Hoorcollege 03/06: Aangeboren immuniteit
Drie lijnen van verdediging
➢ Eerste
huid, slijmvliezen
- Aspecifiek
➢ Tweede – aangeboren
witte bloedcellen, antimicrobiële eiwitten, inflammatoire respons
- Aspecifiek
➢ Derde – verworven/adaptieve
antilichamen, lymfocyten (t en bcellen)
- Specifiek
Eerste lijn
➢ Barrières die voorkomen dat pathogenen de
epitheliale laag passeren en weefsels
koloniseren
➢ Tight junctions bij huid, traanvocht, trilharen
➢ Mechanische barrière – om pathogenen tegen te houden en uit te scheiden
➢ Chemische barrière – vermindering van verspreiding en replicatie van pathogenen
➢ Microbiologische barrière – microbioom om evenwicht te houden
➢ Antibacteriële peptiden hebben een direct cytotoxisch effect en lyseren bacteriën
Tweede en derde lijn
➢ Gamma-delta-t-cellen en NK tcellen lijken aangeboren door hun reactiesnelheid,
maar zijn adaptief
➢ Zie hier onder:
Pathogenen komen het lichaam in via
➢ Mond en ademhalingsstelsel – inademing lucht, spores
➢ Huid – via wond, insectensteek
➢ Gastro-intestinaal kanaal – voedsel vergiftiging
➢ Reproductief stelsel – soa
➢ Opportunistische pathogenen – door verstoorde balans kan het microbioom
aanvallen
! Pathogenen betreden het lichaam door epitheliale cellen
Doel van pathogenen – zich vermenigvuldigen in gastheer
, Schadelijkheid pathogenen
➢ Weefsel beschadiging door toxines uit bacteriën
➢ Verstoring vd homeostase
➢ Celdood
Bcellen produceren antilichamen – herkenning zorgt voor immuuncomplex vorming
slecht voor nieren, het verstopt kleine blaasjes
Verschillende soorten pathogenen
➢ Gebaseerd op locatie, uni- vs multicellulair en toxines
➢ Luminale pathogenen – alles buiten lichaam
➢ Cytoplasma pathogenen – virussen
➢ Endosomale pathogenen – parasieten en bacteriën
➢ Extracellulaire pathogenen – bacteriën en schimmels
Extracellulaire infectie – in interstitieel vocht, bloed en lymfe
Intracellulaire infectie – in cytoplasma en vesicles
Macrofaag endosomale activiteit omhoog door t en NK cellen
Fases immuunrespons
➢ Innate immunity (0-4 uur, binnen minder dan
een seconde)
- Complimentsysteem inschakeling
- Antimicrobiële peptiden productie
➢ Early induced innate respons (4-96 uur)
- Activatie aangeboren immuunsysteem: Nk-cellen, macrofagen, etc
➢ Adaptieve immuun respons (>96 uur)
- T- en B-cel activatie
Aangeboren verdediging
➢ Snelle respons op infectie – aspecifiek
- Antimicrobiële peptiden (AMPs) worden aangezet – veel aanmaak hiervan
reguleren het immuunsysteem – kunnen toxisch zijn
➢ Inflammatie en activatie van effector cellen door NK, macrofagen, eosinofielen,
neutrofielen
➢ Complemente systeem activatie door pathogenen – snel en aspeci
- Klassieke pathway – immuun modulerende functie – hierdoor juiste immuuncellen
naar infectiehaard (herkenning afhankelijk van antilichamen)
- Lectine pathway - lectine (receptoren) herkennen suikerstructuren op
pathogenen
- Alternatieve pathway – door andere herkenningspunten op opp van pathogenen
Opponisatie – complement factoren binden aan pathogeen –
hierdoor is het pathogeen duidelijk voor het immuunsysteem
Drie lijnen van verdediging
➢ Eerste
huid, slijmvliezen
- Aspecifiek
➢ Tweede – aangeboren
witte bloedcellen, antimicrobiële eiwitten, inflammatoire respons
- Aspecifiek
➢ Derde – verworven/adaptieve
antilichamen, lymfocyten (t en bcellen)
- Specifiek
Eerste lijn
➢ Barrières die voorkomen dat pathogenen de
epitheliale laag passeren en weefsels
koloniseren
➢ Tight junctions bij huid, traanvocht, trilharen
➢ Mechanische barrière – om pathogenen tegen te houden en uit te scheiden
➢ Chemische barrière – vermindering van verspreiding en replicatie van pathogenen
➢ Microbiologische barrière – microbioom om evenwicht te houden
➢ Antibacteriële peptiden hebben een direct cytotoxisch effect en lyseren bacteriën
Tweede en derde lijn
➢ Gamma-delta-t-cellen en NK tcellen lijken aangeboren door hun reactiesnelheid,
maar zijn adaptief
➢ Zie hier onder:
Pathogenen komen het lichaam in via
➢ Mond en ademhalingsstelsel – inademing lucht, spores
➢ Huid – via wond, insectensteek
➢ Gastro-intestinaal kanaal – voedsel vergiftiging
➢ Reproductief stelsel – soa
➢ Opportunistische pathogenen – door verstoorde balans kan het microbioom
aanvallen
! Pathogenen betreden het lichaam door epitheliale cellen
Doel van pathogenen – zich vermenigvuldigen in gastheer
, Schadelijkheid pathogenen
➢ Weefsel beschadiging door toxines uit bacteriën
➢ Verstoring vd homeostase
➢ Celdood
Bcellen produceren antilichamen – herkenning zorgt voor immuuncomplex vorming
slecht voor nieren, het verstopt kleine blaasjes
Verschillende soorten pathogenen
➢ Gebaseerd op locatie, uni- vs multicellulair en toxines
➢ Luminale pathogenen – alles buiten lichaam
➢ Cytoplasma pathogenen – virussen
➢ Endosomale pathogenen – parasieten en bacteriën
➢ Extracellulaire pathogenen – bacteriën en schimmels
Extracellulaire infectie – in interstitieel vocht, bloed en lymfe
Intracellulaire infectie – in cytoplasma en vesicles
Macrofaag endosomale activiteit omhoog door t en NK cellen
Fases immuunrespons
➢ Innate immunity (0-4 uur, binnen minder dan
een seconde)
- Complimentsysteem inschakeling
- Antimicrobiële peptiden productie
➢ Early induced innate respons (4-96 uur)
- Activatie aangeboren immuunsysteem: Nk-cellen, macrofagen, etc
➢ Adaptieve immuun respons (>96 uur)
- T- en B-cel activatie
Aangeboren verdediging
➢ Snelle respons op infectie – aspecifiek
- Antimicrobiële peptiden (AMPs) worden aangezet – veel aanmaak hiervan
reguleren het immuunsysteem – kunnen toxisch zijn
➢ Inflammatie en activatie van effector cellen door NK, macrofagen, eosinofielen,
neutrofielen
➢ Complemente systeem activatie door pathogenen – snel en aspeci
- Klassieke pathway – immuun modulerende functie – hierdoor juiste immuuncellen
naar infectiehaard (herkenning afhankelijk van antilichamen)
- Lectine pathway - lectine (receptoren) herkennen suikerstructuren op
pathogenen
- Alternatieve pathway – door andere herkenningspunten op opp van pathogenen
Opponisatie – complement factoren binden aan pathogeen –
hierdoor is het pathogeen duidelijk voor het immuunsysteem