PERSONEN-EN FAMILIERECHT SAMENVATTING 1
Hoofdstuk 2: Personen
AFDELING 1. Waar gaat het over?
• Het recht ordent de samenleving met spelregels die van toepassing zijn op 'personen'
◦ op hun goederen en op de wijze waarop zij die kunnen verkrijgen
AFDELING 2. Het begrip persoon
• Een persoon in het recht: elke entiteit die bestemmeling kan zijn van rechtsnormen die hem
rechten toekennen dan wel verplichtingen opleggen = een rechtspersoon.
◦ Rechtspersoon heeft actieve rol: uitoefenen van rechten & uitvoeren van plichten
• 2 soorten entiteiten die kunnen deelnemen aan het rechtsverkeer:
◦ Natuurlijke persoon
▪ alle mensen tijdens hun biologische leven (van geboorte tot overlijden)
▪ algemene & gelijke toekenning rechtspersoonlijkheid aan alle mensen
• vroeger niet het geval: slavernij, standen, burgerlijke dood zijn afgeschaft
◦ art. 4 EVRM + art. 10 & 18 Gw.
• Wat is een mens? Het wezen dat uit mens word geboren?
◦ Verboden om hybriden te maken.
◦ Rechtspersoon: publiekrechtelijk (staat), privaatrechtelijk (stichting) of gemengd.
• Onderscheid tussen rechtssubjecten en rechtsobjecten
◦ rechtssubjecten: drager van rechten & plichten
◦ rechtsobjecten: voorwerp van rechten & plichten van rechtssubjecten
◦ Nuances op dit onderscheid:
▪ sommige categorieën van rechtsobjecten zijn beschermwaardig:
• rechtssubjecten kunnen plichten krijgen met betrekking tot die rechtsobjecten
◦ bv bij cultuurgoederen: erfgoed beschermen als monument.
= om deze te beschermen: subjectieve rechten van andere beperken.
▪ Rechtsobject die drager zijn van leven?
• 3 mogelijke oplossingen:
◦ Eigendomsrecht beperken omwille van dierenwelzijn
▪ dieren behoren hier tot categorie van goederen bv art. 13 VWEU
◦ Toekenning van rechtssubjectiviteit aan dieren wegens inherente waardigheid
▪ mensen hebben dan rechtstreeks plichten tegenover dieren
▪ vragen bij deze opvatting:
• aan welke dieren moet dit recht dan toekomen?
• Welke rechten? Recht op eerbiediging privé leven in de zoo?
◦ Dieren opwaarderen tot derde categorie tussen personen en goederen
▪ deze benadering wordt voorgesteld in het nieuw BW
▪ alleen onrechtstreekse plichten op objecten
AFDELING 3. Vanaf wanner is iemand persoon?
• Vanaf de geboorte: bevruchting van eicel die zich tot mens moet kunnen ontwikkelen
◦ de rechtspersoonlijkheid ontstaat pas vanaf levende en levensvatbare geboorte art.
▪ levend: enig teken van leven gegeven
▪ levensvatbaar: bevat noodzakelijke menselijke eigenschappen om zelfstandig te
overleven = noodzakelijke eigenschappen: concept met dunne grens
• wettelijke levensvatbaarheidsgrens: 180 dagen postconceptie : art.326BW
,• Akte van geboorte 2
◦ arts, vroedvrouw...persoon die bij de bevalling aanwezig was moet de geboorte ter
kennis brengen bij een ambtenaar van de burgerlijke stand bij eerste werkdag: art.42 BW
▪ daarna moeten ouders binnen 15 dagen de geboorteaangifte aangeven: art.43 BW
• vervolgens maakt ambtenaar akte van geboorte op:
◦ bevat datum, plaats, uur geboorte + naam, voornaam, geslacht kind en
gegevens over ouders indien zij bekend zijn. Art.44 BW
▪ op dat uur begint u rechtspersoonlijkheid en word je rechtssubject
• Levenloos kind
◦ vroeger werd er geen akte opgesteld bij miskramen of bij de bevalling van levenloze
kinderen omdat er uit een juridisch standpunt geen rechtspersoonlijkheid was ontstaan.
▪ Dit was heftig voor de ouders die met lege handen achterbleven
▪ sinds 1999 oplossing voor rouwverwerking van de wensouders:
• Begrafenis of crematie
◦ levenloze kinderen die de wettelijke levensvatbaarheidsgrens nog niet hebben
bereikt kunnen op verzoek van de ouders worden gecremeerd of begraven.
