Samenvatting
Vooraf Maatschappijleer is de studie van de maatschappij (samenleving), met als
hoofdvraag: hoe zit de samenleving in elkaar?
Hoe kunnen maatschappelijke problemen worden opgelost? Een Maatschappelijk probleem:
Heeft gevolgen voor een grote groep
Tegengestelde belangen (voor- en tegenstanders met andere waarden en normen)
- Wie van deze ‘partijen’ krijgt zijn zin? Wie heeft het meeste macht
Formele macht (gezag), macht vastgelegd in de wet, of
Informele macht, niet vastgelegd in de wet
Gemeenschappelijke oplossing (vaak door politici)
Meestal veroorzaakt door een nieuwe maatschappelijke ontwikkeling
(Dynamiek van de samenleving)
Hoofdstuk 1 ‘idee en oorsprong van de rechtsstaat’
Wat is een rechtsstaat?
Niet: - Een staat met rechtsregels, rechters en rechtbanken (dit is er ook in bijvoorbeeld
pinda. Rusland en dat is geen rechtsstaat). Dit is een rechtsorde.
Wel: - De overheid beschermt burgers tegen elkaar
- Burgers worden voor de overheid beschermt
- Rechtsstaat= rechtsorde die aan bepaalde waarde voldoet
- Staat waarin burgers mbv grondrechten worden beschermd tegen de macht en
willekeur van de overheid.
- Vertrouwen en wederkerigheid (voor wat, hoort wat)
Volwaardige rechtsstaat is altijd een democratie, een volwaardige democratie is altijd een
rechtsstaat. Daarom heet het ook wel een democratische rechtsstaat.
De drie hoofdprincipes van de rechtsstaat:
Eerbieding van de grondrechten (hoofdstuk 3)
Legaliteitsbeginsel (hoofdstuk 4)
Trias Politica (hoofdstuk 4) Met onafhankelijke rechtsspraak (hoofdstuk 4)
Grondrechten = mensenrechten die zo belangrijk zijn dat ze in de grondwet zijn opgenomen.
Grondwet = wet met grondbeginselen, de belangrijkste principes van een land
Willekeur = niet consequent (voorbeeld: minister wordt niet vervolgd als hij een strafbaar
feit begaat en een burger wel, dit gaat tegen het gelijkheidsprincipe in)
Tegenovergestelde van een rechtsstaat: dictatuur
Dictatuur: overheid is onbetrouwbaar en krijgt altijd haar zin tegenover de burgers.
Zie schema volgende bladzijde
1