100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached 4.2 TrustPilot
logo-home
Summary

Samenvatting hoorcollege/werkgroep aantekeningen Europees Recht

Rating
-
Sold
1
Pages
48
Uploaded on
06-02-2025
Written in
2024/2025

Volledig zelf geschreven samenvatting van alle stof voor Europees Recht. Per week staan de belangrijkste dingen van elk hoorcollege, de werkgroep en de bijbehorende arresten genoemd. Ik heb zelf een 7 gehaald met puur deze samenvatting!

Show more Read less
Institution
Course











Whoops! We can’t load your doc right now. Try again or contact support.

Written for

Institution
Study
Course

Document information

Uploaded on
February 6, 2025
Number of pages
48
Written in
2024/2025
Type
Summary

Subjects

Content preview

Europees Recht – Hoorcolleges
Week 1 – Interne markt: vrij verkeer van goederen I
Een interne markt
Een van de bouwstenen van de Europese economische integratie is de interne markt en vrij verkeer
van goederen (art. 26 VWEU). De interne markt omvat een ruimte zonder binnengrenzen waarin het
vrije verkeer van goederen, personen, diensten en kapitaal is gewaarborgd volgens de bepalingen van
dit verdrag.  Handelen tussen lidstaten moet net zo makkelijk zijn als binnen een lidstaat. Elke
juridische maatregel die dit tegenhoudt wordt dan dus al een belemmering.

De stadia van economische integratie
- Vrijhandelszone: in een vrijhandelszone worden douanetarieven tussen landen afgeschaft,
zodat het gemakkelijker wordt om goederen en diensten van het ene land naar het andere land
te importeren en exporteren. Goederen waarvoor eenmaal het douanetarief betaald is, kunnen
verplaats worden binnen de vrijhandelszone. Minst vergaande vorm van economische
integratie en tevens het basisniveau van samenwerking. Verschillende landen leggen wel een
eigen douanetarief op aan goederen die buiten de zone hun oorsprong vinden en binnenkomen
in de handelszone.
- Douane-unie: heeft betrekking tot zowel de interne als externe handel. Intern worden de
douanetarieven tussen de landen van de EU afgeschaft en extern rekenen de landen een
uniform douanetarief voor landen buiten de Unie, waardoor het niet uitmaakt waar het product
de EU binnenkomt.
- Gemeenschappelijke markt: geprobeerd condities creëren van een markt waarbij handelen
tussen lidstaten net zo makkelijk is als handelen in je eigen land. Een gebied waarbinnen
goederen, personen, diensten en kapitaal vrij kunnen circuleren. Om dit doel te bereiken
worden productregelingen geharmoniseerd, waardoor goederen die worden ingevoerd ook in
elke lidstaat verkocht kunnen worden.
- Economische en monetaire unie (euro): economische beleidsterreinen ook naar het
supranationale niveau overdragen. De meeste staten hebben een gezamenlijke munt waardoor
er geen wisselkoersschommelingen zijn. Het hebben van de euro (gezamenlijke/sterke munt)
is goed voor economische handelsperspectief en tegengewicht biedt tegen andere valuta.
Alles bij elkaar is de EU interne markt. Europa is een douane-unie, gemeenschappelijke markt en een
economisch en monetaire unie. Dit maakt Europa meest gevorderde interne markt.

Centrale idee interne markt
Laten we alle obstakels voor vrij verkeer productiefactoren (arbeid, kapitaal,
grondstoffen/hulpbronnen en kennis) weghalen, vrij verkeer van productiefactoren. Zodat handelen
binnen EU net zo makkelijk is als handelen binnen een land. Buitengrenzen van alle lidstaten worden
in feite afgeschaft. Nergens aan de grenzen worden beperkingen opgelegd wanneer een goed zich
verplaatst en verhandeld wordt binnen de EU. En financiële belemmeringen (art. 30 en art. 110
VWEU) zijn verboden. Europees recht wil voorkomen dat landen stiekem eigen producten
beschermen terwijl ze zeggen dat ze een ander doel willen beschermen (discriminatie).
Economie draait om het inzetten van productiefactoren (elementen noodzakelijk voor productie). Als
productiefactoren vrij kunnen bewegen leidt dit tot een verhoging van de productie en daarmee de
welvaart. Productie kan dan plaatsvinden op meest efficiënte plek/land (goedkoper en beter). Ieder
land/gebied kan zich richten op eigen relatieve competitieve voordelen. Dus efficiënter en optimaler
doordat productiefactoren naar de plek verplaatsen waar ze het meeste opleveren.Dan worden we
samen rijker en competitiever (ook gezien concurrentie buiten de EU). Europese bedrijven
concurreren binnen Europese markt, de beste blijven over, worden groter en die concurreren met de
wereldwijde markt.
Nadelen van het vrije verkeer: de markt krijgt veel te veel macht, de markt kijkt niet naar sociale
vaardigheid en werknemers en het is niet altijd het beste voor het klimaat.

