Transitie in Omgevingsrecht 4
Omgevingsrecht en Ruimtelijke Ordening 4
Waarom vernieuwing omgevingsrecht? 7
Omgevingsaspecten 12
Kerninstrumenten 16
1. Omgevingsvisie 16
2. Programma 19
3. Decentrale regels (Omgevingsverordeningen en Omgevingsplannen) 20
4. Algemene rijksregels 23
5. Omgevingsvergunning 24
6. Projectbesluit 28
Participatie 30
Milieubeheer 31
Omgevingsvergunning voor MBA 34
Toezicht en Handhaving 35
Bestuurlijke sancties 38
Rechtsbescherming 42
Bezwaar 43
Beroep 44
Voorlopige Voorziening 46
Hoger beroep 47
Nadeelcompensatie 48
BOPA en wijziging omgevingsplan 52
Bkl, Bal en Bbl 54
1
, Omgevingswet
Sturings loso e
- Presterende Overheid: behalen kwaliteitsnormen en kunnen behalen en verantwoorden
resultaten staan centraal
- Netwerkende overheid: doelen bereiken samen met anderen. (iedereen levert iets in en draagt
iets bij aan het te behalen resultaat.
- Rechtmatige overheid: legitimiteit en rechtmatigheid en borgen rechten en plichten.
- Responsieve overheid: maatschappelijke initiatieven staan centraal
De Omgevingswet (2022) bundelt en verduidelijkt regels mbt de fysieke leefomgeving met als
doel eenduidigheid en e ectiviteit
Het Omgevingsrecht regelt de fysieke omgeving waarin wij leven, milieu, water, natuur en met
name ruimtelijke ordening.
Fysieke leefomgeving is de ruimte waarin mensen wonen, werken, recreëren en reizen en wordt
beïnvloed door activiteiten van inwoners en bedrijven.
Doel is een gezonde en veilige leefomgeving te creëren waarbij samenwerking tussen
rijksoverheid, provincies, gemeenten, waterschappen en inwoners centraal staat.
De wet reguleert 2 hoofdonderdelen:
- Natuurlijke omgeving: luchtkwaliteit en natuur
- Gebouwde omgeving: door mens gemaakte objecten en bouwwerken en objecten met een
duurzame functie op een vast locatie.
Het omgevingsrecht heeft een groot aantal betrokken belangen en belanghebbenden.
Overheden
- De Rijksoverheid heeft via de Ow kaders vastgesteld voor de fysieke leefomgeving.
- Provincies, gemeenten en waterschappen formuleren beleid en nemen besluiten binnen deze
kaders.
Bestuursorganen: rechtspersonen die krachtens publiekrecht zijn ingesteld
- Rijk: regering, ministers, staatssecretarissen
- Provincie: Provinciale staten, Gedeputeerde Staten, Commissaris van de Koning
- Gemeente: Burgemeester, gemeenteraad, college van burgemeester en wethouders (B&W)
- Gemeentelijke bestuursorganen beoordelen of projecten passen binnen het omgevingsplan
en de visie voor het gebied.
Bedrijven en burgers
Initiatiefnemers van projecten kunnen bedrijven, projectontwikkelaars of overheden zijn:
- Inwoners kunnen omgevingsvergunning aanvragen voor kleinschalige projecten
- Projectontwikkelaars werken aan grootschalige projecten
Belangengroepen
Omwonenden en bedrijven in een ontwikkelingsgebied zijn belanghebbenden. Hun rechten zijn
afhankelijk van hun status als belanghebbende -> art 1.2 Awb.
- Direct belanghebbende: Personen of organisaties wiens belang direct geraakt wordt door een
besluit
- Derde-belanghebbende: moeten voldoen aan de 5 OPERA-Criteria:
- Objectief bepaalbaar belang
- Persoonlijk belang
- Eigen belang
- Rechtstreeks belang
- Actueel belang
Let op: Als iemand of een organisatie niet als belanghebbende kan worden bestempeld dan kan
die persoon of organisatie zich niet verweren tegen beoogde of genomen besluiten.
2
fi fi ff
,Omgevingsrecht valt onder het Bijzonder bestuursrecht
Bestuursrecht regelt het handelen van het openbaar bestuur in relatie tot burgers en bedrijven.
Bestuursrecht bestaat uit:
- Algemeen bestuursrecht = Awb: Algemene regels
- Bijzonder bestuursrecht = Ow: speci eke regels voor bijzondere overheidsdomeinen
Wet in Formele zin: Besluit van regering en Staten Generaal gezamenlijk
Wet in Materiële zin: een besluit van een bevoegd bestuursorgaan dat algemeen verbindende
voorschriften bevat (AMvB’s)
Regelgeving per bestuursniveau:
1. Rijksniveau
Hoogste wetgevende macht in Nl en is verantwoordelijk voor de grondslag van nationale
wetgeving.
Soorten regelgeving op rijksniveau:
- Verdragen en statuten
- Grondwet
- Wetten in formele zin: wetten die door de regering of parlement samen worden vastgesteld.
