THEORIE:
Inleiding
Dit document is bedoeld als handige studiegids voor het voorbereiden op
de instaptoets van de ZIGMA-route aan de Vrije Universiteit Amsterdam.
Het bevat alles wat je moet weten over de belangrijkste onderwerpen uit
de bachelor Geneeskunde, zoals:
• Fysiologie van hart, nieren en longen
• Moleculaire biologie (DNA, RNA, eiwitten en genregulatie)
• Biochemie (koolhydraten, vetten, eiwitten en stofwisseling)
• Anatomie en embryologie
• Histologie (cellen en weefsels)
• Infectie en het afweersysteem
• Hormonale regelsystemen
In het document vind je per hoofdstuk toetsgerichte vragen met
uitgebreide antwoorden. Waar mogelijk zijn er Binas-tabellen toegevoegd
om de stof visueel te ondersteunen. Het idee is dat je kunt leren door de
vragen te maken in plaats van alleen theorie door te nemen.
Deze gids helpt je om overzicht te krijgen, belangrijke concepten te
begrijpen en praktisch toe te passen. Het is zo opgezet dat je efficiënt kunt
studeren en een sterke basis opbouwt voor de toets én je verdere studie.
,Inhoudsopgave
1. Medisch Wetenschappelijk Onderzoek 1......................................................2
Genetica........................................................................................................ 6
Klinische Epidemiologie en Medisch-Wetenschappelijk Onderzoek..................11
Klinische Epidemiologie - Incidentie, Prevalentie en Risico...........................................13
Fysiologie van hart, nieren en longen............................................................16
Moleculaire Biologie.....................................................................................18
Biochemie van koolhydraten, eiwitten en vetten en stofwisseling...................20
Histologie (van cellen en weefsels)...............................................................22
Hoofdstuk 2: Cel en vloeistofcompartimenten..............................................................38
Hoofdstuk 3: Genetische controle van eiwitsynthese, cel- en weefselfunctie...............44
Hoofdstuk 4: Transport door celmembranen.................................................................51
Hoofdstuk 5: Potentiaalverschillen en actiepotentialen................................................56
Hoofdstuk 6: Contractie van skeletspieren...................................................................63
Hoofdstuk 7: Excitatie van skeletspieren – Neuromusculaire transmissie en
excitatiecontractiekoppeling.........................................................................................68
Hoofdstuk 8: Excitatie en contractie van gladde spieren..............................................74
Hoofdstuk 9: Hartspier – Excitatie en contractie...........................................................80
Hoofdstuk 14: Bloedstroom, bloeddruk en weerstand..................................................86
Hoofdstuk 61: Nierfysiologie......................................................................................... 92
1. Medisch Wetenschappelijk Onderzoek 1
Onderzoeksvormen
,Medisch wetenschappelijk onderzoek kent verschillende vormen, die onder
te verdelen zijn in observationeel, experimenteel en diagnostisch
onderzoek. Een duidelijke indeling helpt bij het toepassen van deze
methoden binnen de geneeskunde.
A. Observationeel Onderzoek
Observationeel onderzoek houdt in dat onderzoekers zonder interventie
data verzamelen over een specifieke groep. Dit wordt vaak gebruikt om
oorzaken van ziekten te achterhalen of relaties tussen factoren te
onderzoeken.
1. Cohortstudie
• Definitie: Een groep (cohort) wordt over tijd gevolgd om te
zien welke individuen een bepaalde aandoening ontwikkelen.
• Doel: Risicofactoren en incidentie van een aandoening
vaststellen.
• Voorbeeld: Onderzoek naar roken als risicofactor voor
longkanker.
• Voordelen: Mogelijkheid om causale relaties vast te stellen
(relatief).
• Nadelen: Tijdrovend, duur en kans op uitval van deelnemers.
2. Case-control studie
• Definitie: Vergelijken van mensen met een ziekte (cases) met
mensen zonder de ziekte (controls).
• Doel: Achterhalen van mogelijke oorzaken en risicofactoren.
• Voorbeeld: Het onderzoeken van voeding bij patiënten met
colorectaal carcinoom.
• Voordelen: Snel en relatief goedkoop. Geschikt voor zeldzame
aandoeningen.
• Nadelen: Gevoelig voor recall bias en selectie-bias.
, 3. Cross-sectioneel onderzoek
• Definitie: Data wordt op één specifiek moment verzameld
(momentopname).
• Doel: Ziekteprevalentie meten, associaties tussen factoren in
kaart brengen.
• Voorbeeld: Onderzoek naar prevalentie van obesitas bij
verschillende leeftijdsgroepen.
• Voordelen: Snel en relatief eenvoudig.
• Nadelen: Geen causale verbanden mogelijk, alleen
correlaties.
B. Experimenteel Onderzoek
Experimenteel onderzoek is gericht op het testen van interventies of
behandelingen. Het gaat vaak om gerandomiseerde studies met een
controlegroep.
1. Randomized Controlled Trial (RCT)
• Definitie: Deelnemers worden willekeurig toegewezen aan
een experimentele groep (behandeling) of een controlegroep (geen
behandeling of placebo).
• Doel: Bewijs leveren over effectiviteit van behandelingen of
interventies.
• Voorbeeld: Testen van een nieuw medicijn tegen hypertensie.
• Fasen van RCT:
• Fase I: Veiligheid, dosering en bijwerkingen testen (kleine
groep).
• Fase II: Eerste bewijzen voor effectiviteit en veiligheid (grotere
groep).
• Fase III: Vergelijking met standaardtherapieën op grote
schaal.
• Fase IV: Post-marketing surveillance om lange-termijneffecten
te monitoren.