Samenvatting Historische criminologie Vrije universiteit Brussel
Historische criminologie Hoofdstuk 1
Hoofdvraag: Waarom en hoe het verleden bestuderen?
Belangrijk begrip: geschiedschrijving = historisch onderzoek (constructie van taal en
tekst)
1 historisch werk = 1 lezing van het verleden
Wat is geschiedenis?
• Katy zegt dat we een verhaal vertellen hoe het vroeger gebeurt is
- Maar ze zegt wel dat er verschillende verhalen zijn over de geschiedenis
- En aan de hand van wat je interesseert bepaald dit het verhaal
• We hebben Bv. Van de minderheidsgroepen/gedetineerden zeer weinig bronnen
- We konden geen interviews doen
- Dit waren voornamelijk vrouwen, lagere sociale klassen, minderheden die
afwezig/verborgen waren in historisch onderzoek (wel kwam er een grote
evolutie)
• Dus we moesten beroep doen op sporen, maar vooral de hogere klassen hadden
dit
- Zij konden brieven, teksten, contracten schrijven wat leidt tot sporen
- De lagere klassen hadden dat niet
Besluit: Er zijn geschiedenissen, want er zijn verschillende verhalen aan de hand wat een
persoon meer prioriteit gaf dan andere personen
• Het hangt niet alleen af van sporen (bronnen), maar ook hoe je ernaar kijkt -> er is
geen overlap tussen verleden en wat historici daarover schrijven
- Dus het is een soort selectie van het verleden of constructie van talen en
teksten
3 personen die een definitie geven over de geschiedenis:
1. Johan Huizinga (Nederlandse cultuurhistoricus) = de geestelijke vorm, waarin een
cultuur zich rekenschap geeft van haar verleden
2. James Fenimore Cooper (The last of the Mohicans) = history, like love, is so apt to
surround her heroes with an atmosphere of imaginary brightness
3. Keith Jenkins (Post-modernist) = The past has gone, and history is what historians
make of it when they go to work
Rol van het verleden
• Ons persoonlijk verleden vormt ons, maakt wie we zijn
• Naast ieder individu houdt ook iedere gemeenschap zich met haar collectieve
verleden bezig
,We zijn continue met ons verleden bezig en alles heeft een verleden ( dat is de
geschiedenis )
- De toekomst waarnaar je kijkt houdt altijd rekening met het verleden dat ons
gevormd heeft
• Historici zeggen dat het niet nuttig moet zijn, maar dat het eerder voor de fun is
(dit is de 1ste professionele studie)
- Ze willen bestuderen wat het verleden is omwille van “zichzelf” (wie es
eigentlich gewessen (Ranke))
- Aan de hand van bronnen zeiden ze dat we perfect het verleden kunnen
bestuderen
Voorbeeld Daniel Smail (Harvard): “history is not a political science designed to explain
the present. It is an anthropological science designed to help us understand humanity.”
• Post modernisten zeggen dat het onmogelijk is om de geschiedenis helemaal te
bestuderen en zeggen “Anything Goes”
- Zijn tegenpolen van de Rankeanen (ze zeggen dat alle verhalen moeten
kunnen)
• Het probleem bij post modernisme is dat niet alle verhalen altijd toegelaten
worden of gehoord worden, ook zijn ze naïef
- NIET “anything goes”
• Veel volkeren proberen zich de geschiedenis toe te eigenen uit ideologische
motieven (owning history)
• Geschiedenis werd ook misbruikt, herschreven of gemanipuleerd (Bv. In het
heden: Rusland-Oekraïne)
Geschiedschrijven heeft wel nut
• Eerst en vooral moeten we proberen vastleggen wat er gebeurd om het niet te
vergeten en daaruit lessen te kunnen trekken (eruit kunnen leren) zoals de
Holocaust
• De vraag is wel of we daar effectief lessen uit trekken (Winston Churchill)
- “ the one thing we have learned from history is that we don’t learn from
history
MAAR er is wel een kritische reflectie: wat zit er achter actuele fenomenen? Hoe is het
gegroeid?
• Een andere taak is dat je ook het verleden verklaard om toe te passen vandaag,
dus niet alleen beschrijven
• Goede inzichten/samenhang creëren hoe alles gegroeid is doorheen de tijd en
wat we ermee kunnen doen
- Het laat toe om diepere analyses te doen
• Door diepere inzichten te krijgen van het verleden kunne we mogelijke scenario’s
voor de toekomst schetsen
,Bv: als er vroeger veel tekort was in de relatieve deprivatie is er meestal een link met de
toekomst wat er gaat gebeuren. ( dus de grote rode draad erin vinden)
Beperkingen geschiedschrijving
1. Historici zelf niet vrij van common sense en stereotypen
2. Geen pasklare antwoorden op vraag aan sociale wetenschappers op “what
works?”
