(Neo)classicisme: 1760-1840
In deze stroming worden veel verhalen uit de klassieke oudheid (neo-classicisme)
gebruikt om een eigentijdse situatie te verbeelden. Voornamelijk morele waarden en
mythologische aspecten waren hierin populair. De manier van kunst maken staat haaks
op de lieve rococo.
De aandacht lag vooral op de voorgrond. Zoals bijvoorbeeld bij Jacques-Louis David; De
eed van Horatii (1784):
- Handelingen theatraal
- Heldere kleuraccenten
- Onverzadigde kleuren achtergrond
- Gladde penseelvoering; vormen duidelijk afgebakend
- Statische, horizontale compositie.
1789; onthoofding Lodewijk XVI en Marie Antoinette. Revolutionaire quote: vrijheid,
gelijkheid en broederschap. Doordat de burgerij de leiding neemt en Frankrijk een
republiek wordt, neemt de populariteit af van de Rococo (duur, adel). ->> stijl
opkomende burgerij. Neoclassicisme niet verbonden aan monarchie, duidelijk,
geassocieerd met verlichting en rationaliteit.
Jacques-Louis David: de dood van Marat (1796). Politiek stuk, Marat doodgestoken door
tegenstander. Marat eervol weergeven, niet als een lijk of met zijn huidziekte. De
martelaar die voor het vaderland sterft.
Waarom interesse classicisme? 1779 Pompei en Herculaneum ontdekt. Burgerij
geïnteresseerd in deze mooie opgravingen.
Jean-Francois Chalgrin: Arc de Triomphe, triomfboog voor Napoleon met klassieke
vormingselementen.
Karl Friedrich Schinkel: das Altesmuseum (1823-1833), streng, sober, symmetrisch,
monumentaal. Belangrijkste en centraalste zaal heeft een koepel, geïnspireerd op het
pantheon, plafond versierde cassetten en beeldhouwwerken klassieke oudheid.
Zeer glad, gepolijst marmer het materiaal van neoclassicistische beeldhouwkunst.
Antonio Canova: Amor en Psyche (1786-1793), nauwkeurige stofuitdrukking, technisch
perfect, geidealiseerde personages, mythologisch. Monden bevinden zich op kruispunt
van twee diagonalen met een cirkel van hun armen er omheen. Valt qua gevoelige
onderwerp beetje uit de toon.
James Hoban en Banjamin Latrobe: Witte huis, achtergevel (1815), gewonnen uit
ontwerpwedstrijd (1790). Symmetrie, zuilen en gevel passend bij neoclassicisme,
benadrukt functie van wonen en werken president. Empire; chique stijl napoleon. In
witte huis ontwerpen geinspireerd op Etrusken, Romeinen en Egyptenaren.
,Palladianisme: stijl uit de westerse architectuur, die zich kenmerkt door eenvoud en
harmonie. Afgeleid van Andrea Palladio.
Overigen
- Carl Gotthard Langhans: Brandenburger Tor (1788)-> akropolis
- Caspar David Friedrich: Opkomst van de maan boven zee (1822)
- Eugene Delacroix: Vrouwen van Algiers in hun vertrek (1834)
- William Kent en Lord Burlington: Chiswick House 1725
- Nicolas Ledoux: Hotel THelusson, hotel Grimard, Arc en Senans
- Giovanni Battista Piranesi: Boog traianus, pantheon
- David: de kroning v napoleon, napoleon trekt de alpen over, opstand van de
Sabijnse vrouwen, de lictores brengen Brutus de lijken van zijn zonen, dood v
Socrates.
- Poussin: roof Sabijnse vrouwen, herders v Arcadië, music of time,
- Jean Auguste Dominique Ingres 1780-1867, voluptueus, erotisch, sensueel,
heldere felle kleuren; de baadster van Valpincon, het turkse bad, mademoiselle
caroline riviere, portret madame moitessier, la grande odalisque, venus
anadyomene, napoleon op de troon.
- Houdon; George Washington, St Bruno, Jason.
Wit Goud: porselein
In de tijd van de rococo is porselein een exotisch luxeproduct, het is beter gemaakt dat
bijvoorbeeld de namaak Delfts blauw. Voor zeldzaam porselein wordt veel geld betaald,
zoals 26 miljoen voor een kippenkopje, stamt uit beste periode porselein (1465-1487).
Geliefd door Chinese keizer, weinig gemaakt en dus kostbaar. Wereldwijd nog maar 17
stuks van dit type porselein.
