1.1 De pasgeborene
1.Epidemiologie van geboorte en vroeggeboorte in
België
Hoeveel kinderen worden er per jaar in Vlaanderen geboren?
60 000
grootste aandeel in Antwerpen (20 000), laagste in Limburg (7 000)
komt omdat er in Antwerpen meer niet-Belgische vrouwen wonen, die gemiddeld gezien
meer kinderen hebben per gezin
Wat is een vruchtbaarheidscijfer voor een stabiele bevolking?
2 = iedere vrouw krijgt gemiddeld 2 kinderen
Hoeveel broers/zussen heb je gemiddeld?
1 broer/zus
Hoe worden kinderen geboren?
70% spontane bevalling
20% keizersnede
10% met assistentie
men streeft naar zoveel mogelijk natuurlijke bevallingen
Hoeveel kinderen sterven er in Vlaanderen en wanneer?
0.4% sterft onder de 1 jaar (infecties, aangeboren aandoeningen…) op latere leeftijd is
het vaak te wijten
aan andere dingen zoals verkeersongevallen
25% van de doodsoorzaken zijn aangeboren afwijkingen
23% van de doodsoorzaken zijn ten gevolge van factoren van moederen en
complicaties tijdens
zwangerschap/ bevalling
Aangeboren afwijkingen:
- andere hartafwijkingen
- schisis = Schisis is een aangeboren afwijking van het gezicht, die zich kenmerkt door een
spleet of groef in bovenlip, kaak en/of gehemelte.
- hypospadie = plasgaatje zit niet op eikel, maar aan onderkant van de penis
- ventrikelseptumdefect
2.De geboorte en perinatale adaptatie
Baby gaat verschillende dingen zelf moeten doen:
- ademhalen
- circulatie
- glucose homeostase
- temperatuurscontrole
- detoxificatie
- voeding
- integratie in familie
Ademhalen
Voor geboorte
o Longen zitten vol vocht
o Geen gasuitwisseling mogelijk in longen
o 23% van cardiac output gaat naar longen
1
, o Longvocht (100ml/kg/d)
Na geboorte
o 250ml aan longvocht moet worden verwijderd
o Alle gasuitwisseling gebeurd in de longen
o 100% van cardiac output gaat naar longen
o Productie van longvocht is minimaal
Transiënte tachypnee van de neonaat is een normaal fenomeen dat optreedt. Het kindje gaat
hierbij tijdelijk te snel ademen om het longvocht te kunnen klaren.
Circulatie
Navelstreng: 1 vene + 2 arteries
arteries gaan zuurstofarm bloed vervoeren, de venen hebben zuurstofrijk bloed dat van de
moeder komt
Moeder ductus venosus vena cava superior rechteratrium rechterventrikel + deel
gaat naar linkeratrium via atriaal septum arteria pulmonalis + deel gaat naar aorta via
ductus arteriosus
Glucose homeostase
Voor geboorte
o Voornaamste energiebron is glucose (belangrijk voor CZS)
o Bron van glucose is moeder, waarbij er een continue toevoer is
o Glycogeenopslag in CZS
o Geen gluconeogenese
Na geboorte
o Energiebron: glucose en vet
o Bron is voeding, waarbij de toevoer intermittent is
o Glycogeenopslag
o Actieve gluconeogenese
Temperatuurscontrole
Na de geboorte is er risico op hitteverlies via: conductie + convectie + evaporatie + radiatie
baby zo snel mogelijk inwikkelen met een doek na de geboorte
Warmteproductie:
- basaal metabolisme
- rillen (niet neonataal)
- bewegen
- bruin vet
Koude
verhoogd zuurstofverbruik verhoogde ademhalingsfrequentie pulmonale
vasoconstrictie daling van zuurstofopname in de longen
perifere vasoconstrictie minder zuurstof richting weefsels anaerobe glycolyse
daling van PO2 en pH metabole acidose
Detoxificatie
Fase 1 en fase 2 reacties in de lever om molecules meer wateroplosbaar te maken en deze
vervolgens uit te scheiden.
