Stageportfolio
Stageopdrachten Klinisch Redeneren en Onderzoekend Vermogen
Door:
Studentnummer:
Studiegroepscode:
Cursusnaam:
Docent:
Aantal woorden:
Inleverdatum:
,Inhoudsopgave
Klinisch redeneren.................................................................................................................. 2
1. Casusbeschrijving..........................................................................................................2
2. Anamnese...................................................................................................................... 3
2.1. De holistische visie op gezondheid.........................................................................3
2.2 Gezondheidspatronen van Gordon..........................................................................4
2.3 Screeningsinstrument..............................................................................................6
2.4 Shared decision making..........................................................................................7
2.5 Evaluatie werkbegeleider........................................................................................7
2.6 Schematische zorgtraject........................................................................................8
3. Diagnostiek.................................................................................................................... 9
3.1 Anatomie en functies...............................................................................................9
3.2 Externe en persoonlijke factoren...........................................................................10
3.3. Coping Stijl........................................................................................................... 11
3.4 Activiteiten en participatie......................................................................................11
3.5 Verpleegkundige diagnoses..................................................................................13
4. Resultaat...................................................................................................................... 14
4.1 Resultaat per diagnose..........................................................................................14
4.2 Evaluatie resultaten...............................................................................................14
5. Interventies (zorgbehandelplan)...................................................................................15
5.1 Interventies per diagnose......................................................................................15
5.2 Onderbouwde literatuur.........................................................................................16
5.3 Terugkoppeling interventies..................................................................................16
6. Evaluatie...................................................................................................................... 17
6.1 Evaluatie doelen....................................................................................................17
6.2 Advies................................................................................................................... 18
6.3 Overdracht............................................................................................................. 18
Bijlage 1; Evaluatie valrisico.............................................................................................19
Bijlage 2; FIQL................................................................................................................. 24
Bijlage 3; Nortonschaal....................................................................................................27
Bijlage 4; ADESS............................................................................................................. 28
......................................................................................................................................... 29
Bijlage 5; HAQ-DI............................................................................................................. 31
......................................................................................................................................... 31
......................................................................................................................................... 32
Bijlage 6; Barthel Index....................................................................................................33
Bijlage 7; SF-12............................................................................................................... 36
......................................................................................................................................... 39
......................................................................................................................................... 40
Literatuurlijst:................................................................................................................... 41
Feedbackformulier:.......................................................................................................... 45
Evaluatieformulier CanMEDS-rollen:................................................................................45
1
,Klinisch redeneren
1. Casusbeschrijving
In verband met de privacywetgeving kan ik geen persoonlijke informatie vrijgeven over de
zorgvrager die ik voor mijn opdracht heb gekozen. Omwille voor de duidelijkheid in de casus in dit
verslag, is er gekozen voor een gefingeerde naam voor de zorgvrager.
Meneer Druif is een man van 92 jaar en woont op een woning voor ouderen met een verstandelijke
beperking met bijkomende psychiatrische problemen. Hier woont meneer Druif vrijwel al zijn hele
leven. Meneer Druif heeft is gediagnosticeerd met (ouderdoms) diabetes mellitus type 2, COPD,
hypertensie en hartfalen. Meneer is hoogst waarschijnlijk met zijn verstandelijke beperking geboren
en heeft voor de rest geen officiële diagnoses in verband met zijn mentale beperkingen. Meneer
Druif is een vrolijke en vriendelijke man die graag zijn tijd vult met het roken van sigaren.
2
, 2. Anamnese
2.1. De holistische visie op gezondheid
Vanuit de holistische visie wordt de mens als een geheel gezien, het totale functioneren. Dit houdt in
op lichamelijk, sociaal, spiritueel, psychisch en functioneel gebied. Gezondheid wordt beschouwd als
een balans tussen verschillende componenten en kijkt naar de totale mens (Mills, 2017). Door
middel van de holistische visie kan er een compleet beeld worden geschetst over de gezondheid van
de zorgvrager (Van Haaren, z.d.).
Lichamelijke visie
Meneer Druif is afhankelijk van de begeleiding op verschillende gebieden waaronder de algemene
dagelijkse levensverrichtingen (ADL). Meneer is bekend met smetplekken in zijn liezen, schimmel
tussen zijn tenen en liezen, droge huid, incontinentie, chronische rugklachten en veel ouderdoms
plekken op zijn rug. Meneer is gediagnosticeerd met diabetes mellitus type 2, hypertensie en COPD
(Chronic Obstructive Pulmonary Disease). Aantal maanden terug heeft meneer een hypoglykemie
gehad. Hogere bloedsuikers worden bij meneer Druif geaccepteerd in verband met de hoge leeftijd.