Porselein wordt al zeker rond de 7e/ 9e eeuw ontwikkeld in China. De chinezen halen
kobalt uit Perzië en schilderen daarmee blauw. Na de ontdekking van porselein in de 13e
eeuw wordt porselein ook door Nederlands volop verhandeld en later ook nagemaakt.
Maar het Delfts blauw wat wij hier kennen is poreus en heeft een dikke gelige
glazuurlaag, terwijl porselein geen glazuur zou moeten hebben want het is waterdicht
van zichzelf. Echt porselein wordt van de schaarse porseleinaarde gemaakt, het is
doorzichtig, licht, niet poreus en klinkt helder. Ontdekt door Marco Polo, via zijderoute
getransporteerd. Weinig verkleuring, geen geur of smaak.
Negentiende eeuw: (1800-1900)
In deze eeuw werd de stoommachine uitgevonden en was symbool voor het opkomen
van de industriële revolutie. Door de weefmachine zorgde ervoor dat textiel snel en
goedkoop geproduceerd kon worden.
, Voor het besturen van machines zijn nog veel arbeiders nodig, terwijl op het platteland
machines de taken volledig overnemen. Boeren trekken daarom naar de steden om te
werken in de barre, donkere, benauwde fabrieken. Werken in de fabriek kon soms erg
gevaarlijk zijn, voornamelijk voor kinderen, het gevolg was dat er gestreden zou worden
tegen kinderarbeid. De arbeiders en boeren werken in de laagste klasse voor de
middenklasse (bourgeoisie, burgerij). Bankdirecteuren, artsen, winkeliers etc horen bij
deze klasse en hebben het allemaal veel beter dan de arbeiders.
De arbeiders hebben weinig geld; weinig goede voeding, slechte hygiene, geen toilet
(smerig openbaar toilet). Door deze omstandigheden braken er vaak epidemieën uit. De
middeleeuwse stadsmuren worden afgebroken om nog meer huizen te bouwen. Arme
arbeiders wonen in het centrum, de bourgeoisie woont aan de rand van de stad.
Kunstenaars schilderen voornamelijk voor de rijke bourgeoisie, beeldhouwkunst is maar
handwerk en is dus niet populair. Of je goed kon schilderen maakte niet meer uit, maar
het ging om hoe origineel of creatief een kunstwerk was, de eisen hieraan verbonden
waren vaak erg streng->>de concurrentie vergrootte. L’art pour l’art: kunst omwille van
de kunst. Kunst wordt autonoom en heeft geen andere functie dan kunst te zijn. Het
staat niet langer in dienst van iets anders, zoals politiek of religieus doel. Kunstenaar
kiezen zelf in welke stijl ze werken, welke onderwerpen ze verbeelden en wie hun
potentiële kopers zijn. Romantiek en realisme komen hieruit voort.
Parijse salon
Vanaf de Franse Revolutie (1789) is de Parijse salon openbaar tot en met de negentiende
eeuw. Voor kunstenaars was deze salon een kans om bekend te worden of om kunst te
verkopen. Maar om er te mogen hangen moest je eerst voldoen aan een aantal strenge
regels; alleen schilderijen die voldoen aan de academische regels worden getoond,
wordt het niet geaccepteerd dan komt er een grote R(refuse) op de achterkant van de
kunst te staan. William-Adolphe Bouguereau: de geboorte van Venus (1879). Taferelen
met vrouwelijk schoon zijn erg populair in de salon. Kenmerkend voor de salon aan dit
schilderij is de liefelijke manier waarop de vrouw, omringd met engeltjes, is afgebeeld.
Voldoet aan neoclassicistische regels: gladde penseelvoering, afmetingen kloppen met
voorgeschreven regels mythologisch tafereel, duidelijke contourlijnen, idealisering.
Louis Daguerre: hij maakte de eerste foto’s analoog; hiervoor is een lichtdichte doos
nodig, lenzen en ondergrond met gevoelig stofje. Door de opkomst van fotografie
ontstaat er grote concurrentie tussen schilders en fotografen (fotografie ook voor
arbeiders te betalen). In de eerste decennia kunnen de zwart-wit-fotografie en het
vaststaande kleine formaat niet op tegen de kleurrijke schilderkunst. Ook willen rijken
vaak een geïdealiseerd beeld van zichzelf zien, wat met de fotografie niet kan.
