KT2101 Endocrine Systems lectures
Hoorcollege 1: Introductie 11/10/2022
Het endocrien systeem bestaat uit een grote verscheidenheid aan organen. Alle klieren in het
lichaam hebben een regulerende functie. Dit gebeurt doormiddel van hormonen, waardoor de
klieren met elkaar kunnen communiceren. Het endocrien systeem zorgt voor:
- Immuunsysteem
- Groei en afbraak van botten
- Energiehuishouding
Het endocrien systeem wordt gekenmerkt door feedback loops, dit zijn vooral negatieve
feedbackloops. Deze zijn geschikt om bepaalde signalen goed te reguleren en constant niveau te
behouden. Hierbij heeft de hypothalamus een hele grote rol.
Negatieve feedbackloop = responsie van het lichaam is het tegenovergestelde als wat er in het
lichaam gebeurt
“glucose te laag → negatieve feedbackloop zorgt ervoor dat er glucose beschikbaar komt”
Werkcolleges zijn tentamenstof en niet verplicht. Zelfstudieopdrachten zijn voor verdieping of
herhaling.
,Hoorcollege 2: Centrale zenuwstelsel, endocriene organen 11/10/2022
We hebben te maken met een multi cellulair organisme. Deze ontstaat door specialisatie van cellen.
Twee belangrijke communicatie systemen
1. Zenuwstelsel; netwerk van cellen met uitlopers die contact maken doormiddel van zenuwcellen
die werken onder invloed van onder andere hormonen
2. Endocrien systeem; hormonen worden aan de bloedbaan afgegeven en bereiken zo elders in het
lichaam de doelcellen
Hormonen
Hormonen circuleren in het bloed en werken op hun doelwitcellen op afstand.
Hoe weet een hormoon wat een doelwit cel is? De doelwitcellen reageren op hormonen waarvoor zij
receptoren hebben. Het effect is afhankelijk van de geprogrammeerde respons van een doelwit cel.
Dit laatste betekent dat alle cellen, onafhankelijk van receptoren, alsnog anders kunnen reageren op
het hormoon. Ofwel de doelwitcellen hebben een andere geprogrammeerde respons.
Twee belangrijke receptoren
1. Nucleaire receptoren; ook wel kernreceptoren omdat de bindingsplaats in de celkern zit.
Eiwithormonen kunnen niet zomaar door de cel door de lipide laag in het celmembraan. Eiwitten die
voor signaal zorgen die kunnen de cel in.
2. Membraan gebonden receptoren; dit zijn bijna altijd geen eiwit gekoppelde receptoren. Deze zijn
verankerd in het membraan en zijn daar gebonden aan G-eiwitten. Als de receptor op het
celmembraan wordt geactiveerd dan geeft dit een signaal door aan het g-eiwit waardoor het signaal
in de cel wordt doorgegeven. Hierdoor kunnen eiwitten die signaal veroorzaken binden aan een
receptor op het membraan en geven zo alsnog een signaal in de cel zonder dat ze de cel zelf in
kunnen.
Receptoren bepalen de specificiteit van het effect van het hormoon op de doelwit cel.
,Cel communicatie door hormonen
Endocrien = cellen of endocriene weefsels geven hormonen af aan het bloed waarna ze via het bloed
bij de doelcellen komen waar ze op een receptor op het celmembraan hun doelwit vinden. Het
maakt communicatie over een lange afstand mogelijk.
Paracriene = cel geeft signaalmoleculen af in de interstitiële vloeistof tussen de cellen waarna ze op
de doelreceptoren van een in de buurt gelegen cellen terecht komen. Het maakt communicatie
tussen dicht bij elkaar gelegen cellen mogelijk.
Autocrien = cellen die zichzelf reguleren. Het hormoon dat ze produceren en uitgescheiden wordt zal
door dezelfde cel opgevangen worden door de receptor. Dit kan een belangrijke rol spelen in
bijvoorbeeld het directe feedback mechanisme in de cel.
Belangrijkste endocriene klieren
(- Hypothalamus) => veel meer een gespecialiseerd deel van de hersenen die de rest van de hypofyse
aansturen, maar niet een klassiek endocrien orgaan
- Hypofyse (pituitary gland)
- Schildklier (thyroid gland)
- Bijschildklieren (parathyriod gland)
- Bijnieren (adrenal gland)
- Testis
- Ovarium
- Pancreas
Klassieke endocriene as
Hormoon dat gemaakt wordt door de hypofyse zorgt meestal niet voor direct effect op het
doelwitorgaan. Er zit meestal nog een perifere endocriene klier tussen welke een perifeer hormoon
produceert welke voor het effect zorgt (wel aangestuurd door de hypothalamus en hypofyse).
