100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached 4.2 TrustPilot
logo-home
Summary

Samenvatting - Strafrecht bewijsrecht (STRAFR19)

Rating
-
Sold
-
Pages
13
Uploaded on
01-02-2025
Written in
2024/2025

Samenvatting Bewijsrecht – Gestructureerd met Jurisprudentie, Voorbeelden en Oefenvragen Deze uitgebreide en duidelijk gestructureerde samenvatting behandelt het bewijsrecht binnen het strafproces, inclusief jurisprudentie, voorbeelden en oefenvragen met antwoorden. De inhoud is volledig en gestructureerd met kleuren om onderscheid te maken tussen hoofdstukken, kopjes, wetsartikelen, voorbeelden en belangrijke tentamenonderdelen. Ideaal voor een efficiënte tentamenvoorbereiding! Inhoud: De bewijsvraag – Voorwaarden en toepassing binnen het strafproces Bewijsstelsels – Overzicht van systemen en het huidige Nederlandse stelsel Artikel 338 Sv – Wat moet bewezen worden? Onmiddellijkheidsbeginsel – Hoofdregel en uitzonderingen Wettige bewijsmiddelen – Overzicht, uitleg en uitzonderingen Auditu-verklaringen & schriftelijke bescheiden – Alle soorten en hun bewijskracht Toelating van bewijs & vormverzuimen – Stapsgewijze uitleg met jurisprudentie, inclusief het afvoerpijparrest Wettelijke bewijsminima – Hoofdregel, uitzonderingen en toepassing Beoordeling door de rechter – Onmiddellijkheidsbeginsel, overtuiging en bewijswaardering Bewijsstelsel & bewijsmotivering – Uitleg en toepassing Artikel 6 EVRM – Nemo tenetur-beginsel & onschuldpresumptie Horen en ondervragen van getuigen – Voorwaarden onder artikel 6 EVRM Jurisprudentie: Al-Khawaja & Tahery-arrest – Voorwaarden voor getuigenverklaringen Keskin-arrest – Verdedigingsbelang en noodzaakcriterium Getuige ter zitting – Alle voorwaarden en vereisten Oefenvragen + antwoorden – Test je kennis en bereid je optimaal voor! Waarom deze samenvatting? ️ Duidelijke structuur met kleurgebruik voor onderscheid tussen hoofdstukken, wetsartikelen en belangrijke begrippen ️ Voorbeelden en extra uitleg voor lastige concepten ️ Belangrijke jurisprudentie uitgelegd met directe koppeling aan tentamenstof Deze samenvatting helpt je snel en efficiënt de stof te beheersen en is perfect voor tentamenvoorbereiding!

Show more Read less
Institution
Course









Whoops! We can’t load your doc right now. Try again or contact support.

Written for

Institution
Study
Course

Document information

Uploaded on
February 1, 2025
Number of pages
13
Written in
2024/2025
Type
Summary

Subjects

Content preview

Bewijsrecht
WEEK 4 LES 1

START BEWIJSVRAAG
De rechter moet de formele en materiele vragen beantwoorden voordat hij over
kan gaan tot een veroordeling. De eerste materiële vraag van 350 Sv gaat over
het bewijs. Hoewel de rechter tijdens het onderzoek ter terechtzitting zal willen
achterhalen wat er in werkelijkheid is gebeurd, ook wel de materiele waarheid,
heeft de bewijsvraag alleen betrekking op of datgene wat ten laste is gelegd kan
worden bewezen.
‘Is bewezen dat het ten laste gelegde feit door den verdachte is begaan?’
De volgende voorwaarden zijn hieraan verbonden:
1. Wat moet bewezen worden?
Het feit dat de verdachte het tenlastegelegde feit heeft begaan
2. Wie moet dit bewijzen?
Bewijslast ligt bij het OM, maar de rechter kan zelf ook onderzoek doen. De
verdachte hoeft zijn onschuld niet te bewijzen
3. Wat betekent bewijzen in het strafrecht?
Aantonen dat in redelijkheid niet kan worden getwijfeld aan de juistheid van
het verwijt dat (in de tenlastelegging) aan de verdachte wordt gemaakt.

