van patiënt en de verstrekker
, 1.2.1 Ondersteunende werking ( supporting foot orthoses )
Passieve werking: voetgewelven in stand houden
• Transversaal gewelf ( dwarsboog )
• Mediaal (lengte)gewelf
• Ook bij belasting
Optimale stand is afhankelijk van pathologie en patiënt
Doel: klachten verminderen of verdwijnen
Gebruik : personen van middelbare leeftijd
Indicaties :
• Slechte voetposities ( pes planovalgus, pes transversoplanus, pathologische veranderingen voet )
• Afwijkende lichaamshouding
• Knieproblemen
• Verzwakte gewrichtsbanden en/of spieren => gewelfstructuren voet blijven niet behouden
• Dunne lijn tussen ondersteunen en corrigeren
1.2.1.1 ondersteuning van het transversaal gewelf : transversale pelotte of metatarsaalsteun
MTP II tot IV
• Druppelpelotte
• T-pelotte
• AKA : (meta)pad of voetsteun
→ manier waarop het gebeurt en benaming afhankelijk van de grootte/vorm van het element
Gebruik pelotte : verhoging t.h.v. de voorvoet, proximaal van de metatarsaalkoppen
Doel : dwarsboog terug naar een optimale positie brengen en de metatarsaalkoppen ontlasten
MTP I tot V
• Retrocapitaalsteun(bar) : RCTB of transversaalsteun
• AKA : metatarsaalbar, metabar, retrobar, metatarsaalsteun, voorvoetsteun...
Biedt ondersteuning aan alle metatarsaalkoppen waardoor het effect heeft op de volledige
transversaalboog
, Vereiste materiaaleigenschappen :
• Zachte materialen met zo weinig mogelijk kruip vb. schuimen
Beschikbaar in
• Verschillende groottes
• Verschillende hardheden
• Maken uit plaatmateriaal bij afwijkende vormen
Na het positioneren op inlegzool bijgeschuurd tot ze een mooi geheel vormen met deze zool
1.2.1.2 Ondersteuning van het mediaal gewelf
Schelpvorm ( mediaal en lateraal verhoogde randen t.h.v. de achtervoet ) :
- Ophoging mediale zijde ( middenvoet )→ lengtegewelf ondersteunen
- Ophoging laterale zijde → tegendruk om afglijden van de voet te voorkomen
Doel : optimale stand van de gewelfstructuren en gewrichten te bereiken
Vb. pes planvalgus : hierbij moet de achtervoet opnieuw worden rechtgezet
→ ondersteuning aanbrengen onder het sustentaculum tali
Ondersteuning mediaal gewelf kan gecombineerd worden met een ondersteuning van het
transversaal gewelf :
Materiaal met weinig kruip → vormvast vb. kurk, schuimen, thermoplasten
Hoeveel? Afhankelijk van patiënt /pathologie /rigiditeit voet
→ bepalen a.d.h.v anamnesegesprek en klinisch onderzoek
1.2.2 Corrigerende werking
Doel : vervorming van de voet te stoppen, te verminderen of te verbeteren
Hoe ? door gebruik te maken van drukvlakken ( bepaald via driepuntsprincipe ) voet terug naar zijn
theoretisch fysiologische positie brengen
Corrigeerbare voet = Zachte weefsels en botstructuren laten correctie toe
→ testen via klinisch onderzoek
Kinderen :
• gebruikt in de groeifase om aangeboren of verworven voetmisvormingen tegen te gaan
Volwassenen
• Streven naar maximale correctie → neutrale stand niet altijd mogelijk
• Botstructuren en wekedelen zijn rigider
ORTHESEN
2023-2024
Zoë Verdoodt
, 1. Plantaire voetorthesen : inlegzolen
1.1 inleiding
Plantaire voetorthesen: orthesen die via de onderzijde van de voet (plantaire zijde) inwerken met als
doel het gangpatroon te bevorderen en mogelijke voetziekten te verlichten.
vb. inlegzolen en voetbedden
Samen met schoen één geheel
Vormen altijd een verbinding tussen de plantaire zijde van de voet en de binnenzool van de schoen
=> elke aangepaste plantaire voetorthese moet afgestemd worden op de gedragen schoen
Gebruik inlegzolen :
• Standsafwijkingen van de voet:
- Pes cavus (holvoet) of pes planus (platvoet)
- Pes planovalgus (knikvoet)
- Pes transversoplanus (spreidvoet)
- Pes equinus (spitsvoet)
- Pes equinovarus adductus (klompvoet)
• Standsafwijkingen van het lichaam:
- Knieën
- Heupen
- Wervelkolom
- Spierdysbalans
• Deformiteiten als gevolg van een pathologie:
- Diabetes
- Artrose
- Reumatoïde artritis
Inlegzool heeft verschillende beoogde doelen : onderscheid gemaakt o.b.v. werkingsprincipes
→ ondersteunend, beschermend, corrigerend, stimulerend of specifiek gericht op een bepaalde
doelgroep ( diabetici )
Eerst zoolconcept opstellen : theoretische omschrijving van het ontwerp met daarin alle
aanpassingen
1.2 Doelen van een inlegzool
Plantaire voetorthesen zijn een individueel vervaardigd medisch hulpmiddel die een functioneel
geheel vormen met de schoenen.
