Samenvatting psychodiagnostiek
HOORCOLLEGE 1 – Psychologische gespreksvoering en aanmelding
In de diagnostiek gaat het over een systematische en wetenschappelijke onderbouwde manier om na
te gaan wat de beste oplossing zou kunnen zijn voor deze specifieke situatie van de cliënt!
Psychologische gespreksvoering
⃝ Basishouding
Gebaseerd op de cliëntgerichte benadering van Carl Rogers.
Basisprincipe = zelfactualisering/zelfsturing
Bepaalde condities zijn nodig om dit te realiseren
Therapeutische relatie schept condities die mogelijk maken dat cliënt sterkten,
moeilijkheden, oplossingen kan exploreren.
In therapie 3 condities voor groei:
Onvoorwaardelijke positieve waardering
Echtheid
Empathie
Deze 3 condities voor groei worden hierna een voor een besproken
Onvoorwaardelijke positieve waardering:
Cliënt appreciëren als persoon met waarde en waardigheid; Hoe tonen?
Betrokkenheid tonen ten aanzien van cliënt
- Op tijd zijn op afspraak, tijd vrijmaken voor cliënt, privacy voor cliënt reserveren,
vertrouwen respecteren
- Barrières = zijn gebrek aan tijd en gebrek aan zorg/bezorgdheid, dan kun je geen goede
hulp meer verlenen.
Inspanning doen om cliënt te begrijpen
- Empathie, vragen te stellen, interesse tonen
- Actief luisteren ook belangrijk medium: parafraseren en reflecteren
Onvoorwaardelijke aanvaarding
- Attitude hulpverlener om gedachten/gevoelens cliënt niet af te keuren. (Het zou kunnen
dat de cliënt iets gedaan heeft waar je het helemaal niet mee eens bent en niet goed kunt
keuren, maar je probeert het gezichtspunt van de cliënt te begrijpen waarom hij zich zo
gedraagt, voelt etc.)
- NIET onvoorwaardelijk goedkeuren, WEL gezichtspunt van cliënt serieus nemen
- Ga uit van de goede wil van de cliënt
- Hulpverlener moet (covert) gedachten/gevoelens rond cliënt bij zichzelf nagaan. (Wat
doet zoiets met mij? En hoe kan ik hier op een juiste manier op reageren en mee
omgaan?)
Warmte uitdrukken en nabijheid
- Reduceert onpersoonlijk karakter interventies of behandeling
- Reflecteren op gedachte, gevoel, gedrag van (1) hulpverlener of (2) cliënt, of (3) de relatie
, - Nabijheid bruikbaar bij overdracht en tegenoverdracht (beschrijven wat er in de situatie
afspeelt) =
Twijfel bij cliënt (“het voelt aan alsof je je woorden wikt en weegt”)
Vijandigheid, irritatie, boosheid (“ik voel me behoorlijk geïrriteerd omdat je niet op de
afspraak verschijnt”)
Aantrekking (“het is goed dat je me mag, maar ik vraag me af of het ons nu niet
tegenhoudt de dingen te vertellen zoals ze zijn”)
Vastzitten, gebrek aan richting (“op dit moment heb ik de indruk dat we vastzitten”)
Spanning (“ik ben er me van bewust dat we nu beiden met een vervelend gevoel zitten”)
Echtheid:
Onder echtheid valt dat de hulpverlener zichzelf is zonder een rol te spelen. Het refereert naar mens
zijn en samenwerken met cliënt. Maakt emotionele afstand ten aanzien van de cliënt kleiner.
Belangrijke facetten:
Rolgedrag
- Geen klemtoon op jouw rol, autoriteit en status
Congruentie
- Woorden, gedrag en gevoelens van hulpverlener zijn consistent
- Erkennen van negatieve/positieve gevoelens in sessie
- Wantrouwen bij cliënt bij detectie van incongruentie (bijvoorbeeld; negatief gevoel niet
uiten wel afstandelijk reageren)
Spontaneïteit
- Een stukje waarin je jezelf bent, gedachten deelt.
- Niet elke gedachte die bij je opkomt verwoorden
- Wel: op natuurlijke wijze uitdrukken & toch tactvol omgaan met cliënt
Openheid en zelfonthulling
- Vaardigheid om open te zijn over zelf ten aanzien van cliënt (verbaal/non-verbaal)
- Waar begin en einde? Regels?