2
, 3.Het normale postpartum: opvang van de
pasgeborene
Medische risicofactoren
Materneel
o Hypertensie
o Obesitas
o Diabetes congenitale malformaties: cardiaal, sacraal, IUGR, macrosomie,
hypoglycemie, RDS, hypertrofische cardiomyopathie, polycythemie
o Verloskundige voorgeschiedenis van herhaalde miskraam of premature
geboortes
Genetische risicofactoren
o Leeftijd van moeder is 35+ verhoogd risico op Down Syndroom
o Voorgeschiedenis van congenitale afwijkingen
o Familiale hereditaire aandoeningen
o Ouders zijn dragers van autosomaal recessieve aandoening
o Ouder is drager van een chromosomale afwijking
o Consanguine ouders
Omgevingsfactoren
o Roken IUGR, miskraam, SIDS
o Medicatie (thalidomide, anti-epileptica teratogeen)
o Alcohol misbruik
o Drug misbruik
o Congenitale rubella
o CMV
o Toxoplasmose
o Listeria
o Overdosis vitamine A
o Foliumzuurdeficiëntie rond conceptie
Prenatale opvolging
APGAR score bepalen bij de geboorte.
- hartritme
- ademhaling
- spiertonus
- responsiviteit
- kleur
Prematuur = geboorte voor 37 weken
zeer belangrijk om temperatuur in de gaten te houden
onder 24 weken is het niet levensvatbaar
Small for gestational age = op tijd geboren, maar gewoon heel klein
asymmetrisch: hoofdomtrek is normaal, maar kindje is te licht (hypertensie, roken, placenta
insufficiëntie)
symmetrisch: klein hoofdje en lichaam (dwerggroei, nutritionele deficiënties, intra-uteriene
infecties)
Large for gestational age = groot voor leeftijd
kan voorkomen bij maternale diabetes
Postterm = geboren na 42 weken
placenta is eigenlijk niet meer geschikt dan, dus vaak gaat men induceren of een
3
, keizersnede
baby heeft dikke, weinig doorbloede huid die vervelt
Voeding
Drinken mogelijk voor een baby van 32-34 weken
Bij een premature baby (<32-34 weken) voeden via intraveneuze of sondevoeding
A terme baby kan drinken vanaf de geboorte
Hoeveelheid: 150ml/kg/dag vanaf de 1ste week
Supplement vitamine K geven bij de geboorte aangezien dit niet voorzien wordt in de
voeding
Neonatale screening
= hielprik opsporen van aangeboren aandoeningen die je nog kan behandelen bij tijdig
opsporen
- hypothyroïdie: probleem met werking van schildklier
- fenylketonurie: kind is niet in staat fenylalanine om te zetten tot tyrosine door gebrek aan
hydroxylase
fenylalanine gaat stijgen hetgeen een negatief effect heeft op de hersenen en de
ontwikkeling kan vertragen
- icterus: door ongeconjugeerd bilirubine
4.Neonatale pathologie
Problemen: longen > CZS > GI
Prematuriteit en zijn problemen
RDS = respiratory distress syndrome = hyalijne membraanziekte
Deficiëntie van surfactant (= lipoproteïne dat wordt aangemaakt door pneumocyten
type II van het alveolair epitheel) hetgeen zorgt voor verlaging van
oppervlaktespanning
Kliniek:
o Tachypnee
o Ademhalingsinspanning
o Kreunen
o Cyanose
treedt op in minder dan 4u na de geboorte
Gevolgen:
o Alveolaire collaps
o Verminderde gasuitwisseling
Kans op RDS neemt toe met prematuriteit
Glucocorticoïden geven aan moeder, dit stimuleert de surfactant productie
Behandeling: preventief of vroeg therapeutisch surfactant toedienen + beademing
Intraventriculaire bloeding met periventriculaire hemorrhagisch infarct
Germinale matrix
Eerste 3 levensdagen
Perinatale asfyxie, ernstige RDS
Hydrocefalie
Periventriculaire leucomalacie
Ischemie + inflammatie van witte stof
4
1.Epidemiologie van geboorte en vroeggeboorte in
België
Hoeveel kinderen worden er per jaar in Vlaanderen geboren?
