100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached 4.2 TrustPilot
logo-home
Summary

Samenvatting Meer dan onderwijs

Rating
-
Sold
-
Pages
19
Uploaded on
19-03-2025
Written in
2023/2024

Deze samenvatting is gemaakt voor het vak onderwijskunde van de P-fase van de Pabo. Hierin lees je de verschillende scholen, pedagogen, leertheorieën, ontwikkelingspsychologie, mensbeelden, organisatie van een school, mens en maatschappijbeelden en een stukje geschiedenis van het ontstaat van de basisschool.

Show more Read less
Institution
Course










Whoops! We can’t load your doc right now. Try again or contact support.

Connected book

Written for

Institution
Study
Course

Document information

Summarized whole book?
No
Which chapters are summarized?
1, 8, 10, 11
Uploaded on
March 19, 2025
Number of pages
19
Written in
2023/2024
Type
Summary

Subjects

Content preview

Onderwijskunde 1
Een stukje geschiedenis
In de Romeinse tijd gingen alle van hun zevende tot hun 12e naar school. In Nederland werd pas eind
15e eeuw een begin gemaakt met het stichten van scholen. De belangrijkste uitvinding voor het
onderwijs was de boekdrukkunst deze heeft eind 16e eeuw een enorme boost gegeven. Het was
belangrijk dat mensen zelf de bijbel konden lezen, dus daarom werd het leesonderwijs erg belangrijk.
Door handel werd ook het rekenen in de 16e eeuw belangrijk. Aan het eind van de 17e eeuw en
gedurende de 18e eeuw kwam de verlichting centraal te staan. Verschillende filosofen uit die tijd
legden de basis voor een manier van denken die nu nog steeds wordt gehanteerd. Door gebruik te
maken van de rede en het gezond verstand was het mogelijk de waarheid te achterhalen Descartes
zei: Ik denk dus ik ben. De verlichting zorgde ervoor dat de nadruk in het onderwijs kwam te liggen op
het leren denken in plaats van het reproduceren. Leerlingen moesten gestimuleerd worden om zelf
op zoek te gaan naar de waarheid. In de 19e eeuw nam het aantal vakken toe. Het werd steeds
lastiger elke leerling apart aandacht te geven. Er werd nagedacht over een efficiëntere wijze van
lesgeven wat leidde tot het klassikaal onderwijs, alle leerlingen kregen op hetzelfde moment dezelfde
uitleg, waardoor het niet meer nodig was om elke leerling apart te instrueren. Begin 20e eeuw
kwamen er meer vormen van onderwijs. Centraal in die ontwikkelingen stond de aandacht voor het
individu. Ook werd er meer aandacht besteed aan gelijkheid. De overheid zag het onderwijs meer en
meer als een belangrijk instrument waarmee de ontwikkeling van de samenleving gestuurd kon
worden. De Mammoetwet werd ingevoerd, dat betekende het samenvoegen van de kleuterschool en
lagere school tot de basisschool. Eind 20e eeuw kwam de automatisering ook op scholen gebruiken
ze nu technologie.

Vrijheid van inrichten van onderwijs
Begin 19e eeuw ontstond er een tweedeling in het onderwijslandschap, met aan de ene kant het
openbaar onderwijs en aan de andere kant het bijzonder onderwijs (bijvoorbeeld christelijke
katholieke en later ook islamitische scholen). Het openbaar onderwijs werd gefinancierd door de
overheid en het bijzonder onderwijs niet. In 1919 werd de volledige gelijkstelling van het openbaar
en bijzonder onderwijs in de wet vastgesteld. Alle scholen in Nederland dienen zich aan de
voorwaarden te houden die in verschillende wetten zijn opgenomen, ook alle scholen worden
gefinancierd vanuit de staatskas. De gelijkstelling van het openbaar en bijzonder onderwijs is in artikel
23 van de grondwet opgenomen.

Het ontstaan van de basisschool
In 1920 werd de lager onderwijswet aangenomen. In deze wet werd het lager onderwijs in Nederland
geregeld, maar hier hoorde het kleuteronderwijs niet bij, wel waren er instanties die de
bewaarschool heten. In de jaren 60 werd bedacht dat kleuterscholen meer moesten doen als
voorbereiding op het leesonderwijs. Kleuterscholen en lagere scholen groeiden steeds meer naar
elkaar toe. In de jaren 70 werd bedacht dat het beter was om een school te maken van de
kleuterschool en de basisschool. In 1985 werd de Wet op het basisonderwijs ingevoerd en gingen de
kinderen niet eerst naar de kleuterschool en daarna naar de lagere school, maar begon de
schoolcarrière van elk kind in groep 1 van de basisschool.
Rond 1985 besloten scholen te gaan fuseren dit samengaan van scholen wordt schaalvergroting
genoemd. Lump sum betekent dat alle scholen van de regering geld krijgen. Het bedrag wordt
bepaalt door het aantal leerlingen dat op de school zit. Scholen kunnen dat geld vrij besteden.