▪ Wettelijke levensvatbaarheidsgrens wel bereikt = verplicht.
• Akte van een levensloos kind
◦ ambtenaar van burgerlijke stand kan deze akte opstellen voor kinderen die
overlijden zijn op het ogenblik van het vaststellen van de geboorte.
▪ Deze regeling staat bij akten van overlijden dit is niet correct:
• akte van overlijden enkel opgesteld bij overleden persoon
• bij levenloze geboorte is nooit rechtspersoonlijkheid ontstaan art.58,3
◦ deze akte heeft dus geen rechtsgevolgen buiten deze in de wet
◦ De regeling van deze akte verschilt naargelang de zwangerschapsduur:
▪ zwangerschapsduur gelijk of hoger dan 180 dagen postconceptie
• aangifte van doodgeboorte verplicht en moet ambtenaar akte van
levenloos kind opstellen: art.58, 1
▪ zwangerschapsduur gelijk of hoger dan 140 dagen postconceptie
• ambtenaar stelt slechts akte op, op verzoek van ouders : art.58,2
▪ zwangerschapsduur minder dan 140 dagen postconceptie
• kan NOOIT akte van levenloos kind worden opgesteld.
◦ Deze akte bevat: art.59
◦ Deze akte ontstond oorspronkelijk om misdrijven zoals abortus te voorkomen
• Akte van geboren en overlijden
◦ Kind overlijdt na de vaststelling van de geboorte maar voor de aangifte ervan
▪ eerste akte van geboorte en dan akte van overlijden instellen
▪ dit is een rechtspersoonlijkheid die is overlijden met alle gevolgen erbij
• Infans conceptus adagium
◦ Een kind wordt vanaf de verwekking als rechtssubject beschouwd steeds als dat in zijn
belang is.
▪ Opschortende voorwaarde hiervoor: kind moet nadien levend en levensvatbaar
worden geboren: art 328, art.725,2 + art.906
▪ verwekking: ononderbroken ontwikkeling tot mens moet zich hebben ingezet
• vermoeden van verwekking tussen 300 en 180ste dag voor de geboorte en binnen
dat tijdvak, op het tijdstip dat voor het kind het gunstigste is. Art.326
• verwekte kind is GEEN rechtssubject: enkel als zodanig beschouwd
, • ruimere toepassing adagium die niet in de wet staan:Wrongful life 3
▪ schadevergoeding vragen omdat je tot leven bent gekomen met een
functiebeperking door een fout.
• Als de fout is dat die functiebeperking niet tijdig was ontdekt en de
schade is dat de persoon ter wereld is gekomen:
◦ Cassatie heeft geoordeeld dat je geen schadevergoeding kan
krijgen op de vergelijking tussen beperkt leven of niet-leven.
• Als de fout de functiebeperking heeft veroorzaakt bv ouders die
tijdens de zwangerschap hebben gerookt
◦ afweging tussen niet beperkt-leven of beperkt-leven
= wel een fout die schade heeft veroorzaakt
▪ mogelijkheid tot wrongful life vordering.
▪ Adagium werkt slechts opschortend
• de infans conceptus-regel kan geen prenatale tussenkomst in het belang van het
kind rechtvaardigen: bijvoorbeeld je kunt geen vrouw doen stoppen met roken.
◦ Hier bovenop kun je de belangen van het kind niet afwegen tegenover de
beslissingen van de zwangere vrouw: een zwangere vrouw zou euthanasie
kunnen plegen.
• Er wordt voorgesteld om menselijk leven vanaf de verwekking al
rechtssubjectiviteit toe te kennen
◦ art. 2 EVRM = eenieder heeft recht op leven
▪ ongeboren mens kan in toepassingsgebied van 'eenieder' vallen.
• Arrest Vo waarbij dokter door fout een vrouw haar zwangerschap deed verliezen
en werd aangeklaagd wegens moord.
◦ Hof heeft geoordeeld dat dit geen moord was want er was geen rechtssubject
▪ Bescherming van het nog niet verwekt menselijk leven
• wat is het statuut van een cel voor zij in de baarmoeder wordt ingeplant?
◦ EHRM oordeelt in de zaak Parillo/Italië dat een embryo niet als eigendom in
de zin van art.1 eerste protocol EVRM kan worden beschouwd
▪ het is een bijzonder beschermwaardig rechtsobject
• Wet in België laat ook toe dat kind post mortem verwekt wordt
◦ sperma van man mag na overlijden nog gebruikt worden maar het kind is dan
geen erfgenaam van die man, want het was niet verwekt op het ogenblik van
het overlijden.
