Tekstdoelen en publiek (par. 4)
1. Tekstdoelen
Het tekstdoel geeft aan wat de schrijver met een tekst wil bereiken. Er zijn verschillende
hoofdtekstdelen:
Informeren: De schrijver wil de lezer kennis bijbrengen of uitleg geven.
Voorbeeld: Een artikel in de krant, een handleiding.
Overtuigen: De schrijver wil de lezer overtuigen van zijn mening of standpunt.
Voorbeeld: Een betoog of recensie.
Amuseren: De schrijver wil de lezer vermaken of ontspannen.
Voorbeeld: Een roman, een stripboek.
Activeren: De schrijver wil de lezer aanzetten tot actie of gedrag.
Voorbeeld: Een reclame of een oproep voor vrijwilligerswerk.
Mening geven: De schrijver deelt zijn persoonlijke opvatting over iets.
Voorbeeld: Een opiniestuk of een ingezonden brief.
Gevoelens oproepen/uitdrukken: De schrijver wil emoties bij de lezer opwekken of zelf
zijn gevoelens uitdrukken.
Voorbeeld: Een gedicht, een emotionele brief of een verhaal.
Instrueren: De schrijver geeft duidelijke instructies over hoe iets moet gebeuren.
Voorbeeld: Een recept of een gebruiksaanwijzing.
Tot handelen aanzetten: De schrijver wil de lezer motiveren om iets te doen.
Voorbeeld: Een campagne-tekst of een oproep tot actie.
2. Publiek
Het publiek is de groep mensen voor wie de tekst bedoeld is. De doelgroep bepaalt vaak de stijl,
toon en inhoud van de tekst.
1. Tekstdoelen
Het tekstdoel geeft aan wat de schrijver met een tekst wil bereiken. Er zijn verschillende
hoofdtekstdelen:
Informeren: De schrijver wil de lezer kennis bijbrengen of uitleg geven.
Voorbeeld: Een artikel in de krant, een handleiding.
Overtuigen: De schrijver wil de lezer overtuigen van zijn mening of standpunt.
Voorbeeld: Een betoog of recensie.
Amuseren: De schrijver wil de lezer vermaken of ontspannen.
Voorbeeld: Een roman, een stripboek.
Activeren: De schrijver wil de lezer aanzetten tot actie of gedrag.
Voorbeeld: Een reclame of een oproep voor vrijwilligerswerk.
Mening geven: De schrijver deelt zijn persoonlijke opvatting over iets.
Voorbeeld: Een opiniestuk of een ingezonden brief.
Gevoelens oproepen/uitdrukken: De schrijver wil emoties bij de lezer opwekken of zelf
zijn gevoelens uitdrukken.
Voorbeeld: Een gedicht, een emotionele brief of een verhaal.
Instrueren: De schrijver geeft duidelijke instructies over hoe iets moet gebeuren.
Voorbeeld: Een recept of een gebruiksaanwijzing.
Tot handelen aanzetten: De schrijver wil de lezer motiveren om iets te doen.
Voorbeeld: Een campagne-tekst of een oproep tot actie.
2. Publiek
Het publiek is de groep mensen voor wie de tekst bedoeld is. De doelgroep bepaalt vaak de stijl,
toon en inhoud van de tekst.