,Interne markt (art. 26 VWEU) volgens Hof van Justitie: de interne markt beoogt de afschaffing van
alle belemmeringen van het intracommunautaire handelsverkeer teneinde de nationale markten te
verenigingen tot een enkele markt die de omstandigheden van een binnenlandse markt zo dicht
mogelijk benadert.  Op supernationaal niveau een grote markt realiseren door afschaffen van interne
grenzen die lijkt op een binnenlandse markt.

Bouwblokken: de vier vrijheden
1. Goederen: zorg dat goederen vrij kunnen verkeren. Goederen kunnen alle materiele en sommige
immateriële producten zijn.
2. Personen: vrij verkeer van werknemers (arbeid), maar ook klanten (consumenten die willen reizen).
Complexer want personen doen dingen die goederen niet doen (doodgaan, baby’s krijgen etc). Ook
vrij verkeer van Uni-burgers (Uni-burgerschap).
3. Diensten/vestiging: advies geven aan mensen in andere landen of ergens een vestiging openen.
4. Kapitaal: geld nodig voor ondernemen. Dus investeringen moeten ook vrij verkeren.
5. En Mededinging: regels die de toegang en het functioneren van de markt betreffen. De Unie kan op
deze manier verstoringen van de markt door particulieren tegengaan. De Unie verbiedt met het
opstellen van bepaalde mededingingsregels bedrijven om het functioneren van de interne markt te
belemmeren.

Twee instrumenten voor vrij verkeer
- Verbodsbepalingen (negatieve integratie): artikelen in het verdrag (juridisch vlak) die iets
verbieden aan lidstaten. Het gaat om elke handeling van een lidstaat die de handel moeilijker
maakt (sommige belemmeringen kunnen gerechtvaardigd worden). Om te voorkomen dat
deze het vrije verkeer belemmeren.
Bijv. art. 56 VWEU (diensten): mogen geen regels aannemen die het vrij verkeer belemmeren.
- Harmonisatie van (bestaande) nationale regels die handel belemmeren (positieve integratie):
aannemen van Europese regels die zorgen dat de regels in de EU hetzelfde zijn (gelijktrekken
van regels tussen lidstaten). Bijvoorbeeld: dienstenrichtlijn, tabaksrichtlijn, richtlijn financiële
producten & richtlijn voeding en labels.

Harmonisatie
Twee niveaus van Europese regels: primair recht (verdragen) en secundair recht (richtlijnen,
verordeningen, beslissingen van de commissie). Alle regels waar we mee beginnen in het vak zijn
primair recht, regels uit het verdrag en die gelden alleen maar als er geen specifieke secundaire
regelgeving is. Dus als een richtlijn speciaal iets zegt over een onderwerp, dan pas je de richtlijn toe.
Als er geen richtlijn is dan pas je het verdrag toe. Daarom is de vraag is er harmonisatie belangrijk,
welke regel pas je toe, het verdrag of verordening/richtlijn. In deze week zeggen de richtlijnen alleen
je moet een controle uitoefenen, niet hoeveel geld je ervoor mocht vragen, dus op het relevante punt
over of je kosten in rekening mag brengen was geen harmonisatie.

Wie gaat dat handhaven
- Europese Commissie: handhaven met de inbreukprocedure. Lidstaat aanmanen met je handelt
in strijd met Europees recht en dan dwingen om het toe te passen, naar het hof te stappen.
- Maar vooral: bedrijven en individuen zelf
-Direct effect vrij verkeersbepalingen (Van Gend & Loos)
-Voorrang EU recht (Costa v. ENEL)
- Een ieder kan naar de nationale rechter stappen om nationale regels die het vrij verkeer
belemmeren buiten werking te stellen.

Vrij verkeer van goederen
De basis van de (oude) economie en het interne marktrecht.
- Jaren 60: goederen meer dan 70% economie. Economie draaide om het produceren en
verkopen van goederen. Producten worden overal in de EU op de markt gebracht en
getransporteerd.
- Verdrag en rechtspraak focussen daarom primair op goederen.

, - Diensten zelfs restcategorie (zie art. 57 VWEU): diensten zijn alles wat niet goederen,
personen of kapitaal is.  Nieuwe werkelijkheid: diensten > 70, diensten zijn dominant.

