Samenvatting Brede Kijk 1B: Levensbeschouwing

Levensbeschouwing:
1 Inleiding:
 Definitie:
 Een levensbeschouwing is een samenhangend geheel van ideeën,
ervaringen, waarden en beelden dat een persoon ontwikkelt over zichzelf,
over het samenleven met anderen en over de wereld

 Grote verscheidenheid aan levensbeschouwing in onze wereld



2 Erkende levensbeschouwingen in België:
 Het hebben v/e levensbeschouwelijke overtuiging is vastgelegd in de Belgische
grondwet
 De vrijheid van levensbeschouwing is gekoppeld aan onderwijs en het geven van
levensbeschouwelijke vakken:
 De gemeenschap waarborgt de keuzevrijheid v/d ouders
 De gemeenschap richt neutraal onderwijs in
- Eerbied voor de filosofische, ideologische of godsdienstige opvattingen
v/d ouders en de leerlingen
 De scholen ingericht door openbare besturen bieden, tot het einde v/d
leerplicht, de keuze aan tussen erkende godsdiensten en zedeleer
 Alle leerlingen die leerplichtig zijn, hebben ten laste v/d gemeenschap recht
o/e morele of religieuze opvoeding
 Alle leerlingen, ouders, personeelsleden en onderwijs instellingen zijn gelijk
voor de wet
 Federale overheidsdiensten Justitie die instaat voor de erkenning van erediensten en
vrijzinnigheid




2.1 Acht erkende levensbeschouwingen:
1) De Rooms-Katholieke
2) De Israëlitische
3) De Anglicaanse
4) De Protestants-Evangelische
5) De Islamitische
6) De Orthodoxe
7) Niet-confessionele levensbeschouwing
8) Boeddhisme




1

,3 Belangrijke aspecten van een levensbeschouwing:
3.1 Historiek (de kernervaring):
 Een levensbeschouwing komt niet zomaar uit de lucht vallen
 Ervaring --> fundamentele aspect v/e levensbeschouwing
 Die ervaring was in de geschiedenis zo ingrijpend dat ze aanleiding gaf tot het
ontstaan v/e bepaalde overtuiging
 Die kernervaring is vaak verbonden met een historisch figuur
 Soms is die ervaring gekoppeld aan meerdere figuren



3.2 De geloofsovertuiging of levensfilosofie:
 Een levensbeschouwing houdt in dat mensen o/e bepaalde manier naar het leven
kijken
 Overtuiging of filosofie zegt iets over de visie van mensen op zichzelf, medemensen
en de wereld



3.3 Belangrijke geschriften of bronnen:
 = neergeschreven verhalen
 Elke levensbeschouwing heeft haar eigen bronnen --> geschriften die als belangrijk
worden geacht --> aanleiding tot studie



3.4 Rituelen en symbolen:
3.4.1 Symbolen:

 Definitie:
 Een symbool = een gewoon ding dat voor mij in een bepaalde context een
bijzondere betekenis krijgt
 Bv: ;-tattoo
 Hebben een uiterlijke kant (meestal het voorwerp zelf) (bv: een roos), die verwijst
naar een diepere betekenis (bv: de liefde)


3.4.2 Rituelen:

 Definitie:
 Rituelen = handelingen die zich herhaaldelijk voordoen en zorgen voor een
verbondenheid tussen mensen
 Levensbeschouwelijke rituelen gaan uit v/e opeenvolging van handelingen,
maar hebben de bedoeling om het diepere, een innerlijke werkelijkheid op te
roepen
 Levensbeschouwelijke rituelen = symboolhandelingen die zich herhaaldelijk
voordoen
 Rituelen geven ons het gevoel van verbondenheid met elkaar en mensen ver weg
 Bv: doopsel, communie



2

, 3.5 Belangrijke aspecten v/e levensbeschouwing:
 Levensmomenten:
 Geboorte, groei, sterven

 Plaatsen:
 Een levensbeschouwing krijgt vorm o/e bepaalde plaats
 Die plaatsen zijn verbonden met een belangrijke gebeurtenis uit de
geschiedenis v/d levensbeschouwing
 Worden als speciaal ervaren
 Locaties en gebouwen

 Voorgangers:
 Leidersfiguren




4 Jodendom:
4.1 Ontstaan en situering:
 Abraham
 4000 jaar in de tijd
3