De fotografie heeft veel invloed op de schilderkunst. Schilders experimenteren met
afsnijding en hun weergave van de werkelijkheid, ze zijn op zoek naar nieuwe technieken
In deze stroming worden veel verhalen uit de klassieke oudheid (neo-classicisme)
gebruikt om een eigentijdse situatie te verbeelden. Voornamelijk morele waarden en
mythologische aspecten waren hierin populair. De manier van kunst maken staat haaks
op de lieve rococo.
De aandacht lag vooral op de voorgrond. Zoals bijvoorbeeld bij Jacques-Louis David; De
eed van Horatii (1784):
- Handelingen theatraal
- Heldere kleuraccenten
- Onverzadigde kleuren achtergrond
- Gladde penseelvoering; vormen duidelijk afgebakend
- Statische, horizontale compositie.
1789; onthoofding Lodewijk XVI en Marie Antoinette. Revolutionaire quote: vrijheid,
gelijkheid en broederschap. Doordat de burgerij de leiding neemt en Frankrijk een
republiek wordt, neemt de populariteit af van de Rococo (duur, adel). ->> stijl
opkomende burgerij. Neoclassicisme niet verbonden aan monarchie, duidelijk,
geassocieerd met verlichting en rationaliteit.
Jacques-Louis David: de dood van Marat (1796). Politiek stuk, Marat doodgestoken door
tegenstander. Marat eervol weergeven, niet als een lijk of met zijn huidziekte. De
martelaar die voor het vaderland sterft.
Waarom interesse classicisme? 1779 Pompei en Herculaneum ontdekt. Burgerij
geïnteresseerd in deze mooie opgravingen.
Jean-Francois Chalgrin: Arc de Triomphe, triomfboog voor Napoleon met klassieke
vormingselementen.
Karl Friedrich Schinkel: das Altesmuseum (1823-1833), streng, sober, symmetrisch,
monumentaal. Belangrijkste en centraalste zaal heeft een koepel, geïnspireerd op het
pantheon, plafond versierde cassetten en beeldhouwwerken klassieke oudheid.
Zeer glad, gepolijst marmer het materiaal van neoclassicistische beeldhouwkunst.
Antonio Canova: Amor en Psyche (1786-1793), nauwkeurige stofuitdrukking, technisch
perfect, geidealiseerde personages, mythologisch. Monden bevinden zich op kruispunt
van twee diagonalen met een cirkel van hun armen er omheen. Valt qua gevoelige
onderwerp beetje uit de toon.
James Hoban en Banjamin Latrobe: Witte huis, achtergevel (1815), gewonnen uit
ontwerpwedstrijd (1790). Symmetrie, zuilen en gevel passend bij neoclassicisme,
benadrukt functie van wonen en werken president. Empire; chique stijl napoleon. In
witte huis ontwerpen geinspireerd op Etrusken, Romeinen en Egyptenaren.
,Palladianisme: stijl uit de westerse architectuur, die zich kenmerkt door eenvoud en
harmonie. Afgeleid van Andrea Palladio.
Overigen
- Carl Gotthard Langhans: Brandenburger Tor (1788)-> akropolis
- Caspar David Friedrich: Opkomst van de maan boven zee (1822)
- Eugene Delacroix: Vrouwen van Algiers in hun vertrek (1834)
- William Kent en Lord Burlington: Chiswick House 1725
- Nicolas Ledoux: Hotel THelusson, hotel Grimard, Arc en Senans
- Giovanni Battista Piranesi: Boog traianus, pantheon
- David: de kroning v napoleon, napoleon trekt de alpen over, opstand van de
Sabijnse vrouwen, de lictores brengen Brutus de lijken van zijn zonen, dood v
Socrates.
- Poussin: roof Sabijnse vrouwen, herders v Arcadië, music of time,
- Jean Auguste Dominique Ingres 1780-1867, voluptueus, erotisch, sensueel,
heldere felle kleuren; de baadster van Valpincon, het turkse bad, mademoiselle
caroline riviere, portret madame moitessier, la grande odalisque, venus
anadyomene, napoleon op de troon.
- Houdon; George Washington, St Bruno, Jason.
Wit Goud: porselein
In de tijd van de rococo is porselein een exotisch luxeproduct, het is beter gemaakt dat
bijvoorbeeld de namaak Delfts blauw. Voor zeldzaam porselein wordt veel geld betaald,
zoals 26 miljoen voor een kippenkopje, stamt uit beste periode porselein (1465-1487).
Geliefd door Chinese keizer, weinig gemaakt en dus kostbaar. Wereldwijd nog maar 17
stuks van dit type porselein.
