Pathologie
1.Introductie in de GGZ
Hoe definiëren we afwijken? vreemd gedrag
Normaal wordt bekeken naar de norm
Zet 100 mensen op de rij en geen 90 mensen zullen een hoorapparaat dragen omdat dit niet
de norm is
Criteria voor abnormaliteit
1. Wanneer een bepaald kenmerk uitzonderlijk is bijvoorbeeld ‘zingen’ dan is er spraken van
een abnormaliteit
2. Jani kazaltsis heeft een homosexuele geaardheid en dit is sociaal afwijkend en dus niet de
norm
o De context waarin iemand iets doet gaat zeer belangrijk zijn wanneer we gedrag
beoordelen
o Naakt op de meir lopen = sociaal afwijkend
3. Foute perceptie of interpretatie van de realiteit
o Hallucineren, waanideeën
4. Aanzienlijk emotieel lijden van de persoon
o Een vrouw is pas gescheiden en heeft een enorme emotionele rollercoaster achter
de rug = gepast binnen de context
o Stel deze vrouw heeft binnen 2 jaar nog zo een emotionele rollercoaster is dit NIET
echt gepast binnen de context
5. Ongepast of contraproductief gedrag
o Wanneer iemand een alcoholprobleem heeft en keer op keer onder invloed gaat
rijden = onaangepast gedrag
6. Gevaar
het gaat om een combinatie van deze criteria, deze criteria zouden ons een beetje moeten
lijden
2. Classificatie
We gaan veel ziektebeelden opdelen
- ICD
- DSM
- ICF
Inleidend
Waarom is classificeren zo belangrijk?
Beslissingen nemen
o De psychologen gaan samen met ons kijken en beslissingen nemen omtred te patiënt
o We gaan aan de slag moeten gaan met de gevolgen van de patiënt
1
, o De observatie is heel belangrijk omdat wij als VPK het meeste bij de patiënt gaat zijn
Voorspellen
o Perspectief bieden aan de patiënt
Samenwerking
Onderzoek
o Onderzoek naar bijvoorbeeld mensen met een gelijkaardig ziektebeeld
Hoe worden psychiatrische stoornissen
geclassificeerd?
DSM wordt het meeste gebruikt in de psychiatrie
Het uitgangspunt van de DSM is dat er sprake is van een psychigische stoornis d.m.v. 4 grote
groepen deze MOETEN er altijd zijn
1. Angst, emotioneel lijden
a. Bij elke psychiatrische stoornis
2. Ernstige belemmering in hun functioneren
a. Mensen hebben problemen op het werk in het gezinsleven, in de maatschappij, …
3. Mensen gaan gedrag stellen dat gevaarlijk/pijn met zich meebrengt voor zichzelf of anderen
4. Het gaat altijd gedrag zijn dat niet meer past in de context waarin we dit gedrag mogen
verwachten
a. Als iemand een overlijden heeft gehad en 5 jaar later heeft die het nog even moeilijk
zoals in het begin = geen normale reactie
Deze 4 groepen gaan er altijd zijn
De DSM gaat ervanuit dat er ALTIJD een interactie gaat zijn van aanleg- en omgevingsfactoren =
complex!
Kenmerken DSM-5
- Beschrijvend niet verklarend
o Schizofrenie komt niet daarvandaan
o Schizofrenie ziet er zo zo en zo uit
- Categoriaal maar met dimensie
o Ge hebt de stoornis of gehebt ze niet gekunt niet maar een heel klein beetje een
stoornis hebben
o Als je 4 van de 5 kenmerken van een stoornis hebt dan ga je de diagnose niet hebben
heb je er 5 dan wel 8 dan ook
Voor- en nadelen
- het geeft ons een uniforme taal = voordeel
- het verhelderd
- er zijn nog te weinig mensen die rekening houden met de cultuur en de context waar
sommige mensen in leven = nadeel
2
1.Introductie in de GGZ
Hoe definiëren we afwijken? vreemd gedrag
Normaal wordt bekeken naar de norm
Zet 100 mensen op de rij en geen 90 mensen zullen een hoorapparaat dragen omdat dit niet
de norm is
Criteria voor abnormaliteit
1. Wanneer een bepaald kenmerk uitzonderlijk is bijvoorbeeld ‘zingen’ dan is er spraken van
een abnormaliteit
2. Jani kazaltsis heeft een homosexuele geaardheid en dit is sociaal afwijkend en dus niet de
norm
o De context waarin iemand iets doet gaat zeer belangrijk zijn wanneer we gedrag
beoordelen
o Naakt op de meir lopen = sociaal afwijkend
3. Foute perceptie of interpretatie van de realiteit
o Hallucineren, waanideeën
4. Aanzienlijk emotieel lijden van de persoon
o Een vrouw is pas gescheiden en heeft een enorme emotionele rollercoaster achter
de rug = gepast binnen de context
o Stel deze vrouw heeft binnen 2 jaar nog zo een emotionele rollercoaster is dit NIET
echt gepast binnen de context
5. Ongepast of contraproductief gedrag
o Wanneer iemand een alcoholprobleem heeft en keer op keer onder invloed gaat
rijden = onaangepast gedrag
6. Gevaar
het gaat om een combinatie van deze criteria, deze criteria zouden ons een beetje moeten
lijden
2. Classificatie
We gaan veel ziektebeelden opdelen
- ICD
- DSM
- ICF
Inleidend
Waarom is classificeren zo belangrijk?
Beslissingen nemen
o De psychologen gaan samen met ons kijken en beslissingen nemen omtred te patiënt
o We gaan aan de slag moeten gaan met de gevolgen van de patiënt
1
, o De observatie is heel belangrijk omdat wij als VPK het meeste bij de patiënt gaat zijn
Voorspellen
o Perspectief bieden aan de patiënt
Samenwerking
Onderzoek
o Onderzoek naar bijvoorbeeld mensen met een gelijkaardig ziektebeeld
Hoe worden psychiatrische stoornissen
geclassificeerd?
DSM wordt het meeste gebruikt in de psychiatrie
Het uitgangspunt van de DSM is dat er sprake is van een psychigische stoornis d.m.v. 4 grote
groepen deze MOETEN er altijd zijn
1. Angst, emotioneel lijden
a. Bij elke psychiatrische stoornis
2. Ernstige belemmering in hun functioneren
a. Mensen hebben problemen op het werk in het gezinsleven, in de maatschappij, …
3. Mensen gaan gedrag stellen dat gevaarlijk/pijn met zich meebrengt voor zichzelf of anderen
4. Het gaat altijd gedrag zijn dat niet meer past in de context waarin we dit gedrag mogen
verwachten
a. Als iemand een overlijden heeft gehad en 5 jaar later heeft die het nog even moeilijk
zoals in het begin = geen normale reactie
Deze 4 groepen gaan er altijd zijn
De DSM gaat ervanuit dat er ALTIJD een interactie gaat zijn van aanleg- en omgevingsfactoren =
complex!
Kenmerken DSM-5
- Beschrijvend niet verklarend
o Schizofrenie komt niet daarvandaan
o Schizofrenie ziet er zo zo en zo uit
- Categoriaal maar met dimensie
o Ge hebt de stoornis of gehebt ze niet gekunt niet maar een heel klein beetje een
stoornis hebben
o Als je 4 van de 5 kenmerken van een stoornis hebt dan ga je de diagnose niet hebben
heb je er 5 dan wel 8 dan ook
Voor- en nadelen
- het geeft ons een uniforme taal = voordeel
- het verhelderd
- er zijn nog te weinig mensen die rekening houden met de cultuur en de context waar
sommige mensen in leven = nadeel
2