, Belangrijk in het endocriene systeem is de negatieve feedback.
Hormonaal evenwicht = goed feedbackmechanisme en sprake van een gezond systeem (=
homeostase)
Hormonale disbalans = endocriene ziekte. Voorbeelden zijn acromegalie (= aandoening van
hypofyse), ziekte van Cushing, Ziekte van Addison, Ziekte van Graves, ziekte van Hashimoto.
Hypothalamus-Hypofyse
Hypothalamus en hypofyse zijn heel dicht bij elkaar gelegen en staan
ook op een bepaalde manier in verbinding met elkaar.
Neuronen met grote cellichamen hebben hele lange uitlopers en
bereiken zo de hypofyse vanuit de hypothalamus.
De neuronen met de korte uitlopers die geven hun hormonen af aan
de bloedbaan van de hypofyse waardoor ze invloed hebben op de
endocriene cellen.
Je hebt dus twee delen van de hypofyse
Endocriene deel = hypofyse voorkwab (anterior) → via de
neuronen worden de hormonen afgegeven aan de bloedbaan in de
primaire capillaire plexus en via bloedbaan bereiken de hormonen de
hypofyse voorkwab. Hormonen worden gemaakt en afgegeven in de
hypofyse zelf. Het signaal komt uit de hypothalamus, maar het
hormoon zelf uit de hypofyse
Zenuwuitlopers gedeelte = hypofyse achterkwab (posterior) → neuronen met grote
uitlopers vanuit de hypothalamus gaan naar achterkwab en geven hun hormonen direct af aan de
bloedbaan hier door ze via de axonen te vervoeren. Er zijn daar geen zenuwcellen, maar de secretie
van hormonen vanuit de hypothalamus wordt hier direct vrijgegeven. Dus het hormoon dat hier
wordt afgegeven dat wordt gemaakt in de hypothalamus, maar afgegeven in de hypofyse. Hormoon
dat het bloed ingaat hier in de hypofyse gaat vanaf hier direct via de bloedbaan het lichaam in.
Hoorcollege 1: Introductie 11/10/2022
Het endocrien systeem bestaat uit een grote verscheidenheid aan organen. Alle klieren in het
lichaam hebben een regulerende functie. Dit gebeurt doormiddel van hormonen, waardoor de
klieren met elkaar kunnen communiceren. Het endocrien systeem zorgt voor:
- Immuunsysteem
- Groei en afbraak van botten
- Energiehuishouding
Het endocrien systeem wordt gekenmerkt door feedback loops, dit zijn vooral negatieve
feedbackloops. Deze zijn geschikt om bepaalde signalen goed te reguleren en constant niveau te
behouden. Hierbij heeft de hypothalamus een hele grote rol.
Negatieve feedbackloop = responsie van het lichaam is het tegenovergestelde als wat er in het
lichaam gebeurt
“glucose te laag → negatieve feedbackloop zorgt ervoor dat er glucose beschikbaar komt”
Werkcolleges zijn tentamenstof en niet verplicht. Zelfstudieopdrachten zijn voor verdieping of
herhaling.
,Hoorcollege 2: Centrale zenuwstelsel, endocriene organen 11/10/2022
We hebben te maken met een multi cellulair organisme. Deze ontstaat door specialisatie van cellen.
Twee belangrijke communicatie systemen
1. Zenuwstelsel; netwerk van cellen met uitlopers die contact maken doormiddel van zenuwcellen
die werken onder invloed van onder andere hormonen
2. Endocrien systeem; hormonen worden aan de bloedbaan afgegeven en bereiken zo elders in het
lichaam de doelcellen
Hormonen
Hormonen circuleren in het bloed en werken op hun doelwitcellen op afstand.
Hoe weet een hormoon wat een doelwit cel is? De doelwitcellen reageren op hormonen waarvoor zij
receptoren hebben. Het effect is afhankelijk van de geprogrammeerde respons van een doelwit cel.
Dit laatste betekent dat alle cellen, onafhankelijk van receptoren, alsnog anders kunnen reageren op
het hormoon. Ofwel de doelwitcellen hebben een andere geprogrammeerde respons.