- Capaciteit cliënt om iets uit zelfonthulling te halen (welzijn cliënt) (bijvoorbeeld; perceptie
op probleem en gedrag bij cliënt veranderen)
- Parallel aan gevoelens cliënt (qua inhoud & intensiteit) (bijvoorbeeld; “ik voel ook niet
alleen positieve gevoelens ten aanzien van mijn kinderen”)
- Moderaat niveau: niet te veel (indiscreet, teveel met zelf bezig) of weinig (afstand)
Empathie:
Mogelijkheid om iemand te begrijpen vanuit zijn/haar belevingswereld & laten merken dat je begrijpt
wat er in hem/haar omgaat. Sta je open voor de cliënt? Eigen kwetsbaarheden/persoonlijkheid,
voorkeuren en omstandigheden (bijvoorbeeld; persoonlijke problemen, stress, ….). Hoe verbaal en
non-verbaal communiceren? Belangrijke en noodzakelijke facetten:
Intrapersoonlijke beleving door hulpverlener
Communicatie door hulpverlener
Receptie door cliënt
Monitor reactie van cliënt op jouw empathische toenaderingen + stem jouw reacties af op proces
cliënt.
⃝ Algemene klinische vaardigheden
,Niet selectieve luistervaardigheden
Vaardigheid Omschrijving
Non – verbaal gedrag Cliënt laten merken dat er geluisterd wordt en cliënt stimuleren om
verder te vertellen.
Verbaal volgen Cliënt laten merken dat er geluisterd wordt en cliënt stimuleren om
verder te vertellen.
Gebruik van stiltes Nagaan waardoor stilte ontstaat, wat er bij client gebeurt, wat doen?
Selectieve luistervaardigheden
Vaardigheid Omschrijving
Vragen stellen Cliënt helpen gedachten te verwoorden en problemen te verhelderen
Open VS. Gesloten stem af op doel
Parafraseren Herformuleren inhoud boodschap in woorden hulpverlener
Valkuil: meegaan in de interpretatie
Reflecteren Weergeven affectieve deel boodschap
Luister naar affectieve woorden (woede, angst, onzekerheid, verdriet,
geluk, sterkte en zwakte) of haal emotie uit non-verbaal gedrag (snelheid
van praten, stemvolume etc.) het lijkt alsof je…. Ik hoor je zeggen…
Concretiseren Cliënt zo nauwkeurig mogelijk over problemen laten vertellen (5G’s)
Hoe/wat vragen: kan je een voorbeeld geven? Wat bedoel je precies?
Samenvatten Hulpverlener geeft hoeveelheid info voor cliënt overzichtelijk en
begrijpelijk voor de cliënt weergeeft. Doel van samenvatten is structuur
aan te brengen is wat de cliënt gezegd heeft.
Regulerende vaardigheden
Vaardigheid Omschrijving
Openen gesprek en Hulpverlener geeft beeld over manier wat cliënt kan verwachten +
begincontract verheldering verwachtingen cliënt
Terugkoppeling naar Hulpverlener doet aan procesbewaking: zorgen voor haalbare doelen, dit
doelen bewaken en na te streven
Situatie verduidelijken Herstellen van relatie bij onduidelijkheden of misverstanden gesprek
over gesprek (gang van zaken of de relatie)
Hardop denken Hulpverlener verwoordt gedachten voor cliënt op duidelijke manier
Afsluiten van het Verwachtingsmanagement (kondig duur vooraf aan), afsluiten met
gesprek samenvatting (door cliënt) of metagesprek
Nuancerende vaardigheden
Vaardigheid Omschrijving
Interpreteren Geven van (mogelijke) verklaring voor gedrag, gedachten of gevoelens
cliënt of samenhang tussen gedragingen
Confronteren Hulpverlener beschrijft discrepanties, conflicten, gemengde
boodschappen die duidelijk worden vanuit gevoelens, gedachten, gedrag
cliënt
Positief her Nieuwe, positieve betekenis geven aan oorspronkelijk als negatief
etiketteren beleefde onderdelen van probleem
Informatie geven Geven van info of feiten over ervaringen, mensen, gebeurtenissen,
alternatieven
⃝ Relatie zorgverlener/Cliënt
, Aan welke competenties moeten GGZ-behandelaren voldoen (volgens cliënten en naasten):
Helder communiceren
Goed luisteren
Niet oordelen
Cliënten met respect benaderen
Oprecht betrokken zijn
De cliënt als mens zien, niet als ziekte
De diagnostische cyclus van De Bruyn et al.
