Week 1 – Vrij verkeer van goederen
Marktintegratie
Beleid van de EU bestaat voor groot deel uit marktintegratie = dat
bepaalde landen onderling afspreken om te gaan samenwerken op
economisch gebied
Marktintegratie in verschillende stadia:
- Vrijhandelszone = staat vrij verkeer van goederen tussen de
lidstaten toe
- Douane-Unie = geeft gemeenschappelijke buitentarieven voor
binnenkomende goederen
- Interne markt = staat de economische productiefactoren toe zich vrij
te bewegen tussen de lidstaten
3 factoren belangrijke rol bij verwezenlijking marktintegratie
1. 4 fundamentele vrijheden
a. Vrij verkeer van goederen
b. Vrij verkeer van diensten
c. Vrij verkeer van (rechts) personen
i. Werknemers
ii. Zelfstandigen en bedrijven
d. Vrij verkeer van kapitaal
2. Mededingingsrecht
3. Unieburgerschap
De Unie moet een interne markt tot stand brengen: art. 3 lid 3 VEU en
art. 26 lid 2 VWEU
Interne markt
1. Verkeer = interstatelijk/ grensoverschrijdend element vereist
a. Indien het goed, de persoon, de dienst of het kapitaal de grens
tussen 2 lidstaten overgaat.
b. Bij een zuiver interne situatie speelt het EU-recht in beginsel geen
rol
2. Interne markt = een ruimte zonder binnengrenzen waarin het vrije
verkeer gewaarborgd is (art. 26 lid 2 VWEU)
3. Vrij verkeer van: Goederen, Personen, Diensten en Kapitaal
4. Versterken van de interne markt kan op 2 manieren:
Integratie = bijeenbrengen van afzonderlijke delen onder een
gemeenschappelijke noemer
- Negatieve integratie: wordt nagestreefd door regels van lidstaten
die het vrije verkeer belemmeren te verbieden = wegnemen van
belemmeringen
- Positieve integratie: wordt nagestreefd door het vervangen van
verschillende nationale regels door een Europese norm =
harmonisatiewetgeving
,Harmonisatie
Harmonisatie = nationale regelgeving wordt vervangen door Uniforme
EU-standaarden
- Doel is om verschillen in nationale regels weg te nemen die het
functioneren van de interne markt belemmeren
- Secundair EU-recht
Vormen harmonisatie
- Volledige/ totale harmonisatie = indien harmonisatie zo volledig
is, dat de richtlijn geen ruimte overlaat aan de lidstaten zelf.
o Komt weinig voor
- Minimale harmonisatie = EU wetgever stelt een minimumnorm
waaraan de lidstaten moeten voldoen
o Lidstaat mag strengere regels instellen
- Wederzijdse erkenning: wederzijdse erkenning van vrij verkeer
van goederen en diensten = Producten/diensten die in één lidstaat
legaal zijn, mogen in andere lidstaten worden aangeboden.
o Uitzonderingen: Alleen toegestaan bij dringende redenen zoals
veiligheid of gezondheid.
o Cassis de Dijon
- Het dwingt lidstaten om elkaars regels te respecteren, tenzij er
zwaarwegende redenen zijn om dat niet te doen.( Lidstaten moeten
producten die in andere lidstaten rechtmatig in het verkeer zijn
gebracht aanvaarden)
- Optionele harmonisatie: indien een Europese norm wordt
vastgesteld die naast de nationale norm blijft bestaan
- Spontane harmonisatie: als een lidstaat op eigen initiatief, zonder
verplichting, overgaat tot harmonisatie
Constitutionalisering EU-recht
Wat is nodig om Europese integratie daadwerkelijk te doen slagen?
- Autonomie
o Van Gend en Loos: EU-recht is een nieuwe rechtsorde
- Rechtstreekse werking
o Van Gend en Loos: Voldoende duidelijk en onvoorwaardelijk
- Voorrang
o Costa/ ENEL: nationale wet in strijd met EU-recht wordt buiten
toepassing gelaten
Bevoegdheden
- Exclusieve bevoegdheid (art. 3 VWEU): alleen Unie bevoegd
- Gedeelde bevoegdheid (art. 4 VWEU): lidstaten bevoegd, tenzij
wetgeving Unie
- Ondersteunende bevoegdheid (art. 6 VWEU): zeer beperkte
bevoegdheid van de Unie.
,Rechtsgrondslag
1. Welk soort maatregel mag worden aangenomen (inhoud en doel)
2. Welke EU-instellingen kunnen deze maatregel aannemen
3. Welke procedure moet hiervoor gebruikt worden
Tabaksreclame richtlijn
Art. 114 VWEU -> rechtsgrondslagen
- Doel: bescherming volksgezondheid
- R.O. 95: draagt de richtlijn daadwerkelijk bij aan het opheffen van
belemmeringen van het vrij verkeer?
