100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached 4.2 TrustPilot
logo-home
Summary

Samenvatting Human Resource Management

Rating
3.8
(6)
Sold
40
Pages
53
Uploaded on
17-06-2020
Written in
2019/2020

Een uitgebreide samenvatting van het boek 'operationeel personeelsmanagement'. Het gehele boek is samengevat m.u.v. Deel 6 (hoofdstuk 30 en 31).

Institution
Course











Whoops! We can’t load your doc right now. Try again or contact support.

Connected book

Written for

Institution
Study
Course

Document information

Summarized whole book?
No
Which chapters are summarized?
Deel 1,2,3,4,5, en 7
Uploaded on
June 17, 2020
Number of pages
53
Written in
2019/2020
Type
Summary

Subjects

Content preview

Samenvatting HRM herkansing
Hoofdstuk 1
HRM verwijst naar de verborgen bronnen van de individuele mens en de wijze waarop de manager
deze bronnen kan aanboren en managen

Operationeel management
 heeft betrekking op de dagelijkse voortgang van het werk van de medewerkers. De operationeel
P&O’er gaat om praktische invullen en uitvoering van:

 Werven en selecteren van personeel, (instroom)
 Binden en boeien van personeel (doorstroom)
 Vertrek van personeel (uitstroom)

Strategisch management
 richt zich meer op de ontwikkelingen en veranderingen binnen de organisatie als geheel en de
gevolgen daarvan voor het personeelsmanagement. Veranderingen in de markt kunnen leiden tot
nieuwe doelstellingen voor de organisatie.

Aantal aspecten die direct van invloed zijn op de arbeidsmarkt en ook op het werk van de P&O:

1. Conjunctuur en arbeidsmarkt
In economische voorspoed wordt er door bedrijven veel geproduceerd. Dat betekent dat de
werkgelegenheid toeneem en werklozen nemen af arbeidsmarkt is overspannen.
Er zijn te weinig gekwalificeerde arbeidskrachten om de behoefte te voorzien.
Slechte economie  overcapaciteit aan personeel, faillissementen en massaontslagen 
arbeidsmarkt weer ontspannen
2. Vergrijzing en ontgroening
Vergrijzing: percentage ouderen neemt drastisch toe  leeftijdsbewust personeelsbeleid
(meer ouderen aannemen)
Ontgroening: afname van aantal 20-ers  remmend effect op instroom van jongeren op
arbeidsmarkt
3. Beroepsbevolking
Beroepsbevolking staat op krimpen door de vergrijzing. Door uitstroom van ouderen uit de
potentiële beroepsbevolking kan meer vraag ontstaan naar buitenlandse arbeidskrachten.
4. Opleidingsniveau
Nu zijn de beroepsbevolking meer ‘slimmer’ toegenomen. De vraag naar hoogopgeleiden is
sterker gegroeid, vooral als gevolg van de technologische ontwikkelingen
5. Gevolgen voor P&O
P&O’er moet hierdoor veel actiever zijn:
- Instroom: anticiperen op tekort aan gekwalificeerde jongeren
- Doorstroom: ingespeeld op omstandigheden waarin ouderen optimaal kunnen blijven
functioneren
- Uitstroom: luistern naar vertrekkende mensen om de knelpunten in organisatie te
ontdekken