,10.2 een stukje geschiedenis
In de late middeleeuwen stond het onderwijs in dienst van de kerk. Met vakken zoals zingen,
geloofskennis, lezen en schrijven en soms rekenen.
In de 16e eeuw hebben we 5 ontwikkelingen grote invloed gehad op het onderwijs. De uitvinding van
de boekdrukkunst, de uitbreiding van de wetenschap, de ontdekkingstochten, de hervorming en de
opkomst van de burgerij in nijverheid en handel. Het rekenonderwijs werd belangrijk door de sterke
uitbreiding van nijverheid en handel.
In de 18e eeuw kwam een stroming op die de rede centraal stelde. Deze stroming werd de verlichting
genoemd. In het onderwijs kwam de nadruk te liggen op het leren denken.
In de 19e eeuw kwamen steeds meer vakken op het lesrooster. Daarbij streefde men naar efficiëntie:
voor elke leerling dezelfde stof op hetzelfde moment. Zo ontstond het klassikaal onderwijs.
Als reactie op het klassikaal onderwijs kwam in de 20e eeuw het individuele kind meer centraal te
staan. De Mammoetwet: invoering van de basisvorming, de samenvoeging van kleuterschool en
lagere school tot de basisschool, de pabo, de invoering van vraag financiering voor
onderwijsbegeleiding en de bachelor master structuur. In de tweede helft van de 20e eeuw trok de
overheid zich meer terug.

11.2 verandering als proces
Onderwijs is een voortdurend proces van verandering, verbetering en vernieuwing. Enerzijds moet
het onderwijs niet te snel veranderen want de school geeft de cultuur door, anderzijds moet het
onderwijs kinderen voorbereiden op een toekomst die we nog niet kennen. Deze spanning tussen
conservatisme en innovatie maakt de ontwikkeling van het onderwijs erg interessant.

11.2.1 de Nederduitse scholen
Vanaf het begin van de 17e eeuw kwamen er steeds meer scholen voor elementair onderwijs deze
heette de Nederduitse scholen, daarnaast bestonden er ook nog Latijnse en Franse scholen. Deze
scholen werden bezocht door welgestelde kinderen en alleen maar jongens. Het belangrijkste vak op
de Nederduitse school was godsdienst onderwijs, dit kwam omdat de dominante groep In de
samenleving en de politiek de calvinisten waren. Ook In de 18e eeuw was dit het belangrijkste doel
van het onderwijs.

11.2.2 Openbare en bijzondere scholen
In de loop van de tijd kregen openbare scholen, dus de scholen die van de overheid uitgingen een
meer neutraal karakter wel nog steeds christelijke normen en waren waarden, omdat dit ook de
heersende maatschappij was. Veel ouders hadden moeite met de onchristelijking op het openbaar
onderwijs en daarom stichtten ze eigen scholen. Dat waren bijzondere scholen. De ouders moesten
deze scholen zelf bekostigen terwijl de openbare scholen hun bekostiging kregen van de overheid. In
1920 waren de openbare en bijzondere scholen voor de wet gelijk. In 1857 werd bij wet bepaald dat
openbare scholen neutraal moesten zijn.

11.2.3 De vrijheid van inrichting van onderwijs
In de grondwet van 1848 werd de vrijheid van richting en inrichting van het onderwijs opgenomen,
hiermee werd formeel het recht op het stichten van een school met een eigen signatuur, een
bijzondere school grondwettelijk verankerd. De school moest nog steeds zelf betaald worden en
kreeg geen subsidie. In 1878 werd er een wet ingediend die het doel had technische en hygiënische
verbeteringen in scholen aan te brengen. Deze eisen golden ook voor de bijzondere scholen, zij
kregen hier geen geld voor de openbare scholen wel.

, 11.2.4 De gelijkstelling
In 1889 kwam er een wet die gedeeltelijk de kosten voor het bijzonder onderwijs regelde, het
schoolgebouw kwam niet in aanmerking voor een subsidie. In 1919 werd de volledige gelijkstelling
tussen openbaar en bijzonder onderwijs vastgelegd. De scholenstrijd was voorbij.