Belang goederen EU interne marktrecht
- Veel aandacht in verdrag voor goederen
- Veel vroege rechtspraak/arresten zijn gewezen op het gebied van goederen.
- Veel funderende beginselen en regels geformuleerd in rechtspraak over goederen
Als gevolg: basis interne marktrecht voor belangrijk deel gebaseerd op goederen.
Latere grotendeels maar niet helemaal toegepast op andere vrijheden
- Keck alleen bij goederen
- Horizontaal direct effect verschilt nog per vrijheid
Maar onderliggende logica en basisregels zijn van toepassing op alle vrijheden.

Definitie van een goed
- HvJEU: onder goederen in de zin van deze bepaling moet worden verstaan de waren die op
geld waardeerbaar zijn en als zodanig het voorwerp van handelstransacties kunnen vormen
(Zaak Commissie t. Italië)
- Zeer brede definitie: meer dan alleen stoffelijke objecten. Om het vrij verkeer van goederen
(vrijheid) zo breed mogelijk te houden. Rechtvaardigingen worden strikt geïnterpreteerd.
- HvJEU: in beginsel één vrijheid van toepassing, kijk naar de hoofdvrijheid. Vaak maak je
gebruik van verschillende vrijheden. Dus bijv. betaling bij koop goed is vrij verkeer goederen.
De betaling kleeft aan vrij verkeer van goederen.

Twee categorieën belemmeringen:
Financiële handelsbelemmeringen (tarifaire handelsbelemmeringen)
- Douanerechten en heffingen van gelijke werking (28-32 VWEU): alle financiële
handelsbelemmeringen verbieden, zoals betalingen bij grensovergang van een goed.
- Fiscaal discriminatieverbod (110 VWEU): gebruiken van nationale belastingen om
buitenlandse producten meer te laten betalen mag niet.
- Nb: geen rechtvaardigingen in verdrag voor deze belemmeringen. Bijna altijd verboden, twee
heel beperkte uitzonderingen.
Niet financiële handelsbelemmeringen (non-tarifaire handelsbelemmeringen) (34-36 VWEU)
- Kwantitatieve beperkingen: maximaal 100 producten verkocht worden per jaar. Of
beperkingen stellen door bepaalde eisen aan een product te stellen, zorgen dat bepaalde
producten uit een ander land hier niet aan voldoen.
- Maatregelen van gelijke werking
- In- en uitvoer
- Wel te rechtvaardigen: art. 36 VWEU.  Veel meer ruimte voor lidstaten om beperkingen te
rechtvaardigen.

Financiële belemmeringen
Douanerechten en heffingen van gelijke werking (art. 28 VWEU): deze bepaling is van toepassing op
producten welke van oorsprong zijn uit de lidstaten en producten uit derde landen die zich in het vrije
verkeer bevinden. Alle in- en uitvoerrechten (elke douaneheffing) of heffingen van gelijke werking
zijn tussen de lidstaten verboden, maar ook douanerechten (art. 30 VWEU). Het gaat dan om betaling
van geld voor importeren van goederen (een goed de grens over brengen).
Bijvoorbeeld: VS-auto invoeren naar EU: 10%. Dus de auto kost 30.000 met 3000 douaneheffing (los
van andere nationale belastingen). Extra belasting om de auto de grens over te krijgen. Daarmee is de
VS-auto al 10% duurder dan een in de EU gemaakte auto. De facto een 10% competitief voordeel voor
EU-auto’s. Daarom doen veel landen dat met elkaar. Handelsoorlogen.

Gemeenschappelijk douanetarief voor alle lidstaten van de Unie
De rechten van het gemeenschappelijk douanetarief worden door de Raad vastgesteld met
gekwalificeerde meerderheid van stemmen op voorstel van de Commissie (art. 31 VWEU). Als een
product Europa binnenkomt, wordt het douanetarief geheven door de lidstaat waar het product

, binnenkomt. Een groot deel van die heffing wordt dan doorbetaald aan de EU. De inkomsten uit de
toepassing van het gemeenschappelijk douanetarief behoren tot de eigen middelen van de
gemeenschap (EU). Douaneheffingen zijn dus een van de inkomstenbronnen van de EU. Eenmaal het
gemeenschappelijk douanetarief betaald (+CCP) bevindt een goed zich in het vrije verkeer. Dan is het
vrije verkeer aan geen enkele belemmering meer onderworpen.

Heffing van gelijke werking (soort restcategorie)
Douaneheffingen zijn verboden, maar lidstaten verzinnen manieren om industrie te beschermen en
geld te heffen dat geen douanetarief is. Het verdrag verbiedt daarom alle heffingen met een gelijke
werking (effect) als douanetarieven. Dit betekent ieder bedrag dat je moet betalen omdat je de grens
overgaat met je producten (zeer brede functionele definitie). Dat de betaling gering is maakt niet uit.
Commissie tegen Italië: Italië vraagt een statistiekrecht bij invoer van goederen. Statistiekrecht was
een vergoeding voor de statistische kosten die Italië maakte voor het bijhouden van de
handelsstromen. Formeel geen douanerecht, maar om producten de grens over te krijgen moet je wel
betalen.  Dit is een heffing van gelijke werking: ongeacht de benaming en structuur een eenzijdig
opgelegde geldelijke last, ook als die gering is, die wegens grensoverschrijding op nationale of
buitenlandse goederen wordt gelegd en geen douanerecht is is een heffing van gelijke werking.