,Geschiedenis en ontwikkelingen van personeelsmanagement

1. Kleinschaligheid (voor 1870)
- Arbeid in huis/kleine productiebedrijven.
- Werknemer grote mate van vrijheid en zelfstandigheid
- Geen sprake van personeelsmanagement
2. Industrialisatie en vroeg-kapitalisme (1870-1918)
- Door industrialisatie  arbeid op grote schaal georganiseerd
- Nieuwe technologieën
- Werknemers paternalistische houding tegenover medewerkers
3. Rationalisatie en economische crisis (1918-1945)
- Eco crisis  productieprocessen gerationaliseerd en eerste vakbonden ontstaan
- Taylorisme  arbeid is economische en organisatorische grootheid en moest binnen
duidelijke afbakende structuren plaatsvinden
4. Economische heropleving (1945-1965)
- Na oorlog moest vele geproduceerd worden  NL eco ontwikkelt zich goed
- Humanrelationsopvatting: geen wezenlijk verschil tussen leidinggevende en
ondergeschikte
- Loon, status en respect tellen mee
5. Economische expansie (1965-1975)
- NL gaan loon vergelijken met buitenlandse collega’s
- Krappe arbeidsmarkt  mensen kunnen kiezen uit verschillende banen
- Revisionisme: mensen hebben behoefte aan verantwoordelijkheden en ontplooiing
6. Stagnatie en heroriëntatie (1975-1985)
- Oliecrisis en toenemende internationale concurrentie  faillissementen en
reorganisaties
- Kracht vakbonden nemen af en zo ook positie van medewerker
7. Differentiatie en flexibiliteit (1985-2000)
- Arbeidscontracten worden steeds meer op maat afgesloten, aantal parttimers neemt
toe en meer vrouweng aan werken
- Rol personeelsmanagement wordt steeds belangrijker
8. Globalisatie en individualisering (2000-heden)
- Opkomst internet, snelle ontwikkelingen op technologisch gebied en buitenlandse
import en export  behoefte veranderingen organisatie neemt toe
- ‘Het nieuwe werken’

Veranderingen binnen het vakgebied P&O

1. P&O naar O&P  steeds meer gericht op organisatie van personeel. De scheidslijnen tussen
P&O en rest van de organisatie worden vager.
2. Van staf naar lijn niet meer iemand die het management adviezen influistert maar heeft
nu operationele en strategische taken.
3. Van homogeen naar heterogeen  alles stond vast, het geld en functie. P&O moest eerst
zien of alles volgens de regels verliep. Hij moet nu kunnen inspelen op veranderingen
4. Van schriftelijk naar digitaal  Instrumenten als assessment, coaching, training en
roosterplanningen zijn steeds vaker online te vinden.

,Toekomst van P&O

- Leeftijdsbewust personeelsbeleid  oudere medewerkers zo lang mogelijk productief,
oftewel duurzaam inzetbaar houden. Babyboomers gaan binnenkort met pensioen.
- Shared services centrale afdeling waar deze taken worden uitgevoerd (administratieve
zaken). Dit wordt ook wel eens uitbesteed
- Decentralisering  algemene regelgeving zal per bedrijf moeten worden vertaald naar eigen
regels.
- Arbeidsvoorwaarden op maat  Er komt een grote variëteit, zowel als het gaat om
werktijden en vormen van dienstverband als vormen van beloning.
- Het nieuwe werken  samenwerken met medewerkers, begeleiden en helpen om zelf
initiatieven te nemen. Eigen verantwoordelijkheid van medewerker staat centraal
- Nieuwe generaties  stellen andere eisen aan hun werk dan hun ouders deden. P&O moet
deze wensen tegemoet zien te komen.
- Diversiteitsbeleid  productiviteit en creativiteit van diverse teams zijn groter dan van
homogene teams.

HRM betreft alle activiteiten gericht op het management van arbeidsrelaties in een organisatie.
Management van arbeidsrelaties: niveaus van beslissingen en activiteiten

Functies van arbeidsrelatie

1. Ruilrelatie = relatie die en werknemer aangaat met een werkgever om arbeid voor hem/haar
te verrichten en daarvoor loon te ontvangen.
2. Gezagsrelatie = werkgever heeft het recht om aanwijzingen te geven en de werknemer wordt
geacht die op te volgen
3. Samenwerkingsrelatie = niet alleen samenwerken met werkgever, maar ook met andere
medewerkers

Type regulering:

1. Institutioneel = regulering door wetten en cao-bepalingen: zij zijn het resultaat van
democratische besluitvorming op nationaal/internationaal niveau of van overleg tussen
werkgevers(verenigingen) en werknemers(verenigingen), dat uitmondt in een CAO.
2. Operationeel = leidinggevende maken afspraken over welke taken uitgevoerd moeten
worden, beoordelen de prestatie van ondergeschikten en verbinden daar
beloningsconsequenties aan.
 directe beïnvloeding van het gedrag.
3. Strategisch = de beslissingen die cruciaal zijn voor het voortbestaan en de levensvatbaarheid
van een onderneming/instelling. Gaat om beslissingen die verreikende gevolgen hebben voor
de toekomst van de onderneming/instelling  verplaatsing activiteiten naar lage
lonenlanden, intro nieuwe technologie, aangaan van relaties met andere ondernemingen etc
 Externe dimensie: wijze waarop gereageerd wordt op een strategisch probleem:
nieuwe concurrenten, verlies marktaandeel, veel klanten over een nieuwe dienst
 Interne dimensie: wijze waarop met dat probleem door de organisatie wordt
omgegaan: welke middelen kunnen worden ingezet.