11.2.5 Van kleuter- en lagere school naar basisschool
De lager onderwijswet van 1920 regelde het lager onderwijs. Alle kinderen vanaf 6 jaar hadden recht
op dit onderwijs. Het onderwijs was gebaseerd op het systeem van leerstofjaarklassen: alle kinderen
van een bepaalde klas kregen dezelfde stof aangeboden en moesten die in dezelfde tijd verwerken;
wie niet mee kon, bleef zitten. In 1956 kwam er voor het kleuteronderwijs een wettelijke regeling,
daarmee werd er een einde gemaakt aan de betrekkelijke vrijheid die de schoolsoort had. De scholen
moesten een speel en werkplan opstellen, het personeel moest bevoegd zijn en de kinderen mochten
pas op vierjarige leeftijd worden toegelaten. In de jaren 60 kwam er internationaal een ontwikkeling
op gang om de voorschoolse periode meer productief te maken. De kinderen moesten in klas 1
(groep 3) leren lezen en op de kleuterschool moesten ze daarvoor voorbereidende leeswerkbladen
maken. In andere ontwikkeling was de invoering van de speelleerklas in het eerste jaar van de lagere
school. De bedoeling was om de overgang tussen de kleuterschool en de lagere school voor de
kinderen soepeler te Laten verlopen. In de jaren 70 kwam het idee van de integratie naar voren. De
kleuter en lagere school moesten opgaan in een nieuwe school, de basisschool, die de kinderen een
continue ontwikkeling gedurende 8 jaar moest garanderen. In 1985 werd de wet op het
basisonderwijs ingevoerd, waarmee de kleuter en lagere school verdwenen. Hierdoor verdwenen ook
de opleidingen voor het kleuteronderwijs en de lagere school en ontstond de PABO.

11.2.6 Naar grotere scholen: schaalvergroting
Tussen 1975 en 1985 werden de gezinnen steeds kleiner, waardoor er ook minder leerlingen waren.
De reden voor de schaalvergroting was dat scholen meer zeggenschap zouden krijgen over hun eigen
financiën, ook hun zelfstandigheid en eigen beleidsvoerend vermogen zouden toenemen. De slogan
werd: scholen moeten economisch groot en pedagogisch klein zijn. Het probleem was dat alle kleine
scholen zouden verdwijnen. De leerlingdichtheid is het aantal basisschoolleerlingen gedeeld door het
aantal vierkante meters.
Dit beleid leidde in veel steden tot fusies. Fusies van schoolbesturen en vaak ook van scholen.
Bestuursfuncties vonden meestal zuilair plaats. Scholen met dezelfde levensbeschouwelijke identiteit
zochten elkaar op. Ook werd incidenteel samenwerken tussen bijzondere en openbare scholen
gezocht. Deze samenwerkingsscholen kwamen vaak meer uit nood tot elkaar dan uit principe en
werden bestuurlijk altijd een bijzondere school. Ook zijn op een aantal plaatsen scholenbesturen van
primair en voortgezet onderwijs fusies aangegaan. Voor de overheid betekende schaalvergroting in
de eerste plaats kostenbesparing. In de eerste helft van de jaren 90 werd het beleid gepropageerd
met de slogan: toerusting en bereikbaarheid. In de scholen gaf het vooral onrust.

11.2.7 Naar autonome scholen
In de loop van de twintigste eeuw zijn er meer regels en wetten gekomen. Daarmee wilde de
overheid in een ingewikkeld wordende maatschappij Iedereen zo eerlijk mogelijk behandelen.
Deze regels waren niet alleen lastig maar kostten de overheid ook veel inspanning en geld. Binnen het
kader van vereenvoudigde wet en regelgeving mochten de lagere overheden en maatschappelijke
organisaties nu hun eigen regels vaststellen. Door deze operaties hadden ouders in de
scholenorganisatie meer te zeggen. In het verlengde hiervan werd de eigen inbreng van leraren
vergroot wat betreft de inrichting van het onderwijs en de besteding van de gelden. Er was minder
financieel risico voor de overheid en meer zeggenschap voor de scholen. We spreken in dit verband
van deregulering en decentralisatie. In 2002 werd een nieuwe wet aangenomen die aansloot bij de
$6.94
Get access to the full document:

100% satisfaction guarantee
Immediately available after payment
Both online and in PDF
No strings attached

Get to know the seller
Seller avatar
nikkil2

Get to know the seller

Seller avatar
nikkil2 Leidse onderwijsinstelling
Follow You need to be logged in order to follow users or courses
Sold
0
Member since
8 months
Number of followers
0
Documents
5
Last sold
-

0.0

0 reviews

5
0
4
0
3
0
2
0
1
0

Why students choose Stuvia

Created by fellow students, verified by reviews

Quality you can trust: written by students who passed their tests and reviewed by others who've used these notes.

Didn't get what you expected? Choose another document

No worries! You can instantly pick a different document that better fits what you're looking for.

Pay as you like, start learning right away

No subscription, no commitments. Pay the way you're used to via credit card and download your PDF document instantly.

Student with book image

“Bought, downloaded, and aced it. It really can be that simple.”

Alisha Student

Frequently asked questions