Signalering I – 09/10
Intracellulair signalings pathway wordt aangestuurd door een
extracellulair signaal molecuul.
Veel verschillende soorten signalen (soort stof, duur vd
werking, inta/extra)
Signalering tussen cellen
➢ Contact signalering = juxtacriene signalering
- Paracrien & autocrien (immuunsysteem)
Gap junctions zorgen dat aangrenzende cellen
synchroon kunnen reageren op signaal moleculen
➢ Paracriene signalering
O2 tekort stimuleert secretie van VEGF → stimulatie
angiogenese (VEGF is belangrijk voor tumor ontwikkeling)
GFs, cytokines, NO, ATP, RNA, endocannabinoïden
Receptoren worden via vesicles naar de plasmamembraan getransporteerd
Meeste post-synaptische receptoren zijn ionkanalen
Secretie (vesicles)
➢ Constitutief
- Blijft door gaan, onafhankelijk van signalen
➢ Gereguleerd
- Afhankelijk van signalen
Er zit overal op/in de cel receptoren – verschillende combinaties zorgt voor
verschillende reacties (cellen moeten altijd signalen krijgen om te leven!)
Morfogen (peptide signaal) – reactie is anders bij andere concentratie (zie je veel bij
embryogenese)
Aminozuren en kleine peptiden zijn hydrofiel – receptor in PM
Steroïden zijn hydrofoob – receptor in kern/cytosol
De halfwaarde tijd van een signaal bepaald het type respons
(kort/langdurend) – specifiek per stof
➢ Snelle reactie → verandering in eiwitactiviteit
➢ Langzame reactie → verandering in genexpressie (daarna eiwitsynthese)
,Steroïden
➢ Worden gemaakt in bijnieren en geslachtsorganen
➢ Hydrofoob dus moeten altijd met carrier! (vrijwel alle steroïden receptoren zijn
een TF)
➢ Na secretie worden de hormonen naar target weefsel gebracht via het bloed
grootste deel is gebonden aan serum proteins β-globyline en albumine
➢ Het lipophilic karakter vd hormonen maken het mogelijk dat ze spontaan de
carrier loslaten en de target cel in gaan (passief diffusie)
➢ In de cel binden ze aan receptoren die zorgen voor confirmatie verandering en
reorganisatie naar actief hormoon-receptor complex
➢ Het complex gaat de nucleus binnen – hier binden ze op delen van het DNA
waar ze eiwitsynthese regelen
Nucleaire receptoren
➢ Transcriptie factor activator
➢ DNA bindend
➢ Ligand bindend
Steroïden hebben nucleaire receptor !!! (intra)
Androgen receptor is een steroïde receptor (1 onderdeel van een complex hormoon
signaleringssysteem)
AIS (androgen insensitivity syndrome) – genitale cellen zijn ongevoelig voor
testosteron (mutaties in androgen receptor)
XY produceert veel androgenen (testosteron), hierdoor ontstaan mannelijke
geslachtsdelen → bij AIS reageren de receptoren hier niet op, dus lichaam
ontwikkeld vrouwelijke kenmerken, maar is wel XY
Oppervlakte receptoren
➢ Ion kanaal gekoppelde receptoren
➢ GPCR (G eiwit gekoppelde receptoren)
➢ Enzym gekoppelde receptor
Smaak gaat mbv GPCR – Golf zijn smaakreceptoren
Chemische stoffen kunnen soms ook binden aan thermo-sensitieve kanalen
(mint/peper/mosterd)
TRPV1 – ionkanaal die opent als reactie op warmte
TRPM8 – ionkanaal die opent als reactie op kou en menthol
Piezo1/2 – ionkanaal die door tast openen (fysieke verandering zorgt voor doorgeven
van signaal)
, GPCR
➢ Signaal molecuul activeert receptor
➢ Receptor bindt en activeert G-protein
➢ 1 vd G-protenine activeert enzym
➢ Heterotrimeer eiwitcomplex
- Gα – vast in PM, heeft GDP gebonden (inactief)
- Gγ – vast in PM
- Gβ
➔ Activatie: GDP moet worden vervangen door GTP (inactivatie omzetting van
GTP naar GDP)
Enzym-gekoppelde receptoren
➢ Activatie van eigen enzymatische activiteit / gekoppelde enzym
➢ Enzymatische domein is intracellulair
➢ Homo- of heterodimeren
➢ Twee receptoren activeren elkaar – fosforylatie
Signalering II – 10/10
Hydrofobe signaalmoleculen : steroiden – receptor in cytosol of kern
Hydrofiele signaalmoleculen : eiwtten/peptiden – receptor in PM
Transmembraan receptoren zijn meestal protein kinases – zoals tyrosine kinases
(RTK)
➢ Receptor-gedeelte is hypervariabel – hierdoor specifiek
➢ Kinase-gedeelte is bijna altijd hetzelfde
RTK
➢ Peptide signaal (GFs)
➢ Receptor binding
➢ Receptor dimerisatie
➢ Trans-autofosforylering
➢ Tyrosine-fosfaatgroepen trekken andere eiwitten aan → signaleringscomplex
GF HER2 (-/+) signalering is betrokken bij borstkanker – medicijn is een antilichaam
hier tegen
G protein coupled receptors GPCR
Plaatje voor werking
Intracellulair signalings pathway wordt aangestuurd door een
extracellulair signaal molecuul.
