Week 1 Opsporing, controle en nemo-tenetur
Strafprocesrecht = geheel van regels die betrekking hebben op de toepassing van het materiële
strafrecht in een concreet geval
Hoofddoel: zorgen dat schuldigen bestraft worden en onschuldigen niet
Nevenfuncties:
o Speciale en generale preventie
Speciale preventie = dat de dader in het gevolg het strafbare feit niet nog een
keer pleegt
Generale preventie = dat de rest van de samenleving ervan wordt
weerhouden om het strafbare feit te plegen, omdat ze zien wat voor straf
erop staat
o Voorkomen van eigenrichting
o Orde schappen bij maatschappelijke onrust
o Genoegdoening voor het slachtoffer
Structuur strafprocesrecht:
1. Voorbereidend onderzoek
2. Vervolging
3. Berechting in eerste aanleg
4. Rechtsmiddelen
Verdachte art. 27 lid 1 Sv, 3 elementen:
- Strafbaar feit
- Redelijk vermoeden (van schuld)
- Feiten en omstandigheden
Verhoor = alle vragen betreffende diens betrokkenheid bij een geconstateerd strafbaar feit die door
een opsporingsambtenaar aan een als verdachte aangemerkt persoon worden gesteld (HR verhoor).
4 elementen:
- Vragen
- Gericht aan een als verdachte aangemerkt persoon
- Over diens betrokkenheid bij een strafbaar feit
- Vragen worden gesteld in een rechtstreekse confrontatie tussen opsporingsambtenaar en
verdachte
SPRAKE VAN VERHOOR? DAN CAUTIE
,Art. 29 Sv pressieverbod, zwijgrecht en cautie
Art. 132a Sv opsporing:
- Onderzoek in verband met strafbare feiten
- Onder gezag van de OvJ
- Met als doel het nemen van strafvorderlijke beslissingen
Soorten opsporing:
Reactief: bv door aangifte, politie treedt op naar aanleiding van een redelijk vermoeden van
een strafbaar feit
Proactief: strafbaar feit is nog niet gepleegd, in bepaalde kringen worden misdaden
georganiseerd, het voorkomen hiervan is proactieve opsporing
Repressieve controle = bv alcoholcontrole
Preventieve controle = toezicht, geen opsporing
Bij controle kan er meewerkplicht gelden (bv art. 177 lid 2 sub a WVW), terwijl bij opsporing
de verdachte zwijgrecht heeft en recht op cautie
Nemo teneturbeginsel: niemand kan worden gedwongen om mee te werken aan zijn eigen
veroordeling (let op: het mag wel) niet vastgelegd in NL recht maar wel in EU verdragen Art. 14
lid 3 sub g IVBPR en art. 6 EVRM
HR fishing expedition = schending nemotenetur beginsel, documenten worden
wilsafhankelijk geacht omdat de overheid niet weet van het bestaan ervan
EHRM Saunders nemotenetur beginsel strekt zich niet uit tot wilsonafhankelijk materiaal
(verklaringen op grond van meewerkingsplicht voor het ontstaan van een verdenking zijn
wilsonafhankelijk)
EHRM Jalloh wilsonafhankelijk materiaal verkregen dmv disproportionele mate van dwang
= schending nemo tenetur
EHRM Funke schending nemo tenetur, overheid wist niet dat documenten bestonden
maar gaven wel opdracht om deze over te dragen
HR biometrisch ontgrendelen smartphone plaatsen van duim van verdachte op telefoon is
geen schending van nemotenetur
Instapeisen nemo tenetur:
- Sprake van dwang of druk waaronder iemand een verklaring af heeft gelegd of mee heeft
moeten werken. 3 vormen van dwang:
o Medewerkingsplicht
o Psychologische druk
o Omzeilen van rechten (bv opsporingsambtenaar als zijnde ‘gedetineerde’ bij iemand
in de cel zetten om zo bewijs te verkrijgen)
, - Er moet sprake zijn van criminal charge lopend strafrechtelijk onderzoek tegen de
verdachte
Beoordelen Nemo tenetur (EHRM Jalloh / Duitsland)
1. Aard en mate van de dwang
2. Aanwezigheid van relevante waarborgen in de procedure
3. De wijze waarop de verkregen informatie is gebruikt
4. (publiek belang bij het opsporen, vervolgen en bestraffen van het betreffende delict)
Wilsafhankelijk materiaal = bewijs dat afhankelijk is van de wil van de verdachte (bv verklaring want
die zit alleen in het hoofd van de verdachte zelf), dit valt onder het nemo teneturbeginsel
Overgangen
- Sfeerovergang: toezicht gaat over in opsporing
o Binnen dezelfde (bijzondere) wet zuivere sfeerovergang
o Overgang naar een andere wet
- Sfeercumulatie: ook als iemand al verdacht wordt van een strafbaar feit, staat het niet in de
weg aan het gebruik van controlebevoegdheden, mits waarborgen in acht worden genomen
(rechtsbijstand, nemo tenetur, zwijgrecht, verbod op detournement de pouvoir)
o HR controle vs opsporing
- Voortgezette toepassing: je ‘verandert van wet’; als de rechtmatige uitoefening van een
wettelijke bevoegdheid ertoe leidt dat aan de voorwaarden voor toepassing van een andere
bevoegdheid is voldaan, mag ook die andere bevoegdheid worden uitgeoefend
o Type a: strafrechtelijke bevoegdheid vindt plaats obv een bijzondere wet en dezelfde
opsporingsambtenaar constateert een strafbaar feit dat buiten het bereik van de
bijzondere wet ligt
o Type b: bestuursrechtelijk toezicht bijzondere wet (door opsporingsambtenaar) leidt
tot redelijke verdenking van een strafbaar feit buiten die wet moet wel aan
opsporingsbevoegdheid worden voldaan (verbod op detournement de pouvoir) (HR
geweer)
HR geweer voortgezette toepassing is toegestaan, mits het strafbare feit
waarvoor van wet geswitcht wordt per toeval wordt ontdekt (niet bij toeval
ontdekt = detournement de pouvoir)
HR controle vs opsporing controlebevoegdheid mag niet uitsluitend
ingezet zijn om opsporingsbevoegdheden uit een andere wet te gebruiken
HR moerlander: bij selectie van te controleren personen mag geen
onderscheid worden gemaakt op levensovertuiging, ras of godsdienst
HR dynamische verkeerscontrole zolang controlebevoegdheid mede
gebruikt wordt ter controle is de uitoefening rechtmatig
Detournement de pouvoir = als je een controlebevoegdheid inzet in het kader van opsporing, dit is
toegestaan tenzij je het uitsluitend voor de opsporing (dus een ander doel) gebruikt. (HR dynamische
verkeerscontrole geeft grens)