▪ Omweg in bescherming van het menselijk leven
• ongeboren menselijk leven krijgt geen zelfstandige bescherming maar wel in
samenhang met de bescherming van de moeder.
◦ EHRM aanvaard dat de bescherming van de moeder in bepaalde
verdragsbepalingen wordt uitgebreid tot bescherming van het ongeboren
menselijk leven.
▪ Het ongeboren leven verwerft dan geen rechten als mens maar op grond
van menselijke waardigheid.
◦ Als de belangen van het ongeboren leven en de moeder gelijk lopen dan
volstaat de bescherming van de moeder.
◦ Als deze niet gelijk lopen: belangenafweging maken
▪ moeder of andere kunnen niet altijd vrij beslissen over de embryo
▪ HVJ: uitdrukkelijk eerbiediging van de menselijke waardigheid als
grondslag voor bescherming menselijke embryo.
◦ Ongeboren vrucht dus niet als rechtssubject beschouwd maar als beschermwaardig
bijzonder rechtsobject of als tussencategorie via concept menswaardigheid.
, AFDELING 4. Tot wanneer is iemand persoon? 4
• Tot aan het overlijden
◦ art. 55 BW: als arts heeft vastgesteld dat de persoon is overleden
▪ ambtenaar moet hierna een akte van overlijden opmaken
• deze bevat : art.56 BW
• Gevolgen hiervan
◦ vermogensrechtelijke rechten/plichten van overledene gaan over op erfgenamen: art.711
◦ juridische staat op ogenblik van overlijden kan nadien nog worden vastgesteld
▪ bv: vaststelling vaderschap van overleden man is perfect mogelijk
◦ rechtspersoonlijkheid blijft in zekere mate ook voortbestaan als nalatenschap
▪ onderhoudsvorderingen kunnen tegen nalatenschap worden ingesteld
• art. 205bis, 301, 353/14, 475quinquies BW
◦ lijkbezorging van stoffelijk overschot is verplicht
◦ persoon heeft zekere zeggenschap over zijn overlijden heen over vermogen en persoon
▪ bv zijn keuze respecteren voor begrafenis, orgaandonor...
▪ zeggenschap over zijn persoon gebeurt met toepassing van de
persoonlijkheidsrechten met name de familiale rechten.
• Bescherming van overledene
◦ Objectiefrechtelijke bescherming
▪ bescherming van doden op basis van het objectieve recht
▪ vooral ten behoeve van het stoffelijke overschot:
• via art.453 Sw. = bestraffing graf-en lijkschennis
• via art.450 Sw. = misdrijf laster en eerroof tegen overledene
▪ enkel het algemene belang geldt hier NIET de private belangen van de overledene.
• Waarheid moet kunnen gezegd worden binnen de grenzen van het algemeen
belang.
◦ Subjectiefrechtelijke bescherming
▪ lijk kan geen rechtssubject zijn: geen subject, belang of hoedanigheid.
• Maar de private belangen van het lijk blijven beschermwaardig:
◦ als overledene persoonlijkheidsrechten al had uitgeoefend tijdens zijn leven
gaan deze over aan zijn rechtsopvolgers.
▪ Zij kunnen deze als afgeleid recht in hun eigen belang uitoefenen
• bv verdere uitoefening van morele auteursrechten
◦ rechtsopvolgers zijn verder ook vrij hun familiale persoonlijkheidsrechten
met betrekking tot de nagedachtenis van de overledene uit te oefenen.
▪ Zij kunnen schending van de nagedachtenis met hun eigen subjectieve
rechten aanvechten.
• Wat als er geen lijk is?
◦ Vermissing
▪ gerechtelijke verklaring van het overlijden toepassingsvoorwaarden:
• er is geen akte van overlijden + art.126 bw
▪ gevolgen:
• familierechtbank stelt het overlijden gerechtelijk vast: art.131 BW
◦ ambtenaar burgerlijke stand stelt op basis hiervan een akte van overlijden op:
art.132 BW
▪ Wat als persoon toch nog leeft?
• Verbetering akte van overlijden volgens procedure tot verbetering van akte van
burgerlijke stand: art.134 + art. 35 BW
◦ uitreksel verbetering komt in BS, 2 lokale dagbladen en 1 nationaal: art.134
Hoofdstuk 2: Personen
AFDELING 1. Waar gaat het over?
