Zeventiende eeuw
Amsterdam ontwikkeld zich vanaf begin 17e eeuw tot het belangrijkste
handelscentrum van de wereld.
Rembrandt van Rijn (1606-1669) maakt goed gebruik van de welvaart in Nederland.
Rembrandt heeft in zijn leven 1
schuttersstuk geschilderd: de
nachtwacht. Hij heeft hier goed
gebruik gemaakt van licht-donker om
de twee belangrijkste mensen centraal
te laten staan.
Bartholomeus van der Helst (1630-
1670) schildert erg gedetailleerd (wat populair is in de 17 e eeuw)
De kunstproductie wordt bepaald door de wensen van de burger. De godsdienstige
moraal staat op gespannen voet met het genieten van rijkdom en welvaart.
Luxe of soberheid?
Hendrick de Keyser (1565-1621) ontwierp het Huis Batolotti, een stadspaleis.
Ook ontwierp hij het praalgraf van Willem van Oranje.
Verenigde Oost-Indische Compagnie (VOC) had het monopolie op de
handel met Azië. Hierdoor groeide de welvaart. Ze verzamelde vaak
exotische goederen zoals interieur of ingrediënten.
Pieter Claesz (1596-1661) is een van de bekendste stillevenschilders van de 17 e
eeuw.
De luxe en vaak exotische verzamelobjecten worden bewaarde in een kunstkabinet.
Hierin worden allerhande bijzondere objecten opgeborgen, zowel uit de natuur:
naturalia, als door de mens: artificialia.
5.2 Lering en Vermaak
Genrestuk: een schilderij met een zeer alledaagse voorstelling.
Homo bulla: de mens is als een zeepbel
De uitdrukking ‘een huishouden van Jan Steen’ (1629-1679) staat voor een
levendige, rommelige en losbandige huishouding.
Rederijkers waren amateurdichters en voordrachtkunstenaars die zich vanaf de late
middeleeuwen gingen organiseren in verenigingen.
In de rederijkerslokalen komen burgers bijeen om de retorica te oefenen en toneel te
spelen. Vanaf 1600 kunnen ook niet-leden tegen betaling voorstellingen bezoeken.
De rederijkers verhogen ook de feestvreugde bij ontvangsten van belangrijke gasten
in de stad met toneelspel en tableaux vivants (levende schilderijen)
Amsterdam ontwikkeld zich vanaf begin 17e eeuw tot het belangrijkste
handelscentrum van de wereld.
Rembrandt van Rijn (1606-1669) maakt goed gebruik van de welvaart in Nederland.
Rembrandt heeft in zijn leven 1
schuttersstuk geschilderd: de
nachtwacht. Hij heeft hier goed
gebruik gemaakt van licht-donker om
de twee belangrijkste mensen centraal
te laten staan.
Bartholomeus van der Helst (1630-
1670) schildert erg gedetailleerd (wat populair is in de 17 e eeuw)
De kunstproductie wordt bepaald door de wensen van de burger. De godsdienstige
moraal staat op gespannen voet met het genieten van rijkdom en welvaart.
Luxe of soberheid?
Hendrick de Keyser (1565-1621) ontwierp het Huis Batolotti, een stadspaleis.
Ook ontwierp hij het praalgraf van Willem van Oranje.
Verenigde Oost-Indische Compagnie (VOC) had het monopolie op de
handel met Azië. Hierdoor groeide de welvaart. Ze verzamelde vaak
exotische goederen zoals interieur of ingrediënten.
Pieter Claesz (1596-1661) is een van de bekendste stillevenschilders van de 17 e
eeuw.
De luxe en vaak exotische verzamelobjecten worden bewaarde in een kunstkabinet.
Hierin worden allerhande bijzondere objecten opgeborgen, zowel uit de natuur:
naturalia, als door de mens: artificialia.
5.2 Lering en Vermaak
Genrestuk: een schilderij met een zeer alledaagse voorstelling.
Homo bulla: de mens is als een zeepbel
De uitdrukking ‘een huishouden van Jan Steen’ (1629-1679) staat voor een
levendige, rommelige en losbandige huishouding.
Rederijkers waren amateurdichters en voordrachtkunstenaars die zich vanaf de late
middeleeuwen gingen organiseren in verenigingen.
In de rederijkerslokalen komen burgers bijeen om de retorica te oefenen en toneel te
spelen. Vanaf 1600 kunnen ook niet-leden tegen betaling voorstellingen bezoeken.
De rederijkers verhogen ook de feestvreugde bij ontvangsten van belangrijke gasten
in de stad met toneelspel en tableaux vivants (levende schilderijen)