Vrij verkeer van goederen
Tarifaire belemmeringen = handelsbelemmeringen die te maken
hebben met belastingen, rechten of heffingen op goederen, worden
geregeld door art. 30 en 110 VWEU
, Schema tarifaire belemmeringen – art. 30 en 110 VWEU
Vooraf: art. 30 VWEU of art. 110 VWEU?
- Art. 30 VWEU: bij in- en uitvoerrechten (douanerechten) en
heffingen van gelijke werking -> alle belasting of verkapte belasting
die wordt geheven op het overschrijden van de grens (zelfde
werking hebben als douanerechten)
(Grensheffingen)
- Art. 110 VWEU: bij discriminerende en protectionistische
binnenlandse belastingen -> onderdeel van algemenen
belastingstelsel binnen lidstaat (hogere belasting op gelijksoortige
goederen, belastingen die nationale producten voordeel geven)
(belastingen na passeren grens)
Stap 1: Reikwijdte
- Is er sprake van goederen?
o Tastbaar, op geld waardeerbaar, onderwerp of voorwerp
commerciële transacties
- Is er sprake van een grensoverschrijdend element? (Verkeer
tussen lidstaten)
- Harmonisatiewetgeving (niet van toepassing)
- Is er sprake van rechtstreekse werking?
o Voldoende duidelijke en onvoorwaardelijk (Van Gend en Loos)
Dus de casus valt onder de reikwijdte
Stap 2: Is er sprake van een beperking?
- Art. 30 VWEU
o Is er sprake van een in- of uitvoerrecht? (Bestaan bijna niet
meer)
o Is er sprake van een maatregel van gelijke heffing? = alle
belasting of verkapte belasting die wordt geheven wegens
grensoverschrijding (geen douanerecht)
- Art. 110 VWEU
o Verbod op discriminerende belastingen -> is er sprake van een
gelijksoortig goed?
Outokompu (directe discriminatie) Humblot (indirecte
discriminatie)
o Verbod op beschermende belastingen -> is er sprake van een
concurrerend goed?
Commisie tegen VK (R.O. 26)
o Zit er verschil tussen?
o Toelaatbare differentiatie?
Outokumpu (R.O. 30): verschil op basis van een objectief
criterium
o Directe of indirecte discriminatie?
Stap 3: Kan de beperking gerechtvaardigd worden?
- Art. 30 VWEU: beperking van art. 30 VWEU kan niet
gerechtvaardigd worden.
o Uitzonderingen:
Marktintegratie
Beleid van de EU bestaat voor groot deel uit marktintegratie = dat
bepaalde landen onderling afspreken om te gaan samenwerken op
economisch gebied
Marktintegratie in verschillende stadia:
- Vrijhandelszone = staat vrij verkeer van goederen tussen de
lidstaten toe
- Douane-Unie = geeft gemeenschappelijke buitentarieven voor
binnenkomende goederen
- Interne markt = staat de economische productiefactoren toe zich vrij
te bewegen tussen de lidstaten
3 factoren belangrijke rol bij verwezenlijking marktintegratie
1. 4 fundamentele vrijheden
a. Vrij verkeer van goederen
b. Vrij verkeer van diensten
c. Vrij verkeer van (rechts) personen
i. Werknemers
ii. Zelfstandigen en bedrijven
d. Vrij verkeer van kapitaal
2. Mededingingsrecht
3. Unieburgerschap
De Unie moet een interne markt tot stand brengen: art. 3 lid 3 VEU en
art. 26 lid 2 VWEU
Interne markt
1. Verkeer = interstatelijk/ grensoverschrijdend element vereist
a. Indien het goed, de persoon, de dienst of het kapitaal de grens
tussen 2 lidstaten overgaat.
b. Bij een zuiver interne situatie speelt het EU-recht in beginsel geen
rol
2. Interne markt = een ruimte zonder binnengrenzen waarin het vrije
verkeer gewaarborgd is (art. 26 lid 2 VWEU)
3. Vrij verkeer van: Goederen, Personen, Diensten en Kapitaal
4. Versterken van de interne markt kan op 2 manieren:
Integratie = bijeenbrengen van afzonderlijke delen onder een
gemeenschappelijke noemer
- Negatieve integratie: wordt nagestreefd door regels van lidstaten
die het vrije verkeer belemmeren te verbieden = wegnemen van
belemmeringen
- Positieve integratie: wordt nagestreefd door het vervangen van
verschillende nationale regels door een Europese norm =
harmonisatiewetgeving
,Harmonisatie
Harmonisatie = nationale regelgeving wordt vervangen door Uniforme
EU-standaarden
- Doel is om verschillen in nationale regels weg te nemen die het
functioneren van de interne markt belemmeren
- Secundair EU-recht
Vormen harmonisatie
- Volledige/ totale harmonisatie = indien harmonisatie zo volledig
is, dat de richtlijn geen ruimte overlaat aan de lidstaten zelf.