Hebben een algemeen bindend karakter en regelen de belangrijkste onderwerpen op nationaal
niveau.
- Algemene maatregelen van bestuur: uitvoeringsregels die voortvloeien uit wetten in formele
zin. Worden vastgesteld door de regering en bevatten meer gedetailleerde bepalingen om
wetten praktisch toepasbaar te maken. (bv: Besluit kwaliteit leefomgeving Bkl)
- Ministeriële regelingen: regels die door individuele ministers worden vastgesteld om verdere
invulling te geven aan de Amvb’s of wetten.
2. Provinciaal niveau
Provinciaal niveau = “Decentraal, tenzij”, wat betekent dat taken en bevoegdheden zo veel
mogelijk op lokaal (gemeentelijk) niveau worden geregeld, tenzij er sprake is van onderwerpen die
een bovenlokale, provinciale aanpak vereisen.
Provincie richt zich op stiltegebieden, grondwaterbescherming en infrastructuur.
De provincie gebruikt de Omgevingsverordening: een integraal juridisch document waarin
provinciale regels staan over de fysieke leefomgeving.
Instructieregels zijn bindende regels die de uitvoering van taken sturen:
- Van Rijk naar provincies: Het Rijk kan instructieregels opleggen via AMvB
- Van provincies naar gemeenten: provincies kunnen zelf instructieregels opleggen aan
gemeenten
3. Gemeentelijke niveau
Art 2.4 Ow verplicht gemeenten een omgevingsplan op te stellen voor het hele grondgebied.
Bevat regels over de fysieke leefomgeving, zoals functies toewijzen aan locaties.
Functie kan gebruiksdoel beschrijven of een eigenschap/status toekennen.
3
fi
, Transitie in Omgevingsrecht
- Historische wetten:
- WRO (1965): Sectorale ruimtelijke ordening.
- Wro (2008): Flexibiliteit en decentralisatie.
- Ow (2022): Brede integratie van wetten.
Aanleidingen voor de Omgevingswet
- Behoefte aan Integraliteit: Complexe ruimtelijke vraagstukken vereisen samenhangend beleid.
- Duurzame Samenleving:
- Duurzame ontwikkeling (VN-de nitie).
- Focus op People, Planet, Pro t.
- Groei van Maatschappelijk Initiatief: Van representatieve naar participatieve democratie.
- Regionale Verschillen:
- Steden groeien; landelijke gebieden krimpen.
- Speci eke oplossingen voor lokale uitdagingen.
Belangrijke kenmerken Omgevingswet (Ow)
- Integrale aanpak: Regels voor ruimte, water, milieu en natuur.
- Duurzaamheid: Balans tussen economie en milieubescherming.
- Burgerparticipatie: Betrokkenheid van burgers en bedrijven.
- Regionale di erentiatie: Lokaal maatwerk.
Fysieke Leefomgeving staat Centraal in de Ow:
Omvat ruimte, milieu, natuur, cultuur en gezondheid
- Verschuiving van sectorale (Wro) naar samenhangende regelgeving (Ow).
Omgevingsrecht en Ruimtelijke Ordening
Omgevingsrecht: 3 pijlers
1. Waterstaatsrecht: regels kwaliteit en kwantiteit van het water (waterwet)
Doel:
- Voorkoming en waar nodig beperking overstromingen, wateroverlast en waterschaarste
- Bescherming en verbetering van de kwaliteit van watersystemen
- Vervulling maatschappelijke functies door watersystemen
2. Milieurecht: gaat om het geheel van juridische instrumenten die gebruikt kunnen worden om
milieuproblemen te beheersen.
Doel: Bescherming milieu, gevolgen van ons handelen voor omgeving zoveel mogelijk beperken.
Regelt daarnaast ook de rechtsbetrekking tussen burger en overheid en tussen burgers onderling.
Onderverdeling milieurecht:
- Grijze milieurecht (milieuhygienerecht): omvat wetten die gericht zijn op bescherming lucht,
water, bodem, en regulering milieubelasting zoals geluid, afval en sto en.
- Wetten: Wabo, wet milieubeheer, wet bodembescherming en wet geluidshinder
- Groene milieurecht: omvat wetten die gericht zijn op bescherming van soorten en gebieden.
- Wetten: wet natuurbescherming
3. Ruimtelijke bestuursrecht (RBR)
Het RBR is het deel van het recht dat de overheid het juridisch kader en instrumentarium biedt
voor het beleid inzake de ruimtelijke ordening alsmede de regels omtrent het gebruik van
instrumenten.
- Waarborgen taakuitoefening en bescherming belangen
- Meest belangrijke wetten waren: Wro, Wabo en Tracewet
Ruimtelijke ordening: Het van overheidswege bewust ingrijpen in maatschappelijke
ontwikkelingen met een ruimtelijke dimensie. Zij is gericht op het onderling afwegen en
coördineren van die ontwikkelingen en zij loopt uit op het leggen van bestemmingen en het
regelen van het gebruik van grond (Drupsteen).
4
fi ff fi fi ff