Samenvatting lessen Financial
Accounting
Yieldmanagement
Filmpje uit de kick-off:
https://www.youtube.com/watch?v=-oJlJ5oo5AM
PowerPoint les 1
Balans bestaat uit:
- De bezittingen van de onderneming (kapitaalgoederen en vorderingen)
- Het beschikbaar vermogen van een onderneming (eigen vermogen en vreemd vermogen)
Bezittingen: Goederen en geldmiddelen die in de organisatie aanwezig zijn:
Bijvoorbeeld: kasgeld, machines en goederenvoorraad.
Vorderingen: Geldmiddelen die de organisatie nog tegoed heeft:
Nog te ontvangen bedragen, debiteuren.
Vaste activa: Productiemiddelen die langer dan één productieproces meegaan.
Bijvoorbeeld: gebouwen en machines.
Vlottende activa: Productiemiddelen die slechts één productieproces meegaan, of die snel in
geld zijn om te zetten.
Bijvoorbeeld: voorraden grondstoffen of voorraden eindproducten.
Liquide middelen: Geldmiddelen in de organisatie.
Bijvoorbeeld: kasgeld, saldo van de girorekening.
Passiva: Vermogensbestanddelen, zowel eigen vermogen (bijv. geplaatst
aandelenkapitaal) als vreemd vermogen (bijv. hypothecaire lening)
De passiva worden gewoonlijk ingedeeld in eigenvermogen, lang vreemd
vermogen en kort vreemd vermogen.
Eigen vermogen: Door de ondernemer(s) zelf ingebracht of verdiend kapitaal.
Vreemd vermogen: Door derden verschaft kapitaal; schulden of verplichtingen van de organisatie
aan derden.
Bijvoorbeeld: hypothecaire lening.
Eigen vermogen, geld (of andere zaken) dat verschaft is door de eigenaar(en) van de onderneming.
Het eigen vermogen kan veranderen door:
- Winst of verlies
- Stortingen of onttrekkingen door de eigenaar
Het eigen vermogen is het vermogen dat permanent aan de onderneming beschikbaar is gesteld. De
onderneming betaald de originele investering niet terug; eigendomsaandeel kun je wel
doorverkopen. Het is ‘Ondernemend of risicodragend vermogen’, want de beloning is afhankelijk van
de winst.
Accounting
Yieldmanagement
Filmpje uit de kick-off:
https://www.youtube.com/watch?v=-oJlJ5oo5AM
PowerPoint les 1
Balans bestaat uit:
- De bezittingen van de onderneming (kapitaalgoederen en vorderingen)
- Het beschikbaar vermogen van een onderneming (eigen vermogen en vreemd vermogen)
Bezittingen: Goederen en geldmiddelen die in de organisatie aanwezig zijn:
Bijvoorbeeld: kasgeld, machines en goederenvoorraad.
Vorderingen: Geldmiddelen die de organisatie nog tegoed heeft:
Nog te ontvangen bedragen, debiteuren.
Vaste activa: Productiemiddelen die langer dan één productieproces meegaan.
Bijvoorbeeld: gebouwen en machines.
Vlottende activa: Productiemiddelen die slechts één productieproces meegaan, of die snel in
geld zijn om te zetten.
Bijvoorbeeld: voorraden grondstoffen of voorraden eindproducten.
Liquide middelen: Geldmiddelen in de organisatie.
Bijvoorbeeld: kasgeld, saldo van de girorekening.
Passiva: Vermogensbestanddelen, zowel eigen vermogen (bijv. geplaatst
aandelenkapitaal) als vreemd vermogen (bijv. hypothecaire lening)
De passiva worden gewoonlijk ingedeeld in eigenvermogen, lang vreemd
vermogen en kort vreemd vermogen.
Eigen vermogen: Door de ondernemer(s) zelf ingebracht of verdiend kapitaal.
Vreemd vermogen: Door derden verschaft kapitaal; schulden of verplichtingen van de organisatie
aan derden.
Bijvoorbeeld: hypothecaire lening.
Eigen vermogen, geld (of andere zaken) dat verschaft is door de eigenaar(en) van de onderneming.
Het eigen vermogen kan veranderen door:
- Winst of verlies
- Stortingen of onttrekkingen door de eigenaar
Het eigen vermogen is het vermogen dat permanent aan de onderneming beschikbaar is gesteld. De
onderneming betaald de originele investering niet terug; eigendomsaandeel kun je wel
doorverkopen. Het is ‘Ondernemend of risicodragend vermogen’, want de beloning is afhankelijk van
de winst.