• Het recht ordent de samenleving met spelregels die van toepassing zijn op 'personen'
◦ op hun goederen en op de wijze waarop zij die kunnen verkrijgen
AFDELING 2. Het begrip persoon
• Een persoon in het recht: elke entiteit die bestemmeling kan zijn van rechtsnormen die hem
rechten toekennen dan wel verplichtingen opleggen = een rechtspersoon.
◦ Rechtspersoon heeft actieve rol: uitoefenen van rechten & uitvoeren van plichten
• 2 soorten entiteiten die kunnen deelnemen aan het rechtsverkeer:
◦ Natuurlijke persoon
▪ alle mensen tijdens hun biologische leven (van geboorte tot overlijden)
▪ algemene & gelijke toekenning rechtspersoonlijkheid aan alle mensen
• vroeger niet het geval: slavernij, standen, burgerlijke dood zijn afgeschaft
◦ art. 4 EVRM + art. 10 & 18 Gw.
• Wat is een mens? Het wezen dat uit mens word geboren?
◦ Verboden om hybriden te maken.
◦ Rechtspersoon: publiekrechtelijk (staat), privaatrechtelijk (stichting) of gemengd.
• Onderscheid tussen rechtssubjecten en rechtsobjecten
◦ rechtssubjecten: drager van rechten & plichten
◦ rechtsobjecten: voorwerp van rechten & plichten van rechtssubjecten
◦ Nuances op dit onderscheid:
▪ sommige categorieën van rechtsobjecten zijn beschermwaardig:
• rechtssubjecten kunnen plichten krijgen met betrekking tot die rechtsobjecten
◦ bv bij cultuurgoederen: erfgoed beschermen als monument.
= om deze te beschermen: subjectieve rechten van andere beperken.
▪ Rechtsobject die drager zijn van leven?
• 3 mogelijke oplossingen:
◦ Eigendomsrecht beperken omwille van dierenwelzijn
▪ dieren behoren hier tot categorie van goederen bv art. 13 VWEU
◦ Toekenning van rechtssubjectiviteit aan dieren wegens inherente waardigheid
▪ mensen hebben dan rechtstreeks plichten tegenover dieren
▪ vragen bij deze opvatting:
• aan welke dieren moet dit recht dan toekomen?
• Welke rechten? Recht op eerbiediging privé leven in de zoo?
◦ Dieren opwaarderen tot derde categorie tussen personen en goederen
▪ deze benadering wordt voorgesteld in het nieuw BW
▪ alleen onrechtstreekse plichten op objecten
AFDELING 3. Vanaf wanner is iemand persoon?
• Vanaf de geboorte: bevruchting van eicel die zich tot mens moet kunnen ontwikkelen
◦ de rechtspersoonlijkheid ontstaat pas vanaf levende en levensvatbare geboorte art.
▪ levend: enig teken van leven gegeven
▪ levensvatbaar: bevat noodzakelijke menselijke eigenschappen om zelfstandig te
overleven = noodzakelijke eigenschappen: concept met dunne grens
• wettelijke levensvatbaarheidsgrens: 180 dagen postconceptie : art.326BW
,• Akte van geboorte 2
◦ arts, vroedvrouw...persoon die bij de bevalling aanwezig was moet de geboorte ter
kennis brengen bij een ambtenaar van de burgerlijke stand bij eerste werkdag: art.42 BW
▪ daarna moeten ouders binnen 15 dagen de geboorteaangifte aangeven: art.43 BW
• vervolgens maakt ambtenaar akte van geboorte op:
◦ bevat datum, plaats, uur geboorte + naam, voornaam, geslacht kind en
gegevens over ouders indien zij bekend zijn. Art.44 BW
▪ op dat uur begint u rechtspersoonlijkheid en word je rechtssubject
• Levenloos kind
◦ vroeger werd er geen akte opgesteld bij miskramen of bij de bevalling van levenloze
kinderen omdat er uit een juridisch standpunt geen rechtspersoonlijkheid was ontstaan.
▪ Dit was heftig voor de ouders die met lege handen achterbleven
▪ sinds 1999 oplossing voor rouwverwerking van de wensouders:
• Begrafenis of crematie
◦ levenloze kinderen die de wettelijke levensvatbaarheidsgrens nog niet hebben
bereikt kunnen op verzoek van de ouders worden gecremeerd of begraven.
