Geschreven samenvatting say hi to ai:
Week 1:
Strategic communication = alle communicatie die essentieel is voor het voortbestaan en het
succes van een entiteit.
Entity = deelnemer aan strategische communicatie moet meedoen aan:
1. Sfeer van verantwoordelijkheid
2. Een betwist doel
3. Beperkte middelen
Communicatie = een interactieve manier van het vormen van meningen.
3 communicatiemodellen van Ruller.
1. One-way transmission model: Eenzijdige communicatie waarbij de zender een
boodschap uitzendt en de ontvanger deze passief ontvangt (bijv. een persbericht of
reclame). Geen feedback
2. Two-way process: Er is interactie tussen zender en ontvanger, waarbij beide partijen
feedback kunnen geven en ontvangen (bijv. een klant die reageert op een social media-
post van een bedrijf).
3. Omnidirectional diachronic process: Communicatie als een dynamisch en
voortdurend proces waarin meerdere sociale actoren betrokken zijn. Dit gaat verder
dan directe interactie en draait om de manier waarop betekenis en normen zich in de
samenleving ontwikkelen over tijd (bijv. hoe de publieke opinie over duurzaamheid en
bedrijfsverantwoordelijkheid verandert).
Owned media = betaalde media zoals:
- Advertenties
- Gesponsorde inhoud
- Podcasts
- Newsletters
Earned media =
- Pers aandacht
- Reviews
- Ugc content
- Organische influencers
Paid media:
- Advertising
- Seo
- Sponsored content
- Paid publishing
Conversations and actions:
- Communication is not limited to formal messages
- Actions also convey meaning
- Actions speak loader than words
Wat maakt een issue strategisch?
- Resource driven: vereist het schaarse middelen?
, - Competition driven: biedt het concurrentievoordeel? Betekent het dat je concurrentie
hebt.
- Environment driven: reageert het op externe factoren, zoals politieke opschudding.
- Risk driven: leidt het tot hoge risico’s of crisis?
- Innovation driven: brengt het verstorende innovaties
- Engagement driven: beïnvloedt het stakeholders?
- Operationally driven: wijzigt het fundamenteel processen.
Strategic communication management:
1. Productkwaliteit
2. Problemen met productie process
3. Concurrentie controle
4. Unnoticed issues
Ai kan hierbij helpen
Ai = een machine die poging doet menselijke intelligentie na te bootsen.
Ai is een strategic issue!! OMDAT
- Environmental driven
- Risk driven
- Competition driven
- Innovation driven
- Engagement driven
- Operationally driven
Demystificatie benadering =
- Behandelt ai meer als een technische tool
- Focust op de data en uitkomst
Antropomorfisme = ai wordt gezien als iets dat menselijke kenmerken kan hebben.
- Het geeft ai menselijke eigenschappen
Effectance motication =
- The fundamentele menselijke behoefte om onze omgeving te controleren
- Antropomorphisme helpt om de wereld minder complex te laten lijken
Autonomie = in hoeverre ai kan handelen zonder tussenkomst
Levels van autonomie voorbeeld:
1. Kan voorspellen dat een voetganger de straat over wil gaan steken
2. Beveelt de chauffeur aan te remmen
3. Beslist om te remmen, als de chauffeur dit niet doet.
Adaptiviteit = vermogen om te leren en te evalueren na implementatie
Ai beïnvloed kerncompetenties schrijven en visualiseren
Levels van adaptiviteit:
1. Rule based email systems
If email contains “unsubscribe”
2. Adaptive email systems
, Using user behavior (moving emails to spam) to continuously refine filters.
Agency = handelingsvermogen = act with intent
- Zelfcontrole
- Denken
- Communiceren
- Memory
- Morality
- Planning
- Communicatie
Experience = ervaringsvermogen = feel sense
- Voelen/beleven
- Persoonlijkheid
- Honger, pijn, genot
- Verlangen
- Bewustzijn
Week 2:
- General ai
- Narrow ai
General AI vs. Narrow AI
1. General AI (Artificial General Intelligence, AGI) = strong ai
o Dit is een type kunstmatige intelligentie dat mensachtige cognitieve
vaardigheden bezit.
o AGI kan zelfstandig leren, redeneren, problemen oplossen en zich aanpassen
aan nieuwe situaties zonder expliciete programmering.
o Het doel van AGI is om intelligentie te hebben die niet beperkt is tot specifieke
taken, maar breed inzetbaar is zoals een menselijk brein.
o Voorbeelden: AGI bestaat nog niet, maar hypothetische voorbeelden zijn de AI
uit films zoals Her of Westworld.
2. Narrow AI (Artificial Narrow Intelligence, ANI) = weak ai
o Dit is AI die is ontworpen voor specifieke taken en geen algemene intelligentie
heeft. Geen menselijke eigenschappen
o ANI kan zeer goed presteren binnen een bepaald domein, maar kan zich niet
buiten dat domein aanpassen.
o De meeste huidige AI-systemen vallen onder ANI.
o Voorbeelden: ChatGPT, gezichtsherkenning, spraakassistenten zoals Siri, AI
die medische scans analyseert.