HOORCOLLEGE 1 – Psychologische gespreksvoering en aanmelding
In de diagnostiek gaat het over een systematische en wetenschappelijke onderbouwde manier om na
te gaan wat de beste oplossing zou kunnen zijn voor deze specifieke situatie van de cliënt!
Psychologische gespreksvoering
⃝ Basishouding
Gebaseerd op de cliëntgerichte benadering van Carl Rogers.
Basisprincipe = zelfactualisering/zelfsturing
Bepaalde condities zijn nodig om dit te realiseren
Therapeutische relatie schept condities die mogelijk maken dat cliënt sterkten,
moeilijkheden, oplossingen kan exploreren.
In therapie 3 condities voor groei:
Onvoorwaardelijke positieve waardering
Echtheid
Empathie
Deze 3 condities voor groei worden hierna een voor een besproken
Onvoorwaardelijke positieve waardering:
Cliënt appreciëren als persoon met waarde en waardigheid; Hoe tonen?
Betrokkenheid tonen ten aanzien van cliënt
- Op tijd zijn op afspraak, tijd vrijmaken voor cliënt, privacy voor cliënt reserveren,
vertrouwen respecteren
- Barrières = zijn gebrek aan tijd en gebrek aan zorg/bezorgdheid, dan kun je geen goede
hulp meer verlenen.
Inspanning doen om cliënt te begrijpen
- Empathie, vragen te stellen, interesse tonen
- Actief luisteren ook belangrijk medium: parafraseren en reflecteren
Onvoorwaardelijke aanvaarding
- Attitude hulpverlener om gedachten/gevoelens cliënt niet af te keuren. (Het zou kunnen
dat de cliënt iets gedaan heeft waar je het helemaal niet mee eens bent en niet goed kunt
keuren, maar je probeert het gezichtspunt van de cliënt te begrijpen waarom hij zich zo
gedraagt, voelt etc.)
- NIET onvoorwaardelijk goedkeuren, WEL gezichtspunt van cliënt serieus nemen
- Ga uit van de goede wil van de cliënt
- Hulpverlener moet (covert) gedachten/gevoelens rond cliënt bij zichzelf nagaan. (Wat
doet zoiets met mij? En hoe kan ik hier op een juiste manier op reageren en mee
omgaan?)
Warmte uitdrukken en nabijheid
- Reduceert onpersoonlijk karakter interventies of behandeling
- Reflecteren op gedachte, gevoel, gedrag van (1) hulpverlener of (2) cliënt, of (3) de relatie
, - Nabijheid bruikbaar bij overdracht en tegenoverdracht (beschrijven wat er in de situatie
afspeelt) =
Twijfel bij cliënt (“het voelt aan alsof je je woorden wikt en weegt”)
Vijandigheid, irritatie, boosheid (“ik voel me behoorlijk geïrriteerd omdat je niet op de
afspraak verschijnt”)
Aantrekking (“het is goed dat je me mag, maar ik vraag me af of het ons nu niet
tegenhoudt de dingen te vertellen zoals ze zijn”)
Vastzitten, gebrek aan richting (“op dit moment heb ik de indruk dat we vastzitten”)
Spanning (“ik ben er me van bewust dat we nu beiden met een vervelend gevoel zitten”)
Echtheid:
Onder echtheid valt dat de hulpverlener zichzelf is zonder een rol te spelen. Het refereert naar mens
zijn en samenwerken met cliënt. Maakt emotionele afstand ten aanzien van de cliënt kleiner.
Belangrijke facetten:
Rolgedrag
- Geen klemtoon op jouw rol, autoriteit en status
Congruentie
- Woorden, gedrag en gevoelens van hulpverlener zijn consistent
- Erkennen van negatieve/positieve gevoelens in sessie
- Wantrouwen bij cliënt bij detectie van incongruentie (bijvoorbeeld; negatief gevoel niet
uiten wel afstandelijk reageren)
Spontaneïteit
- Een stukje waarin je jezelf bent, gedachten deelt.
- Niet elke gedachte die bij je opkomt verwoorden
- Wel: op natuurlijke wijze uitdrukken & toch tactvol omgaan met cliënt
Openheid en zelfonthulling
- Vaardigheid om open te zijn over zelf ten aanzien van cliënt (verbaal/non-verbaal)
- Waar begin en einde? Regels?