Meneer heeft last van overgewicht, maar hier wordt vrijwel niks mee gedaan gezien de hoge leeftijd
van meneer. Meneer Druif is geboren met een vergrote dit zorgde ervoor dat meneer nooit goed
heeft kunnen leren praten.
Sociale visie
Meneer Druif heeft niet veel sociale contacten naast zijn vrijwilliger, mentor en de begeleiding op de
woning. Meneer Druif heeft veel behoefte aan sociale contacten, maar kan dit niet goed reguleren
en neigt vooral naar zijn vrijwilliger toe. Het uiten van lichamelijke pijn vindt meneer moeilijk, maar
geeft bijvoorbeeld wel aan door te zeggen dat hij zijn vrijwilliger mist.
Spirituele visie
Meneer Druif is zeer gelovig en hecht veel waarde aan de kerk en de dominee. Vanaf jongs af aan is
meneer Druif actief bezig met het christelijke geloof. Vanwege corona is dit minder geworden, als
werkdoel is opgesteld om meneer weer actiever te laten worden binnen de kerk.
Psychische visie
Meneer Druif is verstandelijk beperkt en functioneert op baby/peuter niveau. Meneer heeft geen
officieel psychiatrisch ziektebeeld, maar laat wel een psychiatrisch beeld zien. Hierbij heeft meneer
veel structuur nodig en kan niet veel losgelaten worden (zelfstandig zijn). Er is niet veel bekend over
de beperking van meneer en er is nooit onderzoek naar gedaan. Meneer heeft een eigen realiteit en
beeld op wat zijn wereld is, wat en hele andere beleving kan zijn ten opzichte van andere mensen.
Functionele visie
Meneer Druif functioneert niet in de maatschappij, maar alleen op de woning. Over het algemeen zit
meneer op het niveau van 18-36 maanden en soms kan dit ook op bepaalde momenten op het
niveau van een peuter zijn. De mentale toestand en het functioneren van meneer is compleet
afhankelijk van de begeleiding. Meneer heeft eigenlijk geen deelname aan de samenleving gehad
naast de kerkdiensten die hij vroeger bijwoonde en weer wilt oppakken.
3
Stageopdrachten Klinisch Redeneren en Onderzoekend Vermogen
Door:
Studentnummer:
Studiegroepscode:
Cursusnaam:
Docent:
Aantal woorden:
Inleverdatum:
,Inhoudsopgave
Klinisch redeneren.................................................................................................................. 2
1. Casusbeschrijving..........................................................................................................2
2. Anamnese...................................................................................................................... 3
2.1. De holistische visie op gezondheid.........................................................................3
2.2 Gezondheidspatronen van Gordon..........................................................................4
2.3 Screeningsinstrument..............................................................................................6
2.4 Shared decision making..........................................................................................7
2.5 Evaluatie werkbegeleider........................................................................................7
2.6 Schematische zorgtraject........................................................................................8
3. Diagnostiek.................................................................................................................... 9
3.1 Anatomie en functies...............................................................................................9
3.2 Externe en persoonlijke factoren...........................................................................10
3.3. Coping Stijl........................................................................................................... 11
3.4 Activiteiten en participatie......................................................................................11
3.5 Verpleegkundige diagnoses..................................................................................13
4. Resultaat...................................................................................................................... 14
4.1 Resultaat per diagnose..........................................................................................14
4.2 Evaluatie resultaten...............................................................................................14
5. Interventies (zorgbehandelplan)...................................................................................15
5.1 Interventies per diagnose......................................................................................15
5.2 Onderbouwde literatuur.........................................................................................16
5.3 Terugkoppeling interventies..................................................................................16
6. Evaluatie...................................................................................................................... 17
6.1 Evaluatie doelen....................................................................................................17
6.2 Advies................................................................................................................... 18
6.3 Overdracht............................................................................................................. 18
Bijlage 1; Evaluatie valrisico.............................................................................................19
Bijlage 2; FIQL................................................................................................................. 24
Bijlage 3; Nortonschaal....................................................................................................27
Bijlage 4; ADESS............................................................................................................. 28
......................................................................................................................................... 29
Bijlage 5; HAQ-DI............................................................................................................. 31
......................................................................................................................................... 31
......................................................................................................................................... 32
Bijlage 6; Barthel Index....................................................................................................33
Bijlage 7; SF-12............................................................................................................... 36
......................................................................................................................................... 39
......................................................................................................................................... 40
Literatuurlijst:................................................................................................................... 41
Feedbackformulier:.......................................................................................................... 45
Evaluatieformulier CanMEDS-rollen:................................................................................45
1
,Klinisch redeneren
1. Casusbeschrijving
In verband met de privacywetgeving kan ik geen persoonlijke informatie vrijgeven over de
zorgvrager die ik voor mijn opdracht heb gekozen. Omwille voor de duidelijkheid in de casus in dit
verslag, is er gekozen voor een gefingeerde naam voor de zorgvrager.
