Samenvatting hoofdstuk 2 – Kunsttheorie
Cultuur van de kerk
Sociale orde 3 standen die afhankelijk zijn van elkaar
Bovenaan heb je de oratores (bidders) die als taak hebben om iedereen met God te loven
Daaronder heb je de bellatores (vechters), zij werken niet maar zij beschermen (met
wapens) het grondgebied tegen indringers
Onderaan de “sociale piramide” heb je de laboratores (werkenden), zij werken voor de
andere twee standen
Volgens het geloof word je (als je dood bent) voor God gebracht, en bepaalt Hij of je naar
de hemel of naar de hel gaat Hier profiteerde de Katholieke kerk van, omdat ze
hierdoor schrikwekkende beelden neerzette (binnen en buiten de kerk buiten met
bijvoorbeeld timpanen) waardoor ze hoopte meer aanhangers te krijgen en verkochten
ze aflaten (waarmee je zonden vergeven zouden worden) waardoor de kerk veel geld
verdiende (je moest als persoon de kerk een dienst afleggen of geld geven voor zo’n
aflaat)
Timpanen Voorgevel van de kerk met beeldhouwwerken erop met reliëf, er wordt een
Bijbels verhaal uitgebeeld
Reliekhouder Een voorwerp om relieken in te bewaren, meestal het skelet/de
overblijfselen van een heilige (hebben soms een vorm die verwijst naar de heilige) Dit
werd gebruikt om God aan te spreken (het gaf de kerk extra prestige en bezoekers), en
zonder Pauselijk goedgekeurd reliek is het onmogelijk om een katholiek kerkgebouw in
gebruik te nemen
Ora et labora (bid en werk) was een belangrijk orderegel van de benedictijnen Het
bidden nam 7 uur per dag in beslag, en daarnaast werkte de monniken aan arbeid (zoals
werken op het land of in het scriptorium (schrijfkamer) Hier kopiëren monniken
boeken, woord voor woord Hiermee kan kennis en geloof verspreid worden
In de kerkmuziek is de stem volgens de Kerk gemaakt om God te loven/te prijzen,
instrumenten zijn uit den boze Er wordt gezongen in het Latijn
Eerst had eigenlijk elk klooster eigen melodieën, maar na de regels voor de gezangen
(die Gregorius de Grote rond het jaar 600 had opgesteld), werd het steeds meer
hetzelfde
Het gregoriaans kenmerkt zich door een eenstemmige gezongen melodielijn in een niet
maat gebonden ritme Veel van de psalmen worden syllabisch gezongen (goed
verstaanbaar met voor elke lettergreep één noot), maar soms krijgen woorden extra
nadruk door ze melismatisch te zingen (met meerdere noten per lettergreep)
Guido van Arezzo bedacht de notatie met neumen Op een balk met 2 lijnen, waarin
een geelgroene neum de toon c aangeeft en de rode neum de toon f aangeeft Later
ontstaat de vierlijnige notenbalk met muzieksleutel en een notatie in vierkante noten
Het overschrijven van bladmuziek zorgt ervoor dat kloosters muziek kunnen uitwisselen
wat bijdraagt aan meer culturele eenheid binnen Europa
Door de verspreiding van het gregoriaans worden de psalmen in veel Europese kloosters
op dezelfde wijze gezongen Een klooster vult dit soms aan met eigen religieuze
liederen (zoals in het vrouwenklooster in Rupertsberg in Duitsland)
Hildegard von Bingen is een universeel geleerde, gespecialiseerd in filosofie, biologie,
geneeskunde, erotiek en muziektheorie Ook is zij een belangrijke vertegenwoordiger
van de mystiek (waarin het streven naar de ontmoeting/vereniging van de ziel met God
centraal staat)
, In haar liederen doet Von Bingen verslag van haar visioenen Haar muziek is
eenstemmig, maar er zijn wel veel noten per lettergreep Ook bewegen haar
melodieën zich van hoog naar laag wat de toenadering tussen (de hemelse) God en (de
aardse) mens symboliseert
Door de aflaten verdient de kerk veel geld Hier heeft Bernardus van Clairvaux kritiek
op, omdat hij zegt dat de schoonheid en zuiverheid in de soberheid ligt
Cluniacenzers (orde die bekend staat om haar rijkdom) is een bouwstijl wat ook wel
romaans wordt genoemd, naar overeenkomsten met de Romeinse bouwstijl
Herkenbaar aan rondbogen en tongewelven
Cisterciënzers Nauwelijks versierd, veel eenvoud en centraal in het complex ligt een
strak aangelegde tuin Een afspiegeling van de goddelijke orde Ook wordt er een
oude Romeinse bouwstijl gebruikt, namelijk bakstenen (Kloostermoppen) Deze
‘simpele’ bouwstijl is voortbestaan uit de onvrede van kloosterlingen zoals Bernardus
van Clairvaux, zo zei hij: “de Kerk die zijn stenen bedekt met goud, terwijl de kinderen
niets hebben om zich mee te kleden”. Een meningsverschil over of je God moet eren
met pracht en praal of dat je juist moet leven in soberheid naar het voorbeeld van