BEWIJSSTELSEL
Er zijn twee soorten bewijsstelsels:
1. VRIJE BEWIJSSTELSEL
De rechter is vrij in zijn oordeelsvorming. Er zijn geen wettelijke regels over
wanneer het feit bewezen mag worden geacht. Er zijn 2 soorten vrije stelsels:
 De bloot gemoedelijke overtuiging (convicties intime)
De rechter is in gemoede (wat een rechter van binnen voelt) overtuigd van
de schuld van de verdachte. Die overtuiging volstaat alleen, waarop de
overtuiging is gebaseerd is niet belangrijk en hoeft dan ook niet gedeeld te
worden.
Bv. bij een jury
 De beredeneerde overtuiging (conviction raisonnee)
De rechter moet hierbij beargumenteren waarop de bewezenverklaring is
gebaseerd. De rechter moet zijn beslissing in het vonnis dus motiveren.
Die argumenten worden in een volgende zitting getoetst op
deugdelijkheid. De rechter is gebonden aan de reden. Het moet rationeel
verantwoord kunnen worden.




2. WETTELIJKE BEWIJSSTELSEL




1

, Er zijn wettelijke regels over wanneer een feit bewezen moet worden geacht.
De rechter is hierbij gebonden aan wettige bewijsmiddelen. Er zijn 2 soorten
wettelijke stelsels:
 Positief-wettelijk
Geeft een opsomming van bewijsmiddelen die de rechter mag gebruiken.
Hij is verplicht om het feit bewezen te verklaren als er sprake is van een
bepaalde hoeveelheid bewijs, ook al is de rechter misschien niet overtuigd.
Bv. 3 belastende getuigenverklaringen.

 Negatief-wettelijk
Hierbij is een rechter negatief gebonden aan bewijsmiddelen. De rechter
mag niet veroordelen als het door de wet voorgeschreven minimum aan
bewijs niet voorhanden is. Hierbij moet hij dan vrijspreken, ook al is hij wel
overtuigd. Een rechter moet ook vrijspreken als hij twijfelt, ook al lijkt het
bewijs tegen de verdachte nog zo groot. Hoofdregel is: Beginsel in dubio
pro reo, de verdachte moet het voordeel van de twijfel krijgen.

Zo zit ons wetboek in elkaar:
‘Het bewijs dat de verdachte het ten laste gelegde feit heeft begaan, kan
door de rechter slechts worden aangenomen, indien hij daarvan uit het
onderzoek op de terechtzitting door de inhoud van wettige bewijsmiddelen
de overtuiging heeft bekomen’ 338 Sv. Hier zitten 3 voorwaarden in dat bij
een negatief stelsel hoort:
1) De rechter moet overtuigd zijn
Hij wordt niet gedwongen om tegen zijn overtuiging te veroordelen. Bij
twijfel vrijspraak.
2) De overtuiging moet zijn gegrond op wettige bewijsmiddelen
In 339 Sv staan deze bewijsmiddelen. De wet laat de rechter niet vrij in
de vorming van zijn overtuiging.
3) Het minimum aan bewijs moet voorhanden zijn
De bewijswaarden wordt bepaald aan de hand van voorschriften van
het bewijsmiddel

2 andere voorwaarden uit 338 Sv zijn:
1) Heeft de verdachte het ten laste gelegde feit begaan
Heruit vloeit voort dat het bewijsrecht alleen van toepassing is op de
eerste materiele vraag. Is wat de OvJ ten laste legt, door de verdachte
begaan. Dit is het enige wat daadwerkelijk bewezen moet worden.

LET OP!
Bij strafverzachtende of verzwarende omstandigheden dat niet ten laste
wordt gelegd, is het voldoende om mee te nemen als de rechter dit
aannemelijk acht.

2) Overtuiging moet voortkomen uit het onderzoek op de terechtzitting
De bewijsmiddelen moeten op de zitting naar voren zijn gebracht, zodat
een verdachte zich hiertegen kan verweren.


2

Get to know the seller

Seller avatar
Reputation scores are based on the amount of documents a seller has sold for a fee and the reviews they have received for those documents. There are three levels: Bronze, Silver and Gold. The better the reputation, the more your can rely on the quality of the sellers work.
RechtenStudentNotes Haagse Hogeschool
Follow You need to be logged in order to follow users or courses
Sold
13
Member since
4 year
Number of followers
0
Documents
6
Last sold
21 hours ago
Perfectionistische rechten student

uitgebreide samenvattingen die tot in de detail zijn uitgewerkt en opgemaakt, aan de hand van de lessen en voorgeschreven literatuur.

0.0

0 reviews

5
0
4
0
3
0
2
0
1
0

Why students choose Stuvia

Created by fellow students, verified by reviews

Quality you can trust: written by students who passed their tests and reviewed by others who've used these notes.

Didn't get what you expected? Choose another document

No worries! You can instantly pick a different document that better fits what you're looking for.

Pay as you like, start learning right away

No subscription, no commitments. Pay the way you're used to via credit card and download your PDF document instantly.

Student with book image

“Bought, downloaded, and aced it. It really can be that simple.”

Alisha Student

Frequently asked questions