Functional question = “how does ai operate”
Ontological questions = “what is the nature of ai”
Related questions = “how do we relate to ai”
Week 1:
Strategic communication = alle communicatie die essentieel is voor het voortbestaan en het
succes van een entiteit.
Entity = deelnemer aan strategische communicatie moet meedoen aan:
1. Sfeer van verantwoordelijkheid
2. Een betwist doel
3. Beperkte middelen
Communicatie = een interactieve manier van het vormen van meningen.
3 communicatiemodellen van Ruller.
1. One-way transmission model: Eenzijdige communicatie waarbij de zender een
boodschap uitzendt en de ontvanger deze passief ontvangt (bijv. een persbericht of
reclame). Geen feedback
2. Two-way process: Er is interactie tussen zender en ontvanger, waarbij beide partijen
feedback kunnen geven en ontvangen (bijv. een klant die reageert op een social media-
post van een bedrijf).
3. Omnidirectional diachronic process: Communicatie als een dynamisch en
voortdurend proces waarin meerdere sociale actoren betrokken zijn. Dit gaat verder
dan directe interactie en draait om de manier waarop betekenis en normen zich in de
samenleving ontwikkelen over tijd (bijv. hoe de publieke opinie over duurzaamheid en
bedrijfsverantwoordelijkheid verandert).
Owned media = betaalde media zoals:
- Advertenties
- Gesponsorde inhoud
- Podcasts
- Newsletters
Earned media =
- Pers aandacht
- Reviews
- Ugc content
- Organische influencers
Paid media:
- Advertising
- Seo
- Sponsored content
- Paid publishing
Conversations and actions:
- Communication is not limited to formal messages
- Actions also convey meaning
- Actions speak loader than words
Wat maakt een issue strategisch?
- Resource driven: vereist het schaarse middelen?
, - Competition driven: biedt het concurrentievoordeel? Betekent het dat je concurrentie
hebt.
- Environment driven: reageert het op externe factoren, zoals politieke opschudding.
- Risk driven: leidt het tot hoge risico’s of crisis?
- Innovation driven: brengt het verstorende innovaties
- Engagement driven: beïnvloedt het stakeholders?
- Operationally driven: wijzigt het fundamenteel processen.
Strategic communication management:
1. Productkwaliteit
2. Problemen met productie process
3. Concurrentie controle
4. Unnoticed issues
Ai kan hierbij helpen
Ai = een machine die poging doet menselijke intelligentie na te bootsen.
Ai is een strategic issue!! OMDAT
- Environmental driven
- Risk driven
- Competition driven
- Innovation driven
- Engagement driven
- Operationally driven
Demystificatie benadering =
- Behandelt ai meer als een technische tool
- Focust op de data en uitkomst
Antropomorfisme = ai wordt gezien als iets dat menselijke kenmerken kan hebben.
- Het geeft ai menselijke eigenschappen
Effectance motication =
- The fundamentele menselijke behoefte om onze omgeving te controleren
- Antropomorphisme helpt om de wereld minder complex te laten lijken
Autonomie = in hoeverre ai kan handelen zonder tussenkomst
Levels van autonomie voorbeeld:
1. Kan voorspellen dat een voetganger de straat over wil gaan steken
2. Beveelt de chauffeur aan te remmen
3. Beslist om te remmen, als de chauffeur dit niet doet.
Adaptiviteit = vermogen om te leren en te evalueren na implementatie
Ai beïnvloed kerncompetenties schrijven en visualiseren
Levels van adaptiviteit:
1. Rule based email systems
If email contains “unsubscribe”
2. Adaptive email systems
, Using user behavior (moving emails to spam) to continuously refine filters.
Agency = handelingsvermogen = act with intent
- Zelfcontrole
- Denken
- Communiceren
- Memory
- Morality
- Planning
- Communicatie
Experience = ervaringsvermogen = feel sense
- Voelen/beleven
- Persoonlijkheid
- Honger, pijn, genot
- Verlangen
- Bewustzijn
Week 2:
- General ai
- Narrow ai
General AI vs. Narrow AI
1. General AI (Artificial General Intelligence, AGI) = strong ai
o Dit is een type kunstmatige intelligentie dat mensachtige cognitieve
vaardigheden bezit.
o AGI kan zelfstandig leren, redeneren, problemen oplossen en zich aanpassen
aan nieuwe situaties zonder expliciete programmering.
o Het doel van AGI is om intelligentie te hebben die niet beperkt is tot specifieke
taken, maar breed inzetbaar is zoals een menselijk brein.
o Voorbeelden: AGI bestaat nog niet, maar hypothetische voorbeelden zijn de AI
uit films zoals Her of Westworld.
2. Narrow AI (Artificial Narrow Intelligence, ANI) = weak ai
o Dit is AI die is ontworpen voor specifieke taken en geen algemene intelligentie
heeft. Geen menselijke eigenschappen
o ANI kan zeer goed presteren binnen een bepaald domein, maar kan zich niet
buiten dat domein aanpassen.
o De meeste huidige AI-systemen vallen onder ANI.
o Voorbeelden: ChatGPT, gezichtsherkenning, spraakassistenten zoals Siri, AI
die medische scans analyseert.
Functional question = “how does ai operate”
Ontological questions = “what is the nature of ai”
Related questions = “how do we relate to ai”