▪ Wettelijke levensvatbaarheidsgrens wel bereikt = verplicht.
• Akte van een levensloos kind
◦ ambtenaar van burgerlijke stand kan deze akte opstellen voor kinderen die
overlijden zijn op het ogenblik van het vaststellen van de geboorte.
▪ Deze regeling staat bij akten van overlijden dit is niet correct:
• akte van overlijden enkel opgesteld bij overleden persoon
• bij levenloze geboorte is nooit rechtspersoonlijkheid ontstaan art.58,3
◦ deze akte heeft dus geen rechtsgevolgen buiten deze in de wet
◦ De regeling van deze akte verschilt naargelang de zwangerschapsduur:
▪ zwangerschapsduur gelijk of hoger dan 180 dagen postconceptie
• aangifte van doodgeboorte verplicht en moet ambtenaar akte van
levenloos kind opstellen: art.58, 1
▪ zwangerschapsduur gelijk of hoger dan 140 dagen postconceptie
• ambtenaar stelt slechts akte op, op verzoek van ouders : art.58,2
▪ zwangerschapsduur minder dan 140 dagen postconceptie
• kan NOOIT akte van levenloos kind worden opgesteld.
◦ Deze akte bevat: art.59
◦ Deze akte ontstond oorspronkelijk om misdrijven zoals abortus te voorkomen
• Akte van geboren en overlijden
◦ Kind overlijdt na de vaststelling van de geboorte maar voor de aangifte ervan
▪ eerste akte van geboorte en dan akte van overlijden instellen
▪ dit is een rechtspersoonlijkheid die is overlijden met alle gevolgen erbij
• Infans conceptus adagium
◦ Een kind wordt vanaf de verwekking als rechtssubject beschouwd steeds als dat in zijn
belang is.
▪ Opschortende voorwaarde hiervoor: kind moet nadien levend en levensvatbaar
worden geboren: art 328, art.725,2 + art.906
▪ verwekking: ononderbroken ontwikkeling tot mens moet zich hebben ingezet
• vermoeden van verwekking tussen 300 en 180ste dag voor de geboorte en binnen
dat tijdvak, op het tijdstip dat voor het kind het gunstigste is. Art.326
• verwekte kind is GEEN rechtssubject: enkel als zodanig beschouwd
, • ruimere toepassing adagium die niet in de wet staan:Wrongful life 3
▪ schadevergoeding vragen omdat je tot leven bent gekomen met een
functiebeperking door een fout.
• Als de fout is dat die functiebeperking niet tijdig was ontdekt en de
schade is dat de persoon ter wereld is gekomen:
◦ Cassatie heeft geoordeeld dat je geen schadevergoeding kan
krijgen op de vergelijking tussen beperkt leven of niet-leven.
• Als de fout de functiebeperking heeft veroorzaakt bv ouders die
tijdens de zwangerschap hebben gerookt
◦ afweging tussen niet beperkt-leven of beperkt-leven
= wel een fout die schade heeft veroorzaakt
▪ mogelijkheid tot wrongful life vordering.
▪ Adagium werkt slechts opschortend
• de infans conceptus-regel kan geen prenatale tussenkomst in het belang van het
kind rechtvaardigen: bijvoorbeeld je kunt geen vrouw doen stoppen met roken.
◦ Hier bovenop kun je de belangen van het kind niet afwegen tegenover de
beslissingen van de zwangere vrouw: een zwangere vrouw zou euthanasie
kunnen plegen.
• Er wordt voorgesteld om menselijk leven vanaf de verwekking al
rechtssubjectiviteit toe te kennen
◦ art. 2 EVRM = eenieder heeft recht op leven
▪ ongeboren mens kan in toepassingsgebied van 'eenieder' vallen.
• Arrest Vo waarbij dokter door fout een vrouw haar zwangerschap deed verliezen
en werd aangeklaagd wegens moord.
◦ Hof heeft geoordeeld dat dit geen moord was want er was geen rechtssubject
▪ Bescherming van het nog niet verwekt menselijk leven
• wat is het statuut van een cel voor zij in de baarmoeder wordt ingeplant?
◦ EHRM oordeelt in de zaak Parillo/Italië dat een embryo niet als eigendom in
de zin van art.1 eerste protocol EVRM kan worden beschouwd
▪ het is een bijzonder beschermwaardig rechtsobject
• Wet in België laat ook toe dat kind post mortem verwekt wordt
◦ sperma van man mag na overlijden nog gebruikt worden maar het kind is dan
geen erfgenaam van die man, want het was niet verwekt op het ogenblik van
het overlijden.