Meneer Druif is een man van 92 jaar en woont op een woning voor ouderen met een verstandelijke
beperking met bijkomende psychiatrische problemen. Hier woont meneer Druif vrijwel al zijn hele
leven. Meneer Druif heeft is gediagnosticeerd met (ouderdoms) diabetes mellitus type 2, COPD,
hypertensie en hartfalen. Meneer is hoogst waarschijnlijk met zijn verstandelijke beperking geboren
en heeft voor de rest geen officiële diagnoses in verband met zijn mentale beperkingen. Meneer
Druif is een vrolijke en vriendelijke man die graag zijn tijd vult met het roken van sigaren.
2
, 2. Anamnese
2.1. De holistische visie op gezondheid
Vanuit de holistische visie wordt de mens als een geheel gezien, het totale functioneren. Dit houdt in
op lichamelijk, sociaal, spiritueel, psychisch en functioneel gebied. Gezondheid wordt beschouwd als
een balans tussen verschillende componenten en kijkt naar de totale mens (Mills, 2017). Door
middel van de holistische visie kan er een compleet beeld worden geschetst over de gezondheid van
de zorgvrager (Van Haaren, z.d.).
Lichamelijke visie
Meneer Druif is afhankelijk van de begeleiding op verschillende gebieden waaronder de algemene
dagelijkse levensverrichtingen (ADL). Meneer is bekend met smetplekken in zijn liezen, schimmel
tussen zijn tenen en liezen, droge huid, incontinentie, chronische rugklachten en veel ouderdoms
plekken op zijn rug. Meneer is gediagnosticeerd met diabetes mellitus type 2, hypertensie en COPD
(Chronic Obstructive Pulmonary Disease). Aantal maanden terug heeft meneer een hypoglykemie
gehad. Hogere bloedsuikers worden bij meneer Druif geaccepteerd in verband met de hoge leeftijd.
Meneer heeft last van overgewicht, maar hier wordt vrijwel niks mee gedaan gezien de hoge leeftijd
van meneer. Meneer Druif is geboren met een vergrote dit zorgde ervoor dat meneer nooit goed
heeft kunnen leren praten.
Sociale visie
Meneer Druif heeft niet veel sociale contacten naast zijn vrijwilliger, mentor en de begeleiding op de
woning. Meneer Druif heeft veel behoefte aan sociale contacten, maar kan dit niet goed reguleren
en neigt vooral naar zijn vrijwilliger toe. Het uiten van lichamelijke pijn vindt meneer moeilijk, maar
geeft bijvoorbeeld wel aan door te zeggen dat hij zijn vrijwilliger mist.
Spirituele visie
Meneer Druif is zeer gelovig en hecht veel waarde aan de kerk en de dominee. Vanaf jongs af aan is
meneer Druif actief bezig met het christelijke geloof. Vanwege corona is dit minder geworden, als
werkdoel is opgesteld om meneer weer actiever te laten worden binnen de kerk.
Psychische visie
Meneer Druif is verstandelijk beperkt en functioneert op baby/peuter niveau. Meneer heeft geen
officieel psychiatrisch ziektebeeld, maar laat wel een psychiatrisch beeld zien. Hierbij heeft meneer
veel structuur nodig en kan niet veel losgelaten worden (zelfstandig zijn). Er is niet veel bekend over
de beperking van meneer en er is nooit onderzoek naar gedaan. Meneer heeft een eigen realiteit en
beeld op wat zijn wereld is, wat en hele andere beleving kan zijn ten opzichte van andere mensen.
Functionele visie
Meneer Druif functioneert niet in de maatschappij, maar alleen op de woning. Over het algemeen zit
meneer op het niveau van 18-36 maanden en soms kan dit ook op bepaalde momenten op het
niveau van een peuter zijn. De mentale toestand en het functioneren van meneer is compleet
afhankelijk van de begeleiding. Meneer heeft eigenlijk geen deelname aan de samenleving gehad
naast de kerkdiensten die hij vroeger bijwoonde en weer wilt oppakken.
3