Een absoluut verbod
Bijna totaalverbod op douanerechten en heffingen van gelijke werking (geen rechtvaardiging
mogelijk) door lidstaten. In beginsel altijd verboden, maar twee (beperkte) uitzonderingen: als deze op
gaan dan geen sprake van een heffing van gelijke werking, het is dus geen rechtvaardigingsgrond!
- Vergoeding voor daadwerkelijk, vrijwillig door de overheid verleende dienst aan de importeur
of exporteur (Commissie t. Luxenburg of commissie t. Duitsland). Dit kan worden gezien als
de overheid die nu handelt als civiele partij een dienst aanbiedt en daarvoor een vergoeding
wil waarbij de importeur of exporteur zelf mag beslissen of ze ook daadwerkelijk gebruik
willen maken van deze dienst. Het moet gaan om een werkelijk voordeel op vrijwillige basis.
- Bauhaus uitzondering: indien Europese regelgeving lidstaten krachtens
gemeenschapsvoorschrift verplicht om bepaalde controles/keuringen uit te voeren (op
uniforme wijze), zijn de lidstaten gerechtigd om de (reëel) kosten van deze controles te
verhalen op de exporteurs en importeurs. Het mag echter alleen gaan om echte/werkelijke
kosten van de keuring en niets extra. Als er te veel wordt geheven dan moet de gehele heffing
worden terugbetaald en kan er niks meer worden geheven (commissie t. Duitsland).

Wat als je geen heffing oplegt bij grensovergang, maar via je nationale belastingen probeert
buitenlandse producten duurder te maken (fiscale discriminatie). Hogere binnenlandse belasting heffen
op buitenlandse producten dan binnenlandse producten. Het netto-effect is hetzelfde.
Bijvoorbeeld: Duitsland maakt BTW op wijn hoger dan op bier en beschermt zo eigen bierproducten
tegen (Franse) wijn. Het buitenlandse product duurder maken om binnenlandse producten te
beschermen.

Fiscale discriminatieverbod (artikel 110 VWEU): verbied discriminatie met belastingen
Doel is voorkomen dat lidstaten eigen producten beschermen.
- Discriminatieverbod bij gelijksoortige producten: dat lidstaten geen belastingen mogen heffen
die eigen binnenlandse homogene producten bevoordelen. Dus geen hogere belasting heffen
voor buitenlandse goederen. Gaat om directe discriminatie tussen dezelfde producten
- Protectionismeverbod bij concurrerende producten: je mag niet door een belasting zo te stellen
dat het je eigen producten beschermd tegenover andere producten een voordeel bieden,
indirecte discriminatie (ook niet bij niet-vergelijkbare producten). Gaat om producten die met
elkaar concurreren, zijn nooit hetzelfde. Bepaalde producten minder aantrekkelijk maken die
je zelf minder produceert.
Bijvoorbeeld wijn en bier: belasting op Duits bier is 10% en frans bier is 40% dan in strijd met art. 110
VWEU eerste volzin, want binnenlandse producten op beide producten maar discrimineert op basis
van nationaliteit. Om Duits bier te helpen kan je 20% belasting heffen op wijn (meestal uit Frankrijk).
Als wijn heel veel duurder wordt ga je meer Duits bier drinken.
$7.82
Get access to the full document:

100% satisfaction guarantee
Immediately available after payment
Both online and in PDF
No strings attached

Get to know the seller
Seller avatar
eliensluis

Get to know the seller

Seller avatar
eliensluis Universiteit Leiden
Follow You need to be logged in order to follow users or courses
Sold
11
Member since
3 year
Number of followers
0
Documents
35
Last sold
1 month ago

0.0

0 reviews

5
0
4
0
3
0
2
0
1
0

Recently viewed by you

Why students choose Stuvia

Created by fellow students, verified by reviews

Quality you can trust: written by students who passed their tests and reviewed by others who've used these notes.

Didn't get what you expected? Choose another document

No worries! You can instantly pick a different document that better fits what you're looking for.

Pay as you like, start learning right away

No subscription, no commitments. Pay the way you're used to via credit card and download your PDF document instantly.

Student with book image

“Bought, downloaded, and aced it. It really can be that simple.”

Alisha Student

Frequently asked questions