Samenvatting economie
Inhoudsopgave
Hoofdstuk 8: Welvaart wereldwijd?............................................................................................................... 1
Paragraaf 1: Waaraan herken je een ontwikkelingsland?...................................................................................1
Paragraaf 2: Arm zijn is arm blijven?...................................................................................................................3
Paragraaf 3: Hoe kunnen landen zich ontwikkelen?............................................................................................4
Paragraaf 4: Hoe dragen wij ons steentje bij?.....................................................................................................5
Hoofdstuk 8: Welvaart wereldwijd?
Paragraaf 1: Waaraan herken je een ontwikkelingsland?
Welvaart = de mate waarin je in jouw behoeften kunt voorzien.
Je kunt welvaart tussen landen vergelijken door naar het inkomen per hoofd van de bevolking te
kijken, maar je moet ook naar andere dingen kijken:
- De verdeling van de welvaart over de bevolking: deze afspraken van een gelijk of ongelijk
inkomensverdeling?
- De hoogte van de prijzen: wat is de koopkracht van het inkomen?
- De omvang van de informele productie, zoals zelfvoorziening.
- De aanwezigheid / kwaliteit van collectieve voorzieningen zoals onderwijs en
gezondheidzorg.
Ontwikkelingsland = een land met een grote economische achterstand op rijke westerse landen.
Je kunt een ontwikkelingsland herkennen aan:
- Ongelijke inkomensverdeling
- Veel werkloosheid
- Ondervoeding
- Snelle bevolkingsgroei (geen bescherming)
- Analfabetisme
- Beperkte technische ontwikkelingen
- Een eenzijdige economische structuur: dit wil zeggen dat het nationaal inkomen van een
ontwikkelingsland vaak afhankelijk is van één sector, meestal de Landbouw. De industriële
sector in de dienstensector zijn er onvoldoende ontwikkeld.
Monocultuur = de exportinkomsten zijn afhankelijk van één of enkele (landbouw) producten.
Ruilvoet = de verhouding tussen de prijs van exportproducten en de prijs van importproducten.
Voorbeeld ruilvoet:
Ontwikkelingslanden produceren koffie. Dit woord naar Nederland geëxporteerd en in Nederland
bewerkt. Nederland exporteert deze koffie klaar is voor consumptie. Het ontwikkelingsland
importeert dit en betaalt er meer voor dan dat ze hebben verdiend met de export van de koffie.
, Buffervoorraden = dit kunnen landen aan liggen om grote prijsschommelingen tegen te gaan. Als de
productie groter is dan de vraag, dan wordt een deel ervan opgeslagen. Als de vraag stijgt, wordt de
voorraad verkocht. Zo blijven vraag en aanbod meer in evenwicht en de prijzen stabiel.
Nadelen:
- Sommige producten (voedsel) kunnen bederven als het te lang in buffervoorraden ligt.
- De kosten om een buffervoorraad aan te leggen is heel duur.
Ruilvoet berekenen:
Ruilvoet = exportprijs van het product : prijs import van het product
Inhoudsopgave
Hoofdstuk 8: Welvaart wereldwijd?............................................................................................................... 1
Paragraaf 1: Waaraan herken je een ontwikkelingsland?...................................................................................1
Paragraaf 2: Arm zijn is arm blijven?...................................................................................................................3
Paragraaf 3: Hoe kunnen landen zich ontwikkelen?............................................................................................4
Paragraaf 4: Hoe dragen wij ons steentje bij?.....................................................................................................5
Hoofdstuk 8: Welvaart wereldwijd?
Paragraaf 1: Waaraan herken je een ontwikkelingsland?
Welvaart = de mate waarin je in jouw behoeften kunt voorzien.
Je kunt welvaart tussen landen vergelijken door naar het inkomen per hoofd van de bevolking te
kijken, maar je moet ook naar andere dingen kijken:
- De verdeling van de welvaart over de bevolking: deze afspraken van een gelijk of ongelijk
inkomensverdeling?
- De hoogte van de prijzen: wat is de koopkracht van het inkomen?
- De omvang van de informele productie, zoals zelfvoorziening.
- De aanwezigheid / kwaliteit van collectieve voorzieningen zoals onderwijs en
gezondheidzorg.
Ontwikkelingsland = een land met een grote economische achterstand op rijke westerse landen.
Je kunt een ontwikkelingsland herkennen aan:
- Ongelijke inkomensverdeling
- Veel werkloosheid
- Ondervoeding
- Snelle bevolkingsgroei (geen bescherming)
- Analfabetisme
- Beperkte technische ontwikkelingen
- Een eenzijdige economische structuur: dit wil zeggen dat het nationaal inkomen van een
ontwikkelingsland vaak afhankelijk is van één sector, meestal de Landbouw. De industriële
sector in de dienstensector zijn er onvoldoende ontwikkeld.
Monocultuur = de exportinkomsten zijn afhankelijk van één of enkele (landbouw) producten.
Ruilvoet = de verhouding tussen de prijs van exportproducten en de prijs van importproducten.
Voorbeeld ruilvoet:
Ontwikkelingslanden produceren koffie. Dit woord naar Nederland geëxporteerd en in Nederland
bewerkt. Nederland exporteert deze koffie klaar is voor consumptie. Het ontwikkelingsland
importeert dit en betaalt er meer voor dan dat ze hebben verdiend met de export van de koffie.
, Buffervoorraden = dit kunnen landen aan liggen om grote prijsschommelingen tegen te gaan. Als de
productie groter is dan de vraag, dan wordt een deel ervan opgeslagen. Als de vraag stijgt, wordt de
voorraad verkocht. Zo blijven vraag en aanbod meer in evenwicht en de prijzen stabiel.
Nadelen:
- Sommige producten (voedsel) kunnen bederven als het te lang in buffervoorraden ligt.
- De kosten om een buffervoorraad aan te leggen is heel duur.
Ruilvoet berekenen:
Ruilvoet = exportprijs van het product : prijs import van het product