Voorgeschreven na vaststelling van een klinisch beeld ( gelinkt aan de voeten )
Gebruikt ter preventie van voetafwijkingen, revalidatie van een trauma, operatie of afwijkende
lichaamshouding
Gespecialiseerd arts ( geen huisarts ): patiënt onderzoeken ( functieonderzoek ) + voorschrift
opstellen → recht op terugbetaling
Verstrekker : testen bewegelijkheid gewrichten + spiertesten
Doel afhankelijk van patiënt en de verstrekker
, 1.2.1 Ondersteunende werking ( supporting foot orthoses )
Passieve werking: voetgewelven in stand houden
• Transversaal gewelf ( dwarsboog )
• Mediaal (lengte)gewelf
• Ook bij belasting
Optimale stand is afhankelijk van pathologie en patiënt
Doel: klachten verminderen of verdwijnen
Gebruik : personen van middelbare leeftijd
Indicaties :
• Slechte voetposities ( pes planovalgus, pes transversoplanus, pathologische veranderingen voet )
• Afwijkende lichaamshouding
• Knieproblemen
• Verzwakte gewrichtsbanden en/of spieren => gewelfstructuren voet blijven niet behouden
• Dunne lijn tussen ondersteunen en corrigeren
1.2.1.1 ondersteuning van het transversaal gewelf : transversale pelotte of metatarsaalsteun
MTP II tot IV
• Druppelpelotte
• T-pelotte
• AKA : (meta)pad of voetsteun
→ manier waarop het gebeurt en benaming afhankelijk van de grootte/vorm van het element
Gebruik pelotte : verhoging t.h.v. de voorvoet, proximaal van de metatarsaalkoppen
Doel : dwarsboog terug naar een optimale positie brengen en de metatarsaalkoppen ontlasten
MTP I tot V
• Retrocapitaalsteun(bar) : RCTB of transversaalsteun
• AKA : metatarsaalbar, metabar, retrobar, metatarsaalsteun, voorvoetsteun...
Biedt ondersteuning aan alle metatarsaalkoppen waardoor het effect heeft op de volledige
transversaalboog
, Vereiste materiaaleigenschappen :
• Zachte materialen met zo weinig mogelijk kruip vb. schuimen
Beschikbaar in
• Verschillende groottes
• Verschillende hardheden
• Maken uit plaatmateriaal bij afwijkende vormen
Na het positioneren op inlegzool bijgeschuurd tot ze een mooi geheel vormen met deze zool
1.2.1.2 Ondersteuning van het mediaal gewelf
Schelpvorm ( mediaal en lateraal verhoogde randen t.h.v. de achtervoet ) :
- Ophoging mediale zijde ( middenvoet )→ lengtegewelf ondersteunen
- Ophoging laterale zijde → tegendruk om afglijden van de voet te voorkomen
Doel : optimale stand van de gewelfstructuren en gewrichten te bereiken
Vb. pes planvalgus : hierbij moet de achtervoet opnieuw worden rechtgezet
→ ondersteuning aanbrengen onder het sustentaculum tali
Ondersteuning mediaal gewelf kan gecombineerd worden met een ondersteuning van het
transversaal gewelf :
Materiaal met weinig kruip → vormvast vb. kurk, schuimen, thermoplasten
Hoeveel? Afhankelijk van patiënt /pathologie /rigiditeit voet
→ bepalen a.d.h.v anamnesegesprek en klinisch onderzoek
1.2.2 Corrigerende werking
Doel : vervorming van de voet te stoppen, te verminderen of te verbeteren
Hoe ? door gebruik te maken van drukvlakken ( bepaald via driepuntsprincipe ) voet terug naar zijn
theoretisch fysiologische positie brengen
Corrigeerbare voet = Zachte weefsels en botstructuren laten correctie toe
→ testen via klinisch onderzoek
Kinderen :
• gebruikt in de groeifase om aangeboren of verworven voetmisvormingen tegen te gaan
Volwassenen
• Streven naar maximale correctie → neutrale stand niet altijd mogelijk
• Botstructuren en wekedelen zijn rigider