- Capaciteit cliënt om iets uit zelfonthulling te halen (welzijn cliënt) (bijvoorbeeld; perceptie
op probleem en gedrag bij cliënt veranderen)
- Parallel aan gevoelens cliënt (qua inhoud & intensiteit) (bijvoorbeeld; “ik voel ook niet
alleen positieve gevoelens ten aanzien van mijn kinderen”)
- Moderaat niveau: niet te veel (indiscreet, teveel met zelf bezig) of weinig (afstand)
Empathie:
Mogelijkheid om iemand te begrijpen vanuit zijn/haar belevingswereld & laten merken dat je begrijpt
wat er in hem/haar omgaat. Sta je open voor de cliënt? Eigen kwetsbaarheden/persoonlijkheid,
voorkeuren en omstandigheden (bijvoorbeeld; persoonlijke problemen, stress, ….). Hoe verbaal en
non-verbaal communiceren? Belangrijke en noodzakelijke facetten:
Intrapersoonlijke beleving door hulpverlener
Communicatie door hulpverlener
Receptie door cliënt
Monitor reactie van cliënt op jouw empathische toenaderingen + stem jouw reacties af op proces
cliënt.
⃝ Algemene klinische vaardigheden
,Niet selectieve luistervaardigheden
Vaardigheid Omschrijving
Non – verbaal gedrag Cliënt laten merken dat er geluisterd wordt en cliënt stimuleren om
verder te vertellen.
Verbaal volgen Cliënt laten merken dat er geluisterd wordt en cliënt stimuleren om
verder te vertellen.
Gebruik van stiltes Nagaan waardoor stilte ontstaat, wat er bij client gebeurt, wat doen?
Selectieve luistervaardigheden
Vaardigheid Omschrijving
Vragen stellen Cliënt helpen gedachten te verwoorden en problemen te verhelderen
Open VS. Gesloten stem af op doel
Parafraseren Herformuleren inhoud boodschap in woorden hulpverlener
Valkuil: meegaan in de interpretatie
Reflecteren Weergeven affectieve deel boodschap
Luister naar affectieve woorden (woede, angst, onzekerheid, verdriet,
geluk, sterkte en zwakte) of haal emotie uit non-verbaal gedrag (snelheid
van praten, stemvolume etc.) het lijkt alsof je…. Ik hoor je zeggen…
Concretiseren Cliënt zo nauwkeurig mogelijk over problemen laten vertellen (5G’s)
Hoe/wat vragen: kan je een voorbeeld geven? Wat bedoel je precies?
Samenvatten Hulpverlener geeft hoeveelheid info voor cliënt overzichtelijk en
begrijpelijk voor de cliënt weergeeft. Doel van samenvatten is structuur
aan te brengen is wat de cliënt gezegd heeft.
Regulerende vaardigheden
Vaardigheid Omschrijving
Openen gesprek en Hulpverlener geeft beeld over manier wat cliënt kan verwachten +
begincontract verheldering verwachtingen cliënt
Terugkoppeling naar Hulpverlener doet aan procesbewaking: zorgen voor haalbare doelen, dit
doelen bewaken en na te streven
Situatie verduidelijken Herstellen van relatie bij onduidelijkheden of misverstanden gesprek
over gesprek (gang van zaken of de relatie)
Hardop denken Hulpverlener verwoordt gedachten voor cliënt op duidelijke manier
Afsluiten van het Verwachtingsmanagement (kondig duur vooraf aan), afsluiten met
gesprek samenvatting (door cliënt) of metagesprek
Nuancerende vaardigheden
Vaardigheid Omschrijving
Interpreteren Geven van (mogelijke) verklaring voor gedrag, gedachten of gevoelens
cliënt of samenhang tussen gedragingen
Confronteren Hulpverlener beschrijft discrepanties, conflicten, gemengde
boodschappen die duidelijk worden vanuit gevoelens, gedachten, gedrag
cliënt
Positief her Nieuwe, positieve betekenis geven aan oorspronkelijk als negatief
etiketteren beleefde onderdelen van probleem
Informatie geven Geven van info of feiten over ervaringen, mensen, gebeurtenissen,
alternatieven
⃝ Relatie zorgverlener/Cliënt
, Aan welke competenties moeten GGZ-behandelaren voldoen (volgens cliënten en naasten):
Helder communiceren
Goed luisteren
Niet oordelen
Cliënten met respect benaderen
Oprecht betrokken zijn
De cliënt als mens zien, niet als ziekte
De diagnostische cyclus van De Bruyn et al.