Twee belangrijke receptoren
1. Nucleaire receptoren; ook wel kernreceptoren omdat de bindingsplaats in de celkern zit.
Eiwithormonen kunnen niet zomaar door de cel door de lipide laag in het celmembraan. Eiwitten die
voor signaal zorgen die kunnen de cel in.
2. Membraan gebonden receptoren; dit zijn bijna altijd geen eiwit gekoppelde receptoren. Deze zijn
verankerd in het membraan en zijn daar gebonden aan G-eiwitten. Als de receptor op het
celmembraan wordt geactiveerd dan geeft dit een signaal door aan het g-eiwit waardoor het signaal
in de cel wordt doorgegeven. Hierdoor kunnen eiwitten die signaal veroorzaken binden aan een
receptor op het membraan en geven zo alsnog een signaal in de cel zonder dat ze de cel zelf in
kunnen.
Receptoren bepalen de specificiteit van het effect van het hormoon op de doelwit cel.
,Cel communicatie door hormonen
Endocrien = cellen of endocriene weefsels geven hormonen af aan het bloed waarna ze via het bloed
bij de doelcellen komen waar ze op een receptor op het celmembraan hun doelwit vinden. Het
maakt communicatie over een lange afstand mogelijk.
Paracriene = cel geeft signaalmoleculen af in de interstitiële vloeistof tussen de cellen waarna ze op
de doelreceptoren van een in de buurt gelegen cellen terecht komen. Het maakt communicatie
tussen dicht bij elkaar gelegen cellen mogelijk.
Autocrien = cellen die zichzelf reguleren. Het hormoon dat ze produceren en uitgescheiden wordt zal
door dezelfde cel opgevangen worden door de receptor. Dit kan een belangrijke rol spelen in
bijvoorbeeld het directe feedback mechanisme in de cel.
Belangrijkste endocriene klieren
(- Hypothalamus) => veel meer een gespecialiseerd deel van de hersenen die de rest van de hypofyse
aansturen, maar niet een klassiek endocrien orgaan
- Hypofyse (pituitary gland)
- Schildklier (thyroid gland)
- Bijschildklieren (parathyriod gland)
- Bijnieren (adrenal gland)
- Testis
- Ovarium
- Pancreas
Klassieke endocriene as
Hormoon dat gemaakt wordt door de hypofyse zorgt meestal niet voor direct effect op het
doelwitorgaan. Er zit meestal nog een perifere endocriene klier tussen welke een perifeer hormoon
produceert welke voor het effect zorgt (wel aangestuurd door de hypothalamus en hypofyse).
, Belangrijk in het endocriene systeem is de negatieve feedback.
Hormonaal evenwicht = goed feedbackmechanisme en sprake van een gezond systeem (=
homeostase)
Hormonale disbalans = endocriene ziekte. Voorbeelden zijn acromegalie (= aandoening van
hypofyse), ziekte van Cushing, Ziekte van Addison, Ziekte van Graves, ziekte van Hashimoto.
Hypothalamus-Hypofyse
Hypothalamus en hypofyse zijn heel dicht bij elkaar gelegen en staan
ook op een bepaalde manier in verbinding met elkaar.
Neuronen met grote cellichamen hebben hele lange uitlopers en
bereiken zo de hypofyse vanuit de hypothalamus.
De neuronen met de korte uitlopers die geven hun hormonen af aan
de bloedbaan van de hypofyse waardoor ze invloed hebben op de
endocriene cellen.
Je hebt dus twee delen van de hypofyse
Endocriene deel = hypofyse voorkwab (anterior) → via de
neuronen worden de hormonen afgegeven aan de bloedbaan in de
primaire capillaire plexus en via bloedbaan bereiken de hormonen de
hypofyse voorkwab. Hormonen worden gemaakt en afgegeven in de
hypofyse zelf. Het signaal komt uit de hypothalamus, maar het
hormoon zelf uit de hypofyse
Zenuwuitlopers gedeelte = hypofyse achterkwab (posterior) → neuronen met grote
uitlopers vanuit de hypothalamus gaan naar achterkwab en geven hun hormonen direct af aan de
bloedbaan hier door ze via de axonen te vervoeren. Er zijn daar geen zenuwcellen, maar de secretie
van hormonen vanuit de hypothalamus wordt hier direct vrijgegeven. Dus het hormoon dat hier
wordt afgegeven dat wordt gemaakt in de hypothalamus, maar afgegeven in de hypofyse. Hormoon
dat het bloed ingaat hier in de hypofyse gaat vanaf hier direct via de bloedbaan het lichaam in.