▪ Omweg in bescherming van het menselijk leven
• ongeboren menselijk leven krijgt geen zelfstandige bescherming maar wel in
samenhang met de bescherming van de moeder.
◦ EHRM aanvaard dat de bescherming van de moeder in bepaalde
verdragsbepalingen wordt uitgebreid tot bescherming van het ongeboren
menselijk leven.
▪ Het ongeboren leven verwerft dan geen rechten als mens maar op grond
van menselijke waardigheid.
◦ Als de belangen van het ongeboren leven en de moeder gelijk lopen dan
volstaat de bescherming van de moeder.
◦ Als deze niet gelijk lopen: belangenafweging maken
▪ moeder of andere kunnen niet altijd vrij beslissen over de embryo
▪ HVJ: uitdrukkelijk eerbiediging van de menselijke waardigheid als
grondslag voor bescherming menselijke embryo.
◦ Ongeboren vrucht dus niet als rechtssubject beschouwd maar als beschermwaardig
bijzonder rechtsobject of als tussencategorie via concept menswaardigheid.
, AFDELING 4. Tot wanneer is iemand persoon? 4
• Tot aan het overlijden
◦ art. 55 BW: als arts heeft vastgesteld dat de persoon is overleden
▪ ambtenaar moet hierna een akte van overlijden opmaken
• deze bevat : art.56 BW
• Gevolgen hiervan
◦ vermogensrechtelijke rechten/plichten van overledene gaan over op erfgenamen: art.711
◦ juridische staat op ogenblik van overlijden kan nadien nog worden vastgesteld
▪ bv: vaststelling vaderschap van overleden man is perfect mogelijk
◦ rechtspersoonlijkheid blijft in zekere mate ook voortbestaan als nalatenschap
▪ onderhoudsvorderingen kunnen tegen nalatenschap worden ingesteld
• art. 205bis, 301, 353/14, 475quinquies BW
◦ lijkbezorging van stoffelijk overschot is verplicht
◦ persoon heeft zekere zeggenschap over zijn overlijden heen over vermogen en persoon
▪ bv zijn keuze respecteren voor begrafenis, orgaandonor...
▪ zeggenschap over zijn persoon gebeurt met toepassing van de
persoonlijkheidsrechten met name de familiale rechten.
• Bescherming van overledene
◦ Objectiefrechtelijke bescherming
▪ bescherming van doden op basis van het objectieve recht
▪ vooral ten behoeve van het stoffelijke overschot:
• via art.453 Sw. = bestraffing graf-en lijkschennis
• via art.450 Sw. = misdrijf laster en eerroof tegen overledene
▪ enkel het algemene belang geldt hier NIET de private belangen van de overledene.
• Waarheid moet kunnen gezegd worden binnen de grenzen van het algemeen
belang.
◦ Subjectiefrechtelijke bescherming
▪ lijk kan geen rechtssubject zijn: geen subject, belang of hoedanigheid.
• Maar de private belangen van het lijk blijven beschermwaardig:
◦ als overledene persoonlijkheidsrechten al had uitgeoefend tijdens zijn leven
gaan deze over aan zijn rechtsopvolgers.
▪ Zij kunnen deze als afgeleid recht in hun eigen belang uitoefenen
• bv verdere uitoefening van morele auteursrechten
◦ rechtsopvolgers zijn verder ook vrij hun familiale persoonlijkheidsrechten
met betrekking tot de nagedachtenis van de overledene uit te oefenen.
▪ Zij kunnen schending van de nagedachtenis met hun eigen subjectieve
rechten aanvechten.
• Wat als er geen lijk is?
◦ Vermissing
▪ gerechtelijke verklaring van het overlijden toepassingsvoorwaarden:
• er is geen akte van overlijden + art.126 bw
▪ gevolgen:
• familierechtbank stelt het overlijden gerechtelijk vast: art.131 BW
◦ ambtenaar burgerlijke stand stelt op basis hiervan een akte van overlijden op:
art.132 BW
▪ Wat als persoon toch nog leeft?
• Verbetering akte van overlijden volgens procedure tot verbetering van akte van
burgerlijke stand: art.134 + art. 35 BW
◦ uitreksel verbetering komt in BS, 2 lokale dagbladen en 1 nationaal: art.134