Veel verschillende soorten signalen (soort stof, duur vd
werking, inta/extra)
Signalering tussen cellen
➢ Contact signalering = juxtacriene signalering
- Paracrien & autocrien (immuunsysteem)
Gap junctions zorgen dat aangrenzende cellen
synchroon kunnen reageren op signaal moleculen
➢ Paracriene signalering
O2 tekort stimuleert secretie van VEGF → stimulatie
angiogenese (VEGF is belangrijk voor tumor ontwikkeling)
GFs, cytokines, NO, ATP, RNA, endocannabinoïden
Receptoren worden via vesicles naar de plasmamembraan getransporteerd
Meeste post-synaptische receptoren zijn ionkanalen
Secretie (vesicles)
➢ Constitutief
- Blijft door gaan, onafhankelijk van signalen
➢ Gereguleerd
- Afhankelijk van signalen
Er zit overal op/in de cel receptoren – verschillende combinaties zorgt voor
verschillende reacties (cellen moeten altijd signalen krijgen om te leven!)
Morfogen (peptide signaal) – reactie is anders bij andere concentratie (zie je veel bij
embryogenese)
Aminozuren en kleine peptiden zijn hydrofiel – receptor in PM
Steroïden zijn hydrofoob – receptor in kern/cytosol
De halfwaarde tijd van een signaal bepaald het type respons
(kort/langdurend) – specifiek per stof
➢ Snelle reactie → verandering in eiwitactiviteit
➢ Langzame reactie → verandering in genexpressie (daarna eiwitsynthese)
,Steroïden
➢ Worden gemaakt in bijnieren en geslachtsorganen
➢ Hydrofoob dus moeten altijd met carrier! (vrijwel alle steroïden receptoren zijn
een TF)
➢ Na secretie worden de hormonen naar target weefsel gebracht via het bloed
grootste deel is gebonden aan serum proteins β-globyline en albumine
➢ Het lipophilic karakter vd hormonen maken het mogelijk dat ze spontaan de
carrier loslaten en de target cel in gaan (passief diffusie)
➢ In de cel binden ze aan receptoren die zorgen voor confirmatie verandering en
reorganisatie naar actief hormoon-receptor complex
➢ Het complex gaat de nucleus binnen – hier binden ze op delen van het DNA
waar ze eiwitsynthese regelen
Nucleaire receptoren
➢ Transcriptie factor activator
➢ DNA bindend
➢ Ligand bindend
Steroïden hebben nucleaire receptor !!! (intra)
Androgen receptor is een steroïde receptor (1 onderdeel van een complex hormoon
signaleringssysteem)
AIS (androgen insensitivity syndrome) – genitale cellen zijn ongevoelig voor
testosteron (mutaties in androgen receptor)
XY produceert veel androgenen (testosteron), hierdoor ontstaan mannelijke
geslachtsdelen → bij AIS reageren de receptoren hier niet op, dus lichaam
ontwikkeld vrouwelijke kenmerken, maar is wel XY
Oppervlakte receptoren
➢ Ion kanaal gekoppelde receptoren
➢ GPCR (G eiwit gekoppelde receptoren)
➢ Enzym gekoppelde receptor
Smaak gaat mbv GPCR – Golf zijn smaakreceptoren
Chemische stoffen kunnen soms ook binden aan thermo-sensitieve kanalen
(mint/peper/mosterd)
TRPV1 – ionkanaal die opent als reactie op warmte
TRPM8 – ionkanaal die opent als reactie op kou en menthol
Piezo1/2 – ionkanaal die door tast openen (fysieke verandering zorgt voor doorgeven
van signaal)
, GPCR
➢ Signaal molecuul activeert receptor
➢ Receptor bindt en activeert G-protein
➢ 1 vd G-protenine activeert enzym
➢ Heterotrimeer eiwitcomplex
- Gα – vast in PM, heeft GDP gebonden (inactief)
- Gγ – vast in PM
- Gβ
➔ Activatie: GDP moet worden vervangen door GTP (inactivatie omzetting van
GTP naar GDP)
Enzym-gekoppelde receptoren
➢ Activatie van eigen enzymatische activiteit / gekoppelde enzym
➢ Enzymatische domein is intracellulair
➢ Homo- of heterodimeren
➢ Twee receptoren activeren elkaar – fosforylatie
Signalering II – 10/10
Hydrofobe signaalmoleculen : steroiden – receptor in cytosol of kern
Hydrofiele signaalmoleculen : eiwtten/peptiden – receptor in PM
Transmembraan receptoren zijn meestal protein kinases – zoals tyrosine kinases
(RTK)
➢ Receptor-gedeelte is hypervariabel – hierdoor specifiek
➢ Kinase-gedeelte is bijna altijd hetzelfde
RTK
➢ Peptide signaal (GFs)
➢ Receptor binding
➢ Receptor dimerisatie
➢ Trans-autofosforylering
➢ Tyrosine-fosfaatgroepen trekken andere eiwitten aan → signaleringscomplex
GF HER2 (-/+) signalering is betrokken bij borstkanker – medicijn is een antilichaam
hier tegen
G protein coupled receptors GPCR
Plaatje voor werking