UM kan altijd uitvoeren (screenshot)
Als essentiële elementen niet gedelegeerd worden is er geen delegatie
Door de wet - voorbehouden
Staatsrecht: OG 4: De verhouding tussen Grondwet en Verdrag – Directe
werking – Primauteit – Samenloop van grondrechten
1) Casus over het rookverbod
a. Heeft bepaling directe werking om door rechter te worden
toegepast?
Het verdrag moet deel uitmaken van de rechtsorde en moet voldoen
aan bepaalde voorwaarden;
b. Parlementaire instemming verkregen
c. Bekendgemaakt Belgisch Staatsblad
d. Geratificeerd
e. In werking getreden op internationaal vlak
f. Heeft de verdragsbepaling directe werking?
De rechter moet toetsen aan 2 voorwaarden:
- Objectief criterium: de bepaling moet voldoende precies en
duidelijk zijn zodat de rechter zonder verdere wetgeving dit kan
toepassen => neen, niet voldoende precisie. (stukken aantonen)
- Subjectief criterium: kijken naar de bedoeling van de
verdragspartijen bij het sluiten van het verdrag => niet duidelijk
genoeg (iedere persoon heeft het recht om, rechten rechtstreeks
aan personen geven en niet dat de staten iets hebben besloten en
dan sws niet subj)
g. Welk gevolg geeft de arbeidsrechter aan de vordering vd cipier?
De rechter verwerpt zijn vordering want er is geen directe werking.
h. Wat adviseren aan cipier om te gebruiken in z argumentatie voor de
rechter?
- Schendt de wet van 22 dec artikel 10 en 11 in samenhang gelezen
met art 11, §2 1° vh herziene eruopees sociaal handvest omw recht
te beschikken over werkruimten die vrij zijn van tabaksrook
- Prejudiciële vraag stellen à GwH -> GwH gaat controleren of de
bepaling grondwettig is. GwH maakt de directe werking niet uit
2) Casus over het Migratiepact
a. Heeft de bepaling (doelstelling 13) directe werking?
- Objectief criterium => ja is voldoende precies en duidelijk, recht op
juridische bijstand.
- Subjectief criterium => ze willen de onrechtmatige opsluiting
tegengaan van migranten en ze helpen en toegang tot de rechter.
Niet rechtstreeks toegewezen aan burgers dus niet voldoende.
b. Leg uit adhv criteria.
Als essentiële elementen niet gedelegeerd worden is er geen delegatie
Door de wet - voorbehouden
Staatsrecht: OG 4: De verhouding tussen Grondwet en Verdrag – Directe
werking – Primauteit – Samenloop van grondrechten
1) Casus over het rookverbod
a. Heeft bepaling directe werking om door rechter te worden
toegepast?
Het verdrag moet deel uitmaken van de rechtsorde en moet voldoen
aan bepaalde voorwaarden;
b. Parlementaire instemming verkregen
c. Bekendgemaakt Belgisch Staatsblad
d. Geratificeerd
e. In werking getreden op internationaal vlak
f. Heeft de verdragsbepaling directe werking?
De rechter moet toetsen aan 2 voorwaarden:
- Objectief criterium: de bepaling moet voldoende precies en
duidelijk zijn zodat de rechter zonder verdere wetgeving dit kan
toepassen => neen, niet voldoende precisie. (stukken aantonen)
- Subjectief criterium: kijken naar de bedoeling van de
verdragspartijen bij het sluiten van het verdrag => niet duidelijk
genoeg (iedere persoon heeft het recht om, rechten rechtstreeks
aan personen geven en niet dat de staten iets hebben besloten en
dan sws niet subj)
g. Welk gevolg geeft de arbeidsrechter aan de vordering vd cipier?
De rechter verwerpt zijn vordering want er is geen directe werking.
h. Wat adviseren aan cipier om te gebruiken in z argumentatie voor de
rechter?
- Schendt de wet van 22 dec artikel 10 en 11 in samenhang gelezen
met art 11, §2 1° vh herziene eruopees sociaal handvest omw recht
te beschikken over werkruimten die vrij zijn van tabaksrook
- Prejudiciële vraag stellen à GwH -> GwH gaat controleren of de
bepaling grondwettig is. GwH maakt de directe werking niet uit
2) Casus over het Migratiepact
a. Heeft de bepaling (doelstelling 13) directe werking?
- Objectief criterium => ja is voldoende precies en duidelijk, recht op
juridische bijstand.
- Subjectief criterium => ze willen de onrechtmatige opsluiting
tegengaan van migranten en ze helpen en toegang tot de rechter.
Niet rechtstreeks toegewezen aan burgers dus niet voldoende.
b. Leg uit adhv criteria.