BEHANDELOPTIES
Interceptief
• Gewoonlijk voordat de 2e wisselfase begonnen is (voor 9,5 – 12 jaar)
o In primaire of gemengde dentitie
o Het is normaal dat er crowding in het onderfront is, en diastemen in het bovenfront!
o Behandeling max. 6-tal maanden (interceptieve behandeling moet kort zijn!!)
• Na de geboorte: matig klasse II-profiel, pas rond 12 jaar krijgt men een klasse I-profiel
• Klasse III-profiel: minder goede prognose!
o Interceptie: normaliseren van de frontrelatie om een goede verticale overbeet te
bekomen (kinkap en facial mask zijn geen interceptieve maatregelen)
• Extraheren van melkelementen (vaak bovenhoektand, 2e melkmolaar)
o Ankylotische elementen zonder opvolger: prognose voor behoud is slecht
-> langetermijn planning nodig
o Elementen die in een gekantelde positie ontwikkelen in het kaakbot
• Extraheren van boventallige elementen
o Mesiodens in het front (kan voor resorptie van de naburige tandwortels zorgen!)
• Space maintainer/regainer na extractie van melkmolaren
o Space maintainers:
▪ Linguale boog
• Vanaf 1e molaren tot aan de meest linguaal gepositioneerde
ondersnijtand (deze afstand wordt constant gehouden)
• Optioneel met adjustment loops aan de 2e molaren
• Meestal verwijderd na doorbraak van de 2e premolaren
▪ Lip bumper
• Preventie van mesiale migratie van de 1e molaar
• Stabilisatie en verankering van de molaren
▪ Retainer arch
• Draadje aan de buurtanden om de tandeloze ruimte te bewaren
• Draadje niet tegen de gingiva: reinigbaarheid
• Hoek naar cervicaal: om niet te interfereren met de occlusiekrachten
(wanneer het buigt, kunnen de tanden verplaatsen)
▪ Uitneembaar apparaat
• Kunstharsdeel tot aan de meest linguaal gepositioneerde
ondersnijtand, en 2 klemmen; distaal en mesiaal van de tandeloze
ruimte
▪ Slicen van melkmolaren
• Bv. bij licht ruimtegebrek voor de definitieve hoektand; mesiale deel
van de 2e melkmolaar kan verwijderd worden om ruimte te winnen
, o Space regainers:
▪ Crefcoeurveer
• Zaagsnede; distale deel wordt geactiveerd en de 1e molaar gaat naar
distaal
▪ Lusveer
• Komt in de buccale omslagplooi en eindigt in het mesiale vlak van de
1e molaar
• Occlusale steun zorgt dat de plaat niet in de mondbodem valt (bv.
adamsanker)
• De 1e molaar gaat naar distaal
▪ Head gear
▪ Vaste apparatuur:
• Jones jig, distale jet, local distalizer, pendulum, CSD (coil spring
distalisation)
• Kruisbeet
o Eenvoudig plaatapparaat of criss-cross elastieken
o Expander (palatum)
• Open-mondhouding
• Seriële extracties: extractie van 4 elementen, om ruimtegebrek tijdens de wisseling tegen te
gaan (vaak wel gevolgd door een uitgebreide orthodontische behandeling)
o Bij klasse I-occlusie, met ernstig ruimtegebrek (discrepantie tussen de tand- en
booggrootte) maar met normale sagittale en verticale overbeet, en in de vroege
gemengde dentitie (zoals alle interceptieve behandelingen)
▪ Ongeveer 8 jaar (1e molaren en centrale snijtanden, rest is melkgebit)
▪ Verwijderen van de melkhoektanden: de laterale snijtanden krijgen ruimte
om door te breken
▪ Verwijderen van de 1e melkmolaren (wanneer de 1e premolaren snel zullen
erupteren, 3/4 wortellengte): de 1e premolaren erupteren
▪ Verwijderen van de 1e premolaren vanaf ze geërupteerd zijn: ruimte voor de
definitieve hoektand en 2e premolaar
o Verlenging van de observatie- en behandelingsperiode
• Kaasmolaren
o Extraheren: wanneer dit vroeg genoeg gebeurd, kan de kiem van de 2e molaar zich
naar mesiaal verplaatsen in het kaakbot en vervroegd erupteren en zo de plaats van
de 1e molaar innemen
• Dwangbeet
o De onderkaak moet bij mondsluiting een andere positie kiezen om interfererende
occlusale contacten te vermijden
o Sagittaal vaak door puntige melkhoektanden: de knobbeltoppen kunnen afgeslepen
worden
o Frontale dwangbeten:
▪ Kunststofplaat met protrusieveer en labiale boog, bij omgekeerde overbeet
• Duim-/vingerzuigen
o Vnl. dento-alveolaire gevolgen
o Wanneer het kind stopt bij de het begin van de 1e wisselfase, is dit reversibel
Interceptief
• Gewoonlijk voordat de 2e wisselfase begonnen is (voor 9,5 – 12 jaar)
o In primaire of gemengde dentitie
o Het is normaal dat er crowding in het onderfront is, en diastemen in het bovenfront!
o Behandeling max. 6-tal maanden (interceptieve behandeling moet kort zijn!!)