60 000
grootste aandeel in Antwerpen (20 000), laagste in Limburg (7 000)
komt omdat er in Antwerpen meer niet-Belgische vrouwen wonen, die gemiddeld gezien
meer kinderen hebben per gezin
Wat is een vruchtbaarheidscijfer voor een stabiele bevolking?
2 = iedere vrouw krijgt gemiddeld 2 kinderen
Hoeveel broers/zussen heb je gemiddeld?
1 broer/zus
Hoe worden kinderen geboren?
70% spontane bevalling
20% keizersnede
10% met assistentie
men streeft naar zoveel mogelijk natuurlijke bevallingen
Hoeveel kinderen sterven er in Vlaanderen en wanneer?
0.4% sterft onder de 1 jaar (infecties, aangeboren aandoeningen…) op latere leeftijd is
het vaak te wijten
aan andere dingen zoals verkeersongevallen
25% van de doodsoorzaken zijn aangeboren afwijkingen
23% van de doodsoorzaken zijn ten gevolge van factoren van moederen en
complicaties tijdens
zwangerschap/ bevalling
Aangeboren afwijkingen:
- andere hartafwijkingen
- schisis = Schisis is een aangeboren afwijking van het gezicht, die zich kenmerkt door een
spleet of groef in bovenlip, kaak en/of gehemelte.
- hypospadie = plasgaatje zit niet op eikel, maar aan onderkant van de penis
- ventrikelseptumdefect
2.De geboorte en perinatale adaptatie
Baby gaat verschillende dingen zelf moeten doen:
- ademhalen
- circulatie
- glucose homeostase
- temperatuurscontrole
- detoxificatie
- voeding
- integratie in familie
Ademhalen
Voor geboorte
o Longen zitten vol vocht
o Geen gasuitwisseling mogelijk in longen
o 23% van cardiac output gaat naar longen
1
, o Longvocht (100ml/kg/d)
Na geboorte
o 250ml aan longvocht moet worden verwijderd
o Alle gasuitwisseling gebeurd in de longen
o 100% van cardiac output gaat naar longen
o Productie van longvocht is minimaal
Transiënte tachypnee van de neonaat is een normaal fenomeen dat optreedt. Het kindje gaat
hierbij tijdelijk te snel ademen om het longvocht te kunnen klaren.
Circulatie
Navelstreng: 1 vene + 2 arteries
arteries gaan zuurstofarm bloed vervoeren, de venen hebben zuurstofrijk bloed dat van de
moeder komt
Moeder ductus venosus vena cava superior rechteratrium rechterventrikel + deel
gaat naar linkeratrium via atriaal septum arteria pulmonalis + deel gaat naar aorta via
ductus arteriosus
Glucose homeostase
Voor geboorte
o Voornaamste energiebron is glucose (belangrijk voor CZS)
o Bron van glucose is moeder, waarbij er een continue toevoer is
o Glycogeenopslag in CZS
o Geen gluconeogenese
Na geboorte
o Energiebron: glucose en vet
o Bron is voeding, waarbij de toevoer intermittent is
o Glycogeenopslag
o Actieve gluconeogenese
Temperatuurscontrole
Na de geboorte is er risico op hitteverlies via: conductie + convectie + evaporatie + radiatie
baby zo snel mogelijk inwikkelen met een doek na de geboorte
Warmteproductie:
- basaal metabolisme
- rillen (niet neonataal)
- bewegen
- bruin vet
Koude
verhoogd zuurstofverbruik verhoogde ademhalingsfrequentie pulmonale
vasoconstrictie daling van zuurstofopname in de longen
perifere vasoconstrictie minder zuurstof richting weefsels anaerobe glycolyse
daling van PO2 en pH metabole acidose
Detoxificatie
Fase 1 en fase 2 reacties in de lever om molecules meer wateroplosbaar te maken en deze
vervolgens uit te scheiden.
