Samenvatting HOP
Verjaring:
1. Vernietigende = Praescriptio.
2. Verkrijgende = usucapio.
Vermogen:
1. Schulden
2. Relatieve rechten
3. Absolute rechten
Droit de suite = zaaksgevolg.
Droit de preference = voorrangsrecht.
Acties:
1. Persoonlijk (verbintenissenrecht, relatieve rechten, persoonlijke rechten).
2. Zakelijk (goederenrecht, absolute rechten, zakelijk recht).
Superficies solo cedit = de eigendom van het met de grond verbondene komt toe aan de
eigenaar van de grond. (natrekking)
Codictio sine causa = ongerechtvaardigde verrijking.
Schatvinding:
- Oorspronkelijke eigenaar kan niet meer worden opgespoord
- Geen actieve herinnering meer aan de ‘schat’
Levering :
1. Consitutum possessarium
2. Traditio brevi manu
3. Traditio longa manu
Soorten rechten:
1. Absolute rechten
A. Inroepen tegenover iedereen
B. Altijd rechten op goederen
C. Eigendomsrecht & beperkte rechten
D. Gesloten stelsel
3. Relatieve rechten
A. Alleen inroepen tegenover wederpartij
B. Op grond van contract of onrechtmatige daad
Interpolaties = het automatisch weglaten van (delen van) stukken.
,Bezitsverkrijging: (corpore et animo)
1. Animus = de wil om de zaak voor zichzelf te houden
2. Corpus = feitelijke heerschappij (macht)
Bezitsverkrijging van roerende zaken:
1. Feitelijke overgave (3:90 BW)
2. Traditio symbolcia (3:114 BW)
3. Tweezijdige verklaring (3:115 BW)
A. Levering CP
B. Levering bevi manu
C. Levering longa manu
4. Inbezitneming (ondubbelzinnige/duidelijke feitelijke heerschappij gedurende tijdsduur)
Artikel 3:84 lid 1 BW (overdracht van een goed):
• Levering
• Krachtens geldige titel (vaak een overeenkomst)
• Verricht door hem die bevoegd is over het goed te beschikken
Eigendomsoverdracht:
1. Mancipatio
A. Beschikkingsbevoegdheid
B. Formele rituelen (5 getuigen, attributen en bepaalde worden uitspreken). Dit
diende als publiciteit.
C. Geen geldige titel noodzakelijk
D. Grond in Italië/4 voettig vee/slaven/landelijke erfdienstbaarheden (res mancipi)
2. Iure sessio (schijnproces)
3. Traditio
A. Beschikkingsbevoegdheid
B. Geldige titel
C. Levering
D. Res nec mancipi
Nemo Causam (niemand kan de oorzaak van zijn heerschappij op zijn eentje voor zichzelf
wijzigen).
Voorwaarden:
1. Opschortende voorwaarden (hij wordt eigenaar als iemand na 1 jaar niet wordt
vrijgelaten)
2. Ontbindende voorwaarden (na 1 jaar iemand vrijlaten anders geen eigenaar meer)
, Legaten: (klassieke Romeinse recht)
1. Vindicatielegaat = op het tijdstip van overlijden gaat het eigendom direct over van de
erflater naar de legataris (legaat heeft absolute werking - zakelijk recht). "Ik geef" en
legateer".
A. Revindicatie
2. Damnatielegaat = het hele vermogen van de erflater gaat over naar de erfgenaam, maar
de erfgenaam heeft een verplichting tot levering aan de legataris. Legataris heeft een recht
op levering. (Persoonlijk recht van legataris).
A. Actio ex testamento
Verjaring:
1. Vernietigende = Praescriptio.
2. Verkrijgende = usucapio.
Vermogen:
1. Schulden
2. Relatieve rechten
3. Absolute rechten
Droit de suite = zaaksgevolg.
Droit de preference = voorrangsrecht.
Acties:
1. Persoonlijk (verbintenissenrecht, relatieve rechten, persoonlijke rechten).
2. Zakelijk (goederenrecht, absolute rechten, zakelijk recht).
Superficies solo cedit = de eigendom van het met de grond verbondene komt toe aan de
eigenaar van de grond. (natrekking)
Codictio sine causa = ongerechtvaardigde verrijking.
Schatvinding:
- Oorspronkelijke eigenaar kan niet meer worden opgespoord
- Geen actieve herinnering meer aan de ‘schat’
Levering :
1. Consitutum possessarium
2. Traditio brevi manu
3. Traditio longa manu
Soorten rechten:
1. Absolute rechten
A. Inroepen tegenover iedereen
B. Altijd rechten op goederen
C. Eigendomsrecht & beperkte rechten
D. Gesloten stelsel
3. Relatieve rechten
A. Alleen inroepen tegenover wederpartij
B. Op grond van contract of onrechtmatige daad
Interpolaties = het automatisch weglaten van (delen van) stukken.
,Bezitsverkrijging: (corpore et animo)
1. Animus = de wil om de zaak voor zichzelf te houden
2. Corpus = feitelijke heerschappij (macht)
Bezitsverkrijging van roerende zaken:
1. Feitelijke overgave (3:90 BW)
2. Traditio symbolcia (3:114 BW)
3. Tweezijdige verklaring (3:115 BW)
A. Levering CP
B. Levering bevi manu
C. Levering longa manu
4. Inbezitneming (ondubbelzinnige/duidelijke feitelijke heerschappij gedurende tijdsduur)
Artikel 3:84 lid 1 BW (overdracht van een goed):
• Levering
• Krachtens geldige titel (vaak een overeenkomst)
• Verricht door hem die bevoegd is over het goed te beschikken
Eigendomsoverdracht:
1. Mancipatio
A. Beschikkingsbevoegdheid
B. Formele rituelen (5 getuigen, attributen en bepaalde worden uitspreken). Dit
diende als publiciteit.
C. Geen geldige titel noodzakelijk
D. Grond in Italië/4 voettig vee/slaven/landelijke erfdienstbaarheden (res mancipi)
2. Iure sessio (schijnproces)
3. Traditio
A. Beschikkingsbevoegdheid
B. Geldige titel
C. Levering
D. Res nec mancipi
Nemo Causam (niemand kan de oorzaak van zijn heerschappij op zijn eentje voor zichzelf
wijzigen).
Voorwaarden:
1. Opschortende voorwaarden (hij wordt eigenaar als iemand na 1 jaar niet wordt
vrijgelaten)
2. Ontbindende voorwaarden (na 1 jaar iemand vrijlaten anders geen eigenaar meer)
, Legaten: (klassieke Romeinse recht)
1. Vindicatielegaat = op het tijdstip van overlijden gaat het eigendom direct over van de
erflater naar de legataris (legaat heeft absolute werking - zakelijk recht). "Ik geef" en
legateer".
A. Revindicatie
2. Damnatielegaat = het hele vermogen van de erflater gaat over naar de erfgenaam, maar
de erfgenaam heeft een verplichting tot levering aan de legataris. Legataris heeft een recht
op levering. (Persoonlijk recht van legataris).
A. Actio ex testamento