3. Geen toekomst voorspellingen, wel schetsen van (on)mogelijke scenario’s
4. Opgelet voor determinisme: er zijn steeds alternatieve wegen
Determinisme = alles ligt vast, er is al een weg uitgestippeld
Feiten en interpretatie
, • De moeilijke relatie tussen feit en interpretatie is het kernprobleem in de
geschiedenis
- Bij elke stap in de keten zijn er interpretatieproblemen
• Er is nooit een volledig verhaal over het verleden, dus geschiedschrijving bestaat
eigenlijk niet
• De historicus moeten het begrijpen/interpreteren van de bronnen en zo een
verhaal zetten (tekening)
1. Eerst moeten ze waarnemen en registreren = interpreteren
2. Historici hadden geen eigen waarneming, dus ze moeten met sporen werken
3. Alle mogelijke sporen/getuigenissen kunnen bronnen zijn
4. Bronnen zijn ook interpretaties of uitspraken over feiten
5. En ze kunnen verschillende geïnterpreteerd worden
6. Dus ze kunnen misleidend of zelfs vals zijn
Falsa en bronnenmanipulatie
• Fake news is van alle tijden en in alle soorten
• Er kan kwaad opzet zijn tot slordigheid
• Maar vervalsing op het spoor komen is moeilijk
Geschiedschrijving: allemaal interpretatie?
• Niet allemaal, enkel spelregels van historische bewijsvoering:
- Kritische juxtapositie
o Afwegen van getuigenissen = vergelijken van onafhankelijke bronnen
o Dit is het principe van Bernheim en Langlois en Seignobos
o De valkuilen: woord tegen woord
• Redenering opbouwen
- Falsificatietechniek (Popper): een hypothese of mogelijke verklaring is
bewezen zolang ze niet wordt tegengesproken of ontkracht
• Redenering in het negatieve: het zwijgen van een bron
- Opzettelijk zwijgen
- Probleem: bronnen zwijgen wel vaker
Historische criminologie Hoofdstuk 1
Hoofdvraag: Waarom en hoe het verleden bestuderen?
Belangrijk begrip: geschiedschrijving = historisch onderzoek (constructie van taal en
tekst)
1 historisch werk = 1 lezing van het verleden
Wat is geschiedenis?
• Katy zegt dat we een verhaal vertellen hoe het vroeger gebeurt is
- Maar ze zegt wel dat er verschillende verhalen zijn over de geschiedenis
- En aan de hand van wat je interesseert bepaald dit het verhaal
• We hebben Bv. Van de minderheidsgroepen/gedetineerden zeer weinig bronnen
- We konden geen interviews doen
- Dit waren voornamelijk vrouwen, lagere sociale klassen, minderheden die
afwezig/verborgen waren in historisch onderzoek (wel kwam er een grote
evolutie)
• Dus we moesten beroep doen op sporen, maar vooral de hogere klassen hadden
dit
- Zij konden brieven, teksten, contracten schrijven wat leidt tot sporen
- De lagere klassen hadden dat niet
Besluit: Er zijn geschiedenissen, want er zijn verschillende verhalen aan de hand wat een
persoon meer prioriteit gaf dan andere personen
• Het hangt niet alleen af van sporen (bronnen), maar ook hoe je ernaar kijkt -> er is
geen overlap tussen verleden en wat historici daarover schrijven
- Dus het is een soort selectie van het verleden of constructie van talen en
teksten
3 personen die een definitie geven over de geschiedenis:
1. Johan Huizinga (Nederlandse cultuurhistoricus) = de geestelijke vorm, waarin een
cultuur zich rekenschap geeft van haar verleden
2. James Fenimore Cooper (The last of the Mohicans) = history, like love, is so apt to
surround her heroes with an atmosphere of imaginary brightness
3. Keith Jenkins (Post-modernist) = The past has gone, and history is what historians
make of it when they go to work
Rol van het verleden
• Ons persoonlijk verleden vormt ons, maakt wie we zijn
• Naast ieder individu houdt ook iedere gemeenschap zich met haar collectieve
verleden bezig
,We zijn continue met ons verleden bezig en alles heeft een verleden ( dat is de
geschiedenis )
- De toekomst waarnaar je kijkt houdt altijd rekening met het verleden dat ons
gevormd heeft
• Historici zeggen dat het niet nuttig moet zijn, maar dat het eerder voor de fun is
(dit is de 1ste professionele studie)
- Ze willen bestuderen wat het verleden is omwille van “zichzelf” (wie es
eigentlich gewessen (Ranke))
- Aan de hand van bronnen zeiden ze dat we perfect het verleden kunnen
bestuderen
Voorbeeld Daniel Smail (Harvard): “history is not a political science designed to explain
the present. It is an anthropological science designed to help us understand humanity.”