o Komt weinig voor
- Minimale harmonisatie = EU wetgever stelt een minimumnorm
waaraan de lidstaten moeten voldoen
o Lidstaat mag strengere regels instellen
- Wederzijdse erkenning: wederzijdse erkenning van vrij verkeer
van goederen en diensten = Producten/diensten die in één lidstaat
legaal zijn, mogen in andere lidstaten worden aangeboden.
o Uitzonderingen: Alleen toegestaan bij dringende redenen zoals
veiligheid of gezondheid.
o Cassis de Dijon
- Het dwingt lidstaten om elkaars regels te respecteren, tenzij er
zwaarwegende redenen zijn om dat niet te doen.( Lidstaten moeten
producten die in andere lidstaten rechtmatig in het verkeer zijn
gebracht aanvaarden)
- Optionele harmonisatie: indien een Europese norm wordt
vastgesteld die naast de nationale norm blijft bestaan
- Spontane harmonisatie: als een lidstaat op eigen initiatief, zonder
verplichting, overgaat tot harmonisatie
Constitutionalisering EU-recht
Wat is nodig om Europese integratie daadwerkelijk te doen slagen?
- Autonomie
o Van Gend en Loos: EU-recht is een nieuwe rechtsorde
- Rechtstreekse werking
o Van Gend en Loos: Voldoende duidelijk en onvoorwaardelijk
- Voorrang
o Costa/ ENEL: nationale wet in strijd met EU-recht wordt buiten
toepassing gelaten
Bevoegdheden
- Exclusieve bevoegdheid (art. 3 VWEU): alleen Unie bevoegd
- Gedeelde bevoegdheid (art. 4 VWEU): lidstaten bevoegd, tenzij
wetgeving Unie
- Ondersteunende bevoegdheid (art. 6 VWEU): zeer beperkte
bevoegdheid van de Unie.
,Rechtsgrondslag
1. Welk soort maatregel mag worden aangenomen (inhoud en doel)
2. Welke EU-instellingen kunnen deze maatregel aannemen
3. Welke procedure moet hiervoor gebruikt worden
Tabaksreclame richtlijn
Art. 114 VWEU -> rechtsgrondslagen
- Doel: bescherming volksgezondheid
- R.O. 95: draagt de richtlijn daadwerkelijk bij aan het opheffen van
belemmeringen van het vrij verkeer?
Vrij verkeer van goederen
Tarifaire belemmeringen = handelsbelemmeringen die te maken
hebben met belastingen, rechten of heffingen op goederen, worden
geregeld door art. 30 en 110 VWEU
, Schema tarifaire belemmeringen – art. 30 en 110 VWEU
Vooraf: art. 30 VWEU of art. 110 VWEU?
- Art. 30 VWEU: bij in- en uitvoerrechten (douanerechten) en
heffingen van gelijke werking -> alle belasting of verkapte belasting
die wordt geheven op het overschrijden van de grens (zelfde
werking hebben als douanerechten)
(Grensheffingen)
- Art. 110 VWEU: bij discriminerende en protectionistische
binnenlandse belastingen -> onderdeel van algemenen
belastingstelsel binnen lidstaat (hogere belasting op gelijksoortige
goederen, belastingen die nationale producten voordeel geven)
(belastingen na passeren grens)
Stap 1: Reikwijdte
- Is er sprake van goederen?
o Tastbaar, op geld waardeerbaar, onderwerp of voorwerp
commerciële transacties
- Is er sprake van een grensoverschrijdend element? (Verkeer
tussen lidstaten)
- Harmonisatiewetgeving (niet van toepassing)
- Is er sprake van rechtstreekse werking?
o Voldoende duidelijke en onvoorwaardelijk (Van Gend en Loos)
Dus de casus valt onder de reikwijdte
Stap 2: Is er sprake van een beperking?
- Art. 30 VWEU
o Is er sprake van een in- of uitvoerrecht? (Bestaan bijna niet
meer)
o Is er sprake van een maatregel van gelijke heffing? = alle
belasting of verkapte belasting die wordt geheven wegens
grensoverschrijding (geen douanerecht)
- Art. 110 VWEU
o Verbod op discriminerende belastingen -> is er sprake van een
gelijksoortig goed?
Outokompu (directe discriminatie) Humblot (indirecte
discriminatie)
o Verbod op beschermende belastingen -> is er sprake van een
concurrerend goed?
Commisie tegen VK (R.O. 26)
o Zit er verschil tussen?
o Toelaatbare differentiatie?
Outokumpu (R.O. 30): verschil op basis van een objectief
criterium
o Directe of indirecte discriminatie?
Stap 3: Kan de beperking gerechtvaardigd worden?
- Art. 30 VWEU: beperking van art. 30 VWEU kan niet
gerechtvaardigd worden.
o Uitzonderingen: