100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached 4.2 TrustPilot
logo-home
Summary

Ondernemingsrecht (C03K1B) - volledige samenvatting

Rating
-
Sold
-
Pages
252
Uploaded on
12-02-2025
Written in
2023/2024

Volledige samenvatting van lesnotities en powerpointslides Ben hiermee geslaagd en heb het uitgeleend aan veel vriendinnen die het ook een goede samenvatting vonden

Institution
Course

















Whoops! We can’t load your doc right now. Try again or contact support.

Written for

Institution
Study
Course

Document information

Uploaded on
February 12, 2025
File latest updated on
October 9, 2025
Number of pages
252
Written in
2023/2024
Type
Summary

Subjects

Content preview

Ah.




Samenvatting Ondernemingsrecht




1

,Ah.


Deel 1 – Inleiding
Achtergrondinfo
Basis vd analyse = rechtssubject
➔ Rechtssubject = drager van rechten & verplichtingen (activa & passiva)
o Balans:




▪ Activa = goederen die waarde hebben – links
• Buitenpatrimoniale rechten
o Vb: recht om te huwen, stemrecht, recht op vrije meningsuiting..
o ≠ geldelijk
o ≠ verhandelbaar
o ALS schending: meestal schadevergoeding
• Zakelijke rechten
o Kenmerken:
▪ Recht = erga omnes
• Tav vd rest vd wereld heb je dat recht (=
tegenwerpelijk)
• Persoonlijke rechten
o Kenmerken:
▪ Recht = tav bepaalde personen
• = schuldvordering tav SA (heeft schuld)
• 2 soorten SE’s:
o Vrijwillig
▪ Vb: door contract sluiten
▪ < rechtshandelingen
o Onvrijwillig



2

,Ah.

▪ Vb: slachtoffer van OD (≠ gekozen om
SE te zijn)
▪ < rechtsfeiten
• Verbod op eigenrichting: verboden om zichzelf recht
te verschaffen (vb: inbraak of geweld)
o Illustratie: ”ik heb recht op het geld, maar ik
mag het niet eigenhandig afnemen”
• Komt politie tussen voor schendingen vd wet
(onrechtmatigheden)?
o SOMS; voor misdrijven
= onrechtmatigheid waar wetgever
strafrechtelijke
sanctie oplegt
-> Doel ≠ recht herstellen (slachtoffer
plaatsen in positie zonder onrechtmatigheid)
MAAR = sanctie die bijkomend ook leed
oplegt
-> Voor extra afschrikking
-> Vb: niet voor niet-nakoming van een co.
o ALS geen politie: dagvaarding adhv
gerechtsdeurwaarder
-> ALS niet ingaan op dagvaarding:
automatisch verloren; veroordeeld bij
verstek + gerechtskosten (WEL controle van
openbare orde op eis vd eiser)
-> Vonnis:
▪ Gezag van gewijsde (beschouwd als
waarheid; tegenbewijs ≠ meer
gehoord)
▪ Uitvoerbare titel
(“formulier van tenuitvoerlegging”)
-> Politie kan worden ingeschakeld
voor uitvoering vh vonnis
-> Vb: beslag leggen (niet meer over
beschikken tot betaling vd schuld;
verkocht om SE’s af te betalen)
< Hobbes: zwaard vd overheid is
nodig om afspraken af te dwingen
anders afspraken = woorden in de
wind (wordt pas recht ALS OH het
met geweld afdwingt)
-> OH heeft geweldmonopolie
(< Leviathan)
-> OH = gebonden aan eigen
regels

3

,Ah.

-> Door democratie kiest ied
mee welke kant OH opgaat
-> SDM
-> Belang:
bevoegdheid
& procedure
• Art. 3.36 BW: alle goederen vd SA = onderpand voor
zijn schuld & SE’s = gelijk (pondspondsgewijze
verdeling)
o Chirografaire SE’s = niet-bevoorrechte SE’s
• Art. 3.28 BW
o Vanaf insolvabiliteit: onderscheid tussen
zakelijke & persoonlijke rechten = cruciaal
▪ Pas inzicht in recht: ALS er bij
insolventie niet genoeg is voor alle SE’s
met claims (wat als het misloopt?)
– catastrofehypothese
• Intellectuele rechten
o = uitzondering op basisprincipes (= dat je mag concurreren;
kopiëren, na-apen)
▪ = principe van openbare orde (niet van afwijken!)
▪ Uitzonderingen:
• Auteursrecht = recht dat je krijgt als je werk van
letterkunde en kunst maakt
o Mag je niet zomaar kopiëren dan
▪ = soort van monopolie
o Schending = strafrechtelijk gesanctioneerd
o Waarom monopolie geven aan auteur?
▪ Om prikkel te geven; als je iets
bedenkt, krijg je daarvan de
opbrengsten (DUS geeft motivatie om
dingen te bedenken)
• Octrooi/patent/copyright
o Moet geregistreerd worden (≠ automatisch)
▪ Vanaf dan: monopolie op wat je
bedacht hebt voor 20j (hierna: na-apen
= mogelijk)
• Merkenrecht
o Vb: merk, slogan, kleur, naam..
o Kan voor eeuwigheid (maar ≠ automatisch:
vernieuwing = mogelijk)
▪ Passiva = schulden, verplichtingen – rechts
➔ RP = fictie (= rechtssubject dat niet bestaat)
o Recht = ficties, creaties vd mens
▪ MAAR als schending: overheidsgeweld

4

,Ah.

o DUS vertegenwoordiging nodig
▪ = belangrijk in ondernemingsrecht!!!
▪ OF rechtsopvolging
• Erfrecht = als persoon sterft overgang vd activa & passiva onder algemene
titel naar erfgenamen (≠ vereffening)
o Erfgenaam stapt in schoenen vd erflater
• ALS rechtspersoon failliet: vereffening

Art. 3.35 BW: definitie VERMOGEN
➔ Geheel vd goederen = onderpand voor vbt’en vd SA
➔ Elke natuurlijke persoon: 1 vermogen
o Argwaan tov vermogensafscheiding
▪ = niet alle goederen vatbaar voor eisen vd SE
▪ Waarom?
• Vorm van Ah.-beperking; opportunisme (ontsnappen aan vbt’en)
• Historische context vh ancien régime: vénalité des officies & feodaliteit
o Afschaffing afgescheiden vermogen: Napoleon op teruggekomen
▪ Ingesteld: le majorat
= hier goederen in brengen die
onaanspreekbaar zijn door SE’s (vererfd door oudste zoon)
-> Afgeschaft met onafhankelijkheid van België
▪ Vandaag: escapeplan
• Vb: trusts, maatschappen..

Art. 3.36 BW: algemeen verhaalonderpand
➔ Tenzij anders bepaald
➔ Bij samenloop:
o Verdeling tss de SE’s naar evenredigheid van hun vordering
o ALS wettige redenen van voorrang: goederen = opgegeten door SE’s met voorrang
▪ SE’s kunnen lagere rang overeenkomen dan wet hen toekent (= ovk met SA)
▪ Achtergestelde lening = SE stelt zichzelf achter omdat andere SE’s dat eisen
➔ Redenen van voorrang
o Voorrecht
▪ = grond van voorrang die wetgever geeft
▪ Onderscheid:
• Algemene voorrechten
• Bijzondere voorrechten = op 1 goed of beperkt aantal goederen
▪ Vb: fiscus, sociale zekerheid hebben voorrechten op goederen
▪ Waarom voorrecht geven aan verhuurder?
Verhuurder verleent krediet DUS neemt risico (geen zekerheid van betaling)

o Contractueel zakelijk zekerheidsrecht
▪ Onroerend: hypotheek
• A zegt dat als alles misgaat B voorrang krijgt op het goed
o Andere SE’s ondergaan gevolgen hiervan DUS schaadt 3den

5

,Ah.


• Publiciteitsvereiste !!!
o Notaris moet tot 30j teruggaan (= termijn vd verkrijgende verjaring)
voor geldige titel
▪ Roerend: pand
• Publiciteit = bezit – art. 3.28 BW
• Waarom anders dan onroer. goederen?
o Roer. goed beweegt, wordt getransformeerd voortdurend
o Onroer. goederen minder vaak verhandeld dan roer. Goederen
o Onroer. goederen meestal waardevol DUS is het waard
publiciteitsvereiste op te leggen




Rechtspersoon = rechtssubject dat geen mens is (= fictie)
= kwalificatie om rechtsgevolgen te vatten
- Stichting
- VZW
- Gewest
- Staat
- …
Vennootschap EN rechtspersoon
- NV
- BV
- CV
- …
Vennootschap
- Maatschap
o = vormvrij
o Belangrijk: kwalificatie (bij anderen niet)
▪ Voor vermogensvoordelen
-> Doel: winst
-> Oprichtingsakte vereist: of & welke vennootschap je bent
-> Onderscheid:
o Volkomen rechtspersoonlijkheid
o Onvolkomen rechtspersoonlijkheid
o Geen rechtspersoonlijkheid

Hoofdstuk 1 – Van “handelsrecht” over “handels-, vennootschaps- en economisch
6

,Ah.


recht” naar “ondernemingsrecht”
Afdeling 1 – Ontstaan en toepassingsgebied vh “Handelsrecht”

‘Code de commerce’ als kroonstuk vh handelsrecht
• Handelsrecht: toepasselijk op ‘handelaars’ = persoon die ‘daden van koophandel’
uitoefent & daarvan zijn beroep maakt (W.Kh.)
• Code de commerce (1807): Napoleontische codificatie vh handelsrecht
toepasselijk in Zuidelijke Nederlanden

Afdeling 2 – Stapsgewijze decodificatie vh Wetboek van Koophandel, gevolgd door de
invoering vh Wetboek van vennootschappen en Wetboek van economisch recht

Stapsgewijze decodificatie
• Einde 19de eeuw: enkele ‘updates’
• Vanaf 20ste eeuw: doorgedreven decodificatie → veel aparte bijzondere wetten
aangenomen

Wetboek van vennootschappen + WER
• Sinds 1999 apart Wetboek Vennootschappen: burgerlijke & handelsvormen in één
wetboek samengebracht
• 2013: Wetboek van economisch recht, gericht op vrije en eerlijke concurrentie
o Niet meteen inhoudelijk vernieuwd: vooral bijzondere wetten samenbrengen in
één geordend geheel
o Vooral focus op ‘algemeen’ economisch recht

Kritiek op het handelaarsbegrip uit het W.Kh.
• Begrip uit art. 1 W.Kh. = verouderd → veel belangrijke ondernemingsactiviteiten
(vb: landbouw) vielen niet binnen toepassingsgebied, dus ook niet onder
faillissementsrecht!
• ‘Onderneming’ als aanknopingspunt gebruiken
o In eerste instantie bij invoering WER bleef koopmansbegrip toch nog bestaan

Afdeling 3 – Naar een volwaardig “Ondernemingsrecht” met een Wetboek van economisch
recht

De 3 ‘ondernemingsrechtelijke’ werven van Minister Koen Geens
1. Wet van 11 augustus 2017: ‘onderneming’ als aanknopingspunt → kwalificatie als
handelaar geen belang meer voor insolventierecht
2. Wet van 15 april 2018: opheffing handelsrecht, uitbreiding ondernemingsrecht
• Notie ‘handelaar’ en handelsbewijsrecht afgeschaft
• Afschaffing W.Kh.
• Nieuw algemeen, formeel ondernemingsbegrip
3. Wet van 23 maart 2019: invoering Wetboek van vennootschappen en verenigingen (WVV)

Handelsrecht wordt ondernemingsrecht: rb. van koophandel wordt ondernemingsrb.
• Wet Natuurlijke Rechter (2014): onderneming als aanknopingspunt voor de bevoegdheid
vd rb. van koophandel
• 2018: naamswijziging in ‘ondernemingsrechtbank’ → ‘rechter in handelszaken’ = ‘rechter
in ondernemingszaken’
• Art. 573-574 Ger.W.: bevoegdheden ondernemingsrb.
o Geschillen tussen/tegen ondernemingen in de zin van art. I.1, 1° WER (formeel

7

,Ah.

ondernemingsbegrip) → niet langer geschillen betreffende een
‘ondernemingshandeling’

Ondernemingskwalificatie = voordelig
➔ ALS geen onderneming:
o SE’s leggen beslag op alles dat je hebt
o Collectieve schuldenregeling
▪ = procedure voor niet-ondernemingen
▪ In aanzuiveringsregime waar inkomsten voor 8j gebruikt worden om SE’s af te
betalen (terwijl krijg je staatsminimum)
➔ DUS uitbreiding van ‘handelaren’ naar alle ‘ondernemingen’ = belangrijk!

Hoofdstuk 2 – Onderneming in formele en in functionele zin
Afdeling 1 – Onderneming in ‘formele’ en in ‘functionele’ zin



Belang van de kwalificatie

• Onderneming in formele zin (art. I.1, 1° WER)
o Ondernemingsrechtbank = bevoegd (art. 573 Ger.W.)
o Inschrijvingsplicht in KBO
o Insolventierecht toepasselijk
o Boekhoudplicht
o Vermoeden van hoofdelijkheid
o Ondernemingsbewijsrecht toepasselijk
• Onderneming in materiële zin (“op duurzame wijze nastreven van een economisch
doel”: artt. I.6, 17°, I.7, 2°, I.8, 39° WER)
o Mededingingsrecht toepasselijk
o Marktpraktijkenrecht toepasselijk
o Prijsreglementering


Onderneming =
o Rechtsobject = geheel van goederen gebruikt voor economische activiteit
= vooral doctrinale term
• “Ik heb een onderneming”
OF
o Subject van rechten
= label uit de wet dat op bepaalde organisatie wordt geplakt
• “Ik ben een onderneming”
• 2 soorten:
o Onderneming in formele zin
▪ Algemene definitie: art. I.1, 1° WER
o Onderneming in functionele zin
▪ Definitie voor afzonderlijke bepaalde boeken van WER

Art. 254, lid 1 Wet Hervorming Ondernemingsrecht: “zoek-en-vervang”-bepaling
• Waar ‘handelaar’ of ‘koopman’ in zin van art. 1 W.Kh. wordt gebruikt → lezen als

8

,Ah.

‘onderneming’ in zin van art. I.1, 1° WER
o Afschaffing: handelaar = aanknopingspunt
o Invoering: formeel ondernemingsbegrip
• Uitzondering: art. 254, lid 2 Wet Hervorming O.recht

Buiten WER:
o Art. 2°2 Wet 2/8/2002 betreffende de bestrijding vd betalingsachterstand
< onderneming
o Art. 1649bis °2 BW
< verkoper

Vrije beroepen
• Art. I.1, 14° WER: definitie ‘beoefenaar van vrij beroep’
• Bijzondere regels mbt insolventierecht

Afdeling 2 – Onderneming in ‘formele’ zin
Het ‘formele’ ondernemingsbegrip in art. I.1, 1° WER (algemene definitie)
➔ Kijken naar: vorm vd organisatie (≠ wat ze doen!)

1. Natuurlijke persoon die zelfstandig een beroepsactiviteit heeft
= inclusief beoefenaars van vrij beroep
• ‘Zelfstandig’
≠ in ondergeschikt verband (vb: ambtenaars, werknemers)
• ‘Beroepsactiviteit’
= hoofd- of aanvullend beroep
= duurzame activiteit
≠ normaal beheer vh persoonlijk vermogen
-> Vb: verhuur van appartement of beheer van effectenportefeuille
• HvC 18/03/2022: enkel indien deze natuurlijke persoon een eigen organisatie heeft

2. Elke privaatrechtelijke rechtspersoon
= elke vennootschap, met volkomen of onvolkomen rechtspersoonlijkheid,
ongeacht activiteiten
-> Inclusief VZW & stichting
-> Zelfs als ze geen goederen of diensten aanbieden op de markt