Porselein wordt al zeker rond de 7e/ 9e eeuw ontwikkeld in China. De chinezen halen
kobalt uit Perzië en schilderen daarmee blauw. Na de ontdekking van porselein in de 13e
eeuw wordt porselein ook door Nederlands volop verhandeld en later ook nagemaakt.
Maar het Delfts blauw wat wij hier kennen is poreus en heeft een dikke gelige
glazuurlaag, terwijl porselein geen glazuur zou moeten hebben want het is waterdicht
van zichzelf. Echt porselein wordt van de schaarse porseleinaarde gemaakt, het is
doorzichtig, licht, niet poreus en klinkt helder. Ontdekt door Marco Polo, via zijderoute
getransporteerd. Weinig verkleuring, geen geur of smaak.
Negentiende eeuw: (1800-1900)
In deze eeuw werd de stoommachine uitgevonden en was symbool voor het opkomen
van de industriële revolutie. Door de weefmachine zorgde ervoor dat textiel snel en
goedkoop geproduceerd kon worden.
, Voor het besturen van machines zijn nog veel arbeiders nodig, terwijl op het platteland
machines de taken volledig overnemen. Boeren trekken daarom naar de steden om te
werken in de barre, donkere, benauwde fabrieken. Werken in de fabriek kon soms erg
gevaarlijk zijn, voornamelijk voor kinderen, het gevolg was dat er gestreden zou worden
tegen kinderarbeid. De arbeiders en boeren werken in de laagste klasse voor de
middenklasse (bourgeoisie, burgerij). Bankdirecteuren, artsen, winkeliers etc horen bij
deze klasse en hebben het allemaal veel beter dan de arbeiders.
De arbeiders hebben weinig geld; weinig goede voeding, slechte hygiene, geen toilet
(smerig openbaar toilet). Door deze omstandigheden braken er vaak epidemieën uit. De
middeleeuwse stadsmuren worden afgebroken om nog meer huizen te bouwen. Arme
arbeiders wonen in het centrum, de bourgeoisie woont aan de rand van de stad.
Kunstenaars schilderen voornamelijk voor de rijke bourgeoisie, beeldhouwkunst is maar
handwerk en is dus niet populair. Of je goed kon schilderen maakte niet meer uit, maar
het ging om hoe origineel of creatief een kunstwerk was, de eisen hieraan verbonden
waren vaak erg streng->>de concurrentie vergrootte. L’art pour l’art: kunst omwille van
de kunst. Kunst wordt autonoom en heeft geen andere functie dan kunst te zijn. Het
staat niet langer in dienst van iets anders, zoals politiek of religieus doel. Kunstenaar
kiezen zelf in welke stijl ze werken, welke onderwerpen ze verbeelden en wie hun
potentiële kopers zijn. Romantiek en realisme komen hieruit voort.
Parijse salon
Vanaf de Franse Revolutie (1789) is de Parijse salon openbaar tot en met de negentiende
eeuw. Voor kunstenaars was deze salon een kans om bekend te worden of om kunst te
verkopen. Maar om er te mogen hangen moest je eerst voldoen aan een aantal strenge
regels; alleen schilderijen die voldoen aan de academische regels worden getoond,
wordt het niet geaccepteerd dan komt er een grote R(refuse) op de achterkant van de
kunst te staan. William-Adolphe Bouguereau: de geboorte van Venus (1879). Taferelen
met vrouwelijk schoon zijn erg populair in de salon. Kenmerkend voor de salon aan dit
schilderij is de liefelijke manier waarop de vrouw, omringd met engeltjes, is afgebeeld.
Voldoet aan neoclassicistische regels: gladde penseelvoering, afmetingen kloppen met
voorgeschreven regels mythologisch tafereel, duidelijke contourlijnen, idealisering.
Louis Daguerre: hij maakte de eerste foto’s analoog; hiervoor is een lichtdichte doos
nodig, lenzen en ondergrond met gevoelig stofje. Door de opkomst van fotografie
ontstaat er grote concurrentie tussen schilders en fotografen (fotografie ook voor
arbeiders te betalen). In de eerste decennia kunnen de zwart-wit-fotografie en het
vaststaande kleine formaat niet op tegen de kleurrijke schilderkunst. Ook willen rijken
vaak een geïdealiseerd beeld van zichzelf zien, wat met de fotografie niet kan.
De fotografie heeft veel invloed op de schilderkunst. Schilders experimenteren met
afsnijding en hun weergave van de werkelijkheid, ze zijn op zoek naar nieuwe technieken