, 4. Tactisch-organisatorisch = zie interne dimensie.  op welke wijze kunnen we ons ervan
verzekeren dat een managementteam voldoende is uitgerust om adequaat met strategische
uitdagingen kan omgaan?




CAO= regels waaraan alle arbeidsovereenkomsten van een bepaald groep medewerkers moeten
voldoen.

Bedrijfskundige benadering van arbeidsrelaties
 gaat dus vooral om strategische en tactische vraagstukken m.b.t. vormgeving en sturing van
arbeidsrelaties of HR.

HRM = management van human resources, letterlijk productiefactoren, waarover bedrijven en
instellingen beschikken om hun bedrijfsvoering tot uitvoering te brengen.

Klassieke arbeidsrelatie = relatie tussen werkgever en werknemer, waarbij de werknemer zijn tijd,
capaciteiten en prestatievermogen ter beschikking stelt in ruil voor een beloning
(arbeidsovereenkomst)

Typen overeenkomsten:

1. Overeenkomst tot aanneming van werk
2. Overeenkomst voor verlenen van diensten

Make or buy-vraag: zorgen we dat we het zelf kunnen (make) of kopen we het in (buy)?

Transactiekostentheorie = kern van deze theorie is dat zowel het aangaan en onderhouden van een
arbeidsrelatie als het sluiten van een contract met een derde partij (dat zijn beide transacties_ kosten
me zich meebrengt en dat op grond van die kosten besloten kan worden al of niet een arbeidsrelatie
aan te gaan.

Het nut van de transactiekostentheorie: het maakt duidelijk dat:

 Er binnen arbeidsrelaties verschillen zijn waar te nemen in het belang van de verschillende
soorten arbeid voor de organisatie en dat dat belang samenhangt met enerzijds kosten die
gemaakt moeten worden om de arbeid productief te laten zijn en anderzijds de mate van
eenvoud waarmee het arbeidsproces gecontroleerd kan worden
 Het organiseren van arbeid via arbeidsrelaties slechts één mogelijkheid is.
 De vraag of arbeid al of niet uitbesteed zal worden, is mede afhankelijk van de kenmerken
van die arbeid.
$4.79
Get access to the full document:
Purchased by 40 students

100% satisfaction guarantee
Immediately available after payment
Both online and in PDF
No strings attached

Reviews from verified buyers

Showing all 6 reviews
3 year ago

2 year ago

4 year ago

4 year ago

5 year ago

5 year ago

3.8

6 reviews

5
2
4
2
3
1
2
1
1
0
Trustworthy reviews on Stuvia

All reviews are made by real Stuvia users after verified purchases.

Get to know the seller

Seller avatar
Reputation scores are based on the amount of documents a seller has sold for a fee and the reviews they have received for those documents. There are three levels: Bronze, Silver and Gold. The better the reputation, the more your can rely on the quality of the sellers work.
0961714 Hogeschool Rotterdam
Follow You need to be logged in order to follow users or courses
Sold
175
Member since
6 year
Number of followers
165
Documents
13
Last sold
10 months ago

3.7

25 reviews

5
8
4
8
3
4
2
3
1
2

Recently viewed by you

Why students choose Stuvia

Created by fellow students, verified by reviews

Quality you can trust: written by students who passed their tests and reviewed by others who've used these notes.

Didn't get what you expected? Choose another document

No worries! You can instantly pick a different document that better fits what you're looking for.

Pay as you like, start learning right away

No subscription, no commitments. Pay the way you're used to via credit card and download your PDF document instantly.

Student with book image

“Bought, downloaded, and aced it. It really can be that simple.”

Alisha Student

Frequently asked questions