Formuleblad
Gemiddelde: Tel alle waarden bij elkaar
op en deel door het totaal aantal
waarden.
Range: het totale bereik van de scores. hoogste – laagste score.
Relatieve frequentie: hoe vaak komt iets
relatief voor?
Dichtheid: Dichtheid maakt categorieën
van verschillende klassebreedte
onderling vergelijkbaar
Standaarddeviatie: rekenkundige maat
voor de spreiding van de getallen rondom
het gemiddelde
De variantie: kijkt of waarden dicht bij
elkaar liggen of ver uit elkaar. Het is een
maat voor de spreiding. Doel: vinden van
een maat voor hoeveel personen van
elkaar afwijken.
Z-Scores: hoeveel standaarddeviaties
een meetwaarde boven of onder het
gemiddelde ligt.
Correlatie: berekent de sterkte en de
richting van het verband tussen twee
kwantitatieve variabelen.
Verklaarde variantie: hoeveel procent
van de respons variabele wordt verklaard
door de predictor variabele.
Regressie: hoe goed is de afhankelijke
variabele te voorspellen uit een of meer
onafhankelijke variabelen.
Helling/Regressiegewicht = b1
Intercept = b0
, Nulhypothese
Alternatieve hypothese
Betrouwbaarheidsinterval
(met z-waarden)
Foutenmarge
Steekproefgrootte
Z-toets
T-toets
Standardafwijking T-toets
Betrouwbaarheidsinterval
(t-waarden)
Chi-kwadraat: Toetst of er een verband
is tussen twee categorische variabelen.
Vergelijkt de geobserveerde frequenties
met de verwachte frequenties als er geen
verband zou zijn
Verwachte frequentie = (rij-totaal x kolomtotaal)/n
Aantal vrijheidsgraden bij Chi-
kwadraat