2
, 3.Het normale postpartum: opvang van de
pasgeborene
Medische risicofactoren
Materneel
o Hypertensie
o Obesitas
o Diabetes congenitale malformaties: cardiaal, sacraal, IUGR, macrosomie,
hypoglycemie, RDS, hypertrofische cardiomyopathie, polycythemie
o Verloskundige voorgeschiedenis van herhaalde miskraam of premature
geboortes
Genetische risicofactoren
o Leeftijd van moeder is 35+ verhoogd risico op Down Syndroom
o Voorgeschiedenis van congenitale afwijkingen
o Familiale hereditaire aandoeningen
o Ouders zijn dragers van autosomaal recessieve aandoening
o Ouder is drager van een chromosomale afwijking
o Consanguine ouders
Omgevingsfactoren
o Roken IUGR, miskraam, SIDS
o Medicatie (thalidomide, anti-epileptica teratogeen)
o Alcohol misbruik
o Drug misbruik
o Congenitale rubella
o CMV
o Toxoplasmose
o Listeria
o Overdosis vitamine A
o Foliumzuurdeficiëntie rond conceptie
Prenatale opvolging
APGAR score bepalen bij de geboorte.
- hartritme
- ademhaling
- spiertonus
- responsiviteit
- kleur
Prematuur = geboorte voor 37 weken
zeer belangrijk om temperatuur in de gaten te houden
onder 24 weken is het niet levensvatbaar
Small for gestational age = op tijd geboren, maar gewoon heel klein
asymmetrisch: hoofdomtrek is normaal, maar kindje is te licht (hypertensie, roken, placenta
insufficiëntie)
symmetrisch: klein hoofdje en lichaam (dwerggroei, nutritionele deficiënties, intra-uteriene
infecties)
Large for gestational age = groot voor leeftijd
kan voorkomen bij maternale diabetes
Postterm = geboren na 42 weken
placenta is eigenlijk niet meer geschikt dan, dus vaak gaat men induceren of een
3
, keizersnede
baby heeft dikke, weinig doorbloede huid die vervelt
Voeding
Drinken mogelijk voor een baby van 32-34 weken
Bij een premature baby (<32-34 weken) voeden via intraveneuze of sondevoeding
A terme baby kan drinken vanaf de geboorte
Hoeveelheid: 150ml/kg/dag vanaf de 1ste week
Supplement vitamine K geven bij de geboorte aangezien dit niet voorzien wordt in de
voeding
Neonatale screening
= hielprik opsporen van aangeboren aandoeningen die je nog kan behandelen bij tijdig
opsporen
- hypothyroïdie: probleem met werking van schildklier
- fenylketonurie: kind is niet in staat fenylalanine om te zetten tot tyrosine door gebrek aan
hydroxylase
fenylalanine gaat stijgen hetgeen een negatief effect heeft op de hersenen en de
ontwikkeling kan vertragen
- icterus: door ongeconjugeerd bilirubine
4.Neonatale pathologie
Problemen: longen > CZS > GI
Prematuriteit en zijn problemen
RDS = respiratory distress syndrome = hyalijne membraanziekte
Deficiëntie van surfactant (= lipoproteïne dat wordt aangemaakt door pneumocyten
type II van het alveolair epitheel) hetgeen zorgt voor verlaging van
oppervlaktespanning
Kliniek:
o Tachypnee
o Ademhalingsinspanning
o Kreunen
o Cyanose
treedt op in minder dan 4u na de geboorte
Gevolgen:
o Alveolaire collaps
o Verminderde gasuitwisseling
Kans op RDS neemt toe met prematuriteit
Glucocorticoïden geven aan moeder, dit stimuleert de surfactant productie
Behandeling: preventief of vroeg therapeutisch surfactant toedienen + beademing
Intraventriculaire bloeding met periventriculaire hemorrhagisch infarct
Germinale matrix
Eerste 3 levensdagen
Perinatale asfyxie, ernstige RDS
Hydrocefalie
Periventriculaire leucomalacie
Ischemie + inflammatie van witte stof
4