Inhoud
Hoofdstuk 2: Het lymfa sche stelsel ....................................................................................................... 2
2.1 Inleiding ......................................................................................................................................... 2
2.2 Lymfecapillairen en lymfevaten ..................................................................................................... 2
2.3 Lymfoïde organen .......................................................................................................................... 4
1
, Hoofdstuk 2: Het lymfa sche stelsel
2.1 Inleiding
Het lymfa sche stelsel staat in func oneel verband met:
o het circulatorische stelsel
o en met het immuunsysteem
Het stelsel omvat:
o de lymfoide organen en weefsels
(centrale: beenmerg en thymus;
perifere: lymfeknopen, tonsillen, milt, Peyerse platen)
o de lymfevaten
2.2 Lymfecapillairen en lymfevaten
Thv de capillairne en in de weefsels wordt een deel van het inters ële weefselvocht niet
opnieuw in de systeemcircula e opgenomen
o Dit vocht wordt via lymfecapillairen opgenomen en langs lymfevaten naar de linker
en rechter vena brachiocephalica teruggevoerd
Lymfecapillairen = blind eindigende endotheelbuisjes
Endotheelcellen liggen zodanig gerangschikt dat ze unidirec onele
minikleppen vormen, die alleen instroom toelaten
Langs deze kleppen komt het volgende in de lymfecapillairen terecht:
- inters ële vocht samen met eiwi en
- cel afval (en mogelijk ook metastaserende kankercellen)
Het is dus belangrijk dat er ook materiaal in par kelvorm
opgenomen wordt
Lymfe = verzamelnaam voor alle componenten die via het
lymfecapillair worden vervoerd
Lymfecapillairen verenigen zich tot lymfevaten
o de wand v/d lymfevaten bevat talrijke kleppen
o wand is te vergelijken met die v/d venen
o Ook circula emechanisme v/d lymfevaten ~ venen
o monden uit in enkele trunci (trunci lymfa ci)
o Op verloop v/d lymfevaten: lymfeknopen (nodi lymfa ci)
2
Hoofdstuk 2: Het lymfa sche stelsel ....................................................................................................... 2
2.1 Inleiding ......................................................................................................................................... 2
2.2 Lymfecapillairen en lymfevaten ..................................................................................................... 2
2.3 Lymfoïde organen .......................................................................................................................... 4
1
, Hoofdstuk 2: Het lymfa sche stelsel
2.1 Inleiding
Het lymfa sche stelsel staat in func oneel verband met:
o het circulatorische stelsel
o en met het immuunsysteem
Het stelsel omvat:
o de lymfoide organen en weefsels
(centrale: beenmerg en thymus;
perifere: lymfeknopen, tonsillen, milt, Peyerse platen)
o de lymfevaten
2.2 Lymfecapillairen en lymfevaten
Thv de capillairne en in de weefsels wordt een deel van het inters ële weefselvocht niet
opnieuw in de systeemcircula e opgenomen
o Dit vocht wordt via lymfecapillairen opgenomen en langs lymfevaten naar de linker
en rechter vena brachiocephalica teruggevoerd
Lymfecapillairen = blind eindigende endotheelbuisjes
Endotheelcellen liggen zodanig gerangschikt dat ze unidirec onele
minikleppen vormen, die alleen instroom toelaten
Langs deze kleppen komt het volgende in de lymfecapillairen terecht:
- inters ële vocht samen met eiwi en
- cel afval (en mogelijk ook metastaserende kankercellen)
Het is dus belangrijk dat er ook materiaal in par kelvorm
opgenomen wordt
Lymfe = verzamelnaam voor alle componenten die via het
lymfecapillair worden vervoerd
Lymfecapillairen verenigen zich tot lymfevaten
o de wand v/d lymfevaten bevat talrijke kleppen
o wand is te vergelijken met die v/d venen
o Ook circula emechanisme v/d lymfevaten ~ venen
o monden uit in enkele trunci (trunci lymfa ci)
o Op verloop v/d lymfevaten: lymfeknopen (nodi lymfa ci)
2