Christus Eerste tekenen van verdeeldheid in de Katholieke Kerk
Pelgrimsreizen Reizen naar plekken waar belangrijke relieken worden bewaard
Kruistochten Militaire expedities die als doel hadden om terrein te winnen op de
Islam
In de middeleeuwen veroveren de Arabieren het Midden-Oosten, waardoor Córdoba de
nieuwe hoofdstad wordt van het Spaans-Arabische rijk Hierdoor ontstaat er in veel
Spaanse gebieden een kruisbestuiving tussen de lokale en de Arabische cultuur Dit
zie je terug in de Grote Moskee, de zuilen zijn waarschijnlijk afkomstig van Oude
Romeinse gebouwen, en de onderste boog (die een hoefijzervorm heeft) is typisch
Arabisch
Doordat Venetië onderdeel was van een eeuwenoud handelsnetwerk zie je dit terug in de
bouwstijl van de basiliek de San Marco Wordt gebouwd naar het voorbeeld van
Constantinopel Met kleurrijke marmersoorten (exotisch), koepels met stenen
gewelven (die aan de binnenkant zijn bedekt met mozaïeken en bladgoud) ook heeft de
basiliek de vorm van een Byzantijns kruis
Suger (de abt van de Saint-Denis) wil meer bezoekers (er kwamen al veel pelgrims, maar
alsnog) Hierdoor verbouwt hij het donkere interieur van de romaanse Saint-Denis tot
een hoge imponerende ruimte die baadt in het licht Zijn wens was dan ook dat in de
kerk het goddelijke zichtbaar wordt in de vorm van licht (het idee dat God licht is haalt
hij uit oude manuscripten met teksten van Dionysius die in de Saint-Denis bewaard
worden) Hierdoor past hij architectonische oplossingen toe, zoals de spitsbogen (die
het mogelijk maken dat het goddelijk licht van alle kanten door vensters binnenstroomt)
Hiermee legde hij dus een basis voor de gotiek
De grote vensters kunnen bestaan uit stukjes gekleurd glas die bijeen wordt gehouden
door (dunne) loden strips, in dit gekleurde glas kunnen tekeningen worden gebrand
De combinatie van glas in lood en gebrandschilderd glas levert vensters op met
oplichtende voorstellingen
Het licht wat binnenkomt wordt dan vervolgens weer opgevangen door spiegelende
materialen, zoals edelstenen, zilver en goud, waarmee de kerkschatten zijn versierd
Skeletbouw Het gewicht wordt gesteund door een ingewikkeld stelsel van gewelven
die verbonden zijn met luchtbogen, pijlers en steunberen
Cultuur van de kerk
Sociale orde 3 standen die afhankelijk zijn van elkaar
Bovenaan heb je de oratores (bidders) die als taak hebben om iedereen met God te loven
Daaronder heb je de bellatores (vechters), zij werken niet maar zij beschermen (met
wapens) het grondgebied tegen indringers
Onderaan de “sociale piramide” heb je de laboratores (werkenden), zij werken voor de
andere twee standen
Volgens het geloof word je (als je dood bent) voor God gebracht, en bepaalt Hij of je naar
de hemel of naar de hel gaat Hier profiteerde de Katholieke kerk van, omdat ze
hierdoor schrikwekkende beelden neerzette (binnen en buiten de kerk buiten met
bijvoorbeeld timpanen) waardoor ze hoopte meer aanhangers te krijgen en verkochten
ze aflaten (waarmee je zonden vergeven zouden worden) waardoor de kerk veel geld
verdiende (je moest als persoon de kerk een dienst afleggen of geld geven voor zo’n
aflaat)
Timpanen Voorgevel van de kerk met beeldhouwwerken erop met reliëf, er wordt een
Bijbels verhaal uitgebeeld
Reliekhouder Een voorwerp om relieken in te bewaren, meestal het skelet/de
overblijfselen van een heilige (hebben soms een vorm die verwijst naar de heilige) Dit
werd gebruikt om God aan te spreken (het gaf de kerk extra prestige en bezoekers), en
zonder Pauselijk goedgekeurd reliek is het onmogelijk om een katholiek kerkgebouw in
gebruik te nemen
Ora et labora (bid en werk) was een belangrijk orderegel van de benedictijnen Het
bidden nam 7 uur per dag in beslag, en daarnaast werkte de monniken aan arbeid (zoals
werken op het land of in het scriptorium (schrijfkamer) Hier kopiëren monniken
boeken, woord voor woord Hiermee kan kennis en geloof verspreid worden
In de kerkmuziek is de stem volgens de Kerk gemaakt om God te loven/te prijzen,
instrumenten zijn uit den boze Er wordt gezongen in het Latijn
Eerst had eigenlijk elk klooster eigen melodieën, maar na de regels voor de gezangen
(die Gregorius de Grote rond het jaar 600 had opgesteld), werd het steeds meer
hetzelfde
Het gregoriaans kenmerkt zich door een eenstemmige gezongen melodielijn in een niet
maat gebonden ritme Veel van de psalmen worden syllabisch gezongen (goed
verstaanbaar met voor elke lettergreep één noot), maar soms krijgen woorden extra
