1 Werk een eenvoudige doelboom uit. Je kunt kiezen tussen een doelboom van het beleid
gericht op het tegengaan van voetbalvandalisme, het anti-terrorismebeleid of het verminderen
van straatgeweld. (10 punten)
Let er op dat middelen/tussendoelen/einddoelen niet samenvallen.
Let op de juiste formulering van einddoelen.
2 Op het terrein van machtsvorming zijn er twee theoretische perspectieven die kunnen worden
onderscheiden, dat van de ‘elitisten’ en de ‘pluralisten’.
a Beschrijf de strekking van deze theorieën (5 punten)
Volgens de elitistische visie is de macht in handen van een kleine groep personen, die het vermogen
hebben hun wil door te drukken. Hun formele positie is daarvoor niet kenmerkend, maar wel hun
feitelijke positie. Volgens het pluralisme is de macht in handen van een veel groter aantal partijen;
weliswaar worden besluiten nog steeds door een betrekkelijk kleine groep tot stand gebracht, de
configuraties waarin dat geschiedt varieert van geval tot geval.
b Als u de machtsvorming in de Eerste Kamer op dit moment zou moeten analyseren, welk van
deze theoretische perspectieven zou u dan kiezen? (10 punten)
Elementen van beide, maar toch in ieder geval pluralistisch: er is een steeds wisselende meerderheid,
die van situatie tot situatie gezocht moet worden.
3 Wat is in de theorie van Kingdon de rol van ‘beleidsmakelaars’? (5 punten)
Beleidsmakelaars zorgen er voor dat de probleemstroom, de oplossingenstroom en de politieke
stroom worden gekoppeld. Daarvoor benutten ze een ‘policy window’, een incident, een crisis of
toevallige samenloop van omstandigheden.
4a Beschrijf de kernelementen van de ideaaltypische Weberiaanse bureaucratie. (5 punten)
Vastgelegde, hiërarchische structuur, waarbinnen specialisatie op basis van expertise en uitsplitsing
van taken.
Vastgelegd beloningssysteem, met variatie op basis van kwalificatie
Bescherming leden ambtelijke organisatie via hun rechtsposities.
4b Leg uit waarom dit ideaaltype in de praktijk niet altijd goed uit de verf komt en welke nieuwe
organisatievorm(en) daarvoor als alternatief worden voorgesteld. (10 punten)
Er zijn allerlei tegenwerpingen denkbaar: bureaucratisme en verstarring; technologische vernieuwing
brengt instabiliteit; medewerkers brengen buitenwereld binnen; groepsconflicten; beperking
individuele vrijheid; machtsconcentraties.
Alternatief: de professionele bureaucratie; gezag op basis van expertise, niet op basis van positie; veel
professionele autonomie, decentrale organisatievorm, informele cultuur.
5 Hieronder zie u het organogram van de Nederlandse Marine. Leg uit volgens welk(e)
indelingsbeginsel(en) de organisatie is gestructureerd. (5 punten)
gericht op het tegengaan van voetbalvandalisme, het anti-terrorismebeleid of het verminderen
van straatgeweld. (10 punten)
Let er op dat middelen/tussendoelen/einddoelen niet samenvallen.
Let op de juiste formulering van einddoelen.
2 Op het terrein van machtsvorming zijn er twee theoretische perspectieven die kunnen worden
onderscheiden, dat van de ‘elitisten’ en de ‘pluralisten’.
a Beschrijf de strekking van deze theorieën (5 punten)
Volgens de elitistische visie is de macht in handen van een kleine groep personen, die het vermogen
hebben hun wil door te drukken. Hun formele positie is daarvoor niet kenmerkend, maar wel hun
feitelijke positie. Volgens het pluralisme is de macht in handen van een veel groter aantal partijen;
weliswaar worden besluiten nog steeds door een betrekkelijk kleine groep tot stand gebracht, de
configuraties waarin dat geschiedt varieert van geval tot geval.
b Als u de machtsvorming in de Eerste Kamer op dit moment zou moeten analyseren, welk van
deze theoretische perspectieven zou u dan kiezen? (10 punten)
Elementen van beide, maar toch in ieder geval pluralistisch: er is een steeds wisselende meerderheid,
die van situatie tot situatie gezocht moet worden.
3 Wat is in de theorie van Kingdon de rol van ‘beleidsmakelaars’? (5 punten)
Beleidsmakelaars zorgen er voor dat de probleemstroom, de oplossingenstroom en de politieke
stroom worden gekoppeld. Daarvoor benutten ze een ‘policy window’, een incident, een crisis of
toevallige samenloop van omstandigheden.
4a Beschrijf de kernelementen van de ideaaltypische Weberiaanse bureaucratie. (5 punten)
Vastgelegde, hiërarchische structuur, waarbinnen specialisatie op basis van expertise en uitsplitsing
van taken.
Vastgelegd beloningssysteem, met variatie op basis van kwalificatie
Bescherming leden ambtelijke organisatie via hun rechtsposities.
4b Leg uit waarom dit ideaaltype in de praktijk niet altijd goed uit de verf komt en welke nieuwe
organisatievorm(en) daarvoor als alternatief worden voorgesteld. (10 punten)
Er zijn allerlei tegenwerpingen denkbaar: bureaucratisme en verstarring; technologische vernieuwing
brengt instabiliteit; medewerkers brengen buitenwereld binnen; groepsconflicten; beperking
individuele vrijheid; machtsconcentraties.
Alternatief: de professionele bureaucratie; gezag op basis van expertise, niet op basis van positie; veel
professionele autonomie, decentrale organisatievorm, informele cultuur.
5 Hieronder zie u het organogram van de Nederlandse Marine. Leg uit volgens welk(e)
indelingsbeginsel(en) de organisatie is gestructureerd. (5 punten)