STAPPENPLAN
➢ STAP 1: is er een bestuursrechter die absoluut bevoegd is, of dient een vordering bij de burgerlijke
rechter te worden ingediend?
Is een bestuursrechter bevoegd?
Hoofdregel: beroep staat open bij de bestuursrechter indien sprake is van een besluit (art. 8:1 jo. art. 1:3
lid 1 Awb).
Geen besluit, toch beroep bij de bestuursrechter mogelijk indien:
- het een handeling betreft die met een besluit wordt gelijkgesteld (art. 8:2 Awb);
- het een schriftelijke weigering om een besluit te nemen betreft (art. 6:2 sub a Awb);
- het betreft het niet tijdig nemen van een besluit (art. 6:2 sub b Awb).
Wel een besluit, maar geen beroep bij een bestuursrechter mogelijk indien:
- het een besluit betreft dat op grond van art. 8:3 en art. 8:4 Awb is uitgesloten van beroep;
- het een besluit betreft dat op grond van art. 8:5 lid 1 Awb jo. Bijlage 2, art. 1 Bevoegdheidsregeling
bestuursrechtspraak (Bbr) van beroep is uitgesloten;
- het een besluit betreft waartegen administratief beroep kan of kon worden ingesteld (art. 8:5 lid 2
Awb).
Is geen sprake van een appellabel besluit of een daarmee gelijk gestelde handeling, dan is geen bestuurs-
rechter bevoegd. Staat geen beroep open bij een bestuursrechter, dan kan een vordering worden
ingesteld bij de burgerlijke rechter (art. 112 lid 1 Grondwet), bijvoorbeeld op grond van onrechtmatige
daad.
➢ STAP 2: welke bestuursrechter is in eerste aanleg absoluut bevoegd?
Hoofdregel: op grond van art. 8:6 lid 1 Awb is de rechtbank, team bestuursrecht in eerste aanleg bevoegd,
tenzij volgens Hoofdstuk 2 Bevoegdheidsregeling bestuursrechtspraak (Bbr) dan wel ingevolge een ander
wettelijk voorschrift beroep openstaat bij een andere bestuursrechter. Uit Hoofdstuk 2 Bbr volgt:
- art. 2 Bbr: Beroep in eerste en enige instantie bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van
State
- art. 3 Bbr: Beroep in eerste en enige instantie bij de Centrale Raad van Beroep
- art. 4 Bbr: Beroep in eerste en enige instantie bij het College van Beroep voor het bedrijfsleven
- art. 5 Bbr: Beroep in eerste en enige instantie bij een gerechtshof
- de bijzondere wet kan anders bepalen (art. 8:6 lid 1 Awb “een ander wettelijk voorschrift”)
➢ STAP 3: de rechtbank is bevoegd: welke van de elf rechtbanken is relatief bevoegd?
Hoofdregel: op grond van art. 8:7 lid 1 en 2 Awb dient te worden bepaald of het bestreden besluit is
genomen door een bestuursorgaan van een decentrale of centrale overheidsinstantie. Zie het Besluit
zittingsplaatsen gerechten om de zittingsplaats van een rechtbank of gerechtshof vast te stellen. In
afwijking hiervan geeft art. 8:7 lid 3 Awb jo. Hoofdstuk 3 Bevoegdheidsregeling bestuursrechtspraak aan
dat in de daar genoemde gevallen een andere rechtbank, team bestuursrecht, relatief bevoegd is.
➢ STAP 1: is er een bestuursrechter die absoluut bevoegd is, of dient een vordering bij de burgerlijke
rechter te worden ingediend?
Is een bestuursrechter bevoegd?
Hoofdregel: beroep staat open bij de bestuursrechter indien sprake is van een besluit (art. 8:1 jo. art. 1:3
lid 1 Awb).
Geen besluit, toch beroep bij de bestuursrechter mogelijk indien:
- het een handeling betreft die met een besluit wordt gelijkgesteld (art. 8:2 Awb);
- het een schriftelijke weigering om een besluit te nemen betreft (art. 6:2 sub a Awb);
- het betreft het niet tijdig nemen van een besluit (art. 6:2 sub b Awb).
Wel een besluit, maar geen beroep bij een bestuursrechter mogelijk indien:
- het een besluit betreft dat op grond van art. 8:3 en art. 8:4 Awb is uitgesloten van beroep;
- het een besluit betreft dat op grond van art. 8:5 lid 1 Awb jo. Bijlage 2, art. 1 Bevoegdheidsregeling
bestuursrechtspraak (Bbr) van beroep is uitgesloten;
- het een besluit betreft waartegen administratief beroep kan of kon worden ingesteld (art. 8:5 lid 2
Awb).
Is geen sprake van een appellabel besluit of een daarmee gelijk gestelde handeling, dan is geen bestuurs-
rechter bevoegd. Staat geen beroep open bij een bestuursrechter, dan kan een vordering worden
ingesteld bij de burgerlijke rechter (art. 112 lid 1 Grondwet), bijvoorbeeld op grond van onrechtmatige
daad.
➢ STAP 2: welke bestuursrechter is in eerste aanleg absoluut bevoegd?
Hoofdregel: op grond van art. 8:6 lid 1 Awb is de rechtbank, team bestuursrecht in eerste aanleg bevoegd,
tenzij volgens Hoofdstuk 2 Bevoegdheidsregeling bestuursrechtspraak (Bbr) dan wel ingevolge een ander
wettelijk voorschrift beroep openstaat bij een andere bestuursrechter. Uit Hoofdstuk 2 Bbr volgt:
- art. 2 Bbr: Beroep in eerste en enige instantie bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van
State
- art. 3 Bbr: Beroep in eerste en enige instantie bij de Centrale Raad van Beroep
- art. 4 Bbr: Beroep in eerste en enige instantie bij het College van Beroep voor het bedrijfsleven
- art. 5 Bbr: Beroep in eerste en enige instantie bij een gerechtshof
- de bijzondere wet kan anders bepalen (art. 8:6 lid 1 Awb “een ander wettelijk voorschrift”)
➢ STAP 3: de rechtbank is bevoegd: welke van de elf rechtbanken is relatief bevoegd?
Hoofdregel: op grond van art. 8:7 lid 1 en 2 Awb dient te worden bepaald of het bestreden besluit is
genomen door een bestuursorgaan van een decentrale of centrale overheidsinstantie. Zie het Besluit
zittingsplaatsen gerechten om de zittingsplaats van een rechtbank of gerechtshof vast te stellen. In
afwijking hiervan geeft art. 8:7 lid 3 Awb jo. Hoofdstuk 3 Bevoegdheidsregeling bestuursrechtspraak aan
dat in de daar genoemde gevallen een andere rechtbank, team bestuursrecht, relatief bevoegd is.