• Na de geboorte: matig klasse II-profiel, pas rond 12 jaar krijgt men een klasse I-profiel
• Klasse III-profiel: minder goede prognose!
o Interceptie: normaliseren van de frontrelatie om een goede verticale overbeet te
bekomen (kinkap en facial mask zijn geen interceptieve maatregelen)
• Extraheren van melkelementen (vaak bovenhoektand, 2e melkmolaar)
o Ankylotische elementen zonder opvolger: prognose voor behoud is slecht
-> langetermijn planning nodig
o Elementen die in een gekantelde positie ontwikkelen in het kaakbot
• Extraheren van boventallige elementen
o Mesiodens in het front (kan voor resorptie van de naburige tandwortels zorgen!)
• Space maintainer/regainer na extractie van melkmolaren
o Space maintainers:
▪ Linguale boog
• Vanaf 1e molaren tot aan de meest linguaal gepositioneerde
ondersnijtand (deze afstand wordt constant gehouden)
• Optioneel met adjustment loops aan de 2e molaren
• Meestal verwijderd na doorbraak van de 2e premolaren
▪ Lip bumper
• Preventie van mesiale migratie van de 1e molaar
• Stabilisatie en verankering van de molaren
▪ Retainer arch
• Draadje aan de buurtanden om de tandeloze ruimte te bewaren
• Draadje niet tegen de gingiva: reinigbaarheid
• Hoek naar cervicaal: om niet te interfereren met de occlusiekrachten
(wanneer het buigt, kunnen de tanden verplaatsen)
▪ Uitneembaar apparaat
• Kunstharsdeel tot aan de meest linguaal gepositioneerde
ondersnijtand, en 2 klemmen; distaal en mesiaal van de tandeloze
ruimte
▪ Slicen van melkmolaren
• Bv. bij licht ruimtegebrek voor de definitieve hoektand; mesiale deel
van de 2e melkmolaar kan verwijderd worden om ruimte te winnen
, o Space regainers:
▪ Crefcoeurveer
• Zaagsnede; distale deel wordt geactiveerd en de 1e molaar gaat naar
distaal
▪ Lusveer
• Komt in de buccale omslagplooi en eindigt in het mesiale vlak van de
1e molaar
• Occlusale steun zorgt dat de plaat niet in de mondbodem valt (bv.
adamsanker)
• De 1e molaar gaat naar distaal
▪ Head gear
▪ Vaste apparatuur:
• Jones jig, distale jet, local distalizer, pendulum, CSD (coil spring
distalisation)
• Kruisbeet
o Eenvoudig plaatapparaat of criss-cross elastieken
o Expander (palatum)
• Open-mondhouding
• Seriële extracties: extractie van 4 elementen, om ruimtegebrek tijdens de wisseling tegen te
gaan (vaak wel gevolgd door een uitgebreide orthodontische behandeling)
o Bij klasse I-occlusie, met ernstig ruimtegebrek (discrepantie tussen de tand- en
booggrootte) maar met normale sagittale en verticale overbeet, en in de vroege
gemengde dentitie (zoals alle interceptieve behandelingen)
▪ Ongeveer 8 jaar (1e molaren en centrale snijtanden, rest is melkgebit)
▪ Verwijderen van de melkhoektanden: de laterale snijtanden krijgen ruimte
om door te breken
▪ Verwijderen van de 1e melkmolaren (wanneer de 1e premolaren snel zullen
erupteren, 3/4 wortellengte): de 1e premolaren erupteren
▪ Verwijderen van de 1e premolaren vanaf ze geërupteerd zijn: ruimte voor de
definitieve hoektand en 2e premolaar
o Verlenging van de observatie- en behandelingsperiode
• Kaasmolaren
o Extraheren: wanneer dit vroeg genoeg gebeurd, kan de kiem van de 2e molaar zich
naar mesiaal verplaatsen in het kaakbot en vervroegd erupteren en zo de plaats van
de 1e molaar innemen
• Dwangbeet
o De onderkaak moet bij mondsluiting een andere positie kiezen om interfererende
occlusale contacten te vermijden
o Sagittaal vaak door puntige melkhoektanden: de knobbeltoppen kunnen afgeslepen
worden
o Frontale dwangbeten:
▪ Kunststofplaat met protrusieveer en labiale boog, bij omgekeerde overbeet
• Duim-/vingerzuigen
o Vnl. dento-alveolaire gevolgen
o Wanneer het kind stopt bij de het begin van de 1e wisselfase, is dit reversibel