nadruk door ze melismatisch te zingen (met meerdere noten per lettergreep)
Guido van Arezzo bedacht de notatie met neumen Op een balk met 2 lijnen, waarin
een geelgroene neum de toon c aangeeft en de rode neum de toon f aangeeft Later
ontstaat de vierlijnige notenbalk met muzieksleutel en een notatie in vierkante noten
Het overschrijven van bladmuziek zorgt ervoor dat kloosters muziek kunnen uitwisselen
wat bijdraagt aan meer culturele eenheid binnen Europa
Door de verspreiding van het gregoriaans worden de psalmen in veel Europese kloosters
op dezelfde wijze gezongen Een klooster vult dit soms aan met eigen religieuze
liederen (zoals in het vrouwenklooster in Rupertsberg in Duitsland)
Hildegard von Bingen is een universeel geleerde, gespecialiseerd in filosofie, biologie,
geneeskunde, erotiek en muziektheorie Ook is zij een belangrijke vertegenwoordiger
van de mystiek (waarin het streven naar de ontmoeting/vereniging van de ziel met God
centraal staat)
, In haar liederen doet Von Bingen verslag van haar visioenen Haar muziek is
eenstemmig, maar er zijn wel veel noten per lettergreep Ook bewegen haar
melodieën zich van hoog naar laag wat de toenadering tussen (de hemelse) God en (de
aardse) mens symboliseert
Door de aflaten verdient de kerk veel geld Hier heeft Bernardus van Clairvaux kritiek
op, omdat hij zegt dat de schoonheid en zuiverheid in de soberheid ligt
Cluniacenzers (orde die bekend staat om haar rijkdom) is een bouwstijl wat ook wel
romaans wordt genoemd, naar overeenkomsten met de Romeinse bouwstijl
Herkenbaar aan rondbogen en tongewelven
Cisterciënzers Nauwelijks versierd, veel eenvoud en centraal in het complex ligt een
strak aangelegde tuin Een afspiegeling van de goddelijke orde Ook wordt er een
oude Romeinse bouwstijl gebruikt, namelijk bakstenen (Kloostermoppen) Deze
‘simpele’ bouwstijl is voortbestaan uit de onvrede van kloosterlingen zoals Bernardus
van Clairvaux, zo zei hij: “de Kerk die zijn stenen bedekt met goud, terwijl de kinderen
niets hebben om zich mee te kleden”. Een meningsverschil over of je God moet eren
met pracht en praal of dat je juist moet leven in soberheid naar het voorbeeld van
Christus Eerste tekenen van verdeeldheid in de Katholieke Kerk
Pelgrimsreizen Reizen naar plekken waar belangrijke relieken worden bewaard
Kruistochten Militaire expedities die als doel hadden om terrein te winnen op de
Islam
In de middeleeuwen veroveren de Arabieren het Midden-Oosten, waardoor Córdoba de
nieuwe hoofdstad wordt van het Spaans-Arabische rijk Hierdoor ontstaat er in veel
Spaanse gebieden een kruisbestuiving tussen de lokale en de Arabische cultuur Dit
zie je terug in de Grote Moskee, de zuilen zijn waarschijnlijk afkomstig van Oude
Romeinse gebouwen, en de onderste boog (die een hoefijzervorm heeft) is typisch
Arabisch
Doordat Venetië onderdeel was van een eeuwenoud handelsnetwerk zie je dit terug in de
bouwstijl van de basiliek de San Marco Wordt gebouwd naar het voorbeeld van
Constantinopel Met kleurrijke marmersoorten (exotisch), koepels met stenen
gewelven (die aan de binnenkant zijn bedekt met mozaïeken en bladgoud) ook heeft de
basiliek de vorm van een Byzantijns kruis
Suger (de abt van de Saint-Denis) wil meer bezoekers (er kwamen al veel pelgrims, maar
alsnog) Hierdoor verbouwt hij het donkere interieur van de romaanse Saint-Denis tot
een hoge imponerende ruimte die baadt in het licht Zijn wens was dan ook dat in de
kerk het goddelijke zichtbaar wordt in de vorm van licht (het idee dat God licht is haalt
hij uit oude manuscripten met teksten van Dionysius die in de Saint-Denis bewaard
worden) Hierdoor past hij architectonische oplossingen toe, zoals de spitsbogen (die
het mogelijk maken dat het goddelijk licht van alle kanten door vensters binnenstroomt)
Hiermee legde hij dus een basis voor de gotiek
De grote vensters kunnen bestaan uit stukjes gekleurd glas die bijeen wordt gehouden
door (dunne) loden strips, in dit gekleurde glas kunnen tekeningen worden gebrand
De combinatie van glas in lood en gebrandschilderd glas levert vensters op met
oplichtende voorstellingen
Het licht wat binnenkomt wordt dan vervolgens weer opgevangen door spiegelende
materialen, zoals edelstenen, zilver en goud, waarmee de kerkschatten zijn versierd
Skeletbouw Het gewicht wordt gesteund door een ingewikkeld stelsel van gewelven
die verbonden zijn met luchtbogen, pijlers en steunberen