3. Vennootschappen zonder rechtspersoonlijkheid, tenzij geen winstoogmerk
-> Inclusief maatschappen & verenigingen zonder RP die vermomde uitkeringen doen
-> Winstuitkeringen doen of beogen te doen
≠ feitelijke verenigingen (want mag geen winst uitkeren aan haar leden)

Aandachtspunten daarbuiten:
o Publiekrechtelijke rechtspersonen
o ALS diensten aangeboden op markt = onderneming in formele zin
▪ Vb: Bpost = onderneming WANT biedt postdiensten aan, NMBS

9

, Ah.

o Buitenlandse vormen

GEEN ondernemingen:
o Organisaties zonder RP & uitkeringsoogmerk (& die in feite geen uitkeringen doen)
o Vb: feitelijke verenigingen
o Publiekrechtelijke Rpersonen die geen goederen of diensten aanbieden op de markt
o Federale staat, gewesten, gemeenschappen, provincies…

Belang:
o ALS verweerder = onderneming: ONDERNEMINGSRECHTBANK = bevoegd => Kwalifi-
-> RIO’s = rechters in ondernemingszaak catie als
-> Flandria-arrest (1929): algemeen stemrecht onderneming
≠ vreemd dat RIO’s geen rechters zijn WANT moeten in form. zin
kunnen stemmen (= rijke ondernemers MET stemrecht) = bepalend
o ALS SA = onderneming: ondernemingsbewijsrecht
o ALS ondernemingen = samen SA voor zelfde schuld: hoofdelijkheid = regel
(van aanvullend recht)
▪ = vermoeden van hoofdelijkheid
o Insolventieprocedures Boek XX van toepassing
 Kwalificatie als onderneming in formele zin =
bepalend met uitsluitingen
o Inschrijvingsplicht KBO, boekhoudplicht…
 Aparte kwalificaties die dezelfde bouwstenen
hanteren als onderneming in formele zin

Alg. ondernemingsdefinitie = ingevoerd in WER
▪ = elke zelfstandige natuurlijke persoon, elke privaatrechtelijke rechtspersoon, elke vennootschap
▪ = basis vh toepassingsgebied vd insolventieprocedure

Afdeling 3 – Onderneming in ‘functionele’ zin
Het ‘functionele’ ondernemingsbegrip in WER (≠ algemene definitie)
• Iedere natuurlijke persoon of rechtspersoon die op duurzame wijze een economisch doel
nastreeft & zijn verenigingen (artt. 1.6, 17°, 1.7, 2°, 1.8, 39° WER)
o ‘Economisch doel’
= aanbieden van goederen of diensten op bepaalde markt = verondersteld voor
-> Aanbieder wil rendement krijgen vennootschappen
o ‘Duurzaam nastreven’
= met regelmaat of in het kader van een organisatie
o ‘Verenigingen’ ≠ VZW of andere privaatrechtelijke begrippen
▪ = ondernemingsverenigingen uit het mededingingsrecht

Belang:
▪ Mededingingsrecht
▪ Marktpraktijken
▪ Prijsreglementering

10
$21.27
Get access to the full document:

100% satisfaction guarantee
Immediately available after payment
Both online and in PDF
No strings attached


Also available in package deal

Get to know the seller

Seller avatar
Reputation scores are based on the amount of documents a seller has sold for a fee and the reviews they have received for those documents. There are three levels: Bronze, Silver and Gold. The better the reputation, the more your can rely on the quality of the sellers work.
louisebeerts Katholieke Universiteit Leuven
Follow You need to be logged in order to follow users or courses
Sold
42
Member since
2 year
Number of followers
3
Documents
23
Last sold
2 days ago

0.0

0 reviews

5
0
4
0
3
0
2
0
1
0

Recently viewed by you

Why students choose Stuvia

Created by fellow students, verified by reviews

Quality you can trust: written by students who passed their tests and reviewed by others who've used these notes.

Didn't get what you expected? Choose another document

No worries! You can instantly pick a different document that better fits what you're looking for.

Pay as you like, start learning right away

No subscription, no commitments. Pay the way you're used to via credit card and download your PDF document instantly.

Student with book image

“Bought, downloaded, and aced it. It really can be that simple.”

Alisha Student

Frequently asked questions