• Post modernisten zeggen dat het onmogelijk is om de geschiedenis helemaal te
bestuderen en zeggen “Anything Goes”
- Zijn tegenpolen van de Rankeanen (ze zeggen dat alle verhalen moeten
kunnen)
• Het probleem bij post modernisme is dat niet alle verhalen altijd toegelaten
worden of gehoord worden, ook zijn ze naïef
- NIET “anything goes”
• Veel volkeren proberen zich de geschiedenis toe te eigenen uit ideologische
motieven (owning history)
• Geschiedenis werd ook misbruikt, herschreven of gemanipuleerd (Bv. In het
heden: Rusland-Oekraïne)
Geschiedschrijven heeft wel nut
• Eerst en vooral moeten we proberen vastleggen wat er gebeurd om het niet te
vergeten en daaruit lessen te kunnen trekken (eruit kunnen leren) zoals de
Holocaust
• De vraag is wel of we daar effectief lessen uit trekken (Winston Churchill)
- “ the one thing we have learned from history is that we don’t learn from
history
MAAR er is wel een kritische reflectie: wat zit er achter actuele fenomenen? Hoe is het
gegroeid?
• Een andere taak is dat je ook het verleden verklaard om toe te passen vandaag,
dus niet alleen beschrijven
• Goede inzichten/samenhang creëren hoe alles gegroeid is doorheen de tijd en
wat we ermee kunnen doen
- Het laat toe om diepere analyses te doen
• Door diepere inzichten te krijgen van het verleden kunne we mogelijke scenario’s
voor de toekomst schetsen
,Bv: als er vroeger veel tekort was in de relatieve deprivatie is er meestal een link met de
toekomst wat er gaat gebeuren. ( dus de grote rode draad erin vinden)
Beperkingen geschiedschrijving
1. Historici zelf niet vrij van common sense en stereotypen
2. Geen pasklare antwoorden op vraag aan sociale wetenschappers op “what
works?”
3. Geen toekomst voorspellingen, wel schetsen van (on)mogelijke scenario’s
4. Opgelet voor determinisme: er zijn steeds alternatieve wegen
Determinisme = alles ligt vast, er is al een weg uitgestippeld
Feiten en interpretatie
, • De moeilijke relatie tussen feit en interpretatie is het kernprobleem in de
geschiedenis
- Bij elke stap in de keten zijn er interpretatieproblemen
• Er is nooit een volledig verhaal over het verleden, dus geschiedschrijving bestaat
eigenlijk niet
• De historicus moeten het begrijpen/interpreteren van de bronnen en zo een
verhaal zetten (tekening)
1. Eerst moeten ze waarnemen en registreren = interpreteren
2. Historici hadden geen eigen waarneming, dus ze moeten met sporen werken
3. Alle mogelijke sporen/getuigenissen kunnen bronnen zijn
4. Bronnen zijn ook interpretaties of uitspraken over feiten
5. En ze kunnen verschillende geïnterpreteerd worden
6. Dus ze kunnen misleidend of zelfs vals zijn
Falsa en bronnenmanipulatie
• Fake news is van alle tijden en in alle soorten
• Er kan kwaad opzet zijn tot slordigheid
• Maar vervalsing op het spoor komen is moeilijk
Geschiedschrijving: allemaal interpretatie?
• Niet allemaal, enkel spelregels van historische bewijsvoering:
- Kritische juxtapositie
o Afwegen van getuigenissen = vergelijken van onafhankelijke bronnen
o Dit is het principe van Bernheim en Langlois en Seignobos
o De valkuilen: woord tegen woord
• Redenering opbouwen
- Falsificatietechniek (Popper): een hypothese of mogelijke verklaring is
bewezen zolang ze niet wordt tegengesproken of ontkracht
• Redenering in het negatieve: het zwijgen van een bron
- Opzettelijk zwijgen
- Probleem: bronnen zwijgen wel vaker